Pi
M
N
I
o
o
DISCRETIE.
Ateuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Mo. 9188.
43ste Jaargang.
KENNISGEVING.
Bultenlandsch Overzicht.
FEUILLETON.
KOEPOKINENTING.
Donderdag 30 Augustus 1903.
'■"WM.W.W ...Ill
Inzending' van Advertentiën tot 1 nur dep iHidd.
En
van
gastvrouw mij
{Slot volgt
X
MMMH||MM|MBH||
Een telegram Uit Sofia aan de bladen hier
meldt, dat de opstandelingen te Terlepe, den
Kaimakam, den bevelhebber der gendarmerie,
den ontvanger der belastingen, twee kadi’s
en den vertegenwoordiger van de Openbare
Schuld hebben vermoord.
Uit Sofia wordt geseind dat in de nabij
heid van Monastir zwaar is gevochten. Drie
Tnrksche bataljons vielen een troep van
duizend opstandelingen aan. Na een verwoe-
en in overeenstemming met plaatseljjke ge
voelens”.
Daarvan nu wil Lawley niet weten.
vandaar dat de zaak niet vordert.
De Engelsche pers ziet met angst en beven
het geheele drjjven van Rusland aan. Engeland
vreest altoos; het vreest dat Rusland, nu
het in Oost-Aziö Mandsjoerjje bezette om het
schijnbaar tot rust te brengen, maar feiteljjk
om het te behouden ook in Macedonië,
wellicht in Turkije, hetzelfde spel zal her
halen.
Zelfs de Westm. Gazette, die erkent
dat het noodig zou kunnen zyn, Macedonië,
waar door een lang tijdperk van wanbeheer,
godsdienst- en rassenhaat elke regeling onmo-
Telefoon No. S3
A I) V K RT E N TI EN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS 5
Gouda,
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre-
tarie ter visie is gelegd een verzoek met bij
lagen van de firma L. P. Hoogendijk te Gouda
om vergunning tot uitbreiding harer koek- en
banketbakkerij door het afbreken van den be
staande» oven en het in de plaats daarvan bou
wen van een dubbelen heeteluchtbakoven in het
perceel gelegen aan de Hoogstraat Wijk A No.
115, Kadastraal bekend Sectie C No. 13.
Bat op Dinsdag den 1 September 1903, des na
middags ten i*/« ure, op het Raadhuis gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning
in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór
dien dag op de Secretarie der Gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis
genomen.
GOUDA, den 18 Augustus 1903,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
Telefoon No. 82.
De Uitgave «lezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nummers V IJ F CENTEN.
De BURGEMEESTER van GOUDA,
Brengt ter algemeene kennis dat aanstaanden
Zondag den 13 Augustus 1903, des middags te 12 uur,
in het Raadhuis voor ieder die zich daartoe aan
meldt, gelegenheid zal bestaan om zich geheel
kosteloos rechtstreeks van het kalf te doen inenten
of herinenten, terwijl zij die verhinderd zijn of
bezwaar hebben van die gelegenheid gebruik te
maken de kunstbewerking kunnen ondergaan in
het Gasthuis op Maandag 24 Augustus d. a. v. des
voormiddags te 9 uur.
Pouda, den 18 Augustus 1903.
De Burgemeester voorndemd,
R. L. MARTENS
De strijd tegen het Concordaat in Frankrijk
wordt, nu de Pauskeuze afgeloopen en Pius
X de tiq.ra aangenomen heeft, door de Petite
République opnieuw aanvaard. Het blad vindt
aanleiding om de volgende opmerking te
maken: „Ziet de nieuwe Paus het Concordaat
reeds voor opgeheven aan?
„Men zou het denken, wanneer men nagaat
hoe hij de Fransche Regeering behandelt.
