’ONINB melijks hoping [korst! «DENOS” lie Dinsdag .14 Januari 1902. Mo. 8097. 4Oste Jaargang. INZET. Bultenlandscb Overzicht. FEUILLETON. branders sterkte geven. geëmailleerde reS, gwaarborgd ister” 'AN LOON. IELS. 1ÉENI, randers. •a, Cexxt- Eindelijk Gevonden. roor Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd. hebben. Verspreide Berichten. handelaren voor-. H’ordt vervolgd.) RINKMAN 4 Zn. it 1 nar te zien. Notaris G. C. R te Gouda. telefoon 3o. 8>. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Kletsenstein. bed$l AfOND-ORNA- ORS-GEREED- SK WAARDS mOIilBNb- relschen d^k steeds om een waar- IIJN eene fraaie Gasfitter. 7.50 en hooger. in ruime keuze verhoogd mot -Perceel 5 op 00.-. lyft bepaald op 1UARL 1902 het Hotel „DE inda. len aangenomen am ten kantore AAL te Gouda. .1 1902, mor- s wijk E. No. 26 65 99 y Itlll INIIL C0IB1W ftieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, MA. MUKMKKfj, T” )HP rD samen groot bod gebracht perceel 2 op 00. - verhoogd In z|jn redevoering aan het feestmaal van de republikeinsche party in het departement van de Loire wees de minister-president Waldeck-Rousseau op den arbeid van het kabinet uit een politiek, sociaal, militair en godsdienstig oogpunt. Het krachtig optreden in China gaf den Franschen invloed nieuw gezag. Het bezoek van het Italiaansche eskader to Toulon deed zien dat Frankrijk sympathie weet in te boe zemen en het bezoek van keizer Nicolaus bewees dat het bolidgenootschappen weet te versterken. Door de republiek te versterken heeft het kabinet voor de vrede gewerkt en thans kan het zich gelukwenschen met de goede buiten- landsche betrekkingen. De minister-president verklaarde een af keer te hebben van een staatkunde van tan- faronnades en sprak de hoop uit dat de aanstaande verkiezingen, zondor verdachte bescherming, der regeoring in het parlement de meerderheid zullen doen behouden. Over generaal de Wet’s groote beweging nog altyd weinig nieuws. Uit Heilbron wordt alleen dd. 9 dezer geseindDe kolon- nes van generaal Elliot zyn in aanraking met de Wet’s patrouilles in deze streek, maar men heeft de hoofdmacht van den vyand nog niet ontmoet, daar de Wet weigert slag te leveren. Zwaar kanonvuur is gisterenoch tend gehoord in de richting van Spitskop. Eergisterennacht hebben ongeveer 50 Boe ren beproefd de blokhuislinie tusschen Heil bron en Frankfort over te steken zy vielen achtereenvolgens drie blokhuizen aan, maar werden overal teruggedreven. Een proclamatie betreffende den invoer van goederen in de Z. Afrikaansche kolonie bepaalt dat de invoerrechten van goederen, bestemd voor andere plaatsen dan Pretoria en Johannesburg betaald moeten worden in de kolonische havens van aankomst. Do in voerrechten van goederen bestemd voor de genoemde plaatsen moeten by aflevering der goederen worden voldaan. De tariefwet der voormalige Zuidafrikaansche republiek blyft van kracht. Een tweede proclamatie is uitgegeven, waarby de superintendenten der concentra tiekampen worden bekleed met de bevoegd heid van resident-magistraat, opdat ze in staat zullen zyn persoonlyk af te doen ver grijpen tegen sanitaire en andere bepalingen, vastgesteld in de proclamatie tot verbetering van den gezondheidstoestand en het welzyn in de kampen. De nieuwe oproeping van compagnieën vrijwilligers voor Zuid-Afrika ter vervanging van troepen te velde ho-udt misschien ver band met een opdracht, die naar de „Westminster Gazette” verneemt aan Kitchener gegeven is, om 10,000 man Indi sche troepen, in 1899 naar Zuid-Afrika ge- ^zonden, terug te sturen. Of dit geschiedt omdat Engelsch-Indië ze zelf hard noodig heeft, of omdat het legerbestuur een zeker aantal soldaten niet langer in Zuid-Afrika kan houden, omdat zy er aanspraak op heb ben afgelost te worden, kunnen wy niet be slissen. Intusschen maakt