Co. I t zijn USTER lig Wte GELUK IIT ONGELUK. Aïewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, 41ste Jaargang, No. 8916. Bultenlandscli Overzicht. Dinsdag 30 September 1903. VAN LOON. RS, ■i I FE UILLEl O). p 4^ Inzending van Advertentiën tot 1 uur dep midd. fC «.ZIJN Verspreide Berichten. -Dat RINKMAN Zif. Wordt vervolgd) 'f Gasfitter. Verhaal uit het leven eener Kunstenares, van Felix Tilla. en prijzen. ding en volkomen lie garantie. IASFORNÜIZEN, [AMENTEN, gere- i GASBALLONS, e prjjzen. adres voor GAS- [DHEDEN. De armste hoedenmaker in geheel Frankrijk was, in 'tjaar 1714, Pierre Lecouvreur, die in Fisme woonde eene kleine plaats in Champagne, Vrij wel was dat zijne eigen scjiuidhij zat n.l liever in de herberg, dan dat hij zich vlijtig met de hoedenmakerij bezig hield. Het was dan ook geen wonder dat het weldra met hem en zijne zaak onophoudelijk den kreeftengang ging. Uit zijne schulden en geldverlegenheden wist hij zich op ’t laatst niet meer te redden. Zijne wakkere vrouw, Suzette, was des te vlijtiger en werkzamer. Om geld voor de huishouding te verdienen hield zij er eene fijnlinnen-wasscherij op na, waarbij haar aanvallig veertienjarig dochtertje, Adrienne, haar gedurende haar schoolvrijen tijd, ijverig hel pen moest. Ja, de toekomstige grootste tooneel- speelster van Frankrijk stond menigmaal aan de waschtobbe, met de schooide armen in het WOm?zich bij dien harden, langwijligen arbeid Wat te verzetten, declameerde ze somstijds de schoonste gedeelten uit de treurspelen van Cor neille en Racine. De menschen, die de plaats voorbij gingen, waar de wasch gedaan werd, ble- Telefoon N>. S3 De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nonwners VIJF CENTEN. Het zuiverste en onpartijdige oordeel over de proclamatie der Boerengeneraals vinden wij in de „Daily News”. Dit blad zegt, het beroep op de liefdadigheid van Europa en de overige beschaafde wereld te hebben voor zien en verwacht, van het oogenblik dat Chamberlain weigerde de quaestie betreffende ‘het toestaan van geld en leeningen te her openen- Het was niet duidelijk of de Re geering voornemens was iets te doen, in de leening-zaakde Boerengeneraals, wier eerste plicht is voor hun volk te zorgen, riepen de hulp in van hen, die met hun volk sympathi seerden. En het was natuurlijk, dat zij zoo kort en eenvoudig zij konden de verschrik kelijke en ongeëvenaarde geschiedenis ver haalden van de verwoesting van hun land door het Engelsche leger, „een geschiedenis van onsterfelijke schande voor de Regeering die het bevel er toe gaf en haar goed keurde.” Het blad spreekt dan van de 30,000 hoeven die verbrand zijn, behalve de dorpen; en het zegt„dertigduizend brave gezinnen, onge veer de geheele bevolking van Norfolk of Lincolnshire, volkomen geruïneerd, twintig duizend vrouwen en kinderen gestorven in onze kampen, het vee in euvelmoed gedood bij duizenden stuks, de ploegën en molens vernield, do. dijken verbroken. hoe doet ons dit aan, nu de onredelyke haat in het hart des volks uitgestorven is? En dat moet verhaald worden van Engeland, twintig eeu wen na de geboorte van Christus en zal van ons verteld zal worden, nadat onze kinds kinderen reeds begraven zullen zyn. Het is droevig, dat dit verhaal moet komen onder de oogen onzer vijanden, en dat het telkens en telkens herhaald zal worden. Het is beter dat wjj het zelven herhalen, totdat het ons walgt en dat wij doen, wat wij doen kunnen om de gevolgen er van te herstellen.” Het is den laatsten tijd in Ierland beter gegaan dan vroeger, maar nu zijn de toe standen op het groene eiland weer sterk ge spannen. Twee lersche Parlementsleden, Denny en Lory, zijn pas tot twee maanden dwangarbeid veroordeeld wegens deelneming aan een verboden bijeenkomst. Denzelfden dag zijn twee andere leden, beiden O’Brian genaamd, voor een dergelijk feit in hechte nis genomen. De grondeigenaars hebben ge weigerd met