WAARSCHUWING. LIEFDE EN HAAT. /IwwfZ'A- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, j Woensdag 27 Mei 1903. 42ste Jaargang k Builenlandscli Overzicht. FEHLLE1O.X Ter il K: a.t dtki. No. 9116. aglijders van Inzending van Advertentiën tot 1 uur de? midd. ;rk gemaakt. onbe- Wordt vervolgd. fc Zn. Gouda ■©- ■A waskracht est beroem- bekende est. toen een tiental personen in arrest waren genomen. I.OI IN IIL Illi HIM r briefkaart wordt toegezonden door iltbommel- en delven in oude van den tegenwoor- V. Kidd, Baltes 8035. U. 8. A Telefoon No. 82 ADVERTEN TIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Telefoon To. K2 De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1,25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. a werkelijke hulp r eenieder die zijn zend. ioi) En zoodoende geheel op de hoogte komt van de wereld, waarin men zich vermaakt, door tal- looze pennen reeds beschreven, en van de wereld waarin men zich verveelt, die door Pailleron in zijn geestig tooneelspel zoo aardig werd ten toon gesteld. De strooming bleet nagenoeg tot middernacht voortduren, zoodat Angelina met geen mogelijk heid had kunnen zeggen, hoeveel menschen wol aan haar waren gepresenteerd en aan hoevele menschen zij zelve, meestal door den generaal, als mejonkvrouw Léa du Haussey was voorge steld geworden. Eindelijk mocht het dan toch Léon de Léra gelukken zich met zijne verloofde onder de dan sende schare te mengen. Nooit, zoo verbeeldden zij zich was een min nend paar gelukkiger gefeest dan zij het waren op dat heerlijke feest. Léons liefdes-droom, reeds zoo verrukkelijk bij den aanvang, toen hij, met aller goedkeuring Angelina’s jawoord had gekregen, eindigde nu, als het ware, met een apothéose en verplaatste hem en haar, zooals men dat in den schouwburg bij de een of andere feeerie ziet gebeuren in een pa- De Zondag is te Parys kalm voorbijge gaan. Een paar onbeduidende anti-clericale betoogingen, by de kerken van Saint-Ambroise en Saint-Joseph verdienen ternauwernood vermelding, wyl de politie er onmiddellyk een einde aan maakte. Lépine had buitengewone maatregelen ge nomen ter beteugeling van eventueele onge regeldheden, die zich hadden kunnen voordoen by den socialistischen optocht naar het kerk hof van Père Lachaise. ter herdenking van de gevallenen der Commune, die in 1871 door de troepen van Versailles werden doodgescho ten. Alles is echter in goede orde verloo- pen. Een menigte van 2400 manifestanten bezochten, in groepen van 50, de begraaf plaats, om er kransen op te hangen. Slechts enkele kreten van: „Vive la commune!” en „A bas la calottewerden genit. Zingen of het houden van redevoeringen was ver boden. Een troepje vrijdenkers, onder aanvoering van Charbonnel, de rustverstoorder in de kerk van Aubervilliers, was aanwezig. By het heengaan hadden er aan den ingang van ’t kerkhof oploopjes plaats, die eindigden, de geheele financieels onafhankelijkheid van Kroatië. Die eischen werden ondersteund door volks- oploopen, zoodat de Regeering zich genood zaakt zag, troepen onder de wapens te roepen, den staat van beleg af te kondigen, en krach tig tot handhaving der orde op te treden. Bloedige botsingen hadden plaats, en vele gewonden en dooden vielen als slachtoffers van dezen nationaliteiten-stryd. Van den Balkan is de laatste dagen het nieuws tamelyk schaarsch, en wat er dan nog komt, luidt dikwijls tegenstrijdig. Te genover de inlichtingen die van een uitbrei ding der oproerige beweging gewagen, staan beschouwingen welke het tegenovergestelde komen verzekeren. De man van de Times te UskUb zegt, dat men de Turksche regeering af geluk mag wenschen met de onderdruk king van het verzet der Albaneezen. Er blijven er hier en daar nog wel ter be strijding over, maar met dat restant zal de Porte het wJ klaar spelen. In militaire kringen in Turkije moet de