men zich in Engeland eenigszins bezorgd of die oproeping van de vrijwilligers wel voldoende gehoor zal vinden. Immers zullen deze, toch min of meer reeds tot het leger behoorende, manschappen slechts f 0.60 en nog wat per dag krijgen, gelyk In een redevoering te Birmingham merkte minister Chamberlain op dat de vijandige gezindheid ton opzichte van Engeland wordt toegeschreven aan een oratorische onbe scheidenheid van den minister van koloniën en zeide vervolgens „Ik trek niets terug, ik qualificeer niets, ik verdedig niets, maar geen Engelsch minis ter heeft ooit zyn land trouw gediend en te gelyker tijd populariteit genoten op het vas teland. Daarom neem ik de critiek van het buitenland niet zoo heel kwaly'k, maar ik zal niet het my gegeven voorbeeld volgen en geen lessen uitdeelen aan een buiten- landsch minister. Ik zal er ook geen uit zyn handen aannemen, daar ik alleen ver antwoordelijk ben aan myn vorst en myn landgenooten. „Hoe kan ik verantwoordelijk worden ge steld voor wat lord Rosebery beschreef als lage en schandelijke valsche aantijgingen, welke in het buitenland worden rondge strooid zonder een woord van protest, zonder een tot hiertoe en niet verder van de ver- antwoordelyke overheid. Myn tegenstanders zullen een anderen zondebok moeten zoeken, zy zullen elders de oorzaak moeten zoeken van de vijandige gezindheid, welke wy naar myn overtuiging niet verdiend hebben en welke steeds opkomt, wanneer wy in eenige moeilykheid zyn, maar die ons nooit eenig kwaad heeft gedaan. „Er is iets dat van meer belang is dan de goedkeuring van buitenlandsche volke ren hoewel ik de beteekenis daarvan geens zins wil onderschatten en dat is de toe genegenheid en het vertrouwen van onze stamverwanten over de zee ondanks zware verliezen. Daar is gebleken dat, indien we ooit weder moeten stryden tegen degeheele gewapende wereld om ons bestaan, wy niet alleen zullen zyn. Voor zulk een resultaat is schier geen opoffering te groot.” Ten slotte prees Chamberlain den arbeid van lord Kitchener en lord Milner, 'welke laatste thans bezig is aan de ontwikkeling van het stelsel van regeling en bestuur. Zoo- dra de vrede is afgekondigd, hoopt de minis ter de regeeringsmachine kant en klaar te •Ella Is die dan hier bij U »Wist gij dat niet Waaraan heb ik dan de eer van Uw bezoek te danken, kapitein >Ik moet U eerst uit den droom helpen,” zei Hugo, na eenig nadenken, ik kom noch als af gezant van mijn broeder noch op zijn verzoek of in zijn belang. Ik geef U mijn eerewoord, dat hij nog geen flauw vermoeden heeft, dat zijn vrouw en kind in Italië, laat staan zoo dicht bij hem zijn. Ik daarentegen kwam dit door een toeval op het spoor, doch wilde mij eerst zekerheid ver schaffen Het doel van mijn komst is, mijn schoonzuster te zien.” Opvallend koel antwoordde Erlau, ik geloof niet, dat dit goed zou zijn; een dergelijke ontmoeting zou Eleonora natuurlijk pijnlijk aandoen.” •Ella weet zelf het beste, welke houding ik in de geheele zaak aannam en zal zeker niet weige ren, mij te ontvangen.” »Nu, dan doe ik het uit naam mijner pleeg dochter.” •Mijnheer Erlau, ik eerbiedig Uw rechten op mijn neef en zyn moeder, en zal mijn schoonzuster aan niéts pijnlyks herinneren, ik zou ze slechts gaarne zien.” Consul Erlau begon te aarzelen; hij was den kapitein, die destijds een zijner beste schepen voor hem behield, dank verschuldigd, zooals hij vroeger zelf verklaard had, daarom gaf hij dan ook ten slotte toe. •Ella weet, dat gij hier zijt, ik zal haar vragen wat zij wiL” Hierop verliet hij het vertrek en, nadat Hugo eenige ©ogenblikken gewacht had, ging de deur schappelyk, uitnemend en hoffelyk heeten. Maar het ontwerp-toltariof en dan de onge lukkige mocieiykhoden te Wreschen en te Gnesen, hebben enorm veel kwaad gesticht, wat de stemming van de volken en