Terwijl alle andere staatshoofden, met wie
Frankrijk vriendschappelijke betrekkingen
onderhoudt, deelneming uitspraken met de
slachtoffers van het ongeluk van de Metro
politan, door telegrammen te zenden aan
Loubet, of door hun leedwezen uit te spreken
bij de gezanten der Republiek aan hun hoven,
zendt de Paus een briefje aan den aarts
bisschop van Parijs. Hij'•doet alsof hij de
Regeering, den president der Republiek en
den minister van buitenlandsche zaken over
het hoofd ziet, en schendt de regels der
diplomatieke welvoegeljjkheid; en dat terwijl
Frankrijk by het Vaticaan een gezant heeft,
en de nuntius de aangewezen vertegenwoor
diger van de H. Stoel bij de Fransche Re
geering is.
gelijk maken, door een der mogendheden te
doen bezetten, om geleidelijk eén beschaafd
bestuur te kunnen invoeren vreest dat
Rusland die rol zou willen spelen. Duitsch-
land komt daarvoor naar de Westm. Gazette
meent, heelemaal niet in aanmerking; het is
te cynisch, en let uitsluitend op zyn eigen
handelsbelangen. Rusland en Oostenrijk, die
er de naasten toe zouden zijn, vertroqwen
elkaar niet genoeg, zy willen liefst Twkye
maar laten’wat het thans is, en alleeiwwat
hervormingen invoeren.
Maar het gevaar blijft bestaan, dat Bul
garen en Turken elkaar op'een gegeven
oogenblik naar de keel vliegen. De overigens
zeer bezadigde circulaire van de' Bulgaarsche
regeering zet dit duidelijk uiteen. In dat
geval is de kans het «grootst, dat de Bulga
ren door de Turken worden verslagenen
dan kan Rusland niet onzijdig blijven, wan
neer het zyn naam als beschermer der Slaven
niet wil verliezen. Maar met de interventie
van Rusland is de zaak niet uit; dan wordt
zy eerst recht een Europeesche quaestie.
De Westm. Gazette ziet maar een uitweg
samengaan der mogendheden, om door een
gemeenschappelijke actie den Sultan te dwin
gen de orde te herstellen en de noodige her
vormingen in zyn rijk in te voeren.
Indachtig aan het weinige wat het beroemde
Europeesche Concert in de Kretenser-quaestie
heeft verricht, kunnen wij in deze opvatting
van de Westm. Gazette niet deelen.
37)
Je weet immers, hoe Z. M. de Koning mij tot
den adelstand wilde verheffen, maar indien je mij
goed kent, dan weet je ook dat Walter Normann
zich boven dit vereerend gunstbewijs verre ver
heven acht.
Ik mag het je niet verzwijgen, mijn zoete schat,
dat ik voor deze Koninklijke belooning Zijne
Majesteit heden onderdanig bedankt heb, en dat
ik je niets meer bieden kan, dan een eenvoudigen
naam en mijn vurige, onuitsprekelijke liefde.»
In stede van een antwoord hief de jonge vrouw
langzaam het blonde kopje van zyn borst, en
lachte den hartstochtelijken man zoo zalig toe, dat
hij iederen twijfel vergat, en zich diep tot de aan
vallige lippen boog, welke zij hem gewillig aan
bood. Lang, lang stonden zij zoo, bewegingloos,
in innige omhelzing, tot eindelijk Eleonora uit
deze zoete omstrengeling zich zacht lostukte. »De
tijd is verstreken, mijn aangebedene, daarboven
vermist men reeds de al te onbezorgde gast
vrouw 1»
>0, Eleonora, kon ik maar de eerste uren van
ons geluk hier onbespied onder die groene boomen
sluitenWat raakt ons de nieuwsgierige menigte
die slechts waarneemt, ten einde haar spotzucht
„Dit is, zegt de Petite République, de eerste
vyandige daad van een nieuwe regeering; en
er zullen er nog wel meer volgen. Het wordt
daarom tyd aan een verhouding een einde te
maken, die tot in het belachelijke valsch is.”
Men herinnert zich, dat bij de behandeling
der begrooting in dit voorjaar de heer Combes
weigerde een amendement te aanvaarden tot
afschaffing van het gezantschap bij het Vati
caan. Vooreerst zal er dus van het opzeggen
van het Concordaat wel geen sprake zijn.
Wy hebben destijds melding gemaakt van
een correspondentie, gevoerd tusschen gene
raal Botha en den lt.-gouverneur van Trans
vaal Lawley betreffende de verzorging van
weduwen en weezen, die nog geheel onvol
doende moet zyn. (De Zuidafrikaansche bla
den bevatten thans den tekst der brieven).
