g
'1
Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. 8976.
Bulteulandsch Overzicht.
-cn.
ft.
'I
FEU1LIBTOX.
I
g
ze
;O
Dinsdag 9 December 1902. 41ste Jaargan
I
r
In zending van Ad verten tien tot 1 uur de? <nidd.
cels
akje
•te
g
De Duitsohe Keizer heeft krachtig den
1^
labers
labors
labers
labers
ll’or.H vtrwlgti.)
Telefoon Ao. Mt.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post f 1.70.
Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN.
oon.
naai
ide
labers
ervies
vies
labers
vies
labers
les
abers
O
1
ST
IS
ontwerp op de voorloopige twaalfden ia aan
genomen met 425 tegen 50 stemmen.
■ia
De Fransche Kamer heeft Zaterdag het
ontwerp tot bet toestaan van de voorloopige
twaalfden in behandeling genomen. Martin
steunde een motie die de wenschelijkbeid van
uitstel der behandeling van dit ontwerp moest
uitsprekenhg verlangde, dat men eerst de
beoordeeling van de geloofsbrieven zou af
doen. Combes zeide, dat de begrooting niet
gereed was en dat er niets tegen was uiteen
te gaan. Van rechts werd hevig geprotes
teerd, maar toen deed Combes een beroep op
de meerderheid van de Kamer, die de motie
met 346 tegen 174 stemmen verwierp. Het
huizen omverhaalde, heele families gevangen nam,
ophing, vilde en vierendeelde; en er van den
rechteroever van den Tiber wapens, geld en ze
genspreuken gezonden werden, om dat ellendige
moorden in gang te houden en aan te wakkeren
óp een van de laatste dagen van Juli bevond
zich even na zonsopgang, in eene eenzame vallei
in de provincie Capitanata, op weg naar San
Severo, een karabinier te paard, die des nachts
uit de stad vertrokken was om aan den comman
dant eener «vliegende colonne” een order van don
kolonel over te brengen. Hij had den brief met
het antwoord op die order in zijne tuniek ge
knoopt en die behelsde dat de commandant zich
om acht uur naar eene schuilplaats in het nabu
rige gebergte zou begeven, waar hij wist dat zich
gewoonlijk eene rooverbende ophield, die sedert
eenigeri tijd die streek onveilig maakte. De over-
brenger van den brief was iemand van bijna
dertig jaar, lang, mager, met fonkelende oogen,
een puntige knevel en den rimpel boven de wenk
brauwen, die getuigt van de gewoonte om na te
denken; zijn uiteriijk verried vroegtijdigen ernst,
en de groote zwarte hoed met twee punten wierp
er eene bijna droevige schaduw over, zijne vast
beraden houding, kloeke en afgemeten bewegingen
bewezen dat zijne zielskracht berekend was voor
de behoeften van tijd en plaats. Hij draafde langs
een slingerpaadje, wendde het hoofd naar alle
kanten en keek naar de talrijke kudden, de rot
sen, en den helderen hemel, zander iets anders te
hooren dan den hoefslag van zyn paard en het
gekletter van zijn sabel.
Hij bevond zich tusschen twee dichte kreupel-
De Duitsche Regeering gaat de meerder
heid in den Rjjksdag aanzetten om nog meer
spoed te maken met de behandeling van de
toltarieven.
Het „Tageblatt” verneemt, dat van Re-
geeringswege aan de leiders der meerderheid
is medegedeeld, dat de toltariel-wet en het
daarbij behoorend tarief in elk geval vóór
23 Dec. van dit jaar, in derde lezing moet
worden afgehandeld.
Dat de regeering thans zulk een haast
gaat maken, vindt zyu oorzaak in het voor
nemen, om de bestaande handelsverdragen
nog vóór nieuwjaar op te zeggen. Het
„Tageblatt” verneemt echter, dat dit voor
nemen niet bij de Duitscbe regeering, maar
bg enkele mogendheden waarmede handels
verdragen gesloten zijn, is gerezen, in de
eeirste plaats bg Oostenrijk en Italië
In den Rijksdag werd verluid, dat tusschen
Rusland en Duitschland een overeenstemming
voor het sluiten van een nieuw handelsver-
drag is gevonden; het verdrag is geheel
gereed, en zal nog in deze zitting aan den
Rijksdag worden voorgelegd, waarschijnlijk
eind Januari of begin Februari.
