LIEFDE EN HAAT.
VIS,
ÏUIS,
kooping
►A,
500,000.
s Bpoorwegloten
00,000, 60,000,
idorden anderen
minste prjjs frs.
Aieifws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
24 Maart 1903.
No. 9063.
41ste Jaargang.
Bultenlaudscb Overzicht
miiLLmoy.
iO. i GOUDA.
Dinsdag
aing
KIEZERSLIJST.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur dei> inidd.
i.
Hkt Model.
strekt zyn voor
>r
4 Zn. Gouda
■houden WOON-
:hter de Viscb-
140. Te aan-
'ordt sinds vele
:operslagerg en
u huishoudelijke
etste werkdagen
O tot 3 nren te
an 9 tot 11 uren,
tt V oornoemde
9GLEEVER te
Idprjs kan naar
IN VILLA MET
ge met 2 paar*
ilden per week
en ERF in de
ingstraat, Wijk
reek voorf 1.50.
naast elkander
N in de Rolwa-
Nos. 39, 40 en
elk voor 11.
worden de per-
te zamen groot
geheele lengte
mbineerd.
lenden WOON-
m GROND aan
Viik K. No. 13.
SEN, SCHUUR,
s Spieringstraat
set een uitgang
nvaarden 1 Juni
1
t.—.
inding van post-
SRF en GROND
Vük F. No. 42.
1 3.-.
oden
Telefoon A o. 69-
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN'.
Ikander staande
de Nobelstraat
a, Wyk O. Nos.
zerhnard bij de
en de overige
fiOUDSCHE COURANT
I Notaris
'GLEEVER,
1ST 1003, des
hot Kofflokuis
van
■ouden, en goed
Er wordt in de pers nogal wat nagepraat
over dat gedeelte van Von Bulow’s rede,
waaraan wy tot nu toe minder aandacht
TWEEDE AFDEELING.
48)
gHelaas, maar al te goed!*
Nogmaals en nu een langduriger stilzwijgen.
Mijnheer de pastoor, zeg dan toch ietsWat
moet ik doen
tik heb u geen raad te geven.»
Maar waarom komt u dan hier, als u mij toch
niet redden kunt?»
ffOm u te waarschuwen, en met de hoop, dat
hij, die ik beklaag en hoogacht zoo dat mo
gelijk is gespaard blijve voor nieuwe rampen.
•Goed, goed, mijnheer de pastoor, maar hoe
kan dal, hoe is dat te doen
•Dat moet u zelf weten, dat is uw zaak.»
De abt was opgestaan. Hij scheen te weifelen
of hij er al dan niet nog een enkel woord zou
bijvoegen.
•Spreek, mijnheer de pastoor! O, ik bid
het u!»
Welnu dan» prevelde de priester, »God moge
het mij vergeven om het goede doel.Maar als
u «j»oorloos verdween.als Renato verzekerd was
dat/uw man u nooit zou weerzien, nooit de liet-
despetuigingen zou hooren vanvan zijn kind
Kloot ik wel, dat ik van hem zou kunnen ge-
oftan kragen, omtrent het verleden het stilzwegen
onmogeljjk was, het concordaat op te zeggen,
zoolang de kerk een opzegging niet onver
mijdelijk had gemaakt, wat wellicht op een
niet te ver verwijderd tijdstip zou kunnen
geschieden.
Combes voegde hierbij, dat de geestelijk
heid sedert eenigen tijd het als taak schijnt
te beschouwen te toonen hoe weinig zij om
de concordaatswetten geelt, die op verschil
lende wjjzen door haar worden geschonden,
vooral door zich in den politieken strijd te
mengen.
Combes noodigt de geestelijkheid haar
denkbeelden te doen kennen, want de repu-
blikeinsche partij zou liever besluiten tot
opzegging dan het concordaat voort te zetten
om te worden bedrogen.
De minister gaf vervolgens een overzicht
van de onderhandelingen in de quaestie
Nobis Nominavit en constateerde dat de
regeeringscandidaten door den Heiligen Stoel
waren afgewezen, omdat zij zich buiten de
politiek hielden. (Langdurige toejuichingen.)
Lamarrello verdedigde hot concordaat.
Delpech meende, dat de opzegging noodza
kelijk was en stelde de opheffing der be
groeting van eeredienst voor.
Besloten werd met 126 tegen 71 stemmen
tot het aanplakken der rede van minister
Combes.
Een motie van vertrouwen werd met 188
tegen 149. stemmen goedgekeurd. Het voor-
stel-Delpech werd met 210 tegen 68 stem
men verworpen.
