ips
HET BEELD DES KEIZERS.
;veb
/lïewtrs- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
40ste Jaargang-
eujts
TCA1
KEXM8GEV1XG
ALWISGÉFIVG.
Buitenlandse!! Overzicht.
FEVlLLEiÖX.
ronderbw»im
7oud»rxilf
eneeakrachc
estal elke pijnlijke
overbodig. Met
oor ongeiiceslilk
engs een by na 88
Jrengt genezing en
1, ontstekingen enz.
Woensdag 20 November 1901.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
I DU
Het had generaal Willi niet weinig moeite ge-
'INKMAN Zn.
elefoori .1 o ...M.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CEJNTEN.
C,c. Paris
and gratia en
4-
.5-
schen
.7-
ÉS
ÜOUDSCHE COURANT
Uit 't Duitsch van W. HAUFF.
OÜDB
>AMMEH
rk:
>aar by
^ERS Jz.
8 van echtheid is
kurk steeds voor
>n naam dor Firms
•FE
lie ons geïllus-
t Wintersei-
hebben, dit te
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda
Gezien art 8 der Hinderwet;
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan de
firma E. Estié Co. en hare rechtverkrijgenden,
tot het oprichten eener aardewerkfabriek, gedre
ven door eene stoommachine, op de perceelen
aan den Raam, Kadastraal bekend sectie D nos.
16101614 en gedeeltelijk nos. 1297 en 2264.
Gouda, den 18 November 1901,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER
nes vry van alle
srhooging.
lendaal N I),
Telefoon No.
ADVERTENTIES worden geplaatst van
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Hier en daar hebben de mijnwerkers in
de steenkolendistricten Zaterdag het werk ge
staakt en zgn das begonnen, met de tractische
fout te begaan, met zich niet aan de afspraak
te houden, die luidde, dat vjjf dagen te voren
het juiste tijdstip der staking zou aangekon-
digd worden, die, wil zjj de kracht uitoefenen,
terecht aan een gréve générale toegeschre
ven, opeens en overal gelijktijdig moet aan
vangen, om het kapitaal plotseling te treffen.
Vermoedelijk in de desorganisatie het ge
volg van de verklaringen van den afgevaar
digde Basly, aangaande den afloop van de
onlangs te Dover gehouden conferentie, met
gedelegeerden van mijnwerkers van België,
Engeland en andere landen. De Belgische
gedelegeerden beschouwden, op grond van de
te Luik opgedane ondervinding, een alge-
meene werkstaking als een onmogelijkheid.
Zjj zouden dus al zeer weinig geneigd zijn
om daarvoor opnieuw, ten behoeve der Fran-
sche mijnwerkers, propagenda te maken. De
Engelsche gedelegeerden waren van oordeel,
dat Engeland als exporteerende natie niet
zou kunnen ophouden met kolen naar Frank
rijk te zenden, terwijl de Duitschers on de
Oostenrijken een algemeene werkstaking als
een ramp zouden beschouwen.
Tegenover de weinige medewerking van
buiten, kunnen dus de mijnwerkers geen andere
houding aannemen, dan die van te vertrouwen
op eigen kracht alleen. Maar daarvoor is vóór
alles eenheid noodig, terwijl deze nu niet be
staat. Gedeeltelijke werkstakingen voeren niet
tot het beoogde doel on de mijnwerkers zjjn
zelf vaiï gevoelen verdeeld, of de gróve gé
nérale uitvoerbaar is, en zoo ja, of zjj prac-
tisch nut kan en zal oplevoren. Bovendien
maken de bezadigden er op attent, hoe do
regeering en de mpnbesturen zich geneigd
toonen om tot eene schikking te geraken,
die echter niet de zaak zou wezen der poli
tieke raddraaiers, die hun anti-kapitalistische
beginselen willen zien zegepralen, al ging
het ton koste van hun volgers, de arme
mijnwerkers zelf.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre
tarie ter visie is gelegd een verzoek* met bijlagen
van T. Verkaaik te Gouda om vergunning tot
oprichting eener loodgieterij en zinkwerkerij in
het perceel gelegen aan de Vlamingstraat, wijk O
No. 389, Kadastraal bekend Sectie D No. 2156.
Dat op Dinsdag den 3 November 1901, des na
middags ten 2 ure, op het Raadhuis gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning
in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór
die« dag op de Secretarie der Gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis
genomen.