Het denkbeeld van de meerderheid om de
tarieven reeds met ingang van 1904 van
kracht te doen worden, is echter, naar uit
Berlijn wordt gemeld, omrftvoerbaar. De
Regeering is echter wel voornemens de ta-
riefwet met 1 Januari 1904 in te voeren, en
de daarin opgenomen formaliteiten en nieuwig
heden, waaronder een gewijzigde bepaling
over tolcrediet, over transito-opslag en der-
gelyke, rechtsgeldig te verklaren. Doch de
tarioven kunnen alleen in aanmerking komen
als grondslag voor de onderhandelingen, en
de bestaande verdragen eindigen eerst op
1 Januari 1905.
De Regeering heeft verklaard zich met de
aanneming der tarieven „en bloc” te zullen
vergenoegen, wanneer de besluiten der com
missie voor haar bg de onderhandelingen
niet bindend zijn, want op vele punten heb
ben de verbonden Regeeringen nog dezelfde
bezwaren als vroeger tegen de exorbitante
rechten door de commissie voorgesteld. Daar
om acht men het in Regeeringskringen noo-
dig, dat de Regeering speelruimte heeften
men verwacht dat de besluiten der com
missie nooit zullen worden toegepast op de
verdrags-landen, die 36 pCt. van het geheele
buitenlandsche verkeer van het Duitscbe rijk
omvatten.
Tegen de algemeene verwachting te Mar
seille heeft de démarche van admiraal Bou
vier tot geen resultaat geleid. De loons-
verhooging door de stakende inscrits mari-
times gevraagd, werd door de reeders
geweigerd. Het gevolg ist een verhoogde
roerigbeid der stakers, die natuurlijk zuilen
pogen een gréve générale in het leven te
roepen.
De regeering nam maatregelen om een ge
regeld postverkeer te verzekeren.
op verworpen met 335 tegen 207 stemmen.
Daarop neemt de Kamer een motie aan,
waarbg ZÜ de verklaringen der regeering
goedkeurt, in de overtuiging dat de minis
ter van justitie volledig zjjn plicht heeft
gedaan. Vervolgens lees Combes het be
sluit tot sluiting van de zitting voor.
De Belgische Kamer heeft het eerste ar
tikel van het ontwerp tot aanvulling van het
strafwetboek aangenomen in den tekst dien
de regeering had voorgesteld. Dit artikel
luidt nu aldusMet dezelfde straffen (die
van art. 383 van den Code pénal) zal worden
gestraft bg, die zal ten beste geven in bijeen
komsten of publieke plaatsen in den zin van
2 van artikel 444 „des cris,” des chants
ou des discours obscènes”.
Amendementen van Janson en Huysmans,
strekkende om eenige uitzonderingen op deze
bepalingen in de strafwet op te nemen,
werden verworpen.
Het was in den zomer van 1861, toen gehepl
Europa vervuld was van de verregaande brutali
teit der rooverbenden, in dié gedenkwaardige da
gen toen Pietropaolo de kin van een «-liberaal”,
in den zak droeg met een sikje la Napoleon
toen te Montemiletto degenen die geroepen had
den Leve Italië I levend begraven werden
onder een hoop lijken; toen men te Viesti het
vleesch verslond van de boeren, die zich durfden
verzetten tegen de bevelen van hunne plunderaars
toen de kolonel Negri bij Pontelandolfo, de bloe
dige ledematen der soldaten bij wijze van eere-
teekens, uit de vensters zag hangentoen de arme
luitenant Baeci, in een gevecht gewond en gevan
gen genomen, acht uren lang afgrijselijk gemarteld
en daarna afgemaakt werdtoen er waanzinnige
volkshoopen des nachts met fakkels de dorpen
uittrokken om de rooverbenden in zegepraal in
te halen; toen men den oogst in brand stak,
3)
Gij, vervolgde ik hardop, gij zijt hem
de hand «aan drukken! Hij zag mij aan,
lachtepakte mij jubelend beet en riepJa I
II.
strgd aangebonden tegen de sociaal-democra-
ten. Wg hebben daarvan opnieuw een bewijs
gekregen.
Keizer Wilhelm heeft eergisteren te Breslau
de deputatie der arbeiders ontvangen, en hjj
heeft in zgn toespraak opnieuw krachtig ge
waarschuwd tegen de sociaal-demoeratiscbe
agitatie. Deze agitatie, zeide de Keizer, heeft
de arbeiders jaren lang in den waan ge
houden, dat zy tot die partjj moeten be-
hooren om hun toestand te verbeteren. Dit
nu noemde de Keizer een groven leugen en
een groote dwaling.