Een der eigenaardigheden van de piylo-
montaire zeden in Duitschland en Pruisen is,
dat by quaesties van internationalen aard,
iedere aanval op het beleid der regeoring kan
wordeu afgeslagen en het middel vindt
herhaaldelijk toepassing - met een mede-
deeling van don betrokken minister ,dat men
geheel had gehandeld in Bismarck’s geest.”
Bij de algomeene beraadslagingen over de
begrooting van Buitenlandscho Zaken word
door don bekenden al-Duitscher prof. Hasse
geklaagd over du vervolgingen, waaraan hot
Duitsche element in Hongarije van do zijde
der regeering blootstond, en over het gebrek
aan sympathie, dezen ongelukkigen Hongaar-
schen Duitschers door de Ryksregeering
betoond.
Von Bülow toonde uit oude documenten
aan, dat ook Bismarck zelf reeds pertinent
had geweigerd, voor die Duitschers in do bres
te springen, en wel omdat de ijzeren kanse
lier meende, daardoor hun belangen nog hot
best te dienen.
Von Bülow verklaardo de zienswijze van
zijn grooten voorganger gohoel to deelen.
Dr. Hasse, die professor is, werd totgroote
vroolykheid van den Rijksdag door hom in
bet zonnetje gezet. Bismarck had jarengeleden
ook eens een rapport gekregen, waarin werd
geklaagd over het lot dier arme Duitschers
in Hongarije, on in dat rapport werd nadruk
gelegd op het feit, dat zooveel professoren
zich in gelijken geest haddon uitgesproken.
Maar Bismarck plaatste de volgende kant-
teekening op de marge„Professorendat
te branden.
Steeds in zich zelf brommend liep de schilder
naar de deur, die op een donkere gang uit
kwam.
Toen hij die deur had geopend, had hij eene
zeer jonge vrouw tegenover zich met een bedeesd
voorkomen en heel ordentelijk gekleed, hoewel ’t
haar dadelijk was aan te zien zonder dat men
eigenlijk kon zeggen, waarom dat zij bepaald
arm moest zijn.
Dat is iets, wat men voelt en waarin men zich
dan ook maar zeer zelden vergist.
„Wien moet u hebben vroeg de schilder
barsch.
„Mijnheer Renato.”
„Dien ben ik Wat had u
,,Het staat in dezen brief, mijnhecr’,, antwoord
de de jeugdige persoon, eenigszins blozend, ter
wijl zij Renato een brief overreikte, dien deze met
een boos'gezicht in ontvangst nam.
Toen, ziende, dat haar met geen taal ofteeken
werd beduid, dat ze mocht binnen komen, voegde
de bezoekster er bij
„Hij komt van madame Cassein.”
„Van de eigenares van dit logement
„Ja, mijnheer.”
„Wat wou die van mij hebben
„Zij wist, dat u yerlegon zat om een goed mo
del en toen heeft zij aan mij gedacht
Het werd schuchter gezegd, met een diepe en
bevende stem en het schaamrood, dat daarbij de
kaken kleurde, maakte, toen de boodschap er uit
was, plotseling weder voor bleekheid plaats.
Wordt vervolgd-}
RF aan de Sin
tan te Gouda,
by de week voor
De Fransche Senaat is begonnen met de
behandeling dor begrooting. Opmerkelijk was
hierbij een rede van den algemeenen rappor
teur Dubost, die uiteenzette, dat aan het
stijgende tekort op de begrooting slechts een
einde was te maken, door een krachtdadige
politiek van bezuinigingen, welke vooral by
het departement van oorlog, dat zeer duur
beheer voerde, met succes zou kunnen worden
doorgevoerd. De spreker berekende, dat een
bezuiniging van 250 millioen francs mogelyk
hebben geschonken, nl. over Venezuela en
Macedonië. Bulow heeft hoog opgegeven van
de eerlijkheid vau de Duitsche staatkunde
in die zaak. Maar wordt herinnerd, het is
waarlijk niet aan Duitschland te danken, dat
het afliep zooals het gegaan is. Wanneer
Roosevelt zyn zin had gekregen, zou het
Haagscho Hof van Arbitrage de zaak in
handen gekregen hebben. Maar Von Bulow
was er op gesteld de gepantserde vuist te
toonen en hield arbitrage tegen, met geen
ander gevolg dan dat de Duitsche belangen
vóór die van andere sclnüdeischers van Vene
zuela zonden gaan. En wat Macedonië be
treft, Duitschland moge er geen rechtstreek-
sche belangen by hebben, het Drievoudig
Verbond zal toch wel eenige verplichting
opleggen ten aanzion van Oostenryk-Hon-
garye. Duitschland heeft hot hervormings
plan sympathiek gesteud. Maar waarom
anders dan wyl de vrienl te Konstantinopel
er zich by nederlegtr? Duitsch’.and’s staat
kunde is dus wel wat benepen in die aange
legenheden.