Gouda, den 19 November 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
In het offlcieele rapport over de concen
tratiekampen, waaruit Renter ons Zaterdag
enkel de tegen de „Boeren-vluchtelingen”
pleitende conclusies heeft overgeseind, waar
mee de Engelsche regeering zich schoon wil
wasschen, staan nog genoeg onpartijdig mede
gedeelde feiten, die een treurig licht werpen
op de hooggeroemde menschlie vend heid en
zorgen van de Engelsche overheid.
Zoo somt de heer Becker, geneeskundig
superintendent van het kamp by Bloemfon
tein, de volgende 8 punten op, die hy de
werkelijke redenen van ziekte en sterfte in
dit kamp” noemt.
De begrotingscommissie uit de Fransche
Kamer heeft een belangrijke verlaging voor
gesteld van de sommen, thans op het budget
uitgetrokken voor de eerediensten en die voor
het loopend jaar ruim 43 millioen francs be
dragen. Het dool is de jaarwedden voor de
geestelijke en kerkelijke dienaren allengs niet
meer ten laste van den staat te doen komen.
Alleen de 4’/4 millioen. thans voor kerkge
bouwen en pastoriën en wat daartoe behoort,
wenscht de commissie te handhaven, maar de
jaarwedden enz. voor het kerkelyko personeel
te doen overgaan in lijfrente enkel voor
degene die nu uit de Staatskas worden be
zoldigd en ook voor de seminaristen die de
gelofte hebben afgelegd. Zulks op grond dat
deze personen die loopbaan hebben gekozen
rekenende op den bestaanden toestand, wat
niet het geval zal zyn met allen die zich
na de wijziging aan die taak wyden. De
voorgestelde regeling zal een besparing geven
van 23 millioen francs, terwijl de 15 millioen,
welke als lijfrenten worden uitgekeerd allengs
zullen wegvallen. De bedoeling is dat de
regeering bij aanneming van het voorstel
het Concordaat met den Paus zal opzeggen,
waarmede ,de nieuwe regeling in strijd is.
kost om zijn zoon van eene langere gevangenis
straf te vrijwaren. Zijn aanzien was in de hoofd
stad van het land, waarbij zijn grond behoorde,
weliswaar nog niet gedaald j men vereerde in hem
nog altijd den man van groote verdiensten, militair
beleid en dapperheid, en er waren er velen, d’e
hom wegens zijne trouwe en voortdurende aan
hankelijkheid aan den man, die eens het noodlot
van Europa in de handen had gedragen, bewon
derden er waren er velen, die hem welwillend
waren, al deelden ze ook niet in die bewondering,
maar om de volharding en kracht, die hij in de
dagen van het ongeluk getoond had. Toch moest
hij zich geheel en al vernederen, menige deur
openen, om voor zijn zoon, op wien de verdenking
van met verdachte personen in verbinding te staan,
rustte, een goed woord te doen.’
De generaal was een man xan te groot rechts
gevoel, dan dat hij, indien hy zijn zoon schuldig
meende, dezen stap voor hem zou doen. Maar de
eenvoudige verzekering van zijn zoon was hem
voldoende.
Ik deel, zoo zeide hij, toen men hem ge
vangen nam, ik deel over het algemeen in de
meeningen van die mannen, die men nu ter on
derzoek voorbrengt, maar ik deel noch in hunne
plannen, noch in hunne daden. Ik heb slechts
gedacht en niet gehandeld, en beschuldigingen,
die anderen mogen treffen, kunnen nooit op mij
komen.
Zoo zou het dan gelukt zijn om de jonge Willi
op vrije voeten te houden, werden er niet sterkere
bewijzen tegen hem te berde gebracht, die zijne
verschijning voor het gerecht onvermijdelijk maak-
V
Het Hongaarsche Huis van Afgevaardig
den beraadslaagt over het Adres van ant
woord. Szell, de minister-president, zegt mot
betrekking tot een politieke, commercieele
of douane-overeenkomst met Oostenrijk, dat,
als zulk een overeenkomst mocht meebren
gen dat Hongarije een autonoom tarief kreeg,
de ongemakken niet zoo groot zouden zyn
dat Hongarije zich op dit stuk naar Oosten
rijk zou behoeven te schikken ofonvoordee-
lige voorwaarden zou moeten aannemen. In
dien men ons, zei de minister, ongunstiger
voorwaarden aanbood dan die van het tegen-
27 Februari 1901, door generaal Maxwell
verzonden naar alle superintedenten van de
kampen, blijkt hoe dit is geschied. Het luidt:
„Alle noodlijdende vluchtelingen in uw
kamp, die rantsoenen krijgen, moeten voor
taan ook vleesch ontvangen, volgens het
eerste-klasse-rantsoen. Ongezeglyke men-
schen kunnen tot straf worden geplaatst in
klasse II, d. w. z. zij ontvangen geen vleesch.”
Zelfs de rapporten tot Augustus en Sep
tember (de laatste datums in het Blauwboek)
luiden zeer onbevredigend. Zoo begint bij
voorbeeld het rapport’ uit Klerksdorp, dd. 1
Augustus, als volgt: „Met het toenemend
aantal vluchtelingen en wegens het heerschen
vai^ een zeer ernstige mazelen-epidemie, is
het! aantal zieken en het sterftecijfer gedu-
renfe de laatste maand veel grooter geweest
dart in do voorafgaande maanden. De epi
demie is zeer hevig geweest, terwijl er in
vele gevallen noodlottige complicaties by
kwamen, wat de oorzaak is van het abnor
male sterftecijfer.” Het rapport uit Krn-
gersdorp op 5 September verklaart: „De
ernstige mazelen-epidemie schijnt niet te ver
minderen. De snelheid waarmede lijders aan
longontsteking sterven als men hen in de
tenten laat, is pijnlijk. Ik neem alle lijders
zoo mogelyk in het hospitaal op, maar vele
kindertjes die aan de borst van de moeder
iyn, sterven.”
wereld bekend on
öffen middel tegen
o 11 g-, Lever-
11, enz. Inwendig
litwendig in bijna
met goed gevolg
Frys per flacon
t 115.
post f 1XJ0.
derland:
lokin 8 Amsterdam
1dieSchutxsnspotheke
hitsch, Odterreick
Centraal -Depót Sender
„1. Het stelselloos opeenhoopen van men
schen uit alle deelen van de kolonie in één
groot kamp, wat ongetwijfeld besmetting in
de hand werkt.
„2. Onvoldoende verplegingsmiddelen voor
besmettelyke ziekten.
„3. Onvoldoende behuizing en bedekking,
ontbreken van verwarming. De tenten geven
niet voldoende beschutting aan menschen,
die plotseling uit huizen zyn weggehaald.
Sommige tenten zijn geheel onvoldoende. In
vele gevallen zijn ook niet genoeg dekens
verstrekt.
Overbevolking in vele tenten.
Onvoldoende latrine-inrichtingen.
Het wegwerpen van vuil water tus-
de tenten.
Onvoldoende wateraanvoer, zoowel
om kleeren te wasschen, als voor persoonlijk
gebruik.
„8. Slecht* verpleging door de menschen
zelf, koude,gebrek aan ruimte en versche
lucht.”
Een van de geneeskundigen getuigde
„Er moesten dadelijk levensmiddelen wor
den aangeschaft en grootore rantsoenen wor
den uitgereikt. Er moeten kleeren komen,
en dit moet niet worden uitgesteld, want
de menschen zyn barrevoets en bedekt met
lompen.
Van het kamp van Johannesburg wordt
verklaard, dat de behuizing Onvoldoende is,
van liet kamp te Irene dat er geen berging
is voor proviand enz.de toestand der „Vluch
telingen” is „allertreurigst”. Te Potchef-
stroom was „de sterfte zeer groot tengevolge
van een hevige mazelen-epidemie, gepaard
met ziekten der ademhalingsorganen, „een
gevolg van de snerpend koude zuidewinden
waaraan de menschen zyn blootgesteld in de
tenten”.
De rantsoenen zyn vastgesteld by circu
laire van generaal Maxwell, den gouverneur
van Pretoria, dd. 1 December 1900. Zij zyn
tweeërleieerste klasse-rantsoenen voor
bona-flde vluchtelingen, die zyn ingekomen
om bescherming te zoeken tegen de Boeren
en tweede-klasse-rantsoenen voor „alle ove
rige klassen van vluchtelingen”, d. w. z.
voor alle vrouwen en kinderen, wier huizen
door Britsche soldaten zyn verwoest, die
ingebracht zyn om militaire of andere rede
nen. De laatste klassen kregen een honger-
rantsoen, teneinde de vaders en de mannen
te nopen tot overgave. Zelfs aan kinderen
onder 12 jaar in deze klassen werden ver
minderde rantsoenen verstrekt.
