iMITS. 8)S •J iwsch Zaterdag 13 December 1903. 41ste Jaargang, No. 8980. or Gouda en Omstreken. Ling meer. Nationale Militie. ïbrood, ngen inloffels ïViewws- en Advertentieblad v FEL1LLEJOX OORD A\ LOON. Woudirbaliia e wereld bekend en ertroffen middel tegen L oug-, Lever ten, enz. Inwendig k uitwendig in bijna .Hen met goed gevolg Pr jjs per flacon ost t 115. Woad»«alt i- en kiarzenniagaziji G E30 ■I ■ERSTE KENNISGEVING. 'O, incl. de tAnnchb mrist", Haarlem zooals lijn od AN 4 Zn. n tgde opengesteld, orden te allen tijde wkhandelaar een 'landseke uitgave INSCHRIJVING VOOR DE Telefoon A o. 89. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. umgemeten werk. Ie K.G. bij iGT, te, omchMtoijM tepoctmntaMdvoorHM unas en Kinderschoen* tuervanC.il MIK*' Mbfltr. 14.— MmtaMl m fabriekamerit.-^ itlten la wtSMWsrk, H*** OtertbyWeiili»— TELEF. 117. SEREN-en KINDER per poet f 1.60. Nederland: IS, Rokin 8 Amsterdam ct aandiaSchniienapotiteka sl HohtUch, Oeatetreteh hot Centraal-UepfitS.ndsr angt per jaar on- •ten, die hem aan door hem op te reizigers worden ffl erste maal komen laatsen in Arabië, ■Indië, Birma, Ma- De hoofdtekst ,n dit halfmaande- yksche tijdschrift staat uit de Be- dirty ving eener 'eis om de Aarde, 8 de Heer E. T. ïENSTRA Kuiper in •dracht der Ven- otschap maakt. Sik nummer is rtyk geïllustreerd aar eigen photo- raphische opna- MIUDSCHE COURANT van reen last meer. IOÜDA bjj legger van Gas- en Waterleiding. 13. [egeneeakraoh meestal elke pijnlijke jel overbodig. Met ad voor ougeueeslijk onlaags eou bijna 22 II. brengt genezing en mden, ontstekingen enz rer de Kleiwegsteefl. Inzending van Advertentiën tot 1 uur dep midd. merkzaam gemaakt, in der haast een grooten mantel over hun slachtoffer wierpen en terwijl hun hoofdman zijn geweer greep, opi zich op den gehoimzinnigen vijand te worpen, die in aantocht was, hoorde men een luid gekletter van wapenen, voetstappen en stemmen, flikkerden er bajonetten en geweerloopen aan de deur boven dé graniet- blokken, op de rotspunten en stortte er een troep karabiniers naar binnen, die in een oogwenk alles wat zich in de omheining bevond, omsingelde, in ’t nauw bracht, ontwapende en nederwierp. Daarop volgden eenige oogenblikken van stilte, waarin men niets hoorde dan de zware, gejaagde ademhaling der hijgende karabiniers. Sta den stervende bijgilde eensklaps de jeugdige roover, die ook geknield lag, zooals de andere, met de handen op den grond, onder de bajonet van een karabinier. Welken stervende vroeg ds kapitein en trad naar voren. DAAr I in den hoekantwoordde de jóngen. Iedereen keerde zich ommaar niemand zag niets. Onder dien mantel herhaalde de roover, De kapitein door aller blikken gevolgd, naderde de hut greep den mantel en wierp hem weg. Een kreet van algemeen afgrijzen weerklonk bij het zien van dit vreeselijke schouwspel. De ongelukkige gevangene lag op dm grond, geknhld, me*, de armen naar achteren gewrongen, het hoofd hing hem op de borst, terwijl geheel zijn lichaam met wonden overdekt washij deed een poging om het hoofd op te heffen. 7) Ik ben in staat u tot morgen toe dolksteken te geven, zonder u het leven te benemen u alle mensehelyke vormen te benemen, de oogen uit het hoofd te halen Gij weet hoe het an deren gegaan ik stel mij niet op de proef zeg wat gij wilt, voordat het bloed mij naar het hoofd stijgt. Dit zeggende nam hij de hand van het hoofd weg bekeek haar er zaten haren aan vast, die hij hem in ’t aangezicht wierpsommige ble- ven aan zijn mond hangen en om zich daarvgn te bevrijden spoog de karabinier. De roovers namen dit voor eene beleediging op en waren niet meer te houden. Zij uitten alle drie een woesten kreet, bogen het hoofd, en wierpen zich op hem met opengespalkte oogen als wilde dieren, begonnen hem met de punten hunner dolken, met hunne nagels, handen, kniein en voeten te pijnigen zonder een woord te sprekennu en dan hield er eens een op om adem te scheppen en zeiLangzaam I als waarschuwing om hem niet te vermoorden; zij stompten, knepen, beten hem, zoodat het bloed langs den grond stroomde, zjjne kleeren hem bij lappen van het lijf vielen en de vlokken haar om hen heen vlogen; men bekend is dat hjj een voogd heeft. Hjj, die door de bestuurder?, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opge geven of die in dienst is bjj de zeemacht, de marine-reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bjj het leger hier te lande of bjj de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of baar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte ge schieden door een ander, daartoe scnrifleljjk gemachtigd. De volmacht bljjft onder Bur gemeester en Wetboudets berusten. De wjjze, waarop van de gedane aangifte moet bjjlken, wordt door ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook in geschreven of wordt op nieuw ingeschreven: 1°. ieder minderjarig rnanneljjk Nederlan der, die nu den In Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hjj het 18e le vensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zjjn verbljjf binnen het Ryk, in het Duitscbe Rjjk of in het Koningrjjk Belgie gevestigd heeft 2". ieder minderjarig rnanneljjk Nederlan