VOETBALLEN. BINNENLAND. PAHAPLUIES. ONTVANGEN Een ontvluchting uit Britsoh-lndie. Stadsnieuws. Nieuwe Collectie A. van OS Az., in Costumes Tailleur en Voorjaarsmantels. II. SAMLSOM. AÜVIIHTENTICN 20 stuks VOETBALLEN. moedeljjk is de bevrediging van" de Alba- neezea niet algemeen en daar de verschillen de stammen vrjj wel zelfstandig zjjn, helpt het niet veel of een deel zich kalm wil honden tegenover de hervormingsplannen. Wjj znllen dus weer geduldig moeten afwachten wat er uit deze verwarring groeit. De berichten over den algemeenen op stand der Bulgaren op Zaterdag of Zondag zjjn nu weer op den achtergrond getreden. Men hoort er althans niet meer van- By de groote Turksche troepenmacht in Mace donië kan daar ook moeilijk wat van komen. Verspreide Berichten. Frankrijk. 'tls te Marseille ook noodweer geweest, erger dan men er in vijftien jaren beleefd heeft, met een orkaan uit het Noordwesten, waardoor enorme schade werd aangericht te land aan huizen, goederen aan de kaden en telegraaf- en telefoonpalen en te water aan de schepen, terwijl natuurlijk tal van ongelukken voorkwamen. Het liefelijke voorjaarsweder doet zich overigens met onverzwakte kracht gelden in gansch Frankrijk, zoodat de wijnbouwende bevolking een uiterst slechten oogst verwacht door de zware nachtvorsten. De zuiderlingen, de Bretagners, de Normandiërs allen weeklagen over den zwaren sneeuwval, die geen verschil kent tusschen noord en zuid, oost en west. De staking der bakkersgezellen te Cette is geëindigd met een schikking tusschen bazen en gezellen. Duitbchland. 'Terwijl een redacteur in Duitschland, die de perswet overtreden heeft, pleegt be handeld te worden als een gewoon misda diger, een moordenaar, dief of inbreker, heeft de justitie den veroordeelden bankdi recteur Exner, die allerlei zwendel heeft bedreven op groote schaal, doen overbren gen uit Leipzig naar Zwickau, per coupé tweede klasse, terwijl een rijtuig aan het station gereed stond om den falsaris naar de gevangenis over te brengen. Des keizers geloofsbelijdenis is tegen over de uitlatingen van den grooten geleer de prof- Delitzsch, vervat in een schryypn aan admiraal Hollmann, is, op bevel van Wilhelm II zeiven, die er dus inderdaad bijzondere waarde aan schijnt te hechten, verveelvnldigd en alle dominés, godsdienst onderwijzers, seminaria en scholen krijgen een exemplaar present. De pogingen aangewend om een schik king te treffen tusschen de patroons en de werklieden in de houtbewerking te Berljjn, hebben tot geen resultaat geleid. Te Elberfeld staken tweehonderd voer lieden, omdat ze voor een werkdag van elf uar niet grif 24 mark weekloon kunnen krijgen. De adelborst Hüssener schijnt door lie gen zijn gruwelijke wandaad tegenover den artileriat Hartmann te Essen te willen ver goelijken, doch het verleden van den mis dadiger of krankzinnige, pleit volkomen te gen hemhij heeft reeds heel wat „Schnei- digkeiten" bedreven tegenover minderen. Oostenrijk. Te Agram hebben weder betoogingen tegen Hongarije plaats gehad. Een groote menigte trok naar het stationsgebouw, rukte Hongaarsche uithangborden af en verbrij zelde ruiten en lampen onder smaadkreten op Hongarije. Portugal. Volgens berichten uit Lissabon zpn hon derd soldaten van het in Oporto liggende 18e infanterieregiment, die zich aan muiterij hadden schuldig gemaakt, in alle stilte naar Afrika ingescheept. Naar wij vernemen bestaat het voornemen, de miliciens der lichting van 1900 nog in den loop dezer maand, vermoedelijk reeds tegen het einde der volgende week, met groot verlof te zenden. De lichtingen 1901 en 1902 zouden voorloopig nog onder de wapenen blijven. Van beden af kunnen goederen zoowel uit het binnenland als uit Duitschland, Frankrijk en België weder naar Amsterdam bevracht worden, zoodat het goederenvervoer per Staatsspoor dan onbeperkt is. Gemengde Berichten. Voor het spoorwegpersoneel, dat op 6 April trouw en standvastig aan den arbeid is gebleven, heeft het H.blad reeds f 12,698.20 bijeengebracht. Aan de haven- en handelsinrichtingen te Amsterdam wordt heden het werk hervat, alleen aan de bouthaven nog niet; daar weigeren de lossers en vlotters nog op de vroegere voorwaarden aan het werk te gaan. Men meldt nit Den Haag: Wy vernemen, dat ook door de hooge regeering de levendige wensch wordt gekoes terd om de miliciens