>PE
■anten
Vrijdag 24 Januari 1902.
No. 8706.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
mee) met
Buitenlandse!) Overzicht.
I
FE11LLE1OA.
Afö ZOOW
tar groeit
40ste Jaargang.
Ki:XMK(JEVI\G.
Kindelijk Gevonden.
.oegen.”
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
■taal ik 500
rdere bassen te
Verspreide Berichten.
(Wordt vervolgd.)
BRINKMAN
:rd aan de
>alsem
ileeld.
telefoon \o. H2
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
itza Balsem be-
i, alsmede haar
Ikotnen garantie
het niet helpt,
nissen,
E.
'rogramma de
g 8 uur.
II 4 Gwlden 50
n) 7 Gulden 50
■zonden met ge
ne in alle talen
stvoorschot, van
nt voor Düitsch-
Gansemarkt 9.
Een telegram van den correspondent der
„Times” te Peking weidt uit over den veel
verbeterden stand van zaken. De gezantert
zijn er tevreden over. De Chineezen zyn
algemeen voorkomender tegenover de vreem
delingen. Het leger is belangrijk vooruitge
gaan. De overdracht van do Chineesche
tollen in Kanton aan de vreemdelingen ging
ongestoord in zijn werk. De Chineezen blij
ven echter aandringen op overgave van het
stadsbestuur van Tientsin, alsook van het
bestuur over den spoorweg Peking—Tientsin
Sjanhaikwam, hetgeen alle onpartijdigen
beamen, daar het vredesprotokol de vreem
delingen geen recht geelt, Tientsin bezet te
houden. De Engelsche regeering bestrijdt
het voorstel van de andere mogendheden om
de schadevergoeding, die de Chineezen be
talen moeten, op 450 millioen tael te ver
minderen.
Gill HM IIE101Kt\T.
Uit New-York wordt gemeld, dat de ka-
nhalcommissie thans met algemeene stemmen
den weg door Panama aanbeveelt. De com
missie stelt de totale waarde van de bezit
tingen, die de Panama-Maatschappij te koop
biedt, op 40.000.000 d., terwijl de kosten
van het graven van het kanaal door Nica
ragua op 45.630.704 d. meer geraamd wor
den dan die voor de voltooiing van het
Panamakanaal. Het rapport gaat vergezeld
van een brief van President Roosevelt aan
het Congres.
ing van het 19.
rebezigd heb, en
een ieder, welke
i echte balsem te
openen.”
Hoewel op eenige ondergeschikte punten
van gevoelen met lord Rosebery verschillend
b. v. de wyze, waarop onderhandelingen
zouden moeten worden gevoerd en de wijs
heid van het uitvaardigen der proclamatie
van 15 September vertoonen de beginselen
in de redevoering te Chesterfield nedergelegd
een merkwaardige overeenkomst met die,
welke den kolonialen secretaris thans schij
nen te bezielen. Draaien beide staatslieden,
Rosebery en Chamberlain nog een beetje by,
-- naar elkaar toe wie weet wat de we
reld dan nog eens ziet gebeuren!
Lord Rosebery heeft Maandag te Edinburg
gesproken. Hij zeide daar, dat de liberale
partij sedert Gladstone’s bekende redevoe
ringen in Midlothian gestadig achteruit was
gegaan. Te Chesterfield had hy aangegeven
hoe de partij geboren zou kunnen worden.
Of het wat helpen zou wist hij niet. Dat
ging hem niet aan. De liberalen moeten
weten of zij zijn voorslag aannemen of ver
werpen wilden. Uit dit betoog mag men
opmaken, dat Lord Rosebery geen gevolg
heeft gegeven aan de uitnoodiging van Sir
H. Campbell-Bannerman, om zich weer met
terdaad bij de party aan te sluiten.
De discussie over de Marokkaansche quaes-
tie in de Fransche Kamer doet duidelijk uit
komen, naar de „Ind. Beige” opmerkt, dat
Engeland ook in die quaestie de hand heeft.
De heer Etienne hield een verbazend hard
handige philippica tegen Engeland, dat
„Frankrijk zocht te paaien met een overeen
komst waarin het aan Frankryk alle zandige
streken afstond en voor zichzelf de vrucht
bare streken behield.
Het schynt, zegt de „Ind. Beige”, dat
Engeland om een soort van moreele revanche
te nemen voor zyn nederlagen in Zuid-Afrika,
thans een soort sport ervan maakt om overal
verwikkelingen te doen ontstaan. Mét Frank
rijk heeft het verwikkelingen gezocht in
Marokko.