der, wiens vader, moedor of voogd na den In Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18e levens jaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21e levensjaar zjjne of hare woon plaats binnen het Rjjk, in bet Duitsche Kijk of in liet Konnigiyk Belgie gevestigd 3°. ieder rnanneljjk minderjarige, die na den In Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hjj het 18e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21o levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hjj in een der hierboven onder fo. omsebreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig rnanneljjk Nederlan der, die na den ln Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hjj het 18e le vensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zjjne woonplaats binnen het Rjjk, in bet Dnitsche Rjjk of in het Koningrjjk Belgie gevestigd of er woonplaats verkregen beeft; 5°. ieder rnanneljjk meerderjarige, die na den In Januari van het jaar, volgende op dat, waarin bjj het 18e levensjaar vol bracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar Nederlander of op nieuw Ne derlander is geworden, zoo hjj in een der hierboven onder 4o. omsebreven gevallen verkeert 6o. ieder rnanneljjk niet-Neder lander, die na den ln Januari van het jaar, volgende op Bevrijdt hem onmiddellijk I riep de ka- pitein. Geeft hem te drinken! Drie karabinier» schoten toe, maakten hem los, hielpen hem overeind en begonnen zijne wonden te onderzoeken, de anderen verblind van woede, stieten de roovers mei hunne geweerkolven. Legt de wapens nederriep de kapitein. En toen tot den jongsten roover gewend f Spreek I De karabinier die hem bewaakte veroorloofde hem zich op te richten Wanneer werd die man gevangen genomen vroeg de kapiteinzeg de waarheid, voor dat gij sterft. Dien man begon hij met eene ontroerde stem, die nog beefde van schrik en afgrijzen dien karabinier hebben ze van morgen ge vat Zij hebben hem hier gebrachtgebon den en aan het praten willeu krijgen hij wilde niet, hij heeft niet gesproken toen zijn ze hem aangevallen O mijn God I Mijn God ik heb alles gezien I Maar gij, wie zijt gij i riep de kapitein en trok hem den hoed af. Allen keerden zich om en riepen uitEene vrouw Jariep zij half waanzinnigJa ik ben eene vrouw zij hebben mij geschaakt veertien dagen geleden zij hebben mij het mes op de keel gezet zij hebben mij mede gevoerd Maar ik heb mijne handen niet met bloed bevlekt, neen dat zweer ik I (Slot volgt.} BURGEMEESTER van Gouda, Gezien art. 17 der MILITIEWET 1901 Brengen de navolgende bepalingen dier Wet ter algemeene keunis Art. 13. Voor de militie wordt ingeschre ven: 1«. ieder minderjarig rnanneljjk Nederlan der, die binnen het Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in het Koningrjjk Belgie verbljjf houdt, 2o. ieder minderjarig rnanneljjk Nederlan der, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rjjk, in bet Duitscbo Ryk of in bet Koningrjjk Belgie woonplaats beeft, 3°. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan der, die binnen het Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in het Koningrjjk Belgie woon plaats heeft, 4°. ieder rnanneljjk ingezetene niet-Neder- lander, zoo hjj op den ln Januari van bot jaar bet 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bjj art. 15 omschreven gevallen. Ingezetenen is, voor de toepassing vim het bepaalde hierboven onder 4”. A. de binnen het Rjjk verbljjf houdende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Ryk woonplaats heeft en haar gedu rende de voorafgaande achttien maanden in het Rjjk of de koloniën of bezittingen des Rjjks in andere werelddeelen gehad heeft b. van wiens ouders de langstlevende bjj zjjn of baar overlijden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zjjn voogd niet in dat geval of al is deze buiten ’s landsgevestigd c. die door zjjn vader, moeder of voogd ver laten is, of die ouderloos is of in wette- Ijjken zin geen vader of moeder beeft en van wien niet bekend is dat hjj een voogd heeft, indien bjj gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rjjk verbljjf ge houden heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rjjk woonplaats beeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maan den in bet Rjjk of de koloniën of bezittin gen des Rjjks in andere werelddeelen ge had heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing en WETHOUDERS B. van hem bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4°., indien bjj meerderjarig is in de gemeente, waar hjj woonplaats heeft. Da. in de vorige zinsnede als plaats van inschrjjving aangewezen gemeente is die, waar het verbljjf of de woonplaats gevestigd is of was op den ln Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin de in te schrijven per soon het 18e levensjaar volbracht, tenzjj het iemand geldt, wiens inschrijving te Amster dam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Ryk of in het Koningrijk Belgie. Art. 15. Voor de militie wordt niet in geschreven 1°. de ingezetene niet-Nederlander, die be- wypt te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte "krijgs dienst zjjn onderworpen of waar ten aan zien van den dienstplicht het