j i L’IS, kooping 'ouda. IT Dl MWI» Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. No. 9192. Dinsdag 25 Augustus 1903. 'I Bultenlandsch Overzicht. I dl 1 >a, lij Hing 42ste Jaargang FEUILLETON. 'GLEEVER, stand gelegen' Inzending van Advertentiën tot 1 uur de? midd. it elkander ge- 1 Verspreide Berichten. ïgen aanslui- Wordt vervolgd.) land en Kolo- tessen-Handel en GROND in yk M No. 202. eerste troost ste werkdagen tot 3 uren en te bezichtigen, voornoemde 1LEEVER te i ons lichaam 0 gebrek lijdt, worden ziek. it veel ziekten ie” is volgens 18, Amsterdam, 1 gratis. it Rjjks Inter- verkrijgbaar DE VI8CH- lar voor per- K. M. 1, - gen, de eetlust schaden, maar aren, de been- oord heel het :r overlading, te de warmte te allen tjjde [BER 1903, des bet Koffiehuis tt, ten overstaan (Amerikaansche roman.) It uitgeoefend, ■Igke BOVEN- en Kleiweg te 54a. Verhuurd beneden voor Telefoon No. 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Het vonnis in de Humbert-zaak werd te half zeven uitgesproken. Thérèse en Frédéric Humbert werden ieder tot vyf jaar eenzame opsluiting veroordeeld, Romain tot drie en Emile tot twee jaar gevangenisstraf. Zy hoor den hun vonnis aan, bleek, maar zich goed houdend. Thérèse en Frédéric omhelsden elkander verscheidene malen alvorens door de wacht te worden weggevoerd. Het publiek was gedurende de afwezig heid van de jury in de zaal gebleven. In den omtrek van het paleis stonden vele d onderhouden, JEN en ERVEN juda, (dicht bij en 166. Ver- I 165, beneden f 1.40. Samen HUIZEN en aat te Gouda, erhuuid by de n No. 8 voor Vrouwensteeg en 244a. Te 1. SN en ERVEN Jouda, Wijk C 1 by de week en boven voor No. 194 voor fiOllkSCIIE toniIVI. De onlangs afgetreden Servische minister van Financiën, dr. Weljkovitsj, heeft aan een persman medegedeeld, dat de reden van zyn heengaan was gelegen in het driest optreden van de Servische officieren, die aan de ko ningsmoord medeplichtig zyn geweest. De regeering is volslagen machteloos tegenover deze lieden. De Servische radicale bladen schelden den oud-minister een landverrader, omdat hij openlijk heeft durven uitspreken, wat duizen den Serviërs in stilte denken. 3) Ik gevoel mij naar ziel en lichaam gebroken. In de laatste jaren heb ik martelingen verduurd als geen ander. Zonder er iets aan te kunnen doen, moest ik het lijdelijk aanzien, hoe een indertijd prachtig kapitaal geheel te niet ging om de ge volgen eener misdaad te bemantelenom ver- valschingen goed te maken, die op mijn naam stondenden waartegen ik niet eens protesteeren mochtom verliezen te dekken, die anderen door misleiding geleden hadden, om het recht te stui ten in zijn loop, daar smaad en schande reeds voor de deur stonden. Daar is alles besteed. En daarbij moest ik mij houden, alsot ik er geen kennis van droeg, dat al dat leed mij werd berokkend door een ondankbaren zoon, die...* <En de dood heett hem getroffen, toen hij voor zyn zoon dat vloekvonnis had uitgesproken I ging de jonge man onmiddellijk voort. »Aan wien was de brief gericht?* Vernietigd en in wanhoop poogde de zoon uit te vorschen voor wien dat schrijven kon zijn bestemd geweest, ten einde wellicht door dien persoon te kunnen bewijzen, dat de vloek van den stervenden vader onverdiend was geweest en hem niet kon bedoeld hebben. Maar al zijn pogingen waren te vergeefs. De nieuwsgierigen. De publieke meening schijnt voldaan. Thérèse’s openbaring, dat Crawford nie mand anders zou zyn dan Regnier, heeft hoegenaamd geen indruk op bet publiek ge maakt. Na vier uur lang beraadslaagd te hebben kwam de jury de raadzaal wederom binnen en werd de terechtzitting hervat. De jury had 258 vragen te beantwoorden en zyn oordeel luidde bevestigend ten opzichte der beschuldiging van valscheid in geschrifte, het bezigen van vervalschte stukken ey zwende- larjjontkennend op eenige punten van ge ringer beteekenis. Verzachtende omstandig heden werden ten opzichte van alle beklaag den aangenomen. Het Hof trok zich hierop terug ten einde