neiging om het met Bulgarije maar eens uit te vechten, er niet zwakker op worden. Aan het ministerie van oorlog heerscht een onge kende activiteit, en in Kaisarich heeft men reeds een divisie van het le legerkorps in mobiljsatie gebracht. De Sultan zal zieh echter wel niet tot zulk een avontuurlijke daad laten meesleepen, vooral nu in Bulgarije een nieuw ministerie aan hel bewind is ge komen en de gevoelens der mogendheden over een mogelyken oorlog hem zeer goed bekend z(jn. Ook het nieuwe Bulgaarsche kabinet is er blykbaar op uit om betere betrekkingen met Turkye te verkrygen, en heeft reeds recht- streeksche onderhandelingen aangeknoopt met de Porte over de Macedonische quaes- tie. Beweerd wordt ook, dat het kabinet-Petrof reeds aan graaf Goluchowski, den Oosten- rykschen minister, geseind heeft, dat een schikking tusschen Bulgarije en Turkye voor de deur staat, en dat vorst Ferdinand bin nenkort zelfs een1 bezoek zal brengen aan Konstantinopel. En tegelyk vertelt „men”, dat de Bulgaarsche regeering de medewer king der Russische en Oostenryksch Hon- gaarsche regeeringen heeft ingeroepen, om zulk een betere verstandhouding tot Turkije te verwezenlijken. Chamberlain is al weer een stap verder gegaan. Ter nauwernood een week na zyn ironische bespotting van den vrijhandel en zyn nog onbepaalde aankondiging van een tol verbond Zoll Verein zeggen de Engelschen die blykbaar ’t soms gebruikte costom union geen goed woord voor dat begrip vinden heeft hy nu een verdere ontwikkeling van zyn denkbeeld gegeven. Vrijdagmiddag was hy toevallig in het La gerhuis aanwezig gedurende de discussie over een wetsvoorstel betreffende pensioenen, en moest toen eenige scherpe woorden hooren van het lid L|oyd George. Zooals men weet, wordt Chamberlain verweten dat hij bij de verkiezing in 1894 een voorstol over ouder domspensioenen toezegde waarvan hy later als minister niets meer liet hooren. Chamberlain wees dat verwyt ook nu af en besloot met de volgende merkwaardige woorden „Vóór eenige regeering een plan kan over wegen, moet zy weten waar zy de gelden van: daan zal krygen. Ik geloof niet dat de kwestie een doode kwestie is, en ik acht het niet ón mogelijk de fondsen te vinden. Daarvoor zal ongetwijfeld een herziening van ons fiscale stelsel moeten plaats hebben, waaraan ik de noodzakelijkheid, en de wenschelykheid bin nen een kort tijdsverloop, heb aangetoond.” Onder een storm van gejuich en gelach ging hy. weer zitten. Kidd. klokt heeft, en dat an zijn wonderbaar lekend is, en welke tudie in het zoeken om alle kwalen van nezen. Er is geen Doctors wanneer hij genezingen die hij irheid zijner woor- ijke gronden geba- 'erkregen in de be te vele jaren. Het e Levens Kracht» ren, want hij zend, enoegzame hoeveel- onderbarende gene- s waagt. Sommige i zeer merkwaardig Btuigenissen, zouden imen hebben hunne n loopen nadat zij n gebruikt hadden, ren waren opgege- en vrienden terug laag-, hart-, lever ton zijn als op ma- pijn, ruggepijn, ze erkoudheid, asthma, ceel ongesteldheden, )0 spoedig hersteld mder is. jtor ataxia, water- Bien zijn epoedigen, t gansche lichaam, edsomloop en eene dig verkregen. Voor ijk en komen onder 3 Levens Kracht» nedicijnen. Het is marvan gij genezen m n dadelijk franco scheiden, dien energieken, bijna genialen kop met die donkere tint, dat gewelfde voorhoofd, die "zwarte sombere oogen, dien gebogen neus en die bleeke lippen met het weemoedige, bijna bittere lachje er om heen. De generaal stelde zich geheel onwillekeurig in postuur, als iemand, die geenszins voornemens is de burgerlijke beleefdheid uit het oog te verliezen maar toch het vaste plan heeft opgevat om den man, iu wien hij iets vijandig meent ontdekt te hebben, ook behoorlijk te woord te staan. Maar die blik en dat eigenaardige optreden van den onbekende troffen den generaal en verdub belden zijn