m
vcao
BSTEIl”
O THEE.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 8927.
41ste Jaargang.
P EN ROER.
BEKENDMAKING.
IELILLEIOX.
1
Maandag 13 October 1902.
De Vrouw van den Opzichter.
Humoreske van PAUL BUNK.
(Uit het Duitsch vertaald.)
MMZMIIAP.
AN MULDER.
iMtt,
straat 103.
VAM LOON.
elft’
r heel Nederland,
ra en f o.so.
ent per plaats.
KENNISGEVING.
RS,
iY ZONEX,
- Gouda.
Buitenlandse!) Overzicht.
- 4
G VAN-.
PANG 8 UUR.
over-
4.
(Slot volgt.)
De Raad voornoemd,
R. L. MARTENS, Voorzitter.
BROUWER, Secretaris.
ling
teen
co-
R. L. MARIENS?
De Secretaris,
BROUWER.
>BER 1902.
Gasfitter.
^’1
ril, de Echt»1
igen, tesameti-
ningen in den
en naam dep
j, vervaardigd
het wereldbe-
Gebr* Stoll-
dans, coupletten,
letten.
„Ons Genoegen”
yooftpsjea
c. 0.35
voer Neder-
eisch van minister Von Szell slechts als een
voorbijgaande hindernis.
Feitelyk echter is de Overeenkomst gereed,
met alles wat daarbij behoort, de toltariéf-
regeling incluis. En wat er nog in den weg
ligt, zal wel worden opgeruimd.
De Ryksraad is dan ook bijeengeroepen in
Oostenrijk het menu is gereed. De vraag is
maar of de hoeren met het maal tevreden
zullen zijn.
N Zn. - Goud»
De BURGEMEESTER van GOUDA brengt
ter openbare kennis dat de op den toen October
1902 bij hem ingeleverde opgaven van candidaten
voor de benoeming van een lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, op de Secretarie
der gemeente voor een ieder ter inzage zijn ne-
dergelegd, dat afschritten daarvan zijn aangeplakt
aan den Korten Groenendaal bij de Markt, en
tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld.
Gouda, den 11 October 1902. i
De Burgemeester voornoemd,
R. L MARTENS.
LZIJN
lig
2EXT
en prijten.
ling en volkomen
lie garantie.
GASFORNUIZEN,
AMENTEN, gerc-
1 GASBALLONS,
0 prijzen.
adres voor GAS-
DHEDEN.
1“ Tontoon-
hocnmtikery
ig. 1890.
loeu-Appre-
tyn de beeto
ader mooi te
e «wart en
Verkrygbaar
werk Galan-
Men lette
Ksmerk.
n Arnhem,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA, doen te weten, dat by Koninklijk
besluit van 8 Augustus 1902 110. 22, de
heffing van schoolgeld op de scholen voor
Gewoon Lager Onderwijs en de Herhalings
scholen der gemeente Gouda tot 1 October
1904 is goedgekeurd, en dat de tot die hef
fing betrekkelijke Raadsbesluiten luiden aks
volgt
De Raad der gemeente Gouda;
Gezien artikel 46 der Wet tot regeling
van het Lager Onderwijs, laatstelijk gewijzigd
by die van 24 Juni 1901 (Staatsblad no.
187);
Nog steeds blijven de berichten omtrent
het verloop, dat de opstand in Macedonië
neemt, zóó tegenstrijdig luiden, dat er niet
met zekerheid uit is af te leiden, wat nu
eigenlijk precies voorvalt.
Gisteren kwamen telegrammen van een
scherp gevecht, dat by Bojarsko plaats vond
tusschen geregelde Turksche troepen en de
opstandelingen. Ofschoon het telegram in
vry vage termen gesteld was, mag wel
worden aangenomen, dat de regeeringstroe-
pen de zege niet hebben weggedragen.
Toch weet de te Weenen verschijnende
„Polit. Corresp.” te vermelden, dat de Griek-
sche regeering van haar verschillende con
sulaire vertegenwoordigers in Macedonië be
richt kreeg, dat de opstand mislukt was.