hun pachters te onderhandelen men weet, de lersche quaestie is groo- tendeels een landqnaestie dat beeft een zeer slechten indruk gemaakt ook op hen, Frankrijk. De burgemeester van Montagny is ge schorst in zijn ambt, omdat hy opzettelijk verzuimd heeft toebereidselen te treffen voor de inrichting van een neutrale meisjes school. De minister van onderwijs Chaumité, deelt mede, dat hij gisteren van Agcn uit naar Tonneins in Lot-et-Garonne is vertrok ken om aldaar het landbouwcongres te pre- sideeren met een van zijn hoofdambtenaren, doch dat hy geen politieke redevoering zal houden. Zou dat zyn op last van den premier Combes, die met zyn praatzieke en roem zuchtige collega’s juist in den laatsten tyd, zooveel te stellen heeft gehad De bekende nationalist Gaston Méry, lid van den Paryschen gemeenteraad, meent klaarblijkelijk, dat hjj weer eens van zich moet doen spreken en daarom heeft hy, als protest tegen de regeeringsmaatregelen vis- A-vis de geestelijke orden en derzelver in stellingen, besloten zyn belasting niet te betalen. Zoo meldde zich dan Vrijdag in den na middag by hem aan een deurwaarder met den niet zeer poötischen naam Chameau, ter beslaglegging op de meubelen tot aan zuivering van het belastingbedrag, doch do heer Méry had zich gebarricadeerd achter de deur en zoo moest do politie er aan te pas komen om de deur jhet geweld te ope nen, waarop de bewone^ trachtte den deur- IiOlBSCHE COIRANT die overigens aan de zydo der grondeige naars stonden. Niettegenstaande de exceptioneele maat regelen door de Regeering genomen tegen verschillende kranten en tor verhindering van openbare bijeenkomsten, groeit de op gewondenheid steeds aan. Er laat in de laatste jaron geen corporatie van arbeiders meer van zich hooren dan de mijnwerkers, wier moeilijk levenslot, zware en vaak gevaarlyke arbeid hen op een eigen aardig standpunt in de maatschappij plaatsen ....en wier aantal aan de stembus aan een of andere politieke groep de zege kan bezorgen. Sinds de jongste werkstaking, van welke ge hoopt werd dat zij een algemeene zou kunnen worden, hebben de mineurs zich betrekkelyk kalm gehouden, maar in de laatste weken wordt er weder druk door hen vergaderd en als altyd staat op het programma der te behandelen punten zoowel verhooging van den loonstandaard als reductie van den ar beidsduur in de mijnen. Het is misschien niet ondienstig hier even in herinnering te brengen^ dat te vorigen jare, na langdurige voorbereiding en eindelooze conferentiön, aan de Kamer van afgevaardigden een wetsontwerp ingediend werd, waarbij die arbeidsduur geleidelijk verminderd zou worden om van 10 uren, zooals zjj thans ia» binnen vier jaren, gebracht te worden, eerst op negen en later op acht uren. Dat wetsontweip mocht de goedkeuring der Kamer verwerven, mis schien wei omdat zy op het punt stond uiteen te gaan en de nieuwe verkiezingen moesten plaats hebben, en het is thans nog by den Senaat aanhangig. Eigenaardig is het dat de meerderheid der thans op het congres vergaderenden blijkbaar weigerden een motie aan te nemen waarby het wetsontwerp hierboven bedoeld veroor deeld werd, zoodat dit congres zich door een minder intransigante houding dan eenig vorig kenmerkt, waardoor dan ook verwacht mag worden, dat het zich onthouden zal van het decreteeren der grève générale, waartoe trouwens andere corporaties van werklieden, b.v. die der spoorwegen, weigeren haar me- dewerkig te verleenen. Het laatste besluit ten congresse genomen betreft de indiening van een pensioenwet voor mijnwerkers die den leeftijd van 50 jaren be reikt en dertig dienstjaren hebben. Wat de Roumanie, bet conservatieve oppo sitieblad in Roemenie de regeering noemt zich liberaal vertelt van de regeerings- maatregelen genomen naar aanleiding van ven soms opgetogen staan luisteren. Af en toe kwamen er wel eens komedianten, op hunne doorreis, te Fisme en gaven daar dan voorstel