„Wy widen de onafhankelykheid van
Marokko”, zeide de heer Etienne: „maar
onze invloed moet er overheerschend zyn,
want het ligt in onze belangensfeer.”
En wat doet nu Engeland? Het zendt
militaire instructeurs naar Marokkohet
poogt zich meester te maken van de douane-
inkomsten, en leent daarvoor geld aan den
Sultan; het wil spoorwegconcessiestrachten
te verkrygen. Het streeft er dus naar, om
het beheer van de militaire macht, van de
geldmiddelen en van de verkeerswegen in
is diegene van
1 op elk pakje
ders is het ver-
rantie
ivolen is, verzoek
i nu 27 jaren oud,
Hoogachtend, L.
De afgevaardigden van Duitschland, Oos-
tenryk en Hongarye ter Suikerconferentie
besloten in een afzonderlyke byeenkomst in
het Hotel de Flandre te Brussel, niet toe te
geven aan Frankryk’s eisch tot verlaging
hunner invoerrechtenzy zyn daarentegen
bereid de uitvoerpremiën af te schaffen,
i myne kennissen
komen, welke ik
Frankrijk.
In de gelederen der sociaal-democraten
te Ryssel is óók al een scheuring gekomen
de dissidenten gaan een eigen groepje vor
men tegenover de guesdiston met dit pro
gram: internationale organisatie der arbei
ders; verovering van het openbaar gezag
door het proletariaat, als klasseparty geor
ganiseerd, en socialisatie van de productie
middelen.
Het heet, dat de minister van onder-
wys de leeraren aan de lycea en andere
inrichtingen van meer uitgebreid onderwys,
geheele stad in rep en roer was over de nieuwe
opera en zelfs Signora Biancona haar zenuwen niet
meer meester was, de componist hier zoo rustig
kon zitten droomen.
Waart ’ge bij de repetitie Hebt ge Cesario
gezien
>Dien heb ik gezien, hoewel hij evenmin bij de
repetitie was, als ik, maar liever zelf een voor
stelling in de hoogere rijkunst gat.”
„Cesario Wat bedoelt ge daarmede
>Nu, hij reed liefst driemaal door dezelfde straat,
en vertoonde allerlei kunststukkèn, waar hij en zijn
paard op een goeden dag nog eens een ongeluk
mee krijgen. Jammer, dat hij ditmaal aan het
venster alleen mijn gezicht zag verschijnejj.”
De krelige toon dezer woorden maakte Rein
hold’s belangstelling gaande. «Aan welk venster
vroeg hij.
Hugo zweeg; in zijn opgewondenheid had hij
vergeten, tot wien hij sprakReinhold merkte dit
echter.
Bedoelt ge misschien bij de Erlau’s Het komt
mij voor, dat ge daar tegenwoordig een trouw
bezoeker zijt.”
»Ik kom er van tijd tot tijd,” zei Hugo kalm
„steeds, zelfs in het heetst van den strijd tusschen
u en de familie, heb ik de voordeelen eener strikt
neutraliteit genoten en deze wordt nog voortdurend
door alle partijen erkend.”
»Dus Cesario wordt ook door de Erlau’s ont
vangen Maar dat is waar ook. gij hebt hem zelf
daar voorgesteld.”
wanneer Engeland bevredigende waarborgen
geeft, dat de koloniale rietsuiker geen pre-
miën zal krygen.
Een overeenkomst onder de mogendheden,
ook zonder medewerking van Frankryk,
wordt niet onmogelyk geacht.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda
Gezien art. 8 der Hinderwet
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan:
1. J. A. Donker er. zijne rechtverkrijgenden,
tot het plaatsen van een droogkast tot’ het drogen
van sigaren in het perceel aan den. Raam, wijk
O No 228, kadastraal bekend sectie D No 771.
2. W. J. Steenland en zijne rechtverkrijgenden,
tot het oprichten eener fabriek van houtbewerking,
gedreven door eene stoommachine van 10 P.K.
op het perceel aan den Boschweg, kadastraal be
kend sectie d No. 1837.
Gouda, den 22 Januari 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L, MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER
47)
Op zijn vraag, wat er eigenlijk tusschen hen
was voorgevallen, antwoordde zij, hem geweigerd
te hebben het kind te zien, en zeker te zijn, dat
hij na die weigering haar woning niet meer zou
betreden. Tortoni, die bespeurd had, op welke
wijze Rinaldo afgewezen was, had zoo hardnekkig
zijn partij getrokken, dat- Erlau hem een wenk
had moeten geven, dit voortaan na te laten. En
nu werd men hier weer voortdurend aan Reinhold
herinnerd, geen courant kon men opnemen, die
niet vol was van hem en zijn werken, en dit
alles moest Eleonora aanhooren, of zij wilde of
niet.