De inval van kleine gewapende Bulgaarsche
benden, in die streken, welke een overwe
gend Bulgaarsche bevolking bezitten, had
den boeren er niet toe kunnen bewegen, in
massa op te staan, daar de sterkte der
Turksche troepen-contingenten dit hoogst on
raadzaam deed zijn. Zelfs werd hier en
daar door de bevolking een vijandige houding
aangenomen tegen de stroopende benden.
Lijnrecht in tegenspraak met bovenstaand
bericht uit Grieksche bron is een bericht
in de Sofia ujtgegeven „Riformi,” het blad
van den opstand. Daarin heet het, dat,
blijkens een uit Nikokloster ontvangen te e-
gram, door kolonel Nikoleff in het gebied
langs de geheele Bulgaarsch-Macedonische
grens, de opstand was geproclameerd. Ook
zouden gevechten zyn geleverd in de buurt
van Dschumaja.
Deze berichten werden echter nog niet
bevestigd, en het zg. tegencomité, dat uit
aanhangers van den beruchten revolutionnair
Sarafof bestaat, betwist de waarheid van de
vermelde feiten.
uitvoering van ge-
tnbevelende
BIJL,
EEBAART Lz.
Mitchell, de voorzitter van het mynwer-
kersverbond, in de Vereenigde Staten heeft
bekend gemaakt dat 260 plaatselijke ver-
eenigingen eenstemmig besloten hebben, den
arbeid niet te hervatten. Er blijven dan nog
maar 40 of 50 vereenigingen over. In de
meeste motiën, door de plaatselijke vereeni
gingen aangenomen, wordt vertrouwen uit
gesproken in Mitchell’s leiding en ook de
houding van president Roosevelt geprezen,
daarentegen het optreden van de mynmag-
naten en de gouverneur Stone afgekeurd.
Mitchell en de twee voorzitters van dis-
tricts-vereenigingen blijken te New York ge
confereerd te' hebben met de senatoren Quay
en Penrosede uitkomst der besprekingen
wordt echter strict geheim gehouden.
t melk gekookt
irank voor da-
theelepel» van
hocolate) Als
ij geval van
r te gebruiken,
laamate EL ?1.
VERORDENING op de invordening
van het Schoolgeld op de scholen
voor Gewoon Lager Onderwijs en
de Herhalingscholen der gemeente
Gouda.
Art. 1. Het schoolgeld zal door de ouders
voogden of verzorgers van de ter school
gaande kinderen by vooruitbetaling op den
eersten werkdag der weck worden voldaan
aan den gemeente-ontvanger of zyn ge
machtigde.
Art. 2. Voor kinderen, die in het mid
den van de week ter school komen, is het
volle schoolgeld verschuldigd, terwyl het by
het in den loon der week verlaten der
dt teruggeven.
an langeren duur dan eene
(zon door overlegging eener
/den geneesheer, wordt het
schoolgeld slechts geheven over den tyd,
Wethouders.
Art. 5. De invordering geschiedt
eenkomstig de verordening van heden.
Art. 6. Deze verordening treedt in wer
king den In October 1902.
Vastgesteld deii 23n Mei 1902, onder
no. 16a.
dat er van een huiselijken twist sprake was. „het
zal wel weer goed wordon. Men moet geduld
hebben als men getrouwd is.”
Ik ben in ’t geheel niet getrouwd geweest
mevrouwdat is het juist.”
Een nieuwe tranenvloed volgde. Toen mevrouw
hare handen verbaasd ineen sloeg, ging Ulrika
verder
„Ja, u veracht mij wellicht, en ik kan hot niet
beletten Ik heb ook niet geweten, dat hij al eene
vrouw en kinderen had
„Wat zeg je
„Ja, en opzichter is hij ook niet, maar gewoon
brouwersknecht. I.y mag de vaten in den kelder
brengen.”
Hoe is ’t mogelijk!” riep Sebaldus.