de pers van het buitenland aangaat. Zoo komen nu weer uit Boedapest berichten omtrent anti-Duitsche manifestaties, die op rekening moeten gesteld worden van de Hon- gaarsche studenten. In groepen van honder den liepen de jongelui de Duitsche café- chantants af, waar zy do directeuren som meerden, de Duitsche coupletzangers en zan geressen te ontslaan on althans de Duitsche liedjes van het programma te doen verdwy- nen. Deden zy dat niet, dan zou „allos kort en klein” worden geslagen. De Kossuth-fractio van de onafhankelijk- heidsparty zal over die voorvallen een inter pellatie indienen. Tevens zullen do Kossnthia- nen aan de regeering inlichtingen verzoeken omtrent de loopende geruchten, volgens welke Oostenryk-Hongarye binnenkort zou over gaan tot het annexeeren van Bosnië en Herzegowina. Tegenover de uitlatingen van den hoer Bebel legde de rykskansolior graaf Von Bütow do volgende verklaring af „Tusschen een verstandige wereldpolitiek en wn verstandige nationale staatkundige en slechts zulk eene wilden wy voeren bestaat geen tegenspraak. Bebel heeft ge zegd dat by onze bondgenooten van het Drievoudig Verbond wantrouwen heerscht ten opzichte van ons. Ik kan met volkomen openhartigheid verklaren dat onze bondgo- nooten onsJn ’t minst niet wantrouwen. Ik had Vrydag het genoegen een telegram uit Rome to ontvangen meldende dat myn goëerdo vriend, minister Prinetti, onzen gezant heeft verzekerd dat in de rede over onze buiten- landschc staatkunde, welke ik eenige dagen geleden uitsprak, geen woord is, dat hy niet zou hebben onderteekend. Uit de Woener pers zou Bebel zich hebben kunnen overtui gen dat ook daar myn uitlatingen op dezelfde wyze worden beoordeeld. „Wat Bebel zeide ten opzichte van onze Chineesche staatkunde is een doorslaand be- wys dat de sociaal-democraien in de Chinee sche quaestie steeds een standpunt hebben ingonomen, dat de meerderheid van het Duit sche volk noch goedkeurt, noch begrypt. Alle authentieke berichten stemden hierin overeen dat onze troepen zich, als steeds, ook in China hebben onderscheiden door moed en menschlievendheid. En nu de Fran- sche, de Engelsche en de Italiaansche mi nisters van oorlog reeds lang geleden in hun parlementen konden verklaren dat hun man nen zich aan geen onwaardigheid hebben schuldig gemaakt, verklaar ik hetzelfde met op zyn minst oven groote beslistheid”. (Bravo rechts.) Graaf Bülow zette vervolgens Duitschlands Chineesche staatkunde uitvoerig uiteen en betoogde dat Düitschland uit de Chineesche onlusten onverzwakt en met groote eer te voorschyn komt. Hy wees beslist de aan vallen van Bebel op het gedrag van het Duitsche leger in den Fransch-Duitschen oor log terug. Zyn rede werd levendig toege juicht. De minister van oorlog, generaal Von Goszler, weerlegde vervolgens verschillende beweringen van Bebel met betrekking tot het gedrag der Duitsche troepen in China, waarop de zitting word verdaagd tot heden. De internationale positie van Düitschland heeft in den laatsten tyd inderdaad zeer ge leden. Wy bedoelen hier niet de offlcieele betrekkingen, die natuuriyk nog altyd vriend, opnieuw open en hoorde hij het ruischen van een vrouwenkleed. Hij trad dadelijk de binnentredende tegemoet. >Ik weet, Ella, dat ge my niet.en toen liet hij langzaam zijn uitgestoken hand zakken en stond als aan den grond genageld. •Gij schijnt mij ternauwernood te herkennen. Ben ik dan zóó veranderd <Ja, zeer veel,” antwoordde de overmoedige zeeman, anders voqr geen klein gerucht vervaard, doch thans geheel uit het veld geslagen. Dit was de vroeger zoo bedeesde Ella niet meer, met haar bleek, weinig aantrekkelijk gelaat, met haar kleeding, die een dienstbode deed veronder stellen in het eeuwige mutsje, dat altijd haar hoofd bedekte, als ware zij een oude vrouw. Van dit alles was geen spoor meer te