over het vonnis te beraadslagen. Het Hof veroordeelde Thérèse en Frédéric Humbert ieder tot vyf jaar eenzame opslui ting en honderd francs boeteRomain Dau- rignac tot drie, en Emile tot twee jaar ge vangenisstraf. Aangezien Thérèse Humbert tydens de terechtzitting van heden had beweerd, dat zij aan den heer Poincarré, toen deze minis ter vyn Financiën was, een fortuin van mil- lioenen had laten zien in stukken aan toon der, publiceert de heer Poincarré *een open brief, waarin hy zegt, dat Thérése hem inder daad effecten had laten zien, waarvan by noch de waarde noch de authenticiteit had nagegaan. erfdeel naliet Er lag iets zoo vertwijfelends en tevens iets zoo overweldigends in het geheele voorkomen en vooral in dien laatsten uitval van den jongen man, dat de brilleglazen van den ouden heer beslagen werden door het vocht, dat hem onwille keurig uit de oogen sprong. Hij zelf zag in de donkere, op hem gerichte oogen en in de scherpe trekken van dat jong en mannelijk gelaat een innig verdriet, dat zich nu niet in woeste gebaren of scherpe woorden lucht gaf, maar waaraan men zich als aan een onvermijdelijk leed, dat door niets meer viel op te heften, in de loop der jaren had gewend. De oude heer nam zijn bril af, wischte de gla zen schoon en terwijl hij, thans voor het eerst, den ander rechtstreeks in het volle gelaat zag, zeide hij langzaam en met blijkbare over tuiging „Neen ik heb van die beschuldiging nooit iets geloofd en doe het ook nu niet I Dat antwoord kwam geheel onverwachts. Dori- son zonk in zijn stoel terug en staarde den ander verward en schier ademloos aan. Na acht lange jaren en thans voor ’t eerst in zijn leven, had hij dan eindelyk iemand gevonden, die aan zijn on schuld geloot hechtte, ris ’twaar?» riep hij uit. Houdt gij mij wer kelijk voor niet schuldig aan de afschuwelijke dingen, waarvan men mij beticht heelt? Anders zou ik u dat niet zoo met ronde woor den hebben verklaard zeide de oude met zeer veel nadruk. Toen Uw vader stierf, was ik niet hier. Na mijn terugkomst en nadat ik alles had Zoo is dan, ondanks de herhaalde en besliste ontkenningen van de Borte en van een deel der wereldpers, Vrijdag het Russische eskader aan de Tnrksche kust, tusschen Burgas en den Bosporns, aangekomen. En onder den indrnk van die aankomst ontving de Porte den heer Sinowjef, den Russischen gezant te Konstantinopel, in audiëntie. De heer Sinowjef begon mede te deelen, dat de vlootbetooging vanRusland geen vijandige daad was en geens zins als zoodanig mag worden beschouwd; zjj heeft alleen ten doel de aanneming te bespoe digen van de door Rusland gestelde eischen. Wjj hebben Vrijdag die eischen in hoofd zaak medegedeeld. Volgens de Russische berichten zijn zij in overleg met Oostenrijk opgesteld, en zal Oostenrijk eveneens een nota indienen, waarin dezelfde eischen, betreffende de wijze van beheer der Macedo nische vilayets, worden gesteld. De Rus sische eischen werden door den Turkschen ministerraad ter beantwoording aan den Grootvizier ter hand gesteld. En spoedig kreeg de heer Sinowjef bericht, dat de Porte alle Russische eischen had ingewilligd hier aan was de mededeeling toegevoegd dat vier Belgische officieren by de gendarmerie in Macedonië zyn ingedeeld, waardoor, met dn beide Zweedsche officieren te Ueskjoeb, in het geheel zes Enropeesche officieren bij de Tnrk sche' gendarmerie zijn aangesteld. Voorts werd aan Sinowjef medegedeeld, dat door de zorg der Turksche Regeering het lyk van den vermoorden consul Rostkowsky met een extra-trein naar Salonika is vervoerd, waar het door het Russische stationschip Teretz zal worden afgehaald, om naar Rusland te worden gebracht. De Ind. Beige heeft het bericht vernomen, dat de mogendheden besloten zonden hebben de invoering der hervormingen in Macedonië zelf ter hand te nemen, indien de Porte daar mede niet onmiddellijk kan beginnen. Rusland zon dan de Dardanellen en den Bosporns bezetten, Oostenrijk zou over land tot Salonika zyn troepen laten oprukken, en Italië