»}a, heer professor, u had wel gelijk met uw
waarschuwing. Nu zit ik als weduwe, die nog
niet eens een man gehad heeft, want hij is er
van door gegaanen de vijfhonderd mark zijn
ook weg, maar niet voor meubelen. Hij zeide
„dat komt laterwe kqpnen voorloopig wel ge
meubileerde kamers huren.” Onlangs is zijne
vrouw uit Stettin hier gekomen met twee kinde
ren, een jongen en een meisje, en heeft mij zóó
uitgemaakt en zulke leelijke woorden gezegd, als
nog nooit iemand. Ik heb haar echter alles ver
teld, en toen hebben wij samen geweend om het
slechte gedrag van dien manen ik ben naar de
politie gegaan, om hem wegens zijne lage bedrie-
gerijen aan te klagen.”
Gewoon Lager Onderwijs of op de Herba-..Burgjpieejtej^en Wethouders voornoemd.2jjn broeder on Prins Albert,
i:^^.r.r>z>V>nlan wnrdt dit. cnhAAlo’oM vorm? nrlnrrl 15 ‘1* —411..—
tot
HEEFT BESLOTEN
vast to stellen de volgende:
VERORDENING op de heffing van
Schoolgeld op de scholen voor Ge
woon Lager Onderwys en de Her
halingsscholen der gemeente Gouda.
Art. 1. Op de scholen voor Gewoon La
ger Onderwys en de Herhalingsscholen wordt
een schoolgeld geheven, bedragende per week
en per kind veertien centen.
Wanneer uit één gezin meer kinderen ge
lyktydig ter school gaan op de scholen voor
lingsscholen wordt dit schoolgeld verminderd
by een aantal van twee kinderen x
twaalf centen per week en per kind, en
by een aantal van drie of meer kinderen
tot tien centen per week en per kind.
Art. 2. Voor kinderen van minvermogen
de inwoners der gemeente wordt de helft
van de in artikel 1 genoemde bedragen als
schoolgeld geheven.
Art. 3. Kinderen van bedeelde inwoners
dezer gemeente en van hen, die ofschoon,
niet bedeeld, onvermogend zyn schoolgeld te
betalen, ontvanger, om niet onderwys.
Art. 4. Voor de toepassing van de artikelen
2 en 3 berust de beoordeeling, wie on- of
minvermogend zyn, by Burgemeester en
GOUISdll. COURANT
MERK te letten
N VAN
EM.
SN worden, afgele
ide pakjes Van vijf
Ij en een Ned. ons
g van Nommer ec
van nevenstaand
de Wet gedepo-
school niet won
By ziekte v|
week, te bewl
verklaring van
Sciiuuigeid sieé'uvs geneven uvei uen iyu,
gedurende welken de leerling de school be
zocht.
Art., 3. By ziekte of tydelyk buiten ver
diensten zijn van den kostwinnenden ouder
van een leerling kar. door Burgemeester en
Wethouders voor een bepaalden tyd uitstel
van de betaling van verschuldigd school
geld worden verleend.
Art. 4. Tenzij het in het vorig artikel
bedoelde uitstel van betaling is verleend,
worden kinderen, voor wie het verschuldig
de schoolgeld niet is voldaan, niet op de
scholen toegelaten of van de scholen ver
wijderd.
Voor het overige geschiedt de invorde
ring van het sehoolgeld overeenkomstig de
bepalingen der artikelen 258 en volgende
der Gemeentewet.
Vastgesteld den 23n Mei 1902, onder
no. 16b»
R. L. MARTENS, Voorzitter.
BROUWER, Secretaris.
Gouda, den 30n Augustus 1902.
van was, dadelijk haar ontslag.
De droevige dagen wilden geen einde nemen.
De nieuwgehuurde dienstmaagd, Mina genaamd,
toonde dezelfde zwakheden als hare voorgangster.
Het echtpaar was echter helaas niet met den
tijd meegegaan.
Het leefde nog in den waan dat de dienstbode
zich moest schikken naar hare meesteres, terwijl
tegenwoordig meestal het tegenovergestelde ver
langd wordt.
Zoo verliepen vier weken. Steeds dacht men
aan die oude, brave Ulrika, en wenschte haar
vurig terug, doch Ulrika liet niets van zich
hooren.
Maar eens op een middag juist toen men koffie
zou gaan drinken, kondigde Mina een bezoek
aan, en ziet I de droevig ontbeerde, de smartelijk
gemiste Ulrika, trad binnen.
„Welkom I” riep de professor verheugd, en ook
mevrouw begroette haar vriendelijk, noodigde haar
aan tafel en zette haar een kop koffie voor, zeg
gende „tast maar toe, opzichtersvrouw.”
Bij déze woorden ontvlood een tranenstroom
Ulrika’s oogen. Zij maakte eene afwerende hand
beweging en zeide
„Ach mevrouw, spreek daar niet van.”
„Wat? u, jij-
Zeg maar jij, mevrouw, zoo als vroeger, toen
ik nog bij u diende. Het was toch een goede
tijd,” fluisterde Ulrika.
„En wat nu En je Hendrik
„Is een slecht mensch, die mij in het ongeluk
gestort heeft.”
„Nu, nu,” sprak mevrouw Sebaldus, die dacht
2)
„Och lieve man, jij zult het niet zoo gewaar
worden als ik; ik, die een nieuw meisje eerst
alles weer leeren moet.”
„Ja vrouw, helaasen als je dan de vruchten
van je onderwijs wilt plukken, dan gaat zoo’n
meid weer heen.”
„Intusschen, we moeten voor Ulrika eene op
volgster hebben. Ik zal dadelijk eene advertentie
in de courant laten zetten.”
Veertien dagen waren spoedig voorbij. Ulrika
gaf haren keukenscepter aan hare troonopvolgster
over, nam geroerd afscheid van „haar volk” en
vertrok welgemoed in esn rijtuig, op welks bok
een groote koffer prijkte.
Zoo vrij en licht als heden had zij zich in haar
gansche leven nog niet gevoeld, nu zij op ’t punt
stond om haren rol van dienares te verwisselen
«net dien van meesteres.
OpzichtersvrouwHoe schoon klonk dat. Haast
zoo mooi als professorsvrouw. En hoe pleizierig
zou-het zijn, zelve een dienstbode te houden. 01
het was toch een lust om te leven.
Bij professor Sebaldus en zijne vrouw heerschte
daarentegen nog altijd eene sombere, onbehagelijke
stemming.
De toestand van de Fran^che koltóniaki
is deze, dat staking, zonder nogbi^eftf
te zyn, na het bevel van het natni^aïe
mité, verontrustbarendo afmetingen begint
aan te nemen, en dat het aantal stakers
reeds op 100,000 geschat wordt. De vraag
is of dit cyfer in de eerst volgende dagen
voldoende zal toenemen om een ^lerke meer
derheid te vormen en of aanverwante vakken
als dokwerkers en spoorwegpersoneel zich
by de beweging zullen aansluiten.
De berichten uit verschillende myndis-
tricten luiden als volgtTe Carmaux is de
staking volkomen en van de 3288 mijnwer
kers is geen enkele in de putten afgedaald,
ook de verkoop van steenkool door de maat
schappij is gestopt. Uit Saint Etienne zyn
2000 stakers naar Saint Chamond vertrokken
om de mijnwerkers daar te bewegen het
werk neer te leggen. De prefect van het dep.
Die oude luidjes konden maar niet aan de
nieuwe dienstbode wennen. Ofschoon Anna goed
en ijverig, was kon zij toch niet voldoen, omdat
zij de gewoonten van de oudjes niet kende, wat
ten gevolge had, dat er dagelijks dingen plaats
hadden die meer of min ergernis verwekten in
het vroeger zoo rustige huis,
Als de koffie ’s morgens niet precies halt acht
op tafel stond, of de professor niet dadelijk zijne
paraplqie kon vinden, was het echtpaar dadelijk
boos, en berispte het meisje met harde woorden.
„Zoo liefs kwam bij onze Ulrika niet voor,”
klonk het dan gewoorlijk.
De meeste reden tot ontevredenheid gaf Anna
in de keuken. Zij poetste den theeketel niet blank
genoegze liet dé melk o verkoken en openbaarde
eene bedroevende langzaamheid in het vuur aan
maken. Eenmaal verraste mevrouw S. haar op
het oogenblik. dat zij, om het branden te bespoe
digen, petroleum in de kolen goot. Mevrouw
gaf haar een groot standje, en nu met recht.