De jonge vrouw was overtuigd, dat Reinhold,
hoe beroemd ook, niet gelukkig was, iets dat
Erlau met veel genoegen hoorde, daar hij, volgens
diens meening, het recht verbeurd had, gelukkig
te zijn.
Vreemd zag Erlau op, toen Ella hem als een
gunst verzocht, met haar de opera te bezoeken,
daar zij bekende verlangend te zijn, Reinhold's
werken te leeren kennen. In haar vaderstad had
zij uit schaamte nooit naar den schouwburg dur
ven gaan, als zijn opera’s gegeven werden; nu
had zij hem zelt wedergezien en wilde hem nu
^uit zijn werken leeren kennen, hem en die
Het zwakke amendement Cawley is door
het Lagerbyis gelyk trouwens te ver
wachten viel verworpen De Ieren, de
uiterste radicalen (o. a. Labonchère) en
eenige liberale imperialisten onthielden zich
van stemming. De verdeeldheid onder de op
positie kwam door deze stemming jammerlyk
aan het licht. Chamberlain heeft de gelegen
heid gehad een groote redevoering te hou
den, voor zyn doen een gematigde, welke
geheel in den geest valt van het Engelsche
volk. Voor eenige maanden stond hy zwak
op het oogenbük is hy ongetwyfeld weder de
man, die den toestand bebeerscht. Behalve
aan lord Rosebery’s Chesterfieldsche rede,
die tal van liberalen bewoog, hem en zyn crea
tuur, Milner, met minder vyandschap te be
schouwen, is dit te danken aan de agitatie
ontstaan tengevolge van Von Billows terecht-
wyzing en de „onthullingen” omtrent Duit-
sche „lasterverhalen”.
Het merkwaardigst in Chamberlains rede is
zyn terugkrabbelen. Vroeger heeft hy, even
als andere leden van het ministerie, waartoe
hij behoort, de geweldadigste maatregelen
aanbevolenmet niet anders zou genoegen
kunnen genomen worden dan met onvoor-
waardelyke overgave. En nu komt hy zeg
gen, dat „geen lid der regeering ooit on-
voorwaardelyke overgave geëischt heeft.’*
Ook spreekt hy van „de wysheid van het
verleenen van een zoo ruim mogelyke am
nestie”, roemt hy den moed der Boeren en
zegt geen doof oor te zullen leenen aan „rede-
lyke pogingen om onderhandelingen te
handen te krygen. Dit is, naar men in
Frankryk meent, een wyziging van den
status quo, waardoor de invloed verplaatst
wordt naar de zyde van Engeland.
Hoewel bezield met de meest vredelie
vende bedoelingen schynt de Fransche re
geering niet voornemens dit te dulden.
De „Ind. Beige” verneemt, dat zy bereid
is om dit aan het Engelsche departement van
buitenlandsche zaken te doen verstaan
maar tevens is het blad overtuigd, dat men
zich op andere inogelykheden voorbereidt,
wanneer vriendschappelyke opmerkingen niet
voldoende zouden blyken.
En de openbare meening is het met die
opvatting volkomen eens.
By de behandeling van de begrooting van
den Rykakanselier in den Ryksdag te Berlyn,
zegt Billow, op een vraag van Barth, dat
de regeering niet voornemens is wyziging
van de rykskieswet voor te stellen. Tegen
over de wetsontwerpen, uit het initiatief van
den Ryksdag voortgekomen, moeten de ver
bonden regeeringen geheel vry kunnen bly ven.
Wat onze verhouding tot de Vereenigde Sta
ten betreft, zegt Büiow, kan ik slecht her
halen wat ik reeds drie jaren geleden in den
Ryksdag verklaard heb en ik geloof dat
de Ryksdag ook thans nog zal instemmen
met hetgeen toen uitvoeriger werd uiteen
gezet namelijk dat wy den levendigen
wensch koesteren, op den grondslag van vol
komen gelyke waardeering en behandeling
wederzyds, de van ouds bestaande goede
betrekkingen tusschen ons en de Vereenigde
Staten te bestendigen. Een blyk van deze
goede betrekkingen is de reis van prins
Heinrich naar Amerika, en ik ben overtuigd,
dat zyn ontvangst aldaar zal overeenstem
men met de gevoelens van vriendschap, die
de beide volkeren voor elkaar koesteren
(Luide toejuichingen).