der lichting 1900 en 1901 zoo spoedig mogelijk weer met groot verlof huiswaarts te zenden. Het groote arsenaal te Kanton, dat eenige dagen geleden in de lacht is gevlogen, is, naar thans blijkt, door Chineesche beambten, die groote hoeveelheden kruit hadden gesto len en aan de rebellen hadden verkocht, ondermijnd. De onderkoning had een on derzoek naar den kruitdiefstal gelast, en om de ontdekking van hnn misdrijf te verhin deren, lieten de beambten het arsenaal in de lucht vliegen. Te Warschau is de rentenierster Hirsch- berg door haar dienstmeisje en eenige me deplichtigen met bijlslagen afgemaakt. De moordenaars maakten zich van 100.000 roe bel meester. Een ergerlijk voorbeeld heeft de gemeen teraad van jRyssen gegeven hy besloot, aan den onderwijzer Veis, milicien der lichting 1902, die sinds Februari opder de wapenen is, te berichten dat de gemeente niet langer dan tot 1 Mei de kosten van zjjn plaats vervanger op zich neemt. Het tractiepersoneel der H. IJ. S. M. krijgt, voor zoover het voor militie-dienst thans onder de wapene is, wekelijks de helft van zijn gewone weekloon uitbetaald. De Engelsch bladen van gisteren bevatten een lange lijst van opzienwekkende misdaden en ongelukken. Wij noemen die gevallen. Te Duns in Berwickshire is een koetsier met zijn vrouw en vier kinderen dood iu hnis gevonden, allen mot afgesneden keel. Men neemt aan, dat de man, die niet wel bij het hoofd was, zjjn vrouw en kinderen en toen zichzelf om hals heeft gebracht. Te Leicester heeft men een jongen van vijftien jaar nog levend uit een kanaal weten t'e halen. Hy wilde zich verdrinken. In zyn vestje stak een briefje, en daarop stond Ik heb genoeg van het leven. Ik hoop n allen in de Eenwigheid weer te zien." En nog een paar zinnen. Men bad het kind in een zendingschool aan het hoofd van een klas gezet. Eu daarvau was hy aan 't malen gegaan. Te Lewisham is een kind van zeven weken door ratten opgegeten. De vader, een doe niet, was in 't ziekenhuis, de moeder geregeld dronken. Twee jongens werden in een on- beschryfelyken staat van vervuiling in een stinkend hok vol ongedierte gevonden. Daar was 't ook, dat de zuigeling door ratten was opgegeten. Uit Brielle schreef men eergisteren aan de „N, R. Ct." Heden was het hier alles vol drukte van garnalenvisschers, die de opgevischte planken binnenbrachten, welke het vrachtgoed uit maakten van het dezen nacht op de kast gestrande vaartuig. Hierby had een droevig ongeluk plaats. Dicht by de Brielsche haven sloeg van een der vischscheepjes de knecht H. van Hoorn, een man van ruim 50 jaar, overboord. Hoewel hy spoedig opgehaald werd en de in alleryl toegesnelde arts, dr. Kerbert, alle pogingen in het werk stelde om het leven te doen terugkeeren, bleek de man reeds overleden te zjjn. Nu en dan worden door personen, die uit Nederland te Parjjs aankomen, moeilijkheden ondervonden, doordat de ambtenaren der plaatselijke accijnzen bezwaar maken tegen de vrije toelating van geringe hoeveelheden tabak, sigaren of sigaretten, welke de douane ambtenaren aan de Fransche grens als res tant van reisprovisie vrij hadden laten door gaan. Ter voorkoming van zoodanige moeilijk heden is bepaald, dat de douane-ambtenaar aan de grer.s, die deze reisbenoodigdheden vrjj toelaat, daarvan zal doen bljjken door op de kistjes op pakjes, waarin zy vervat zyn, een door hem onderteekend etiket te- plaatsen, vermeldende den naam van den reiziger en van het grenskantoor, alsmede de soort en de vermoedelijke hoeveelheid der goederen. Zjjn de kistjes of pakjes van zoodanig etiket voorzien, dan zullen de reizigers by aankomst te Parjjs door de plaatselyke amb tenaren niet worden bemoeilijkt. Het belang van den reiziger brengt dus mede, het opplakken van zulk een etiket, zoo noodig, aan de douane te vragen. Voor eigen gebruik worden per persoon hoogstens een dertigtal sigaren, een vjjf- tigtal sigaretten of een hektogram tabak vry van invoerrechten toegelaten. Ook moet worden aangegeven de hoeveelheid lucifers, jj welke de reiziger met zich voert. Voor eigen gebruik worden daarvan hoogstons een of j twee kleine doosjes vry van invoerrecht toe gelaten. Omr gezantschap te Parys kan niet op treden ten gunste van reizigers, welke door het overtreden van bovengemelde be palingen in moeilijkheden zonden geraken. De stryd voor de