lingen. Dan rustte de, voor het tooneel levende Adrienne niet, voor zij die paar stuivers entree geld bij elkaar had, om den vervallen kunsttem pel, welke eene schuur geleek, te kunnen bezoeken. Daar zat zij dan met stralende oogen en schitte rend gelaat en zag de gestalten uit de treurspelen harer lievelingsdichters, in wier werken zij zich zoo diep gedacht had, veraanschouwelijkt. Deze dramatische gedichten had zij te danken aan hare oude vriendelijke onderwijzeres, Ml. Cléement, die zeer veel van haar hield. Eens, op een avond, kwam de hoedenmaker uit de herberg thuis, en teide tot zjjne vrouw»Nu is het U’t met ons in Fisme, lieve Suzette I Ik heb meer schuld dan haar op mijn hoofd. Myne schuldeischers willen het niet langer aanzien, en zijn besloten mijn boeltje te laten verkoopen, en mij in de schuld- gevangenis te laten zetten. Dat heeft mij zoo even een kennis verteld. Het wordt dus hoog tijd dat ik mijne maatregelen neem, want morgen kan het al te laat zijn.” Juffrouw Suzette droogde hare tevoorschijnkomende tranen met haar voor schoot af. „Het is uw eigen schuld Pierre, snikte zij ver wijtend, waarom zit je ook altijd in de herberg had je vlijtig je handwerk gedaan dan stond het heden zoo slecht niet met ons „Naar den dui vel met de gansche ellendige hoedenmakerij schreeuwde Pierre; „vrouw, ik zeg je, ik heb gansch andere plannen in mijn hoofd. Ja, die lui in Fisme zullen nog over me verbaasd staan, als Telefoon No. *3 ADVERTENTIES worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groofe letters worden berekend naar plaatsruimte. Wil je dat 7 „Zeker niet Pierre,” Zei ze droevig en kommer vol, terwijl ze haren negeren geldbuidel uit den zak haalde. «Hier zijn de zeveh livres, die je noodig hebt. Zoo r is dan naar Parijs, en de hemel geve, dat je innerlijke sten? je niet bedriegt. Wanneer wil je gaan „Heden avond nog sluip ik weg, in alle stilte. Ha wat zullen mijne schuldeischers zich morgen ergeren f Die paar hoeden in den winkel, mijn arbeidsgereedschap en de overtollige meubelen mogen ze verkoopen; de waschtobbe en het noodigste zuilen ze jou wel laten houden. En dan, wacht maar getroost en met goeden moed op gunstige berichten uit Parijs. Spoedig zal ik reisgeld sturen, zoo dat je met Adrienne tot mij kunt komen naar de hoofdstad. Ge zult ook niet te voet gaan, zooals ik, uit spaarzaamheid, doen moet, maar rijden met den postwagen.” Adrienne die daar bij stond, klapte vergenoegd in de handen en riep «Parijs I o Parijs", „Dat is heerlijkAch ik wil zoo gaarne naar Parijs, want daar is zooveel schoons te zien.” Hare moeder deelde g<enszins in die onbedwingbare verrukking. Uit langdurige ervaring kende zij haren lichtzinnigen man genoeg, en betwijfelde het al zoo zeer, dal hij, in de hoofdstad, die goede aanstelling zou krijgen, van welke hij zoo profetisch had gesproken. Toch zeide ze dat niet, want noodwendig moest hij toch, zonder uitstel, voor zijne schuldeischers vluchten. de nota van de Vereenigde Staten tegen de jodenvervolging, grenst werkelijk aan het ongelooflijke. Do Roemeensche regeering schijnt zich on gerost te voelen door die nota’aan do mogend heden, al neemt de regeeringspers ook nog zoo’n uitdagende houding aan tegenover de „samenzwering in het buitenland”. De minister van binnenlandsche zaken beeft tenminste bevel gegeven aan de districts- prefecten om aan alle joden emigratie-pas- poojten te weigeren. Maar die maatregel schijnt geen voldoende resultaten te geven, en' daar de Europeesche pers voortdurend over de kwestie blijft schrijven, heeft de regeering gemeend haar toevlucht te moeten nemen tot nog strenger maatregelen tegen de joden, die naar Amerika wenschen te ver trekken. Ze beeft nl. eert bevel uitgevaar digd eenvoudig het vertrek van iederen emigrant, des noods met geweld, te beletten. Terecht wijst het blad erop dat dit een vernederende en onwettige maatregel is. Men