Den 13en Juni nu schreef Botha zyn brief
aan Lawley; zeven dagen te voren, den 6en
Juni dus, richtte de regeering een circulaire
aan alle repatriatie-commissiën in den lande,
waarin bepaald werd, dat aan weduwen, die
daarvoor in aanmerking kwamen, zouden ver-
schafj worden: hout en ijzer om een huis te
bouwen, hoenders en hoenderhaan, en leeftocht
voor drie maanden, en dat de regeering zou
zorgen voor het ploegen van een stukje gronds,
indien zoo’n weduwe daarover beschikking
had’ bf kreeghet noodige zaad, een koe en
ëen Kalf. Ook moest de plaatselijke repa-
triatie-commissie zich tot het bekomen van
inlichtingen wenden tot de bestaande plaat
selijke commissie van het Generale Boeren-
hulp-fonds.
Blijkbaar had de Transvaalsche regeering
er de lucht van gekregen, dat Botha een der-
gelyken stap wenschte te doen en maakte
zy, dat zy hem vóór was.
Botha erkoftt.jn zyn schrijven, dat ’t voorstel
-reduwen hem „buitengewoon
7 De groote moeilijkheid ligt
verzorging der weezen. De
len ook hiervoor wel geld be
schikbaar stellen, maar dan staap zy er ook
5
s
s
betreffende jfieuwf
goed” vooriowtl
echter in we:
Engelschen ▼men
op, dat de kinderen in de door hen opgerichte
weeshuizen worden opgeborgen of anders,
waar zy in den familiekring verzorging mogen
vinden, wider Engelsch toezicht blijven staan
en Engelsche scholen bezoeken; m. a. w. dat
zy aan hen worden overgeleverd om het proces
van verengelsching te ondergaan.
Dit nu wil Botha natuurlijk niet zien ge
beuren hy wenscht dat de weezen ook zouden
mogen worden „opgenomen in gouvernements-
inrichtingen, die zoo min als mogelyk op
offlcieele leest geschoeid zyn, maar zooveel
als mogelyk ingericht mogen worden in over
leg met de plaatselijke kerkgenootschappen
„Zeg my, Excellentie, waar is onze gravin ge
bleven
„Ik ben daaromtrent even als u in het onzekere
onze gastvrouw is verdwenen I*
Zonderling maar neen, daar komt zij aan,
aan den arm van den professor. Zij schijnt u te
fixeeren wilt gij haar niet tegemoet gaan
Mij dacht het raadzamer, dien onzekeren
wensch hier af te wachten, gravin Hardenberg
,Zijt gij misnoegd, waarde vriend
„Het tegendeel is waar opgeruimder dan
ooit,* antwoordde hij met een geveinsden lach.
De opperhofmeesteres verwijderde zich. Eleonora
die den arm van haren beminde verlaten had,
naderde den eenzamen man.
„Gij hebt gelijk, in mijne hoedanigheid van
gastvrouw mij van onkieschheid te betichten,*
begon zij met haar allerliefsten glimlach, „maar
wij vrouwen hebben nu immers eenmaal het voor
recht, onze luimen ongestraft den vrijen teugel
te laten
Wanneer zou ik het gewaagd hebben u te be
rispen
„Ik weet ’thet beste, Excellentie, welk een
zeldzame schat uw hart is, waardig, door de edel-
sten van ons geslacht bemind te worden!»
„Gij drijft den spot, gravin! Gij immers
weet het best, of ik van deze edelste van uw
geslacht de vervulling mijner wenschen mag
hopen I*
de lippen.
lerhoud een einde
lij komt het bijna voor,
-jn ontwijken
bot te vieren
»En Rechberg, Walter
Normann was een oogenblik in gepeins ver
zonken, waarna hij zeide>Ik geloof, dierbare
bruid, dat je in deze aangelegenheid als een on
verbeterlijk bemiddelaarster zoudt kunnen fun-
geeren. Je vrouwelijke teergevoeligheid zal je on
getwijfeld de ware woorden in den mond leggen.