In den loop der beraadslagingen zeide Büiow
later nog: Als ik gezegd heb dat onze be
trekkingen tot Amerika bestendigd zullen
worden op den grondslag van volkomen ge-
lyke behandeling en achting wederzyds, dan
spreekt het van zelf, dat deze veronderstel
ling ook geldt by onze betrekkingen tot alle
andere staten in, Europa en op de geheele
wereld.
bleef verward naar den grond kijken.
Na een nieuwe aanmoediging van de zyde zijns
meesters, vertelde Jonas eindelijk, dat hij de kleine
Annuziata, Beatrice’s kamenier had leeren kennen,
die zich bij haar meesteres beklaagd had over de
voortdurende vervolging door den MaÖstro; dit
was echter niet in goede aarde gevallen en dien
tengevolge werd het leven, in de woning der zan
geres, voor haar op den duur onhoudbaar. Daar
om kwam hij dan ook den kapitein verzoeken,
haar een betrekking bij de Erlau’s te bezorgen,
waar zij bij goede menschen zou zijn en meteen
Duitsch zou kunnen leeren. Hugo beloofde zijn
best te zullen doen, doch slechts als hij de ver
zekering ontving, dat Jonas zich bij dit verzoek
slechts door medelijden liet leiden.
«Zuiver uit medelijden, kapitein,” antwoordde
de zeerob, zoo trouwhartig en oprecht, dat Hugo
op zijn lippen moest bijten, om niet in lachen
uit te barsten.
Braaf zoo, Jonas, want wij trouwen immers
nooit
«Neen kapitein I” doch dit kwam niet zoo van
harte als gewoonlijk.
Na nog e/en op dezen toon voortgeschertst te
hebben, verliet Hugo het vertrek, door den zeeman
nagestaard in een gemoedsaandoening, die verre
van vroolijk scheen, ten minste hij liet zijn hoofd
hangen en mompelde«Ja, zij behoort helaas ook
tot die vrouwspersonen.”
Hugo begaf zich naar het studeervertrek zijns
broeders, dien hij in de hevigste afmatting op een
rustbank uitgestrekt vondhij begon met zijn
verwondering te kennen te geven, dat, terwijl de
ligenissen volgen
racht te zenden,
itydig beschouw
Ie balsem, welke
an, zij heeft my
eerlyk toestaan,
vertrouwen in
en had, maar ik
ils men het eens
it zal ik de wel-
U kunt geloven
sensgade 24 B, 4
andere.
Daar Erlau zijn pleegdochter nooit iets wei
gerde, zou hij ook zeker dit verzoek welwillend
toegestaan hebbentoen hij echter hierover nog
verder spreken wilde, werd juist het bezoek aan-
gekondigd van den geneesheer en eveneens van
kapitein Almbach.
Die kapitein laat zich ook niet licht afschrik
ken,” zei Erlau, «na al wat tusschen u en uw
man is voorgevallen, blijft hij u maar trouw be
zoeken, precies alsof er niets gebeurd is daarvoor
moet men Hugo Almbach heeten.”
«Is zijn bezoek U soms niet aangenaam
«Integendeel, hij heeft mij evengoed ingepakt,
als ieder ander, behalve Eleonore, voor wie hij
een diepen eerbied schynt te gevoelen.”
Het bezoek van den geneesheer duurde niet
lang en ook Hugo verliet kort daarop het huis
der Erlau’s, waar hij trouwens dikwijls kwam. Of
Reinhold hiervan wist, was moeilijk te zeggen,
want Eleonora’s naam werd tusschen die twee
nooit genoemdwat er achter Reinhold’s stilzwij
gen schuilde, wist Hugo niet, doch hij was over
tuigd, dat het niet uit onverschilligheid voort
kwam.
Thuis komende vond hij Jonas, die hem wachtte,
met eene buitengewone, wel wat onrustige uit
drukking op zijn gelaat; zoodra de kapitein was
gaan zitten, ging hij vlak vóór diens stoel staan.
„Hoe heb ik het nu, Jonas? Ge staat daar,
alsof ge een redevoering wilt houden.”
„Dat wil ik ook.”
„Zoo? Nu dan, voor den dag er mede.”
„Kapitein” doch verder kwam hij niet en
Telefoon No. m
ADVER TENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.