Hollandsche taal in Zuid-Afrika, In een brief uit Pretoria werd eenigen tjjd geleden geschreven Er zjjn reeds ongeveer 25 private scholen geopendalle werken volgens een vast stel sel en worden volgens vasten regel gesub sidieerd. Als regel is aangenomen, dat geen onder- wjjzer op steun kan rekenen van de zjjie der commissie, die voorloopig hiervoor is gevormd, als hy niet onder de oude regeering was erkend. Spoedig zal men er toe moeten overgaan om voor jongelieden, die by het begin van den oorlog geheel ot bjjna klaar waren voor hun examen en die nu nog hnn verlangen te kennen geven, by het onderwijs werk zaam te blyven, private examens in te stel len. Op dit oogenblik zyn er naar ik hoor reeds meer aanvragen om (Hollandsche) on derwijzers voor het private onderwijs dan er beschikbaar zyn. Dit is zeker een zeer verblijdend teeken. Als het nu werkelyk bljjkt dat de menschen inzien, dat zy tot behoud van eigen taal flink in den zak moe ten tasten, dan is er nog hoop voor de toe komst. De predikanten, die op dit stak nogal invloed hebben* zyn gelukkig allen door drongen van het groote nut, dat het private onderwys kan stichten. Nog gedurende den oorlog, toen de Boe- Irenzaak zoo goed scheen te staan, hoorde ik van een predikant een bekend tegen stander van het onder de onde regeering vigeerende stelsel van onderwys dat, wan neer de vrede naar wensch mocht tot stand komen, d. w. z. wanneer de republieken de onafhankeiykheid mochten blijven behouden, er met zyn toestemming geen woord Engelsch meer op de scholen zon worden onderwezen. Dat was kras gesproken. Diezelfde predi kant ijvert ook nu met alle kracht voor het behoud der Hollandsche taal. Een andere predikant, eveneens een tegen stander van het onderwijsstelsel der repu bliek, die evenals zoovele anderen voor meer Engelsch was, heeft nu een weeshnis ge sticht, waar reeds 70 jongens en meisjes een onderdak hebben gevonden. Waarom doet hy dit? De Engelsche regeering heeft toch beloofd, de zorg voor de weezen op zich te nemen nu reeds staan er oproepingen van regeeringswege in de bladen, dat weezen naar het S.aatsweeshuis kunnen worden ge zonden een weeshnis is opgericht in het Burgerkamp te Irenebetaling voor ver zorging of onderricht wordt niet gevorderd; kinderenvan Hollandsche ouders (Boeren kinderen dus) zullen de Hollandsche kerk geregeld bezoekenwanneer de voogden het verlangen zal de Hollandsche taal aan de wezen worden onderwezen, evenals aan de gewone scholennog eens, waarom doet die predikant dit? Omdat by ook de wee zen wil onttrekken aan den Engelschen in vloed, die, naar zyn overtuiging, ook bjj de beste beloften de kinderen verengelschen zal. Ieder doet, behoudens oen zeer enkele uit zondering, op dit oogenblik voor het private onderwjjs en voor het behond der Hollandsche taal wat hjj kan. Men behoeft niet langin Zuid-Afrika geweest te zjjn om te weten, hoe groot de invloed der predikanten is. Maar wjj moeten stenn ontvangen uit Enropa gedurende de eerste jaren voor deze ge wichtige zaakde Boer kan op dit oogen blik weinig doen. Alles moet bjj hem zwich ten voor dit eenehet hoofd boven water te houden en te trachten, den eigen grond te blyven bezitten. Uit de Bataklanden. De zendeling H. Guillaume, die onlangs van de Regeering verlof kreeg om zich op de hoogvlakte te vestigen, heeft, toen hjj zich tjjdeljjk te Medan bevond, aan de „Su matra Post" eenige iflededeelingen gedaan nopens de toestanden en gebeurtenissen in de Bataklanden. Er bestaat een samenloop van oorzaken voor de onlusten van den laatsten tjjd en met name voor het verbond van verschil lende Batak hoofden tegen Pa Palita, zei hjj. Pa Palita is tot dusver als het der re geering méést toegedane hoofd beschouwd, en toen de controleur Westenberg met ver lof naar Europa ging, gaf hjj aan Pa Palita de „hasil tanah", een bedrag van 1300 dol lars, voor de Bataksche hoofden. Dit geld werd door Pa Palita echter onder hen, die er aanspraak op hadden, niet verdeeldhjj behield het eenvoudig voor zich. Daarbjj kwam toen flat Pa Palita zich plotseling ging verbinden met zyn beweerden halven broeder Pa Malga, die op de geheele hoog vlakte gevreesd is om zjjn wreedheid en ook jaren lang verdreven is geweest, waar- door deze Pa's nu op de gansche hoogvlakte feitelyk de baas waren. Een derde en zeer groote grief tegen Pa lita was de toelating van oen Europeaan op de hoogvlakte. De zendeling Guillaume zou zich nl. in het dorp van Palita, als het meest daartoe aangewezene, vestigen maar nu werd het gerucht verspreid, dat Pa tegen betaling van een zekere geldsom die hjj voor zich wilde behouden een Europeaan toeliet; m. a. w. dat hjj zyn land in het geheim had verkocht, dat de planters zouden komen, enz. Kortom, de Batakkers maakten zich voorstelliugen van een toestand zooals die in de Maleische land schappen bestaat, en waren daar uiteraard volstrekt niet van gediend. Het toelaten van een Earopeaan was bo vendien strjjdig met een verbond, voor om streeks dertig jaren gesloten, toen de ver schillende Bataksche hoofden plechtig wa- ren overeengekomen, op een boete van 500 dollars, geen Europeaan zich te laten ves tigen op de hoogvlakte. De vierde oorzaak van verbolgenheid te gen Pa Palita, welke de maat deed over- loopen, was de volgende. Omstreeks het mtd- den van het vorig jaar werden door de koeta Boeloe in het landschap Goenoeng Goenoeng 160 karbouwen gestolen uit de Gajoelanden. De Gajoes konden dit niet op zich laten zitten ec kwamen naar koeta Boeloe om hun eigendom terug te vorderen. Een for- raeele belegering van de plaats bogon. Aan Palita, die vroeger herhaaldelijk als bemid delaar was opgetreden, werd ook nu, daar hjj bovendien het eenige met het Gouver nement bevriend hoofd was, opgedragen, te trachten de moeilijkheden bjj te leggen; maar ook deze taak vatte hjj op zjjn eigen wjjze op; in stede van zich met de partijen te verstaan begon hjj zelf de Gajoes te beoorlogen en voerde ten slotte 20 van de gestolen karbouwen naar zjjn eigen woon plaats als oorlogsbuit mee. Dit was den an deren hoofden toch te kras; weldra werd er nu een verbond gesloten tusschen de hoofden uit Goenoeng-Goenoeng en die van de Karo-hoogvlakte, en onder eede verbon den zjj zich, Palita en Malga te straffen. Palita trok zich daarop terug in zjjn dorp en Malga nam de wjjk en scheidde zich te vens weer van zjjn bondgenoot af. Op echt Bataksche wjjze werd nu Pa Pa lita beoorloogd. Met een voorraad van een honderd patronen moest hjj zich verdedigen. Toen deze was nitgeput, diende hjj wel zjjn heil in de vlucht te zoeken. Intusschen waren Chineesche werklieden reeds bezig met de voorbereidende werk zaamheden voor den bouw van het huis van den zendeling de planken waren al gezaagd en met den aanplant was al begonnen. De werklieden werden aanstonds door de vol gelingen van Palita gewaarschawd, dat zjj beter deden er maar van-tusschen te gaan maar zjj treuzelden daarmee en toen de be legeraars aankwamen, ontstond er zelfs een schermutseling. Ten slotte kozen de werk lieden toch de wjjsste party en trokken af, waarna de tegenstanders van Palita de ge zaagde planken verdeelden en meenamen eir den aanplant verwoestten. Pa had van den aanvang af op hulp van het Gouvernement gerekend, doch deze kon hem niet spoedig genoeg bereiken. Controleur Westenberg gir.g er daarna met de politie op uit en voorloopig werd de rust nu hersteld. De heer Guillaume had reeds vier jaren achtereen geregeld de hoogvlakte bezocht en- nooit ook maar de geringste overlast ondervondenintegendeel werd hjj overal als vriend behandeld. Zelfs had hjj na nog een reis gemaakt over het plateau naar de Westkust, waarheen hjj zjjn vrouw en kin deren heeft gebracht. Dit was de eerste Enropeesche vronw, die deze streken ooit betrad. Hjj en zjjn gezin werden met de meeste voorkomendheid behandeld, en ver scheiden Batakkers, die aan de belegering van het dorp van Pa Palita deelnamen, hebben reeds deemoedig de gestolen plankeu teruggebracht. Verscheiden hoofden verzoch ten den zendeling, zich toch in hun dorp te komen vestigen. Het sckjjnt dus dat de oulasten uit wan trouwen en vijandschap tegen Pa Palita zjjn ontstaan en niet voortvloeien uit tegen stand tegen de zending. De heer J. L. de Villiers, voor den oorlog staats-ingenieur van wegen in Transvaal, en die den oorlog als militair ingenieur mee- maakte, o. m. werd hjj gebruikt om En gelsche treinen te vernielen, werd den 20n April 1901 bjj Pietersburg gevangen geno men. Als krijgsgevangene naar Trichinopoli in Britsch-Indië gezonden, ontsnapte hjj van daar, en keerde over Nederland onlangs naar Kaapstad terug. „Ons Land" nu geeft 't volgende verhaal van die ontvluchting. Ik had mjj over de behandeling door de Engelschen niet te beklagen, aldus Vil liers. Men bracht mjj naar het gevangenen- kamp te Trichinopoli, in Britsch-Iodië. Het kamp was ongeveer 450 yards breed en met prikkeldraad afgemaakt. In bet kamp was één uitgang. In drie rjjen van drie stonden er negen hotten voor de manschap pen. Dan was er nog een grootere hut voor de officieren, waaronder ook ik gerekend werd. Naast die hut was een klein koeèie- winkeltje, waar een paar koelies pisangs, sigaren en allerlei snuisterijen verkochten. Deze koelies kwamen 's morgens in 't kamp en gingen er 's avonds weer uit. Hun koop waar werd iederen morgen en avond ge bracht en gehaald door een inlandsch kar retje, overdekt met een huif en gevlochten riet. Ik had 't al lang veel te warm en te vervelend gevonden in het kamp en peinsde op plannen om er uit te komen. Na mjj overtuigd te hebben dat de koe lies, als zjj 's avonds het kamp verlieten, niet onderzocht werden, maakte ik het plan om, als koelie gekleed, achter het karretje te ontsnappen. Maar hoe moest ik aan een koelie-kos tuum komen? De in het kamp aanwezige inlanders mochten natuurljjk niets van mjjn plan weten, daar zjj het anders waarschjjn- Ijjk zouden verraden hebben. Maar ik wist raad. Op een goeden dag riep ik onzen bediende, een inlandscken jon gen, bjj me en zei: „jongen, jjj ziet er te vies uit naar mjjn zin, bier heb je geld, jo haalt in het dorp twee nieuwe baatjes". Ook gaf ik hem geld om goed te koopen voor een „turban" en voor een lendedoek. Toen dc jongen de twee kostuums gebracht had, zei ikZiezoo, nu moogt ge er één van aan trekken en het andere zal ik voor je bewa ren. De jongen was natuurlijk „uit" in z'n nieuwe pakje en ik was niet minder in m'n schik met het myne. Nu moest ik nog een horloge zien te krjj- gen, want daar ik met den trein wilde vertrekken, was het voor mjj van groot be lang, den juisten tjjd te weten. Het gelukte mjj er een te koopen van een Engelsch soldaat, ik heb het nog (de Villiers liet zjjn vriend een koperen knol letje zien). De groote moeiljjkheid was nu nog dat ik vóór mjjn vertrek de presentie- Ijjst (roll-call) nog moest teekenen. dan was ik zeker dat men mjj tot den volgenden morgen 7 nur, wanneer er weer een ljjst moest geteekend worden, niet zon zoeken. Ik had een spoorboekje weten machtig te worden en daarin gezien dat ik met den trein kon gaan tot Villapuram, een plaatsje dat 17 Engelsche mjjlen van de Fransche nederzetting Pondicbery verwijderd is. Als ik niet zorgde, den volgenden morgen om 7 k 8 nur over de grens te zjjn, zon ik weer doorde Engelsche politie gevat worden. De trein vertrekt om 9 minuten over 8 en komt den volgenden morgen om 16 minuten over 3 te Villapuram aan. Ik had berekend dat ik in 6 uren van Villu- puram naar de grens van de Fransche ne derzetting Pondichery kon wandelen. Al deze gegevens had ik uit een oud reis boek, dat wjj in het kamp hadden, dat zorgvuldig verborgen gehouden werd en dat in het geheim van hand tot hand ging. Het reisboek was ons met andere lectuur uit Holland toegezonden. De afstand van het kamp naar het station was een half uur loopen. Zoo kwam dan de avond van den lOn Maart. Twee maanden had ik hard ge werkt om alles voor mjjn vlucht te berei den. Aan twee mjjner kameraden had ik mjjn geheim verteldzjj zouden mjj aan- kleeden en beschilderen. Nadat ik de „roll- call" geteekend had, terwjjl de overige man nen nog in rjjen in het kamp stonden, be gaf ik mjj in de tent, waar ik in den kortst mogeljjken tjjd in een koelie herschapen werd. Ik kreeg een baatje aan, den turban op en den doek in de lenden. Ik werd zorg vuldig geschoren en mjjn gezicht werd met gebrande kurk zwart gemaakt. Om half zeven was ik kant en klaar. Ik kroop onder het tentdoek door en kwam achter de tent terecht. Intusschen kochten mjjn kameraads onder druk loven en bieden bjjna het heele winkeltje leeg, met het doel den koelie aan den praat te houden. Men waarschuwde mjj dat het karretje al voor de poort stond. Ik liep nu midden door het kamp tusschen mjjn kameraads door, die in rjjen stonden om de „roll-call" te teekenen. Terwjjl ik tusschen hen door ging, zei er een„Maar hoor, da's 'n zwarte koelie, wat daar stapZe hadden nooit zoo'n zwarten koelie gezien, en ik had moeite om mjj goed te houden. De schildwachten lieten mjj ongehinderd door en ik liep achter het karretje aan, na tuurljjk oppassende dat de koelie in 't kar retje me niet te zien kreeg. Ik zette een blauwen bril op, zooals de koelies ook wel dragen, om minder gevaar te loopen herkend te worden. Aan het station moest ik eerst een ticket nemen. Daar ik de koelie-taal niet kende, wierp ik het geld maar neer en noemde het plaatsje Villapuram. De reis derde klasse kostte 2 roepies (f 1.60). Ik kreeg een ticket, maar de koelie aan het perron poortje scheen wel te zien dat ik geen ras genoot was, want hjj vroeg mjj heel beleefd „Sir, your ticket please?" Zoodra de trein binnen kwam ging ik in een hntje vooraan zitten, maar daar moest ik weer uit, omdat de wagen afgehaakt werd. Ik ging dus in een anderen wagen, waar ik heerljjk in een heel klein hoekje wegdook. Daar ik versmachtte van dorst, wierp ik een inlander, die met citroenen langs deu trein kwam, wat geld toe en nam een paar citroenen, die mjj wat verkwikten. Er zaten nog eenige koelies in mjjn hutje Een van hen zag waarschijnlijk wel dat ik een imitatie-koelie washjj stiet mjj tegen de knie en sprak mij aan met „sir". Ik bègreop dat hjj een praatje wilde ma ken en ik bromde wat, met het hoofd schud dend en naar mond en ooren wjjzeud, waar uit bjj moest begrijpen dat ik doofstom was Gedurende de geheele reis keek ik op mjjn horloge, om te zien of ik nog niet te Villapuram was. Eindeljjk kwam ik daar aan en na eenig zoeken vond ik den weg naar het Fransche grondgebied. Ik had van te voren, met behulp van mjjn reisboek, alles nauwkeurig uitgeteekend. Het was een mooie breede kunstweg, aan weerszijden met boomen beplant. De lucht was nog al be wolkt, inaar toch ontdekte ik eindeljjk den „Grooten Beer" en zoo kon ik uit den stand der sterren verder afleiden, dat ik op den rechten weg was. Het was tameljjk donker. Ik was doodmoe en stierf bjjna van dorst. Maar ik moest vooruit, want wanneer ik niet vóór 9 nur de grens bereikt had zou al mjjn moeite te vergeefsch geweest zjjn. Het was intusschen dag geworden en ik kwam aan een waterput, waar eenige koelie- vrouwen bezig waren water te patten. Ik liep naar haar toe en beduidde baar dat ik dorst had, maar ik had als koelje weinig succes bjj mjjn rasgenooten. Do vrouwen gingen voor mjj op de vlucht. Een barer bleef echter staan en gaf mjj uit haar wa terkruik te drinken, zjj had bljjkbaar mede- Ijjden met mjj Verkwiki liep ik door, al maar door, en om veertig minuten voor 8 kwam ik aan de Gingeerivier aan. Uit mijn reisboek wist ik dat dit de grens is tusschen Fransch en Engelsch "grondgebied. Ik waadde de rivier door en ik was vry! Uit blijdschap zong ik luidkeels over den weg de Transvaalsche en Vrjjstaatsche volksliederen. Ik zocht nu het inlandscbe dorpje Vilia- murhier kocht ik wat eten en na mjj wat verkwikt te hebben, huurde ik voor 10 an nas een inlandsch karretje, waarmee ik mjj naar Pondichery (diio mylen van daar) liet brengen. In mjjn reisboek had ik gezien dat er te Pondichery een reizigers-bungolo was. Ik naar de bungolo, waar ik een bad nam, en mjj door een inlander van top tot teen liet afschrobben. Daarna beduidde ik den Ihlander, dat hjj mjj naar een winkel moest brengen, waar ik Europeescbo kleeren kon koopen. De jongen bracht mjj echter naar een inlandschen winkel, om de eenvoudige reden dat er in het plaatsje geen Europee- sche winkels waren Daar ik zeer moe was en naar rust verlangde, liet ik mjj in een pous-pous (wagentje) naar het hotel bren gen. De maïtre d'hötel, een inlander, keek wel wat gek op toen hjj mjj zag aankomen, maar ik liep zonder veel komplimenten bet hotel binnen. Een van de bedienden verstond een beetje Engelsch en ik vertelde, dat ik een ont vluchte Boer was. Daarna ging ik naar bed en sliep heerljjk uit tot 's avonds ,7 uur. Intusschen had het gerucht, dat er een Boer in het plaatsje was aangekomen, zich al verspreid, en er kwam een Franschman in het hotel om mjj te spreken. Hjj stelde veel belang in mjj en den volgenden mor gen stuurde bjj mjj kleeren. Toen ik in mjjn nieuw pakje op straat kwam, stroomde het heele plaatsje leeg om mjj te zien. Alle inlanders, die al zooveel van den oorlog gehoord hadden, betuigden mjj bon sym pathie. De gouverneur van Pondichery zond zjjn pion (bediende) naar mjj toe om mij te vra gen ot ik hem een bezoek wilde brengen. Hjj was zeer verheugd mjj te zien en zei mjj, dat ik onder de Fransche vlag volko men veilig was en dat ik niets te vreezen had. Hjj ken mjj echter niet veel hoop go- ven op een spoedig vertrek, daar bjjna al de stoombooten, die Pondichery aandoen, Engelsche booten waren. Maar, zei hjj, er moet hier een Fransche stoomboot aanko men vac de Messageries Maritimes, die de boot, komende van China, te Colombo ont moet. Daarmee zoudt gjj verder naar Mar seille kannen gaan. Voordat deze boot aankwam zon er nog een Noorsche boot Pondichery aandoen. Maar jui«t een jraar dagen voordat die boot zou aankomen kreeg ik koortsen en moest ik naar het hospitaal. Ik wanhoopte dus den kapitein van het Noorsche schip te kannen overhalen mjj mee te nemen. Maar wat gebeurde? Het toeval wil, dat de ka pitein van dat schip een verzwering aan zjjn been had en dat hjj ook in het hospitaal kwam en wel in dezelfde kamer waar ik lag. Wjj waren al heel spoedig dikke vrienden en hjj beloofde my te zullen meenemen naar Marseille. Zoodra zijn been wat beter werd en ik mjjn koorts kwjjt was, vertrok ken wjj op den 30n Mei, 's avonds 8 uar, na een harteljjk afscheid van deu gouver- near, die mjj zeer gastvrjj gedurende mjjn verbljjf te Pondichery had behandeld. De reis was voorspoedig tot Aden. Daar hadden de Engelschen mjj bjjna weer te pakken. Wjj moesten te Aden kolen inne- meu. De Engelschen wisten zeer goed dat ik aan boord was. Pas waren wjj den 9n Juli aangekomen (ik hoorde hier voor het eerst dat er vrede gefloten was) of er komt een Engelsche speurder aan boord, die den kapitein een brief van den Noorschen con sul laat zien, waarin deze last geeft om den Boerengevangeno de Villiers uit te le veren, aangezien hjj een Kaapsche rebel is. Gelukkig was*tfe kapitein niet voor een klein geruchtje vervaard en hjj weigert. Hjj antwoordde, dat de Villiers behoorde tot de bemanning van zjjn schip (ik was als zoodanig ingeschreven) en dat hjj hem niet wilde afstaan. De detectieve bood nu aan om vier andere mannen in mjjn plaats te leveren. De kapitein weigerde. „Gjj weet heel goed", zei hjj, „dat de Villiers hier op mjjn schip op Noorsch gebied is", dat hjj hier niet door u kan gearresteerd wor den. Daarna kwam de detectieve terug met een bevel tot arrestatie, van den Noorschen consul. (Men bad den consul, die zelf En- gelschraan is, verteld, dat de Villiers een gewoon gevangene en geen krijgsgevangene washet schjjnt dat de Engelschen, zelfs na den vrede, het niet erg op de Villiers begrepen hadden, en als men de Villiers gezien beeft zal men dat volkomen begrjj- pen). Maar de kapitein stond op zjjn stuk. „Welnu, zei hjj, ga dan zeggen aan der. consul, dat hy mjj een schrifteljjke verkla ring geeft dat hjj de Villiers laat arres teeren en dat hjj alle verantwoording op zich neemt." De detectiven vertrokken. Eenigen tjjd later kwam er een stoombootje, met Engel sche soldaten bemand, op het schip af. Ik liep naar beneden. (De kapitein lag met zjjn ziek been beneden in de kajuit). Kapi tein, zei ik, daar komen de Engelschen ora mjj te arresteeren. Nu werd de oude zeebonk kwaad hjj liet zich op het dek brengen en gaf bevel om met fallspeed weg te stoomen. Het stoombootje kwam langs-zjj liggen en de bemanning schreeuwde ons toe dat we moesten stoppon, maar wjj waren Oostin- disch doof en met voorname staatsie stoomde bet groote schip weg, het kleine bootje ver achter zich latend. Ja, die goeie kapitein P. Schljjder van het stoomschip 't „Ëidsvold" heeft veel voor me gedaan. GOUDA, 20 April 1903. Bjj Kon. Besl. is benoemd bjj het 8ste regiment, tot kolonel, commandant van het korps, de lnitenant-kolonel C. J. Vaillant, van het 4de regiment. Aan het Nationaal Muziekfeest, dat op Hemelvaartsdag te Oudewater zal worden gebonden, zullen 22 fantare-, harmonie- of zanggezelschappen deelnemen. Bjj Kon. Besl. is benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Woerden, J. Stolk, ontvanger der registratie en domeinen te Woerden. Bbro-Ambacht. De vereeniging „Winter- lezingen" mag weder met genoegen terugzien op hare pogingen ora in den winter goede lectuur te verschaffen. Van de door haar opgerichte volksbibliotheek werd in het afge- loopen leesjaar weder veel gebruik gemaakt. Er werden 1157 boekdeelen uitgegeven. De bibliotheek bevat thans 995 nummers. Krimpen a/d IJsel. De zangvereeniging „Uitspanning door Inspanning" heeft in deze gemeente eene in alle opzichten geslaagde uitvoering gegeven. Voor een talrjjk publiek werden de diverse nummers prachtig uitga- voerd, inzonderheid kan dat worden gezegd van de opgevoerde tooneelstnkjes deze vooral werden mooi gespeeld, waarbjj herhaalde malen bleek, dat de dilettanten flink rolvast waren en zich volkomen bewust van hun spel. Een woord van dank in liet algemeen aan alle leden der vereeniging, in liet bjjzon- der aan de dames Van .Wjjnen en den heer P. Buitelaar, is dan ook zeker niet misplaatst. Na afloop dankte de heer Van der Giessen Jr. de vereeniging en haren directeur voor den genotvollen avond. Een geanimeerd bal besloot den avond. Ammerstol. De staking in het manden- makersbedrjjf is nog in vollen gang. Men hoort niet het minst van eenige toenadering tnsschen de stakenden en de patroons. Wel werd dezer dagen met zekerheid medegedeeld dat de stakenden en corps aan den heer Natzjjl hunne diensten hebben gepresenteerd en dat men voornemens was èe patroons, waar de stakenden in dienst waren, te boy cotten. Het Concert van 19 April. Een paar weken geleden en dat is in onze stad noodig ontvingen we eene in- teekenljjst voor een concert te geven door mej. J. Hoogenboom, André van Dantzig, Oscar Eberlé en Eduard Van Dantzig met welwillende medewerking van den heer J. H. B. SpaaBderman. Bjj wjjze van proef wilde men ook in Gouda eens iets goeds geven tegen een lagen entrée-prjjs. Het is gebleken, dat velen dit op hoogen prijs stelden, want de zaal was zoo bezet, dat er niemand meer bij kon. In dit opzicht is de proef dus volkomen gesl agd en is eene herhaling met andere artisten ter afwisseling stellig te verwachten. De heer André van Dantzig opende 't concert met eene Sonate voor viool van Schubert. Deze solo werd niet gelukkig gespeeld 't kwam ons voor, dat de stemming der instrumenten te wenschen overliet. De beide nummers, die hjj voor de pauze nog gaf, waren iets beter. Toch zal de toon breeder en voller moeten worden, indien deze heer zjjne hoorders meer wil boeien. Houding en voordracht doen wel iets goeds van hem verwachten. Het laatste nummer voor viool, dat bjj na de pauze speelde, was meer genietbaar en liep ook beter van stapel. Mej. Hoogenboom beschikt over een lief, beschaafd geluid. Ze is bljjkbaar heel goed geschoold, waarvan 't eerste nummer, dat ze zong, al de bewjjzen gaf. Er is veel moois in hare stem te genieten. Daarbjj zjjn uitspraak en voordracht uit muntend ook de keuze der zangstukken verraadt, dat ze zich kent. Haar succes was groot en welverdiend. De Heer Eduard v. Dantzig spiegele zichj eenigszins aan zjjne zuster in de kunst, die niet alleen voordraagt, maar ook zingt. Met eene mooie uitspraak kan men toch een klankrijk geluid paren en dit laatste moet het streven worden van den Heer van D.wjj verlangen van hem meer toon en minder vibreeren, dan komt de zang ook op den voorgrond. Het zou ondankbaar zjjn, als wo niet we zen op de goede eigenschappen van dezen zanger en die zjjn hoofdzakeljjk in zjjne goede uitspraak gelegen. Nu nog wat meer klank ia de stem en dan volgt bet succes zeer zeker. „Terugkoxst" en „Drincklie- deken" bevielen van zjjne liederen 't best. Van den heer Oscar Eberlé kan men niet anders dan veel goeds zeggen. Mooie voor dracht en breede toon treffen den hoorder en spannen zjjne aandacht; alles tintelt bjj hem van grooten, muzikalen aanleg. Hjj had bjjzonder veel succes. De heer Spaanderman, die allen accompag neerde, deed dit, zooals te wachten was keurig fjjn en met gevoel en toewjjding! DAMES- en HEEREN- Kleiweg E 73a, GOUDA Telephaan lo ,91. Burgerlijke Stand. GEBOREN15 April. Willem Martinus, ouders D. Moerman on A. M. Droppert. - 17. Gjjsbert Johannes, ouders G. H. Hordjjk en K. Boel houwer. OVERLEDEN15 April. A. Middelkoop, 18 m, M. Roest, 60 j 17, J, den Haag, 15 m. J. A. Bax, 4 m. P. van Vliet, 75 j. H. van Willigen, 14 w. ONDERTROUWD 17 April. A. F. Wiel- ders en W. C. Lafeber. J van don Berg te Amsterdam en M. U. Rozenstraten. J. J. Bats en J. Hofman. rle NOUVEAUTÉS TE HOOP voor de raeost biedende Ook afzonderljjk te koop. Te bevragen aan het bureau dezer Courant.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1903 | | pagina 2