denke zich eens den toestand var. een honderd tal joden, die alles verkocht hebben wat zy bezaten, die hun zaken hebben afgewonden, die hun kaartjes naarAmerikahebbengekocht, die slechts voldoende geld bezitten om zich onderweg te onderhouden, en die nu verplicht worden om naar huis terug te keeren en daar in de diepste ellende te verzinken. Toch blijven andere Roemeensche. bladen een hoogen toon aanslaan, en werkelijk, hot schijnt dat de Europeesche mogendheden niet genegen zjjn om een eind aan die schandalen te maken, hoewel ze zelf een regeling hebben voorgeschreven in het Berljjnsche verdrag. Och, regeeringen kunnen ook niet senti menteel zyn. Von Billow heeft dat immers zoo helder en welsprekend uiteengezet, toen de gryze pelgrim uit Transvaal aau de Duit- sche grens kwam. De Armeniërs kunnen ze ook niet helpen. En zouden ze zich dan druk moeten maken, of neen: zouden ze het dan wagen zich in te laten met die Roemeensche joden P Men kan hier van „wagen” spreken, want er is gevaar in de kwestie verscholen, gevaar voor de rust van Europa. Er zyn politieke bezwaren Koning Karei is een Duitscher van afkomst, en houdt daardoor voeling met Duitschland en indirect dus ook met het Drievoudig Ver bond, dat met genoegen aan den Donaumond zulk een filiaal heeft te midden van de Rus- sisch-gezinde andere Balkanstaten. En wan neer men nu te veel aan die Jodenkwestie in Roemenië gaat morrelen, dan zal misschien de positie van de regeering verzwakken door de agitatie der bevolkingdaardoor zou het Drievoudig Verbond zyn pied-i-terre in den zij later weer wat van mij hooren.” „Je bedt toch wel bij je verstand man, «Meer dan jij, maar je begrijpt, dat ik geen lust heb nog langer in dit armzalig nest te vertoeven. „Bedreigd door hardvochtige schuldeischers; geen crediet meer in mijn stamkneip er blijft mij niets anders over dan mij uit de voeten te ma den.” „Jou lichtzinnige man denk je dan in ’t geheel niet aan de bittere ellende van je vrouw en je arme dochter P” „Zeker, denk ik aan jelui. „Onophoudelijk tob ik er over, wat het beste is om jelui geluk te bevorderen”. „Mij was het beter dat je vlijtig hoeden maakte.” Daarvan is geen sprake meer, Suzette. Hebt je geld voor me? Zeven livres is ge noeg,” «Waarvoor wilt go dat geld gebruiken «Ik wil naar Parijs, en heb daartoe reisgeld noodig,” „En wat wilt ge in Parijs doen «Hoor eens, Suzetteik heb in Parijs een goede vriend uit mijne jeugd hem wil ik opzoeken, en hij zal mij wel helpen aan eene betrekking.” „Welke zaak drijft die goede vriend Zeker weet ik het niet. Vroeger was hij paar- denhandelaar, maar dat is hij, geloof ik, niet meer. Doch dat komt er niet op aan. Ee ie in wendige stem zegt mij, dat hij mij helpen zal. Ik moet alzoo ten spoedigst: naar Parijs. „Kunt ge me reisgeld geven „Er blijft voor mij en Adrienne dan zeer weinig over van het geld, dat ik den laatsten tijd, zoo zuur verdiend neb met wasschen voor de men schen.” «Suzette, als je me dat geld niet geeft, word ik morgen in de schuldgevangenis gezet. Balkan vei liezen en daardoor.enfin dat vervolg kan ieder zelf zoo akelig mogelyk voorstellen. Of Rusland, dat zelf zio ongemanierd tegen de Joden kan huishouden, er toe komen zal op verzoek van een ander tot Roemenië een zedesprenk over naasten-liefde te houden, is ook te betwyfelen, en dan gaat'Frankrijk natuurlijk ook niet mee. Engeland is tot nog toe de eenige mogend heid die de Amerikaansche nota steunt. Mis schien ook wel uit politiek. Menschlievend is de Engelsche regeering echter steeds het eerste van allen tenminste als het de zaken van een ander geldt. Veel succes schijnt men dus niet te moeten verwachten van de poging van Amerika. De heele zaak zal wel geen ander gevolg hebben dan dat er weer een nieuw punt wordt ge plaatst op het wenschlystjo van vredes- en humanitaire bonden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1902 | | pagina 1