Von Bülow heeft blykbahr niet verwacht
dat zyn voorstel tot opheffing van par. 2
der Jezuitenwet zulk een agitatie zon op
wekken. Dat de regeering die protestbewe
ging niet licht schat, kan men opmaken uit
de bedrijvigheid van de offleieuse bladen om
hare houding te verdedigen tegen de aan
vallen, en tevens klinkt daaruit eenigszins
verbaasd de vraag, waarom men nu ineens
met de protesten aankomt
Jaren en jaren achtereen heeft de meer
derheid in den Ryksdag zich telkens vóór
dien maatregel uitgesproken, en toen hoorden
men geen protesten. Waarom dan in eens
nu wel?
De verklaring is wellicht hierin te zoeken,
dat de katholieke party, tengevolge van de
meerdere vrijheid, die haar is gegeven, in de
laatste jaren in Duitschland zoozeer in macht
toenam, dat de bevolking bezorgd wordt voor
ten invloed van het ultramontanisme. Dat
zelfde gevoel gaf zich uiting in Saksen bij
de gebeurtenissen met prinses Louisa. Dit ge
val had niets met ultramontanisme te maken,
maar toch was het groote wantrouwen tegen
bezuiniging
zou zyn.
De minister van financiën, Rouvier, ver
klaarde in vele opzichten met den rappor
teur mede te kunnen gaan, maar hij moest
to'ch eenig voorbehoud maken, vooral ten
aanzien van de mogelijkheid om een bezui
niging van 250 millioen te verkrijgen.
In antwoord aan senator Delpech ver
klaarde ministerpresident Combes dat het
die party, dat zich by de bevolking heeft
vastgezet, de oorzaak van een algemeene
agitatie.
De protestbeweging moet daarom minder
beschouwd worden als gericht tegen de op
heffing van die par. 2, dan wel als een verzet
tegen iedere concessie aan de katholieken ge
daan. De redevoeringen op de protestvergade-
ringen gaan ver buiten het eigenlijke ontwerp,
en hebben vóór alles een anti-roomschen
klank.
Aan Von Bülow wordt byv. verweten dat
by een Hausmeier van het ultramontanisme
is, dat het centrum het eene voorrecht voor,
het andere na in zyn bedelzak doet ver
dwijnen, en zoo zou mon nog veel beweringen
kunnen opnoemen.
Hef zal dan ook wel niet veel geven of do
offleieuse bladen al hun best doen uiteen te
zetten, dat de opheffing van paragraaf 2 nog
geenszins gelyk staat met het toelaten van
Jezuiten-instellingen, en van oefening van
hun werkzaamheid als orde-broeders. De be
doelde paragraaf spreekt alleen van ’t recht
om Duitsche Jezuiten binnen het ryk gevangen
ter zetten, een recht waarvan in de 30 jaren
van zyn bestaan nog nooit gebruik is gemaakt.
Het is trouwens bekend dat in Duitschland
sedert jaren, in weerwil van de Jezuitenwet,
een groot aantal Jezuiton te vinden zfln in
vaak invloedrijke betrekkingen.
De opheffing van dat arreetatierecht in
paragraaf 2 is dus niets dan een bevestiging
van een toestand die reods lang bestaat.
Paragraaf één, het verbod van toelating der
orde als zoodanig, blyft zooals zy is.
Maar juist omdat de protestbeweging niet
veroorzaakt wordt door dat speciale artikel 2,
maar door een algemeene ontstemming, zal
deze offleieuse terechtwijzing weinig invloed
hebben, en blyft het zeer twyfelachtig hoe de
stemming in den Bondsraad zal afloopen.
In den Bondsraad kunnen 58 stemmen
worden uitgebracht. Beslist vóór de opheffing
van par. 2 zyn de 17 stemmen van Pruisen
en ook één stem van Waldeck. Maar daar
tegenover staan 20 stemmen van de kleine
staatjes en de vrye steden die er beslist
tegen zullen zyn evenals de 4 stemmen van
Saksen. De doorslag zal dus komen van
Beieren(6), Wurtember^ (4), Baden (3) en
Hessen (3), en van hen is de houding nog
onzeker.