bekennen. Haar tengere gestalte was in een luchtig morgengewaad gehuld, en de prachtige blonde vlechten vielen nu ongedwongen over haar schouders, zoodat Hugo zich afvroeg welke verandering dit gelaat had ondergaau, waaraan een door niemand ver wachtte uitdrukking een geheel nieuw leven had geschonken. Een pijnlijke trek lag nog den mond en haar voorhoofd teekende moedigheid, die haar vroeger vreemd was, doch de nog steeds even schoone oogen sloeg zij thans niet meer neer. Ella had geleerd, de schoonheden, haar door de natuur gegeven, niet langer angst vallig te verbergen. Hoe zwaar moest haar de druk van het ouderlijk huis gevallen zijn, om van haar, na een verblijf van slechts een paar jaren in een vrijere, edeler omgeving, een vrouw te maken, die met ieder andere kon wedijveren. alle soldaten te velde, terwyl de yeomanry en kolonialen, zoo maar uit de burgery weg gehaald, f 3 per dag krygen. De f 120 hand geld na afloop van hun jaar dienstneming is slechts een kleine vergoeding. Zelfs de wer ving voor de Rough Ridders, een fraaie naam voor de Londensche yeomanry aangenomen, en ook voor de algemeene yeomanry had den eersten dag te Londen maar een poovere uitkomst. 3») Ik mag lijden het laatste, want dan heb ik tenminste stof tot gesprek, terwijl ik tegenover een lid van den hoogen adel als een gewoon bur germannetje zou staanHoc, U hier, Consul Erlau?” Met onbegrensde verwondering staarde Hugo den heer Erlau aan, die in den loop der jaren zeer verouderd was, en wiens gelaat onmisken bare sporen van smart droeg Ook zijn gewone vriendelijke uitdrukking had thans voor groote afgemetenheid plaats gemaakt. ,U wenscht mij te spreken, kapitein Almbach Hugo was zijn verrassing reeds meester en zei, zoo innemend mogelijk, «Ik ben U zeer dankbaar, Mijnheer, dat U er in toestaat, mij persoonlijk te ontvangen” Op een zetel wijzend antwoordde Erlau»op last van mijn geneesheer vermijd ik alle bezoeken, maar Uw bezoek geldt waarschijnlijk mijn hoeda nigheid van voogd over Uw neef. Kpmt U in opdracht van Uw broeder?” Hoe bedoelt U dat?” •Gelukkig heeft de heer Almbach, die schijnt te weten, dat wij hier wonen, geen pogingen tot toenadering gedaan, Eleonora is dan ook niet van plan Frankrijk. De vroegere burgemeester van Roquemau- re, uit zyn ambt ontheven wegens kiesge- knoci, is nu, wegens het plaatsen van een stembus met dubbelen bodem by een ge meenteraadsverkiezing, veroordeeld tot vyL »U wënscht mij te spreken, kapitein Toon en houding war *n die eener vrouw uit de wereld, doch opvallend afgfemeten. Hugo boog en nam, met een diepen blos naast haar plaats. «Consul Erlau meende mij uit Uw naam dit onderhoud te moeten weigeren, doch ik had een betere meening van U, Mevrouw.” Vragend zag zij hem aan, Zijn wij elkander zóó vreemd geworden, dat U mij aldus betitelt Dat doe ik, omdat ik merk dat men mij hier als een indringer beschouwt, die men slechts om zijns naamswille niet de deur wijst. Ik merkte dit reeds aan den heer Erlau en nu wederom aan U. En toch verzeker ik U, dat ik geheel uit mijzelf hier ben, daar Reinhold geen vermoeden van Uw aanwezigheid heeft.” «Dan verzoek ik U, dit geheim te houden, en S. is ver genoeg hier vandaan, om dit mogelijk te maken.” Hierop deelde Hugo haar mede, dat zij niet in S doch in Mirando verblijf hielden en vernam van haar, op zijn vraag} waarom zij haar verblijf zoo geheim hield, dat dit geschiedde, om te voor komen} dat haar kind zijn vader zou ontmoeten. Zij zei dit op ijskouden toon, doch met zooveel wilskracht, dat de kapitein er van versteld stond. Toen hij op de reeds door Reinhold beproefde toenadering zinspeelde, bracht zij het gesprek op een ander onderwerp, met de vraag: Denkt ge nog lang hier te blyven Telefoon No. A DVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1902 | | pagina 1