Die agitatie heeft geen ander doe’, dan de
arbeiders op te bitsen tegen de andere standen,
en tegen troon en altaarmaar tevens heeft
zg de arbeiders zonder genade uitgebuit,
geknecht, verzwakt, om enkelen tot macht
te brengen.
Scherp trad de Keizer op tegen den klassen
haat dien de sociaal-democraten aanwakkeren
en den laster, dien zy verspreiden, „een las
ter waarvoor niets heilig is, zelfs niet het
hoogste, de Duitscbe manneneer.”
Maar wanneer niet-socialistische arbeiders
naar den Rijksdag worden gezonden, dan
zullen zjj met vreugde welkom worden ge-
heeten, als echte vertegenweordigers van den
Duitschen werkmansstand, zeide de Keizer.
Met het oog op den naderenden verkie
zingsstrijd voor den Duitschen Rijksdag zgn
deze gUitjageii vitf tUu Keir - -----
Door het Eugelscbe Lagerhuis is, de
nieuwe, de clericale onderwijswet aangeno
men met veel grooter meerderheid dan men
verwacht had,246 tegen 123. De wet
werd naar het Hoogerbuis gezonden en zal
daar wellicht nog enkele weinig beteekenende
wijzigingen ondergaan. Voor Kerstmis schijnt
men oók daar klaar te willen zijn met de
wet, want* de tweede leziug volgde daar met
147 tegen 37 stemmen.
De discussie in het Lagerhuis heeft lang
geduurd, maar ging uit als een nachtkaars;*
men was erg moe, over en weer. De „Daily
News” wijst in een kernachtig artikel nog
eens op de beteekenis van de aanneming
dezer wet. Zy schrijft: „De reis van het
wetsontwerp uit het Lagerhuis naar het
Hooger was begrafenisachtig. Het bad het
lyk van het Engelsche onderwijs kunnen zijn,
dat men die tochtige gangen afdroeg. Zelfs
bet Hoogerhuis kan dien armen, konden bezoe
ker geen kwaad doen. Veilig kan bet toeven
te midden dier graven, waar zoo veel betere
wetten gestort zjjn. In dit ontwerp althans
zullen die heeren hun eigen kind herkennen.
Van de bisschoppen is bet gekomen, naar de
bisschoppen keert het weer. Een weinigje
verbetering hier en daar, een toetsje verf op
de eene, een stukje hechtpleister op de andere
plek, en dan zal de onderwijswet in haar
volmaaktheid verschijnen. Eenige verstellin
gen nog door den aartsbisschop van Can
terbury, en het zal geschapen zyn naar het
evenbeeld en de gedaante der Anglicaansche
Kerk. Dat 286 leden stemden tegen de motie
der oppositie en slechts 246 voor de derde
geen huis of stulp te bespeuren was Do Karabi
nier, gebukt onder den last van zijne monteering
gaf geen enkel blijk van angst ot toorn uit zijn
bleek, maar niet ontdaan gelaat sprak hit be
wustzijn van het lot dat hem te wachten stond
en den moed om het te trotseerenhij wist wél
dat de dood er mede gemoeid was als men in
die dagun van woeste wraak den roovers in de
handen vieldaarom was er reeds iets van de
plechtige kalrpte van den dood over hem geko
men, en wie er niets van af wist zou, als hij hem
in de Oogen keek, terstond gezegd hebben
Die man wordt ter dood gebracht. De roover,
die voor hem ging keerde zich van tijd tot tijd
om en wierp hem een half nieuwsgier gen, half
wantrouwigen blik toe. Degeen die naast hem
liep en de hoofdman van de bende scheen te zijh,
keek ook beurtelings ^en gevangene en zijn mak
ker aan en wisselde met den laatsten een zege
pralenden glimlach.
Daar - zei hij eensklaps en hing den ka
rabinier zijn geweer om den hals- draag dal
voor mij.
Draag het mijne ook, voegde degeen die
voorop ging er bij. en dee’ hetzelfde.
En gij vroeg het opperhoofd, terwijl hij
zich tot den derden roover wendde d|e achteraan
kwam en de jongste scheen te zijn.
Ik antwoordde deze ik draag het
i liever zeil men kan nooit weten
fiOUDSCHE lOUBAYT.