zon met de bewaking van de knst van Albanië worden belast, alles natuurlijk voorloopig, en met inachtneming van den regel, dat de integriteit van Turkjjo moet bewaard bljjven en de per soonlijke autoriteit van den Sultan in het oog wordt gehoyden. Zoodra de rust hersteld zou zyn, zouden de mogendheden hun troepen terugtrekken, en het Macedonische gebied weder aan Turkije overdragen. Heel veel grond van waarschijnlijkheid heeft deze mededeeling van de Ind. Beige voor alsnog niet. Een ander verhaal vraagt eveneens beves tiging. Volgens de Italië, zon pans Pius X aan de Enropeesche mogendheden een dringend schryven verzenden, met verzoek aan de moor den op het Balkan-schiereiland een einde te maken. Enkele bladen vreezen, dat de Koning van Servie krachtdadig wil optreden, om een aflei ding te 'vinden voor de binnenlandsche woelin gen. Onder leiding van koning Peter werd Vrijdag te Belgrado een vergadering gehou den van den militairen raad, en daarna kwam de ministerraad in den konak bjjeen, even eens onder leiding van den koning. In de beide bijeenkomsten werd de Macedonische qnaestie behandeld. En in Bnlgarye wordt de stemming met den dag meer opgewonden. De Post, een te Sofia verschijnend blad, dringt aan op onmid- dellyke oorlogsverklaring van Bnlgarye aan de Portö. „Wy hebben van de groote mogend heden niets te vreezen, zegt het blad. En het is niet in hun belang Roemenie te ver oorloven tusschenbeiden te komen. Hun eenige zorg zou zyn een onafhankelijkheidsoorlog te localiseeren. Elk uitstel, zegt het blad ten slotte komt ten voordeele van Turkije.” De Daily Mail zegt, dat in het onderhoud tusschen den Roemeenschen minister-president Demeter Sturdza, en den Oostenrjjkschen minister Goluchowsky, door den laatste werd verklaard dat de mogendheden besloten heb ben, zoo Bulgarije den oorlog op den Balkan begint, Turkye de vrije hand te laten tegen over het vorstendom. Uit al deze berichten blykt voornamelijk, dat de toestand zoo verward mogelyk is. Met lord Salisbury’s verscheiden ontvalt een beminnelijk en achtenswaardig man aan zyn vaderland en zyn gezin, verdwynt een staatsman van het wereldtooneel. De staatsman Salisbury heeft den llen Juli 1902 reeds van de wereld en de geschiedenis afscheid genomen. Van dien tyd af was het als ware hy reeds gestorven. Zelden toch heeft een staatsman na zyn aftreden en ondanks de omstandigheid, dat zyn party aan het bewind bleef, zich zoo snel en zoo volkomen aan alle inmenging met destaats zaken onttrokken als hy. Toen hy de teugels van het bewind aan zyn neef Arthur Balfour had overgegeven, trok hy zich terug in de eenzaamheid van zyn studeervertrek, waar hy zich aan weten schappelijke onderzoekingen wijdde. En voor politiek gewoel en gedruisch sloot hy deuren en vensters. Een waardige, eerbied inboezemende hou ding voor een staatsman, die aan den avond van zyn leven gekomen zynde, gevoelt verder de kracht te missen, zich voor zyn vaderland nuttig te makenSalisbury toonde zich moedig genoeg de vergetelheid te trotseeren. Aan andere, grootere staatslieden, heeft die moed soms ontbroken. Robert Arthur Talbot Gascoyne-Cecil, mar kies van Salisbury werd den 3en Februari 1830 geboren en bereikte dus den ouderdom van 73 jaar. Na te Eton en Oxford zyn opleiding te hebben ontvangen, werd hy reeds spoedig lid van het Lagerhuis, waarin hy aanvankelijk onder den naam van lord Robert Cecil en later, na den dood zyns ouderen broeders, onder dien van viscont Cranborne, van con servatieve zjjde voor het district Stamford zitting had. In 1866 trad hy in lord Derby’s kabinet als minister voor Indië op, doch nam reeds in 1867 als zoodanig zyn ontslag, aan gezien hy zich niet met de door het kabinet ingediende Reform-bill vereenigen kon. In 1874 werd lord Salisbury in het toen optre dend kabinet-Disraëls nogmaals met de por tefeuille van Indië belast. Bij het samen komen van de conferentie van 1876 te Kon stantinopel vertegenwoordigde de minister En geland als buitengewoon