beginsel van weÜerkeerigheid is aangenomen 20. hjj, die bowyst in de koloniën of bezit tingen des Rjjks in andere werelddeelen vegjljjf te houden of woonplaats te hebben, al heelt zjjn vader, moeder, voogd of cu rator woonplaats innen het Ryk. Art. lö. Hjj, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bjj Burgemeester en Wethouders der gemeste, waar volgens art. 14 de inschrjj- ving jjesebieden, &Un lU8Scllon volgende op dat, waarin hjj het 18e levens jaar volbracht. Bjj ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, als mede in een der gevallen, hierna in de vier de zinsnede omsebreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte-? indien bet een minderjarige betreft, of zjjn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele gesteld is, op zjjn orator. De verplichting van vader, moeder of voog I geldt evenwel slechts zoo hy of zjj binnei het Rjjk, in het Duitsche Ryk (f in het Ko ningrijk Belgie woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bjj de vol gende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrjjven minderjarige indien zjjn vader, moeder of voogd niet binnen het Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in het Koningrjjk België woonplaats heeft; indien zjjn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hjj door zjjn vader, moeder of voogd verlaten isof indien hjj ouderloos is of in wettel ijken zin geen vader of moeder heeft en bet niet van het bepaalde hierboven onder A gehou den hjj, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche Wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hier boven onder B gehouden hjj, die meerder jarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: 1°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 1". zoo bjj binnen het Rjjk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd zoo bjj binnen het Ryk verblyf houdt en zjjn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rjjk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hjj verblyf houdt zoo hjj door zjjn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wetteljjken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hjj een voogd heelt, in de gemeente, waar üy verbljjf houdt zoo bjj in het Duitsche Rjjk verbljjf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hjj in het Koningrijk Belgie verblyf houdt, in de gemeente Rotterdam 2°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin- spede 2o zoo zjjn vader, moeder of voogd woon plaats beeft binnen het Ryk, iu de ge meente der woonplaats van vader, moeder of voogd ia de wooapUate van Mdar, moeder uf voogd in bet Duitsche Rjjk, in de gemeente Amsterdam is zjj in het Koningrjjk Belgie, in de gemeente Rotterdam 3°. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 3o. zoo hjj woonplaats heeft binnen het Ryk, in de gemeente zjjner woonplaaats zoo bjj woonplaats heeft in het Duitsche Rjjk, in de gemeente Amsterdam zoo hjj woonplaats heeft in het Koning rjjk Belgie, in de gemeente Rotterdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4°., indien hjj minderjarig is zoo hjj verkeert in het geval, in de tweede zinsnedé van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zjjn vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hjj verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschreven, in de ge meente, waar zjjn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten ’s lands, dan geschiedt de inschrijving in de ge meente, waar de minderjarige verbljjf houdt; zoo hjj verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac om schreven, in de gemeente, waar bjj ver bljjf houdt hoorde niets dan de gejaagde ademhaling der drie beulen, het tegen elkaar stooten der dolken en het afgebroken snikken van hun slachtofferzij waren verblind, dronken, verdierlijkt en geleken meer op een driehoofdig monster, dat zich om een mensch heengeslingerd had, dan op men- schenzij vertegenwoordigden al het afgrijselijke van waanzin en laagheid met wreedheid ver- eenigd. Vermoordt hem nog niet I begon de jonge roover dringend te roepen en keerde zich snel tot de roovers en daarna weder naar buiten, tel kens luider en luider, als wilde hij een naderend gedruisch overschreeuwen. Vermoordt hem nog niet Wacht I Hij zal alles zeggen 1 Als ge hem vermoordt, verneemt gij niets 1 Beproef het nog eens! Hij heeft een teeken gegeven dat hij wil spreken I Daarna kunt ge hem vermoorden. Ik zal hem den doodsteek geven, gij niet! Omlaag de dolkenstompt hem alleen met de vuisten. Ziet ge niet dat hij sterft Zonder op te houden met spreken, wierp hij een blik naar buiten, vlak by, onder aan den voet van de balusstrade; daarop sprong hij mid den in de omheining, veranderde op eens van toon en houding en gilde met onuitsprekelijke minachting OGij lafaards I Drie tegen een stervende 1 Verdoemd brulde de rooverhoofdman en stortte met opgeheven do k op hem toe. Te laat! antwoordde hij, wees trillend van blijdschap naar den ingang en riepKijk I Op het oogenblu, waarop de beide andere roovers, door de woorden van den jongeling op- Telefoon No. A D V E U T E N T I E N worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1902 | | pagina 1