Juist die onzekerheid vermeerdert nog de
spanning, die er ongetwijfeld in Duitschland
thans heerscht.
De bel ging zoo zacht, zoo aarzelend over, dat
het volstrekt niet vreemd ware geweest, als de
art’st er niets van had gehoord, vooral daar hij
verdiept was in de beschouwing van een nog
niet geheel voltooid schilderij, dat voor hem op
een ezel stond en een Bijbelsch tafereel scheen
voor te stellen, denkelijk bestemd voor eenige
kerk in de provincie
Toch hief hij even het hoofd op, met een uit
drukking van wrevel op ’t gezicht en mompelde
tusschen zijn tanden
„Wie of wat komt mij nu al storen
Het was acht uur in den morgen, een zeer
vroegtijdig uur voor een schilder om te werken,
vooral in de maand November, en het licht, dat
hij had in het zeer ruime atelier van de rUe
Grande-Chaumière, was als het licht mocht
heeten al zeer droevig, vaal en geel, het troos-
telooze licht van een zeer neveligen herfstmorgen.
Dat gaf iets droevigs aan het atelier en aan
de verschillende schetsen en aquarellen die daar
tegen den muur hingen, sommige behoorlijk af
gewerkt en lijn van tint, maar het meerendeel
met scherpe kleur-effecten en brutale penseel
streken. ’t Gat ook iets kouds aan ’t vertrek, niet
tegenstaande de oude kolomkachel, die, met een
langen pijp aan den schoorsteen verbonden, mid
den in het atelier geplaatst, rood-gloeiend stond
nden, aan de
33 en 33a.
likgedeeltelijk
voor f 1.25 en
te bewaren.
•En dan zou ik diep ongelukkig worden, ik zou
alleen alles verloren hebben I* zeide Giulietta met
een hoonlach
Hoor eens, barones, ik heb alles gezegd, wat
ik te zeggen had. zelfs meer. Ik heb alles ge
daan wat ik mocht doen.zelfs meer Vaarwel
Hij liep naar de deur.
Zij slaakte een kreet van schrik, vloog op hem
toe en hield hem bij een arm terug
•Mijnheer de pastoor,» stamelde zij, «ik moet
nadenken, ik moet mijn verstand terug zien te
krijgen, ik moet zoeken Kunt u mij drie dagen
uitstel geven
•Drie dagen
•Ja, dat is toch niet te veel, dat ziet ge relt
wel in.om tot een besluit te geraken cn het
uit te voeren.»
Driemaal vierentwintig uur uitstel zal ik voor
u wel kunnen verkrijgen, maar ook geen enkel
uur meer I»
„Ik vraag niet meer.”
„Vaarwel dan, mevrouw!"
De abt Galli ging eindelijk heen.
„Ik ben gered I” mompelde de baronesse du
Haussey, terwijl zij neerviel op een stoel. „Maar
tot Welken prijs? Welnu, het komt er niet op
aan! Het moet maar gaan zooals het gaan
kan!”
Toen verzonk zij in nadenken.
Telefoon Ko. 62
ADV ERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen;, iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Burgemeester en Wethouders der Gemeen
te GOUDA,
Gelet op Art. 28 der Kieswet;
Brengen ter algemeene kennis
dat de Lyst aanwyzende de personen, die
binnen deze Gemeente bevoegd zyn tot het
kiezen van Leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, van de Provinciale
Staten en van den Gemeenteraad, door hen
op nieuw is vastgesteld, en dat deze Lyst,
met de Lijsten der namen en voornamen van
hen, die van de Kiezerslijst zyn afgevoerd
en van hen, die daarop zyn gebracht, van
den 28» Maart tot en met den 21n April a.s.
van des voormiddags 10 tot des namiddags
1 ure ter inzage van een ieder op de Plaatse-
lyke Secretarie nedergelegd en tegen betaling
dar kosten in afdrnk verkrijgbaar gesteld
wordt.
Voorts wordt herinnerd, dat een ieder
bevoegd is tot en met den 15n April ver
betering van de vastgestelde kiezerslijst te
vragen, op grond dat bij zelf of een ander,
in stryd met de wet, daarop voorkomt, niet
voorkomt of niet behoorlijk voorkomt, en dat
de verzoeken om verbetering, die, met de
noodige stukken, vry zyn van zegel, bij hen
moeten worden ingediend.
Gouda, den 23n Maart. 1903.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER