VOETBALLEN.
BINNENLAND.
PAHAPLUIES.
ONTVANGEN
Een ontvluchting uit
Britsoh-lndie.
Stadsnieuws.
Nieuwe Collectie
A. van OS Az.,
in Costumes Tailleur
en Voorjaarsmantels.
II. SAMLSOM.
AÜVIIHTENTICN
20 stuks VOETBALLEN.
moedeljjk is de bevrediging van" de Alba-
neezea niet algemeen en daar de verschillen
de stammen vrjj wel zelfstandig zjjn, helpt
het niet veel of een deel zich kalm wil
honden tegenover de hervormingsplannen. Wjj
znllen dus weer geduldig moeten afwachten
wat er uit deze verwarring groeit.
De berichten over den algemeenen op
stand der Bulgaren op Zaterdag of Zondag
zjjn nu weer op den achtergrond getreden.
Men hoort er althans niet meer van- By
de groote Turksche troepenmacht in Mace
donië kan daar ook moeilijk wat van komen.
Verspreide Berichten.
Frankrijk.
'tls te Marseille ook noodweer geweest,
erger dan men er in vijftien jaren beleefd
heeft, met een orkaan uit het Noordwesten,
waardoor enorme schade werd aangericht
te land aan huizen, goederen aan de kaden
en telegraaf- en telefoonpalen en te water
aan de schepen, terwijl natuurlijk tal van
ongelukken voorkwamen.
Het liefelijke voorjaarsweder doet zich
overigens met onverzwakte kracht gelden
in gansch Frankrijk, zoodat de wijnbouwende
bevolking een uiterst slechten oogst verwacht
door de zware nachtvorsten. De zuiderlingen,
de Bretagners, de Normandiërs allen
weeklagen over den zwaren sneeuwval, die
geen verschil kent tusschen noord en zuid,
oost en west.
De staking der bakkersgezellen te
Cette is geëindigd met een schikking tusschen
bazen en gezellen.
Duitbchland.
'Terwijl een redacteur in Duitschland,
die de perswet overtreden heeft, pleegt be
handeld te worden als een gewoon misda
diger, een moordenaar, dief of inbreker,
heeft de justitie den veroordeelden bankdi
recteur Exner, die allerlei zwendel heeft
bedreven op groote schaal, doen overbren
gen uit Leipzig naar Zwickau, per coupé
tweede klasse, terwijl een rijtuig aan het
station gereed stond om den falsaris naar
de gevangenis over te brengen.
Des keizers geloofsbelijdenis is tegen
over de uitlatingen van den grooten geleer
de prof- Delitzsch, vervat in een schryypn
aan admiraal Hollmann, is, op bevel van
Wilhelm II zeiven, die er dus inderdaad
bijzondere waarde aan schijnt te hechten,
verveelvnldigd en alle dominés, godsdienst
onderwijzers, seminaria en scholen krijgen
een exemplaar present.
De pogingen aangewend om een schik
king te treffen tusschen de patroons en de
werklieden in de houtbewerking te Berljjn,
hebben tot geen resultaat geleid.
Te Elberfeld staken tweehonderd voer
lieden, omdat ze voor een werkdag van elf
uar niet grif 24 mark weekloon kunnen
krijgen.
De adelborst Hüssener schijnt door lie
gen zijn gruwelijke wandaad tegenover den
artileriat Hartmann te Essen te willen ver
goelijken, doch het verleden van den mis
dadiger of krankzinnige, pleit volkomen te
gen hemhij heeft reeds heel wat „Schnei-
digkeiten" bedreven tegenover minderen.
Oostenrijk.
Te Agram hebben weder betoogingen
tegen Hongarije plaats gehad. Een groote
menigte trok naar het stationsgebouw, rukte
Hongaarsche uithangborden af en verbrij
zelde ruiten en lampen onder smaadkreten
op Hongarije.
Portugal.
Volgens berichten uit Lissabon zpn hon
derd soldaten van het in Oporto liggende
18e infanterieregiment, die zich aan muiterij
hadden schuldig gemaakt, in alle stilte naar
Afrika ingescheept.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen,
de miliciens der lichting van 1900 nog in den
loop dezer maand, vermoedelijk reeds tegen
het einde der volgende week, met groot
verlof te zenden. De lichtingen 1901 en 1902
zouden voorloopig nog onder de wapenen
blijven.
Van beden af kunnen goederen zoowel uit
het binnenland als uit Duitschland, Frankrijk
en België weder naar Amsterdam bevracht
worden, zoodat het goederenvervoer per
Staatsspoor dan onbeperkt is.
Gemengde Berichten.
Voor het spoorwegpersoneel, dat op 6
April trouw en standvastig aan den arbeid
is gebleven, heeft het H.blad reeds f 12,698.20
bijeengebracht.
Aan de haven- en handelsinrichtingen te
Amsterdam wordt heden het werk hervat,
alleen aan de bouthaven nog niet; daar
weigeren de lossers en vlotters nog op de
vroegere voorwaarden aan het werk te gaan.
Men meldt nit Den Haag:
Wy vernemen, dat ook door de hooge
regeering de levendige wensch wordt gekoes
terd om de miliciens der lichting 1900 en
1901 zoo spoedig mogelijk weer met groot
verlof huiswaarts te zenden.
Het groote arsenaal te Kanton, dat eenige
dagen geleden in de lacht is gevlogen, is,
naar thans blijkt, door Chineesche beambten,
die groote hoeveelheden kruit hadden gesto
len en aan de rebellen hadden verkocht,
ondermijnd. De onderkoning had een on
derzoek naar den kruitdiefstal gelast, en om
de ontdekking van hnn misdrijf te verhin
deren, lieten de beambten het arsenaal in
de lucht vliegen.
Te Warschau is de rentenierster Hirsch-
berg door haar dienstmeisje en eenige me
deplichtigen met bijlslagen afgemaakt. De
moordenaars maakten zich van 100.000 roe
bel meester.
Een ergerlijk voorbeeld heeft de gemeen
teraad van jRyssen gegeven hy besloot, aan
den onderwijzer Veis, milicien der lichting
1902, die sinds Februari opder de wapenen
is, te berichten dat de gemeente niet langer
dan tot 1 Mei de kosten van zjjn plaats
vervanger op zich neemt.
Het tractiepersoneel der H. IJ. S. M. krijgt,
voor zoover het voor militie-dienst thans
onder de wapene is, wekelijks de helft van
zijn gewone weekloon uitbetaald.
De Engelsch bladen van gisteren bevatten
een lange lijst van opzienwekkende misdaden
en ongelukken. Wij noemen die gevallen.
Te Duns in Berwickshire is een koetsier
met zijn vrouw en vier kinderen dood iu
hnis gevonden, allen mot afgesneden keel.
Men neemt aan, dat de man, die niet wel
bij het hoofd was, zjjn vrouw en kinderen
en toen zichzelf om hals heeft gebracht.
Te Leicester heeft men een jongen van
vijftien jaar nog levend uit een kanaal weten
t'e halen. Hy wilde zich verdrinken. In zyn
vestje stak een briefje, en daarop stond
Ik heb genoeg van het leven. Ik hoop
n allen in de Eenwigheid weer te zien."
En nog een paar zinnen. Men bad het kind
in een zendingschool aan het hoofd van een
klas gezet. Eu daarvau was hy aan 't malen
gegaan.
Te Lewisham is een kind van zeven weken
door ratten opgegeten. De vader, een doe
niet, was in 't ziekenhuis, de moeder geregeld
dronken. Twee jongens werden in een on-
beschryfelyken staat van vervuiling in een
stinkend hok vol ongedierte gevonden. Daar
was 't ook, dat de zuigeling door ratten
was opgegeten.
Uit Brielle schreef men eergisteren aan
de „N, R. Ct."
Heden was het hier alles vol drukte van
garnalenvisschers, die de opgevischte planken
binnenbrachten, welke het vrachtgoed uit
maakten van het dezen nacht op de kast
gestrande vaartuig. Hierby had een droevig
ongeluk plaats. Dicht by de Brielsche haven
sloeg van een der vischscheepjes de knecht
H. van Hoorn, een man van ruim 50 jaar,
overboord. Hoewel hy spoedig opgehaald
werd en de in alleryl toegesnelde arts, dr.
Kerbert, alle pogingen in het werk stelde
om het leven te doen terugkeeren, bleek de
man reeds overleden te zjjn.
Nu en dan worden door personen, die uit
Nederland te Parjjs aankomen, moeilijkheden
ondervonden, doordat de ambtenaren der
plaatselijke accijnzen bezwaar maken tegen
de vrije toelating van geringe hoeveelheden
tabak, sigaren of sigaretten, welke de douane
ambtenaren aan de Fransche grens als res
tant van reisprovisie vrij hadden laten door
gaan.
Ter voorkoming van zoodanige moeilijk
heden is bepaald, dat de douane-ambtenaar
aan de grer.s, die deze reisbenoodigdheden
vrjj toelaat, daarvan zal doen bljjken door
op de kistjes op pakjes, waarin zy vervat
zyn, een door hem onderteekend etiket te-
plaatsen, vermeldende den naam van den
reiziger en van het grenskantoor, alsmede
de soort en de vermoedelijke hoeveelheid
der goederen.
Zjjn de kistjes of pakjes van zoodanig
etiket voorzien, dan zullen de reizigers by
aankomst te Parjjs door de plaatselyke amb
tenaren niet worden bemoeilijkt.
Het belang van den reiziger brengt dus
mede, het opplakken van zulk een etiket,
zoo noodig, aan de douane te vragen.
Voor eigen gebruik worden per persoon
hoogstens een dertigtal sigaren, een vjjf-
tigtal sigaretten of een hektogram tabak
vry van invoerrechten toegelaten. Ook moet
worden aangegeven de hoeveelheid lucifers,
jj welke de reiziger met zich voert. Voor eigen
gebruik worden daarvan hoogstons een of
j twee kleine doosjes vry van invoerrecht toe
gelaten.
Omr gezantschap te Parys kan niet op
treden ten gunste van reizigers, welke
door het overtreden van bovengemelde be
palingen in moeilijkheden zonden geraken.
De stryd voor de Hollandsche taal in
Zuid-Afrika,
In een brief uit Pretoria werd eenigen
tjjd geleden geschreven
Er zjjn reeds ongeveer 25 private scholen
geopendalle werken volgens een vast stel
sel en worden volgens vasten regel gesub
sidieerd.
Als regel is aangenomen, dat geen onder-
wjjzer op steun kan rekenen van de zjjie
der commissie, die voorloopig hiervoor is
gevormd, als hy niet onder de oude regeering
was erkend.
Spoedig zal men er toe moeten overgaan
om voor jongelieden, die by het begin van
den oorlog geheel ot bjjna klaar waren voor
hun examen en die nu nog hnn verlangen
te kennen geven, by het onderwijs werk
zaam te blyven, private examens in te stel
len. Op dit oogenblik zyn er naar ik hoor
reeds meer aanvragen om (Hollandsche) on
derwijzers voor het private onderwijs dan
er beschikbaar zyn. Dit is zeker een zeer
verblijdend teeken. Als het nu werkelyk
bljjkt dat de menschen inzien, dat zy tot
behoud van eigen taal flink in den zak moe
ten tasten, dan is er nog hoop voor de toe
komst. De predikanten, die op dit stak nogal
invloed hebben* zyn gelukkig allen door
drongen van het groote nut, dat het private
onderwys kan stichten.
Nog gedurende den oorlog, toen de Boe-
Irenzaak zoo goed scheen te staan, hoorde
ik van een predikant een bekend tegen
stander van het onder de onde regeering
vigeerende stelsel van onderwys dat, wan
neer de vrede naar wensch mocht tot stand
komen, d. w. z. wanneer de republieken de
onafhankeiykheid mochten blijven behouden,
er met zyn toestemming geen woord Engelsch
meer op de scholen zon worden onderwezen.
Dat was kras gesproken. Diezelfde predi
kant ijvert ook nu met alle kracht voor het
behoud der Hollandsche taal.
Een andere predikant, eveneens een tegen
stander van het onderwijsstelsel der repu
bliek, die evenals zoovele anderen voor meer
Engelsch was, heeft nu een weeshnis ge
sticht, waar reeds 70 jongens en meisjes een
onderdak hebben gevonden. Waarom doet
hy dit? De Engelsche regeering heeft toch
beloofd, de zorg voor de weezen op zich te
nemen nu reeds staan er oproepingen van
regeeringswege in de bladen, dat weezen
naar het S.aatsweeshuis kunnen worden ge
zonden een weeshnis is opgericht in het
Burgerkamp te Irenebetaling voor ver
zorging of onderricht wordt niet gevorderd;
kinderenvan Hollandsche ouders (Boeren
kinderen dus) zullen de Hollandsche kerk
geregeld bezoekenwanneer de voogden het
verlangen zal de Hollandsche taal aan de
wezen worden onderwezen, evenals aan de
gewone scholennog eens, waarom doet
die predikant dit? Omdat by ook de wee
zen wil onttrekken aan den Engelschen in
vloed, die, naar zyn overtuiging, ook bjj de
beste beloften de kinderen verengelschen zal.
Ieder doet, behoudens oen zeer enkele uit
zondering, op dit oogenblik voor het private
onderwjjs en voor het behond der Hollandsche
taal wat hjj kan. Men behoeft niet langin
Zuid-Afrika geweest te zjjn om te weten,
hoe groot de invloed der predikanten is.
Maar wjj moeten stenn ontvangen uit Enropa
gedurende de eerste jaren voor deze ge
wichtige zaakde Boer kan op dit oogen
blik weinig doen. Alles moet bjj hem zwich
ten voor dit eenehet hoofd boven water
te houden en te trachten, den eigen grond
te blyven bezitten.
Uit de Bataklanden.
De zendeling H. Guillaume, die onlangs
van de Regeering verlof kreeg om zich op
de hoogvlakte te vestigen, heeft, toen hjj
zich tjjdeljjk te Medan bevond, aan de „Su
matra Post" eenige iflededeelingen gedaan
nopens de toestanden en gebeurtenissen in
de Bataklanden.
Er bestaat een samenloop van oorzaken
voor de onlusten van den laatsten tjjd en
met name voor het verbond van verschil
lende Batak hoofden tegen Pa Palita, zei hjj.
Pa Palita is tot dusver als het der re
geering méést toegedane hoofd beschouwd,
en toen de controleur Westenberg met ver
lof naar Europa ging, gaf hjj aan Pa Palita
de „hasil tanah", een bedrag van 1300 dol
lars, voor de Bataksche hoofden. Dit geld
werd door Pa Palita echter onder hen, die
er aanspraak op hadden, niet verdeeldhjj
behield het eenvoudig voor zich. Daarbjj
kwam toen flat Pa Palita zich plotseling
ging verbinden met zyn beweerden halven
broeder Pa Malga, die op de geheele hoog
vlakte gevreesd is om zjjn wreedheid en
ook jaren lang verdreven is geweest, waar-
door deze Pa's nu op de gansche hoogvlakte
feitelyk de baas waren.
Een derde en zeer groote grief tegen Pa
lita was de toelating van oen Europeaan
op de hoogvlakte. De zendeling Guillaume
zou zich nl. in het dorp van Palita, als
het meest daartoe aangewezene, vestigen
maar nu werd het gerucht verspreid, dat
Pa tegen betaling van een zekere geldsom
die hjj voor zich wilde behouden een
Europeaan toeliet; m. a. w. dat hjj zyn
land in het geheim had verkocht, dat de
planters zouden komen, enz. Kortom, de
Batakkers maakten zich voorstelliugen van
een toestand zooals die in de Maleische land
schappen bestaat, en waren daar uiteraard
volstrekt niet van gediend.
Het toelaten van een Earopeaan was bo
vendien strjjdig met een verbond, voor om
streeks dertig jaren gesloten, toen de ver
schillende Bataksche hoofden plechtig wa-
ren overeengekomen, op een boete van 500
dollars, geen Europeaan zich te laten ves
tigen op de hoogvlakte.
De vierde oorzaak van verbolgenheid te
gen Pa Palita, welke de maat deed over-
loopen, was de volgende. Omstreeks het mtd-
den van het vorig jaar werden door de koeta
Boeloe in het landschap Goenoeng Goenoeng
160 karbouwen gestolen uit de Gajoelanden.
De Gajoes konden dit niet op zich laten
zitten ec kwamen naar koeta Boeloe om
hun eigendom terug te vorderen. Een for-
raeele belegering van de plaats bogon. Aan
Palita, die vroeger herhaaldelijk als bemid
delaar was opgetreden, werd ook nu, daar
hjj bovendien het eenige met het Gouver
nement bevriend hoofd was, opgedragen,
te trachten de moeilijkheden bjj te leggen;
maar ook deze taak vatte hjj op zjjn eigen
wjjze op; in stede van zich met de partijen
te verstaan begon hjj zelf de Gajoes te
beoorlogen en voerde ten slotte 20 van de
gestolen karbouwen naar zjjn eigen woon
plaats als oorlogsbuit mee. Dit was den an
deren hoofden toch te kras; weldra werd
er nu een verbond gesloten tusschen de
hoofden uit Goenoeng-Goenoeng en die van
de Karo-hoogvlakte, en onder eede verbon
den zjj zich, Palita en Malga te straffen.
Palita trok zich daarop terug in zjjn dorp
en Malga nam de wjjk en scheidde zich te
vens weer van zjjn bondgenoot af.
Op echt Bataksche wjjze werd nu Pa Pa
lita beoorloogd. Met een voorraad van een
honderd patronen moest hjj zich verdedigen.
Toen deze was nitgeput, diende hjj wel zjjn
heil in de vlucht te zoeken.
Intusschen waren Chineesche werklieden
reeds bezig met de voorbereidende werk
zaamheden voor den bouw van het huis van
den zendeling de planken waren al gezaagd
en met den aanplant was al begonnen. De
werklieden werden aanstonds door de vol
gelingen van Palita gewaarschawd, dat zjj
beter deden er maar van-tusschen te gaan
maar zjj treuzelden daarmee en toen de be
legeraars aankwamen, ontstond er zelfs een
schermutseling. Ten slotte kozen de werk
lieden toch de wjjsste party en trokken af,
waarna de tegenstanders van Palita de ge
zaagde planken verdeelden en meenamen eir
den aanplant verwoestten. Pa had van den
aanvang af op hulp van het Gouvernement
gerekend, doch deze kon hem niet spoedig
genoeg bereiken. Controleur Westenberg
gir.g er daarna met de politie op uit en
voorloopig werd de rust nu hersteld.
De heer Guillaume had reeds vier jaren
achtereen geregeld de hoogvlakte bezocht
en- nooit ook maar de geringste overlast
ondervondenintegendeel werd hjj overal
als vriend behandeld. Zelfs had hjj na nog
een reis gemaakt over het plateau naar de
Westkust, waarheen hjj zjjn vrouw en kin
deren heeft gebracht. Dit was de eerste
Enropeesche vronw, die deze streken ooit
betrad. Hjj en zjjn gezin werden met de
meeste voorkomendheid behandeld, en ver
scheiden Batakkers, die aan de belegering
van het dorp van Pa Palita deelnamen,
hebben reeds deemoedig de gestolen plankeu
teruggebracht. Verscheiden hoofden verzoch
ten den zendeling, zich toch in hun dorp te
komen vestigen.
Het sckjjnt dus dat de oulasten uit wan
trouwen en vijandschap tegen Pa Palita
zjjn ontstaan en niet voortvloeien uit tegen
stand tegen de zending.
De heer J. L. de Villiers, voor den oorlog
staats-ingenieur van wegen in Transvaal, en
die den oorlog als militair ingenieur mee-
maakte, o. m. werd hjj gebruikt om En
gelsche treinen te vernielen, werd den 20n
April 1901 bjj Pietersburg gevangen geno
men. Als krijgsgevangene naar Trichinopoli
in Britsch-Indië gezonden, ontsnapte hjj van
daar, en keerde over Nederland onlangs
naar Kaapstad terug. „Ons Land" nu geeft
't volgende verhaal van die ontvluchting.
Ik had mjj over de behandeling door de
Engelschen niet te beklagen, aldus Vil
liers. Men bracht mjj naar het gevangenen-
kamp te Trichinopoli, in Britsch-Iodië.
Het kamp was ongeveer 450 yards breed en
met prikkeldraad afgemaakt. In bet kamp
was één uitgang. In drie rjjen van drie
stonden er negen hotten voor de manschap
pen. Dan was er nog een grootere hut voor
de officieren, waaronder ook ik gerekend
werd. Naast die hut was een klein koeèie-
winkeltje, waar een paar koelies pisangs,
sigaren en allerlei snuisterijen verkochten.
Deze koelies kwamen 's morgens in 't kamp
en gingen er 's avonds weer uit. Hun koop
waar werd iederen morgen en avond ge
bracht en gehaald door een inlandsch kar
retje, overdekt met een huif en gevlochten
riet. Ik had 't al lang veel te warm en
te vervelend gevonden in het kamp en peinsde
op plannen om er uit te komen.
Na mjj overtuigd te hebben dat de koe
lies, als zjj 's avonds het kamp verlieten,
niet onderzocht werden, maakte ik het plan
om, als koelie gekleed, achter het karretje
te ontsnappen.
Maar hoe moest ik aan een koelie-kos
tuum komen? De in het kamp aanwezige
inlanders mochten natuurljjk niets van mjjn
plan weten, daar zjj het anders waarschjjn-
Ijjk zouden verraden hebben.
Maar ik wist raad. Op een goeden dag
riep ik onzen bediende, een inlandscken jon
gen, bjj me en zei: „jongen, jjj ziet er te vies
uit naar mjjn zin, bier heb je geld, jo haalt
in het dorp twee nieuwe baatjes". Ook gaf
ik hem geld om goed te koopen voor een
„turban" en voor een lendedoek. Toen dc
jongen de twee kostuums gebracht had, zei
ikZiezoo, nu moogt ge er één van aan
trekken en het andere zal ik voor je bewa
ren. De jongen was natuurlijk „uit" in z'n
nieuwe pakje en ik was niet minder in m'n
schik met het myne.
Nu moest ik nog een horloge zien te krjj-
gen, want daar ik met den trein wilde
vertrekken, was het voor mjj van groot be
lang, den juisten tjjd te weten.
Het gelukte mjj er een te koopen van
een Engelsch soldaat, ik heb het nog (de
Villiers liet zjjn vriend een koperen knol
letje zien). De groote moeiljjkheid was nu
nog dat ik vóór mjjn vertrek de presentie-
Ijjst (roll-call) nog moest teekenen. dan was
ik zeker dat men mjj tot den volgenden
morgen 7 nur, wanneer er weer een ljjst
moest geteekend worden, niet zon zoeken.
Ik had een spoorboekje weten machtig te
worden en daarin gezien dat ik met den
trein kon gaan tot Villapuram, een plaatsje
dat 17 Engelsche mjjlen van de Fransche
nederzetting Pondicbery verwijderd is.
Als ik niet zorgde, den volgenden morgen
om 7 k 8 nur over de grens te zjjn, zon
ik weer doorde Engelsche politie gevat
worden. De trein vertrekt om 9 minuten
over 8 en komt den volgenden morgen om
16 minuten over 3 te Villapuram aan. Ik
had berekend dat ik in 6 uren van Villu-
puram naar de grens van de Fransche ne
derzetting Pondichery kon wandelen.
Al deze gegevens had ik uit een oud reis
boek, dat wjj in het kamp hadden, dat
zorgvuldig verborgen gehouden werd en dat
in het geheim van hand tot hand ging. Het
reisboek was ons met andere lectuur uit
Holland toegezonden. De afstand van het
kamp naar het station was een half uur
loopen. Zoo kwam dan de avond van den
lOn Maart. Twee maanden had ik hard ge
werkt om alles voor mjjn vlucht te berei
den. Aan twee mjjner kameraden had ik
mjjn geheim verteldzjj zouden mjj aan-
kleeden en beschilderen. Nadat ik de „roll-
call" geteekend had, terwjjl de overige man
nen nog in rjjen in het kamp stonden, be
gaf ik mjj in de tent, waar ik in den kortst
mogeljjken tjjd in een koelie herschapen
werd.
Ik kreeg een baatje aan, den turban op
en den doek in de lenden. Ik werd zorg
vuldig geschoren en mjjn gezicht werd met
gebrande kurk zwart gemaakt. Om half
zeven was ik kant en klaar. Ik kroop onder
het tentdoek door en kwam achter de tent
terecht. Intusschen kochten mjjn kameraads
onder druk loven en bieden bjjna het heele
winkeltje leeg, met het doel den koelie aan
den praat te houden.
Men waarschuwde mjj dat het karretje
al voor de poort stond. Ik liep nu midden
door het kamp tusschen mjjn kameraads
door, die in rjjen stonden om de „roll-call"
te teekenen.
Terwjjl ik tusschen hen door ging, zei
er een„Maar hoor, da's 'n zwarte koelie,
wat daar stapZe hadden nooit zoo'n
zwarten koelie gezien, en ik had moeite om
mjj goed te houden.
De schildwachten lieten mjj ongehinderd
door en ik liep achter het karretje aan, na
tuurljjk oppassende dat de koelie in 't kar
retje me niet te zien kreeg.
Ik zette een blauwen bril op, zooals de
koelies ook wel dragen, om minder gevaar
te loopen herkend te worden.
Aan het station moest ik eerst een ticket
nemen. Daar ik de koelie-taal niet kende,
wierp ik het geld maar neer en noemde
het plaatsje Villapuram. De reis derde klasse
kostte 2 roepies (f 1.60). Ik kreeg een
ticket, maar de koelie aan het perron
poortje scheen wel te zien dat ik geen ras
genoot was, want hjj vroeg mjj heel beleefd
„Sir, your ticket please?"
Zoodra de trein binnen kwam ging ik in
een hntje vooraan zitten, maar daar moest
ik weer uit, omdat de wagen afgehaakt werd.
Ik ging dus in een anderen wagen, waar ik
heerljjk in een heel klein hoekje wegdook.
Daar ik versmachtte van dorst, wierp ik
een inlander, die met citroenen langs deu
trein kwam, wat geld toe en nam een paar
citroenen, die mjj wat verkwikten.
Er zaten nog eenige koelies in mjjn hutje
Een van hen zag waarschijnlijk wel dat ik
een imitatie-koelie washjj stiet mjj tegen
de knie en sprak mij aan met „sir".
Ik bègreop dat hjj een praatje wilde ma
ken en ik bromde wat, met het hoofd schud
dend en naar mond en ooren wjjzeud, waar
uit bjj moest begrijpen dat ik doofstom
was Gedurende de geheele reis keek ik op
mjjn horloge, om te zien of ik nog niet te
Villapuram was. Eindeljjk kwam ik daar
aan en na eenig zoeken vond ik den weg
naar het Fransche grondgebied. Ik had van
te voren, met behulp van mjjn reisboek,
alles nauwkeurig uitgeteekend. Het was een
mooie breede kunstweg, aan weerszijden met
boomen beplant. De lucht was nog al be
wolkt, inaar toch ontdekte ik eindeljjk den
„Grooten Beer" en zoo kon ik uit den stand
der sterren verder afleiden, dat ik op den
rechten weg was. Het was tameljjk donker.
Ik was doodmoe en stierf bjjna van dorst.
Maar ik moest vooruit, want wanneer ik
niet vóór 9 nur de grens bereikt had zou al
mjjn moeite te vergeefsch geweest zjjn.
Het was intusschen dag geworden en ik
kwam aan een waterput, waar eenige koelie-
vrouwen bezig waren water te patten. Ik
liep naar haar toe en beduidde baar dat
ik dorst had, maar ik had als koelje weinig
succes bjj mjjn rasgenooten. Do vrouwen
gingen voor mjj op de vlucht. Een barer
bleef echter staan en gaf mjj uit haar wa
terkruik te drinken, zjj had bljjkbaar mede-
Ijjden met mjj
Verkwiki liep ik door, al maar door, en
om veertig minuten voor 8 kwam ik aan
de Gingeerivier aan. Uit mijn reisboek wist
ik dat dit de grens is tusschen Fransch en
Engelsch "grondgebied. Ik waadde de rivier
door en ik was vry! Uit blijdschap zong
ik luidkeels over den weg de Transvaalsche
en Vrjjstaatsche volksliederen.
Ik zocht nu het inlandscbe dorpje Vilia-
murhier kocht ik wat eten en na mjj wat
verkwikt te hebben, huurde ik voor 10 an
nas een inlandsch karretje, waarmee ik mjj
naar Pondichery (diio mylen van daar) liet
brengen.
In mjjn reisboek had ik gezien dat er te
Pondichery een reizigers-bungolo was. Ik
naar de bungolo, waar ik een bad nam,
en mjj door een inlander van top tot teen
liet afschrobben. Daarna beduidde ik den
Ihlander, dat hjj mjj naar een winkel moest
brengen, waar ik Europeescbo kleeren kon
koopen. De jongen bracht mjj echter naar
een inlandschen winkel, om de eenvoudige
reden dat er in het plaatsje geen Europee-
sche winkels waren Daar ik zeer moe was
en naar rust verlangde, liet ik mjj in een
pous-pous (wagentje) naar het hotel bren
gen. De maïtre d'hötel, een inlander, keek
wel wat gek op toen hjj mjj zag aankomen,
maar ik liep zonder veel komplimenten bet
hotel binnen.
Een van de bedienden verstond een beetje
Engelsch en ik vertelde, dat ik een ont
vluchte Boer was. Daarna ging ik naar bed
en sliep heerljjk uit tot 's avonds ,7 uur.
Intusschen had het gerucht, dat er een
Boer in het plaatsje was aangekomen, zich
al verspreid, en er kwam een Franschman
in het hotel om mjj te spreken. Hjj stelde
veel belang in mjj en den volgenden mor
gen stuurde bjj mjj kleeren. Toen ik in mjjn
nieuw pakje op straat kwam, stroomde het
heele plaatsje leeg om mjj te zien. Alle
inlanders, die al zooveel van den oorlog
gehoord hadden, betuigden mjj bon sym
pathie.
De gouverneur van Pondichery zond zjjn
pion (bediende) naar mjj toe om mij te vra
gen ot ik hem een bezoek wilde brengen.
Hjj was zeer verheugd mjj te zien en zei
mjj, dat ik onder de Fransche vlag volko
men veilig was en dat ik niets te vreezen
had. Hjj ken mjj echter niet veel hoop go-
ven op een spoedig vertrek, daar bjjna al
de stoombooten, die Pondichery aandoen,
Engelsche booten waren. Maar, zei hjj, er
moet hier een Fransche stoomboot aanko
men vac de Messageries Maritimes, die de
boot, komende van China, te Colombo ont
moet. Daarmee zoudt gjj verder naar Mar
seille kannen gaan.
Voordat deze boot aankwam zon er nog
een Noorsche boot Pondichery aandoen.
Maar jui«t een jraar dagen voordat die boot
zou aankomen kreeg ik koortsen en moest
ik naar het hospitaal. Ik wanhoopte dus
den kapitein van het Noorsche schip te
kannen overhalen mjj mee te nemen. Maar
wat gebeurde? Het toeval wil, dat de ka
pitein van dat schip een verzwering aan zjjn
been had en dat hjj ook in het hospitaal
kwam en wel in dezelfde kamer waar ik lag.
Wjj waren al heel spoedig dikke vrienden
en hjj beloofde my te zullen meenemen
naar Marseille. Zoodra zijn been wat beter
werd en ik mjjn koorts kwjjt was, vertrok
ken wjj op den 30n Mei, 's avonds 8 uar,
na een harteljjk afscheid van deu gouver-
near, die mjj zeer gastvrjj gedurende mjjn
verbljjf te Pondichery had behandeld.
De reis was voorspoedig tot Aden. Daar
hadden de Engelschen mjj bjjna weer te
pakken. Wjj moesten te Aden kolen inne-
meu. De Engelschen wisten zeer goed dat
ik aan boord was. Pas waren wjj den 9n
Juli aangekomen (ik hoorde hier voor het
eerst dat er vrede gefloten was) of er komt
een Engelsche speurder aan boord, die den
kapitein een brief van den Noorschen con
sul laat zien, waarin deze last geeft om
den Boerengevangeno de Villiers uit te le
veren, aangezien hjj een Kaapsche rebel is.
Gelukkig was*tfe kapitein niet voor een
klein geruchtje vervaard en hjj weigert. Hjj
antwoordde, dat de Villiers behoorde tot
de bemanning van zjjn schip (ik was als
zoodanig ingeschreven) en dat hjj hem niet
wilde afstaan. De detectieve bood nu aan
om vier andere mannen in mjjn plaats te
leveren. De kapitein weigerde. „Gjj weet
heel goed", zei hjj, „dat de Villiers hier
op mjjn schip op Noorsch gebied is", dat
hjj hier niet door u kan gearresteerd wor
den. Daarna kwam de detectieve terug met
een bevel tot arrestatie, van den Noorschen
consul. (Men bad den consul, die zelf En-
gelschraan is, verteld, dat de Villiers een
gewoon gevangene en geen krijgsgevangene
washet schjjnt dat de Engelschen, zelfs
na den vrede, het niet erg op de Villiers
begrepen hadden, en als men de Villiers
gezien beeft zal men dat volkomen begrjj-
pen).
Maar de kapitein stond op zjjn stuk.
„Welnu, zei hjj, ga dan zeggen aan der.
consul, dat hy mjj een schrifteljjke verkla
ring geeft dat hjj de Villiers laat arres
teeren en dat hjj alle verantwoording op
zich neemt."
De detectiven vertrokken. Eenigen tjjd
later kwam er een stoombootje, met Engel
sche soldaten bemand, op het schip af. Ik
liep naar beneden. (De kapitein lag met
zjjn ziek been beneden in de kajuit). Kapi
tein, zei ik, daar komen de Engelschen ora
mjj te arresteeren.
Nu werd de oude zeebonk kwaad hjj liet
zich op het dek brengen en gaf bevel om
met fallspeed weg te stoomen.
Het stoombootje kwam langs-zjj liggen en
de bemanning schreeuwde ons toe dat we
moesten stoppon, maar wjj waren Oostin-
disch doof en met voorname staatsie stoomde
bet groote schip weg, het kleine bootje ver
achter zich latend.
Ja, die goeie kapitein P. Schljjder van
het stoomschip 't „Ëidsvold" heeft veel voor
me gedaan.
GOUDA, 20 April 1903.
Bjj Kon. Besl. is benoemd bjj het 8ste
regiment, tot kolonel, commandant van het
korps, de lnitenant-kolonel C. J. Vaillant,
van het 4de regiment.
Aan het Nationaal Muziekfeest, dat op
Hemelvaartsdag te Oudewater zal worden
gebonden, zullen 22 fantare-, harmonie- of
zanggezelschappen deelnemen.
Bjj Kon. Besl. is benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Woerden, J.
Stolk, ontvanger der registratie en domeinen
te Woerden.
Bbro-Ambacht. De vereeniging „Winter-
lezingen" mag weder met genoegen terugzien
op hare pogingen ora in den winter goede
lectuur te verschaffen. Van de door haar
opgerichte volksbibliotheek werd in het afge-
loopen leesjaar weder veel gebruik gemaakt.
Er werden 1157 boekdeelen uitgegeven. De
bibliotheek bevat thans 995 nummers.
Krimpen a/d IJsel. De zangvereeniging
„Uitspanning door Inspanning" heeft in deze
gemeente eene in alle opzichten geslaagde
uitvoering gegeven. Voor een talrjjk publiek
werden de diverse nummers prachtig uitga-
voerd, inzonderheid kan dat worden gezegd
van de opgevoerde tooneelstnkjes deze vooral
werden mooi gespeeld, waarbjj herhaalde
malen bleek, dat de dilettanten flink rolvast
waren en zich volkomen bewust van hun spel.
Een woord van dank in liet algemeen aan
alle leden der vereeniging, in liet bjjzon-
der aan de dames Van .Wjjnen en den heer
P. Buitelaar, is dan ook zeker niet misplaatst.
Na afloop dankte de heer Van der Giessen
Jr. de vereeniging en haren directeur voor
den genotvollen avond.
Een geanimeerd bal besloot den avond.
Ammerstol. De staking in het manden-
makersbedrjjf is nog in vollen gang. Men
hoort niet het minst van eenige toenadering
tnsschen de stakenden en de patroons. Wel
werd dezer dagen met zekerheid medegedeeld
dat de stakenden en corps aan den heer
Natzjjl hunne diensten hebben gepresenteerd
en dat men voornemens was èe patroons,
waar de stakenden in dienst waren, te boy
cotten.
Het Concert van 19 April.
Een paar weken geleden en dat is in
onze stad noodig ontvingen we eene in-
teekenljjst voor een concert te geven door
mej. J. Hoogenboom, André van Dantzig,
Oscar Eberlé en Eduard Van Dantzig met
welwillende medewerking van den heer J.
H. B. SpaaBderman. Bjj wjjze van proef
wilde men ook in Gouda eens iets goeds
geven tegen een lagen entrée-prjjs. Het is
gebleken, dat velen dit op hoogen prijs stelden,
want de zaal was zoo bezet, dat er niemand
meer bij kon. In dit opzicht is de proef dus
volkomen gesl agd en is eene herhaling met
andere artisten ter afwisseling stellig te
verwachten. De heer André van Dantzig
opende 't concert met eene Sonate voor viool
van Schubert. Deze solo werd niet gelukkig
gespeeld 't kwam ons voor, dat de stemming
der instrumenten te wenschen overliet. De
beide nummers, die hjj voor de pauze nog
gaf, waren iets beter. Toch zal de toon
breeder en voller moeten worden, indien
deze heer zjjne hoorders meer wil boeien.
Houding en voordracht doen wel iets goeds
van hem verwachten. Het laatste nummer
voor viool, dat bjj na de pauze speelde, was
meer genietbaar en liep ook beter van stapel.
Mej. Hoogenboom beschikt over een lief,
beschaafd geluid. Ze is bljjkbaar heel goed
geschoold, waarvan 't eerste nummer, dat
ze zong, al de bewjjzen gaf.
Er is veel moois in hare stem te genieten.
Daarbjj zjjn uitspraak en voordracht uit
muntend ook de keuze der zangstukken
verraadt, dat ze zich kent. Haar succes
was groot en welverdiend. De Heer Eduard
v. Dantzig spiegele zichj eenigszins aan zjjne
zuster in de kunst, die niet alleen voordraagt,
maar ook zingt. Met eene mooie uitspraak
kan men toch een klankrijk geluid paren en
dit laatste moet het streven worden van
den Heer van D.wjj verlangen van hem
meer toon en minder vibreeren, dan komt
de zang ook op den voorgrond.
Het zou ondankbaar zjjn, als wo niet we
zen op de goede eigenschappen van dezen
zanger en die zjjn hoofdzakeljjk in zjjne
goede uitspraak gelegen. Nu nog wat meer
klank ia de stem en dan volgt bet succes
zeer zeker. „Terugkoxst" en „Drincklie-
deken" bevielen van zjjne liederen 't best.
Van den heer Oscar Eberlé kan men niet
anders dan veel goeds zeggen. Mooie voor
dracht en breede toon treffen den hoorder
en spannen zjjne aandacht; alles tintelt bjj
hem van grooten, muzikalen aanleg. Hjj had
bjjzonder veel succes.
De heer Spaanderman, die allen accompag
neerde, deed dit, zooals te wachten was
keurig fjjn en met gevoel en toewjjding!
DAMES- en HEEREN-
Kleiweg E 73a, GOUDA
Telephaan lo ,91.
Burgerlijke Stand.
GEBOREN15 April. Willem Martinus,
ouders D. Moerman on A. M. Droppert. -
17. Gjjsbert Johannes, ouders G. H. Hordjjk
en K. Boel houwer.
OVERLEDEN15 April. A. Middelkoop,
18 m, M. Roest, 60 j 17, J, den
Haag, 15 m. J. A. Bax, 4 m. P. van
Vliet, 75 j. H. van Willigen, 14 w.
ONDERTROUWD 17 April. A. F. Wiel-
ders en W. C. Lafeber. J van don Berg
te Amsterdam en M. U. Rozenstraten.
J. J. Bats en J. Hofman.
rle NOUVEAUTÉS
TE HOOP voor de raeost biedende
Ook afzonderljjk te koop.
Te bevragen aan het bureau dezer Courant.