gevolmachtigde. In 1878 werd hy minister van Buitenlandsche Zaken en als zoodadig begeleidde hy lord Beanctlnsfield naar het congres van Berlyn. Na de^oyerwinning der liberalen in 1880 legde hy zyn ambt neder. Toen Beaconsfield gestorven was, werd hy de voornaamste staatsman van de zjjde der toriesen als danig werd hem dan ook in 1885 het for- meeren van een kabinet opgedragenen later, in 1886 nogmaals. Toen de liberalen 1892 by de stembus de overwinning behaalden, moest hy aftreden en kwam hy weder aan het hoofd der oppositie te staan. Na den val van het ministerie-Rosebery in 1896 geraakte hy opnieuw aan het bewind, hetwelk hy be hield tot aan zyn vrijwillig aftreden den llu Juli 1902. beschuldiging van den doode, die daar open en bloot op zijn schrijftafel was gevonden, raakte overal bekend, werd in alle clubs besproken, en zelfs door de nieuwsbladen werd het loopende gerucht wereldkundig gemaakt. De politie stelde alle moeite in het werk om de slecht3 handelingen waarvan de zoon was beticht geworden, na te gaan en vast te stellen, doch dat gelukte haar evenmin, als het den zoon gelukte de onrecht vaardige beschuldigingen te ontzenuwen. Zijn vrienden keerden hem den rug toe, de deuren zijner vroegere kennissen bleven voor hem ge sloten en op straat kende men hem niet meer. Daar men zelfs moeite deed, om ik weet niet welk artikel uit het reglement der clubs op hem toe te passen en hem het lidmaatschap te ont zeggen, deed hij uit eigen beweging van alles afstand en ontvluchtte hij de stad letterlijk zonder een penning op zak en onder een aangenomen naam. Hij zocht en vond een werkkring in een stad in het westen, waar hij tot voor enkele dagen bleef, om eindelijk, een on weder st aanbaren aan drang volgend, na acht jaar te zijn verbannen geweest, naar zijn geboortestad terug te keeren. Ik zelf gij hebt het reeds begrepen ben John Dorison I John Dorison, die door zijn vader met smaad en schande bedekt werd, niet door zichzelf!* „Ja, ja, gij hebt gelijk, ik had het reeds dadelijk vermoed,» mompelde de oude heer. En ook gijging de jonge man met een van ontroering sidderende stem voort, „gij, een vriend van mijn vader, geloofdet en gelooft nog altijd aan de beschuldiging, die mijn vader mij als eenig Frankrijk. Nu heet het weer, op grond van zooge naamde onbescheidenheden, dat de inge nieurs, die de „Suffren” onderzocht heb ben, de buitenbedekking van den pantser- toren misvormd hebben gevonden en dat de sirene beschadigd is, zoodat ze niet meer g^egeid werkt wat een en ander gehoord, wilde ik u, wat ik thans heb gezegd, tot uw geruststelling mededeelen en u tevens mijn hulp aanbieden, doch gij waart toen reeds spoor loos verdwenen.» Dorison bleef sprakeloos en staarde nog altijd den ouden man aan, alsof hij hem niet begrepen had. Opeens en toen kwam ook de vrasg over zijn lippen „Hoe, waarom wildet gij dat doen „Omdat ik zoo het een en ander van uw levens wijze wist,* antwoordde de oude man langzaam. Omdat ik meermalen had gehoord, hoe uw vader die levenswijze en uw maatschappelijk optreden, uw karakter en rechtschapenheid heeft geprezen, telkens en telkens weer, omdat ik dus overtuigd moest zijn, dat hij bij gezond verstand u niet kon bedoeld hebben en dan nog, omdat er bij mij een verdenking bestaat, waarover ik nog nooit met iemand heb gesproken en dat ook nu niet met u wil doen, zoolang ik nog niet eenige papieren aandachtig heb onderzocht en zoodoende mijn geheugen heb opgefrischt. Die brief van uw vader is mij steeds een onoplosbaar raadsel ge weest eri Het zachtste oordeel, dat ik daarover vellen kan, is, dat hij niet bij zijn gezond ver stand was, toen hij die dingen schreef Maar wat is er van zijn groot vermogen ge worden De jonge man lachtte bitter »Ik moet u zeggen, mijnheer, dat uw woorden uw eerste woorden, mij werkelijk hebben ge- Telefoon No. 82 A D V E R T E N T I E N worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Cepten. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1903 | | pagina 1