Wilt ge je met deze opdracht belasten
„Ik dank je voor je vertrouwen, alles zal zich
ten beste schikken
„Laat ons dan van dit stil priemt scheiden Hier
was je de mijne, daarboven echter zul je weer de
schoone, trotsche Zweedsche zijn v»
„O, Walter,» sprak zij angstig en zag hem diep
in de donkere oogen, //moet dit een verwijt
wezen
„Neen, neen,» riep hij met blijdschap, „het is
immers juist die tegenstelling, welke mij zoo ge
lukkig maaktJe zult eeuwïg en immer de onge
naakbare zijn met de koninklijke houding en den
trotschen glimlach, die je zoo verrukkelijk staat,
het zal mijn grootste trots zyn, wanneer mijne
gade het sieraad van ieder salon is en blijft. Maar
dan, wanneer de laatste gast de lokaliteiten ver
laat, wanneer het doek tusschen de wereld en ons
stil geluk is neergevallen, dan zul je mijn lieve
dierbare vrouw zijn, niets anders dan een min
nend wijfje, dat haar grootst genoegen in de be
wonderende blikken van haar man vindt Wil je
dit Elly, mag ik zulks hopen Nogmaals breidde
hij zijne armen uit, en Eleonora wierp zich jube
lend aan zijn trouw hart en hij kuste het stomme
antwoord van hare lippen
•Excellentie," zeide Eleonora standvastig, ter
wijl zij haar hand zacht op zijn arm legde, «het
onderhoud zal nu een einde nemen, ik beloof het
u. Herinnert gij u nog de laatste woord m, welke
wij gisteren avond met elkander wisselden
«Gisteren avond Zeer juistGij zeidet mor
gen, ja, morgen zult gij alles vernemen
>Zoo is het ik beloofde u de volle waar
heid
«Welnu dan wat zou ik vernemen vroeg
hij gejaagd. «Waarin heb ik mij bedrogen?»
Eleonora boog licht het hoofd, toen zeide zij
zacht«Gij moest weten, dat ik uw aan/oek
gehoor geven kan noch mag, omdat
«Gij spreekt in vollen ernst, gravin riep hij
ontsteld en poogde haar hand te vatten
«Omdat ik reeds verloofd ben, zeer, zeer g.luk
kig verloofd!» besloot zij fluisterend.
«Ontzet deinsde hij eenige stappen terug.
«Ónmogelijk! Gij schertst, gij moet schertsen.»
«Toch niet, Excellentie. En slechts deze om
standigheid kon mij voor uw liefde onontvankelijk
maken.»
«Wie echter, bij den eeuwigen God, wie is die
bevoorrechte
«Raad hem. lieve vriend, en gij zult den naam
vinden.»
«Dan is het Normann, en geen ander. Gij knikt,
Eleonora. Welnu dan, waar had ik mijne oogen
en zinnen gedurende geheel dien tijd
Keizer Frans Jozef werd Dinsdag 73 jaar.
Daar hy met het oog op zyn a.s. vertrek
naar de Hongaarsche hoofdstad, zyn geboor
tedag ditmaal doorbracht te Weenen, hebben
de inwoners dier stad zich bijzondere moeite
gegeven om door vlagvertoon als anderszins
Weenen een feestelijk aanzien te geven.
Heden middag vertrekt de grijze vorst
naar Boedapest, waar hy over een oplossing
der hangende politieke crisis zal beraadslagen
met de toongevende Hongaarsche staatslieden.
Volgens mededeeling van den afgetreden
premier, Khuen Hedervary, zijn de volgende
politici door den Koning tot een conferentie
opgeroepep^ de president van het Magnaten
huis, graaf Esaky; de president van het Huis
van Afgevaardigden, graaf Apponyide ond-
minister«presidenten graaf Szapary, Wekerle,
baron Banffy en Szell; de leiders der oud-
liberalen graaf Stephan Tisza en Hieronymi^
de leider der agrariërs graaf Alexander Ka-
rolyi, de vertegenwoordiger der vroegere
nationale party Emerich Hodossy, verder
graaf Julius Andrassy, als leider zijner groep,
en graaf Johann Zichy als president der
clericale volkspartij.
In de Wetgevende Vergadering te Kaap
stad vroeg de heer Merriman welke maat
regelen woiden genomen om de ellende in
de Oranje-Kolonle en Transvaal te keeren.
De premier, sir J. Gordon Sprigg, ant-
woordde dat over den toestand in deze ko
loniën tegenstrijdige berichten in omloop zyn
en hy zich met de regeeringen in verbinding
heeft gesteld om den feitelyken toestand te
leeren kennen.
Dr. Smartt merkte op dat de pogingen
van de besturen van de Oranje-Kolonie en
Transvaal om de ellende te verminderen,
die het gevolg is van de oorlog, zonder
voorbeeld zyn in de geschiedenis.
GoiiisiiiEciininr
hopen .-
De jonge vrouw beet zich op
„Laat mij nu aan ons ondt
maken,» verzocht hij, mij
als wildet gij mijne woordei