Toen deze scheiding in eerste- en tweede-
klasse-rantsoenen bekend werd, kwam de
regeering verklaren dat er geen onderscheid
meer werd gemaakt. Uit een telegram van
waard Denkt zelfs de generaal niet heel anders
dan zijn zoon
Laat het geloof er buiten, neefantwoordde
de ander. Daarover te oordeelen is een ’fcerk,
dat mij noch jou aangaat. Maar deze generaal,
die myn doodsvijand als een beschermengel aan
bidt, en deze Bonaparte voor den heiligen George
houdt, die dat zoogenaamde monster van eene
verouderde eeuw dooddezulk een man in mijne
familie te hebben, neen, het zou mijn dood zijn I
Maar weet ge het dan zeker, dat ook de
jonge Willi uwe dochter lief heeft Heeft Anna
er iets over uitgelaten
Op deze vraag keek de oude zijn neef lang en
verschrikt aanen ging toen na eenig nadenken
rustiger voortNeen I Ik kan het niet gelooven,
dat ze zoo’n smaak heeft. Meent je soms, dat
mijn dochter zoo maar liefde zou voelen voor
zoo’n mensch Neen I Daarvoor is ze nog altijd
te degelijk Maar ik wil zekerheid hebben I
Zoo sprak hij en voor Rantow hem nog tegen
kon houden, was de oude man reeds weggesneld,
om zijne dochter tot rede te brengen. Somber
staarde de gast uit de Mark hem na.
Waarlijk, wanneer de zaken zoo staan, zal
ik noch bruidsjonker, noch bruidsgast op Thier-
berg zijnsprak hij, de oude moet dan door een
of ander wonder in een demagoog of de dema
goog in een rechtschapen vereerder der oude rid
derschap veranderd worden.
XI.
ten.
Maar dank zij de voorspraak zijns vaders en
het vertrouwen, dat deze bij de lieden had, stelde
men zich tevreden met den borg, dien generaal
Willi hun schonk.
Ze hadden wel vermoed, dat het voorval in de
omgeving van het Neckardal groot opzien ge
baard zou hebben. Hadden ze in een stad ge
woond, dan was het voldoende geweest met hunne
bekenden var. hunne terugkomst bericht te geven;
maar de gewoonten op het land eisthen grootere
opmerkzaamheid wil men met zijne buren op
goeden voet blijven voortlevenmen moet vijf of
zes familiën in den omtrek op afstanden van drie
uren bezoeken, moet hunne nieuwsgierigheid over
dit voorval geheel bevredigen, kort men moet
zich toonen zooals, iemand, die eene zware ziekte
te boven is gekomen en zich eindelijk weer bij
zijne bekenden vertoont, om hun voor hunne be
langstelling dank te zeggen.
Maar toen de generaal met zijn zoon op den
derden dag na hun terugkeer naar Thierberg
gingen, was er nog iets anders, dan de gewone
beleefdheid voor de buren, dat hen daarheen dreef.
De jonge Willi had in die weken van eenzaam
heid zijner gevangenschap volop tijd gehad om
over zijne zonden na te denkenhij had begrepen,
dat het niet die politieke droomen waren, welke
hij koesterde, die hem zouden kunnen bevredigen,
maar hij voelde iets, dat veel hooger en veel rei
ner was, op zijne ziel drukken, iets dat zijn leven
gewichtiger, zyn gehalte beter zou maken, waar
door zijne ziel rust en tevredenheid verkreeg.
Wordt vervolgd.)
28)
Och, wat, persoonlijke vijapdriep Thier
berg driftig. Zulk een vijandschap ken ik niet
en mijn vijand moet iels anders zijn, dan deze
jongenmaar ik ben een doodsvijand van die
soort van wezen, deze vornieuweraars, deze cos-
mopolisten en hoe ze al dat tuig ook noemen
mogen. En deze jonge man is een trouwe aan
hanger van al dat gedoe. Het geheele eerste
vierde deel der 19de eeuw is door deze vervloekte
voorliefde voor dit nonsens verpest en men zal
zien, waar het tegenwoordig op uit zal loopen,
wanneer deze menschen en hunne meeningen om
zich heen grijpenmaar zoowaar God leeft, men
zal van den laatsten Thierberg niet zeggen, dat
hij in zijne oude dagen een dezer wereld-verbe-
teraars de behulpzame hand heeft aangeboden
Maar oom! viel Albert hem in de rede,
▼oor wien het in dit oogenblik geene zonde was
tegen zijne eigen overtuiging te spreken, is er in
deze eeuw ook maar ééne familie, waarin de leden
allen dezelfde meeningen hebben? Zal dan één
enkel man daar slechter door worden, omdat hij
anders denkt dan wij Is voor een verstandig
man een protestant en een katholiek niet evenveel