gevoel van wrevel. «Baron,' sprak de man, ik zou graag voor enkele minuten een afzonderlijk onderhoud met u willen hebben.' «Met wien heb ik de eer te spreken vroeg du Haussey. «Aan mijn naam zoudt gij niets hebben, baron I Ge kent dien niet.' «Als dat zoo is', antwüördde du Haussey met de koele beleefdheid, die hij, waar ’tpas gaf, steeds ter zijner beschikking had, «als dat zoo is, moet ik u doen opmerken, mijnheer, dat u je oogenblik minder goed gekozen hebt Van avond heb ik niet de beschikking over mijn tijd, van avond behoor ik aan mijn gasten in ’t algefneen aan mijn vrienden en aan mijn gezin I0 «Wat ik u had te zeggen, baron, heeft juist betrekking op dat alles en zeer in ’t bizonder op uw gezin.' «Maar nog eens, mijnheer. «Geloot me, baron/ viel de ander hem in de BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA. Herinneren belanghebbenden, dat volgens art. 7 van het Koninklijk besluit van 28 Juli 1887 ^Staatsblad 141) Ieder, die naar eene andere wo ning binnen de gemeente verhuist, daarvan bin nen ééne maand aangilte moet doen ter Plaatse lijke Secretarie (Bureau van Bevolking) en dat de Hoofden der huisgezinnen, alsmede afzonderlijk wonende personen, gelijke aangifte behooren te doen van ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenornen of daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen. Geschiedende deze waarschuwing ter voorkoming ‘van vervolging overeenkomstig de bepalingen van bovengenoemd Koninklijk besluit. GOUDA, den 23 Mei 1903 Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS, De Secretaris, BROUWER. Zaterdagavond heeft in Hyde Park te Londen de monstermeeting plaats gehad, ge organiseerd om tegen de Londensche On- derwys-Bill te protesteeren. Men schat, dat het aantal aanwezigen om streeks 500,000 heeft bedragen. De twaalf spreekgestoelten waren bezet door bekende volksredenaars uit de radicale en de non-conformistische party. Gesproken hebben onder anderen de be kende predikant en agitator dr. Clifford en het parlementslid dr. Macnamara. Een motie is aangenomen, waarbij de Bill wordt veroordeeld, „omdat zy den Londen- schen Schoolraad afschaft, vrouwen belet zitting te hebben in een schoolbestuur, gods dienstige eischen stelt aan onderwijzers en niet voorziet in het kostelooze lager, tech nisch en hooger onderwijs op behoorlijke dag en avondscholen, 'staande onder toezicht en beheer van een onmiddellyk voor dat doel gekozen lichaam.” Of de regeering, ziende, dat het de Lon densche bevolking ernst werd met haar be zwaren, vrees is gaan koesteren Zeker is, dat zij het daags voor de meeting raadzaam heeft geoordeeld door middel der Times be kend te doen maken, dat zy een dier voor naamste bezwaren wenschte uit den weg te ruimen, en zij afzag van het plan om den Londenschen gemeentebesturen in het nieuw te vormen schoolbestuur’ vertegenwoordiging te geven. V Dezelfde strijd, die nu al jaren lang in Oostenrijk gevoerd wordt tusschen de Duit- schers en de Tsjechen, woedt thans in Hon garije tusschen de Hongaren en de Kroaten. Het koninkrijk Hongarije bestaat uit het eigentlyke Hongaarsche land, en verder uit een even zonderling gemengde bevolking als van het keizerrijk Oostenrijk. Men vindt in Hongarije, behalve Magyaren Serviërs, Roe- meniers, Ruthenen, Slowakken, Turken, Kroaten, en andere volksstammen. En die volksstammen komen nu en dan in rebellie, in verzet, in opstand tegen de Hongaarsche Regeering. Wy herinneren aan de alleronaan genaamste gebeurtenissen in het Romeensche gebied, in Hermannstad en Klausenburg waar de Roemenen, onder de zinspreuk „Roemenië moet grooter zyn zich verzetten tegen de Hongaarsche overheerschers, zooals zy die noemden. Wij herinneren aan de Ser vische beweging in Werschetz en Temesvar, waar zelfs by het bezoek van koning Franz Joseph de Servische vlaggen werden uitge