Telefoon
A D V El< TENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
In de Kamer is daarna een interpellatie
gehouden over de familie Humbert. Gau
thier van Glagny beeft gezegd, dat hy bet
staatkundig stelsel aanvalt, waaruit een Pa
nama en andere financieele rampen zyn
voortgekomen, en dat de regeering mede
plichtig is.
Te midden van hevig rumoer werd de
beraadslaging over de interpellatie voort
gezet. De minister van justitie, Vallé, zegt,
dat men de zaak-Humbert wil omzetten in
een politieke gebeurtenis. Het is een oplich
terij, maar aan bet hoofd stond Frederik
Humbert, een Boulangistisch Kamerlid. De
linkerzijde juicht by deze woorden, maar de
rechterzijde wil den minister onderbreken.
De voorzitter luidt de bel te midden van
een oorverdoovend 'lawaai. Als Vallé de
tribune verlaat loop' 8yveton hem tegemoet.
Het schynt dat Syveton den minister een
beleediging toevoegt, hjj maakt een beweging
alsof hjj zich op den minister werpen wil.
Dan komen alle nationalisten en radicalen
van het halfrond haar beneden en pakken
elkaar by de keel.
Onder die algemeene herrie beklimt Con
tant het spreekgestoelte lagelyk met Combes,
den minister-president. Deze laatste gaat
onder al het leven een stuk voorlezen, ver-
izer^ntet zonder Uek. besluit tot sluiting van de
zitting. De president zet zyn hoed op, ver
laat zyn zetel en iaat de publieke tribunes
ontruimen.
Als de vergadering weer wordt hervat
tracht Contant zich nader te verklaren,
maar de Kamer neemt het besluit hem t(jde-
lyk van de vergaderingen uit te sluiten.
Contant weigert echter de zaal te verlaten
en opnieuw wordt de vergadering geschorst.
Als nu wederom de vergadering geopend
wordt tracht Syveton eveneens zich nader
te verklaren. Hjj erkent, dat by Vallé voor
leugenaar heeft uitgemaakt maar hjj voegt
er by, dat hy hem zgn getuigen heeft ge
stuurd. De Kamer spreekt de censuur uit
over Syveton met tjjdeljjke uitsluiting, maar
de uitgesloten Syveton weigert de zaal te
verlaten. Nog eens zet Bourgeois zyn hoed
op en nog eens worden de publieke tribunes
ontruimd.
Als de vergadering hervat wordt, gaat
Vallé in den breede uitleggen met welk een
voorzorg de maatregelen genomen zyn om
de Humberts in handen te krjjgen. Er komt
geen zweem van politiek by deze kwestie
kijken. De minister brengt in herinnering,
dat hjj het is geweekt die bet eerst een klacht
tegen de Humberts heeft ingediend.
De gewone orde van den dag wordt daar-
boschjes in, toen hij eensklaps een lichtstraal zag
flikkeren en een geweerschot hoorde knallen. Ter
wijl hij zijn pistool grijpt, stort het paard onder
hem neder; hij bukt om te zien of het gewond
is maar voelt zich terstond van achteren gegre
pen en op het oogenblik dat hij zich omkeert
springt er een man uit het kieupelhout, waaruit
geschoten is, valt op hem aan, en wordt door
een derde als zijne schaduw gevolgder is geen
tijd om hem af te weren, uit den zadel te sprin
gen ot zich in postuur stellenhij wordt van zijn
paard geworpen en op den grond uitgestrekt.
Hier tracht hij zich te verzetten, rukt zich los,
stompt, bijlmaar hij kan niet opkomen uitge
put geeft hij zich over en laat zich ontwapenen
m het heetst van de worsteling, in eene stofwolk
gehuld, heeft hij echter kans gezien om met eene
allersnelste beweging den brief in den mond te
steken, zonder dat zijne aanva'lers er iets van
■’‘•merkt hebben Zij binden hem de handen op
:n rug, zetten hem overeind, hangen hem in al
lerijl den sabel, den opgerolden mantel en den
zadeltasch om den hals, slepen het paard achter
de heg en z tten het op een loopen door ’t veld,
terwijl zij den waggelenden, half bedwelmden ge
vangenen met een helsch geraas van vloeken,
bedreigingen, stompen en hoongelach voor zich
uitdrijven.
Na een halt uur gedraafd te hebben waren zij
ver genoeg van den beganen weg at om geen
overval meer te duchten en vertraagden den pas
een weinigzij waren de helling van den berg
genaderd, geheel in het hout op eene plaats waar