„Gij wilt ons bij levenden lijve laten verbran
den I” riep zij en ijlde naar haren man. Deze
hield Anna eene ernstige strafpredikatiezette
zich toen neer en schreef een groot plakkaat,
't welk luidde „Het aanmaken van vuur,"met
petroleum, is, op straffe van dadelijk ontslag, ten
strengste verboden.”
Dit plakkaat bevestigde hij $i«nlmndig boven
den keukenhaard en spoedde zichltden naar het
gymnasium, waar hij (voor ’t eerwjrin zijn leven)
vijl minuten te laat kwam.
Toen de professor ’s middags nog zeer boos
thuis kwam, kreeg Anna, die daar alleen de schuld
Pas-de-Calais heeft een verbod uitgevaardigd
om volksverzamelingen in de arrondisse
menten Béthunc en Arras te houden; in het
noorden breidt de beweging zich sterk uit;
te Azincourt is reeds overal het werk neer
gelegd, terwyl te Domain heden de staking
ingaat. Gisteren werd de arbeid gestaakt
in de mynen van Albi en Gagnac. In het
Loire-bekken berekent men het cyfer der
stakers op 85 pCt. van dat van alle arbei
ders; de meeste mijnputten zyn door soldaten
bezet en in Lachand zyn talrijke verster
kingen aangekomen.
Eên ingewyde gaf de verzekering, dat de
stakers reeds jaren lang zich op dezen strijd
hebben voorbereid en voorraadschuren hadden
ingerient met groote hoeveelheden aardap-
peleri, en snyboonen, zelfs mot gezouten
ganzenvleesch; de geldreserven waren groot
genoeg om het benoodigde brood en kle
dingstukken te koopen luidde de verze
kering.
Tegenover dit alles zyn de voorzorgsmaat
regelen der regeering zeer krachtig en uit
gebreid en voortdurend worden sterke troe-
ponafdeelingen naar de meest bedreigde
punten gezonden er hadden reeds botsingen
plaats, evenwel nog geen ernstig.
Men sprak in den laatsten tyd in België
veel van het aftreden van den Koning,
wat zeker niemand verwonderen zal. Een
officieel dementi is thans gepubliceerd, dus
luidend„De inlichting, door verscheidene
bladen mqegedeold, over een zoogezegd aan
staanden troonafstand dos Konings, is totaal
onnauwkeurig.” Het „Handelsblad van Ant
werpen” voegt hier by„Het ligt voor de
hand dat deze terechtwijzing, die in eens
aan alle praatjes den kop inslaat, inge
geven is door den Vorst zelf. Een blad
meent tevens, dat de Koning, den dag, dat
hy van den troon zou afstand doen, eerst
de troonsopvolging door een der twee recht-
JI)
zal willen geregeld zien.
Omtrent de onderhandelingen tusschen Oos
tenrijk en Hongarije verneemt de Frank!. Ztg.,
dat do kansen voor de tot standkoming der
overeenkomst beter zyn, dan de berichten uit
Budapest deden vermoeden. De moeilijkheden
waren ditmaal geheel te wyten aan de Hon-
gaarsche Regeering, die waarborgen eischte
voor de wettelyke totstandkoming der over
eenkomst in Oostenrijk.
Nu weten wy hoe moeilyk de heer Von
Koerber zulke waarborgen geven kan. Onder
de meest onberekenbare lichamen op dit
ondermaansche behoort de Oostenryksche
Rijksraad. De Czechische obstructie is steeds
gereed, wanneer een minister het leven moet
worden verzuurd. En als Von Koerber be
looft, dat de zaak in orde zal komen, is de
kans dat zy niet in orde komt het grootst.
Welke redenen de Hongaarsche minister
president had om den eisch van waarborgen
voor de wettelyke totstandkoming der over
eenkomst te stellen, is niet duidelyk. Het
dient tot niets om een verzekering tegen
parlementaire ongelukken te willen sluiten.
In Weenen beschouwt men dan ook dezen