stoken, en waar de koning in de kathedraal in het Servisch werd welkom geheeten. Want die streek behoort tot „Grooter-Servië”. En thans is in Kroatië een stryd uitge- broken, die reeds dagen lang de gemoederen bezig houdt. De Kroaten beweren dat de Kroatisch-Hongaarsche Ausgleich (in de Mo- narschie schijnt by alles een „Ausgleich” te behooren) niet wordt geëerbiedigddat de Kroatische taal in het land wederrechtelijk door de Hongaarsche wordt verdrongen, dat de Kroatische ambtenaren geleidelijk door Hongaarsche worden vervangenin één, woord de gewone reeks van klachten die wy uit de Duitsch-Tsjechische verwikke lingen in Oostenrijk, al meer dan ons lief is, leerden kennen. Als een bijzonder middel tot Magyariseering van Kroatië wordt de Hongaarsche staats spoorweg aangezien, die Kroatië doorsnijdt; en de toorn der Kroaten keert zich in hoofd zaak tegen dien spoorweg. De stations worden belegerd, de spoorwegambtenaren vervolgd, de spoorweg zelfs opgebroken. Maar daarbij blyft het nietde Magyarenhaat uit zich op verschillende wijze. Hongaarsche vlaggen worden vernield. Hongaarsche wapenschilden en Hongaarsche opschriften worden afgerukt, in één woord, er heerscht rebellie tegen Hongarije in Kroatië. En daar men nu toch eenmaal aan den gang is, eischt men erkenning van het Kroa- tisch als officieele taal in Kroatië benoeming van Kroaten tot ambtenaren in Kroatiëen rede, ,’t is ernstig en het kan geen uitstel velen U zoudt er later een bitter berouw van hebben, als u mij niet het onderhoud onder vier oogen, dat ik u heb gevraagd, hadt toegestaan als u mij in zekeren zin genoodzaakt hadt om overluid datgene te zeggen, wat ik u afzonderlijk had willen meedeelen.' De man, die aldus sprak, behoorde niet tot hen, voor wie men medelijdend de schouders op. haalt. Alles in hem verried haat, maar ook krachten moed. Dat gevoelde de generaal terstond. «Wees zoo goed mij te volgen,' zeide hij. Den onbekende voorgaande, geleidde Gontran du Hausse^ hem op eene geenszins m het oog loopende wyze door twee zalen en opende daarop voor hem de deur van zijn particulier cabinet, dat met ééne staande lamp slechts flauw was verlicht. Toen beiden binnen waren, deed de generaal de deur op slot, ten einde niet gestoord te kunnen worden, en zeide op een zeer afgemeten toon «Begin nu, mijnheer!' radijs op aarde. De generaal hoewel hij anders van tijd tot jijd aan de gevolgen van zijn schier doodelijke ’verwonding nog veel te lijden had voelde daar van op dien avond hoegenaamd niets. Gelukkig en tevreden dwaalden zijn blikken van den een naar den ander en overal zag hij glimlachende en sympathieke gezichten; maar op eens voelde hij iets, wat naar een huivering geleek, een onbe stemde gewaarwording van schrik, die hij zich toch eigenlijk niet wist te verklaren. Dat kwam, doordien hij tot de ontdekking ge raakte, dat er iemand in de zaal was, die hem met somber oog aanhoudend fixeerde, iemand, wiens bijzijn hij vroeger niet had opgemerkt, die ook niet aan hem was voorgesteld en dien hij, voor zoo ver hij wist, nog nooit in zijn leven had ontmoet. Een heer was ’t met een vreemd uiterlijk, waar in iets dreigends zat, zonder dat men met juist heid kon opmaken; waaraan dat dreigende moest worden toegeschreven, en die overigens zorgvul dig was gekleed met frak en lang uitgesneden vest gelijk ook de andere heeren. die in burgerklee- ding de receptie bij woonden. Toen die heer bespeurde, dat men hem had gezien, nam hij de armen van de borst, richtte zich uit zijn leunende houding tegen den post van de deur op en begaf hij zich met een vasten tred doch zonder eenige overhaasting naar den gene raal. Toen kon de generaal, die in ’teerst slechts een oppervlakkigen indruk van dien vreemden gast had gekregen, die gelaatstrekken beter onder-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1903 | | pagina 1