2
H
(4
M
8
2
H
o
c
en
Aip«w«- en Adrertenlieblad roor Gouda en Omstreken.
IK DB BKANBIRS.
No. 9194.
Donderdag 37 Augustus 1903.
43ste Jaargang.
Bultenliindseli Overzicht.
FEUILLETON.
ra
o
van
Dat
S
M
2
GOHISIH E COURANT
{Amerikaansche roman.)
deringen der London and Globe Compagny,
en op balansen hun vertoond, welke later
bleken valschelyk te zijn opgemaakt. Deze
belansen deden het voorkomen of er in
kas was van een paar maatschappijen der
London and Globe een bedrag van zes en ze
ven millioen gulden, terwijl in werkelijkheid
deze sommen door de eene maatschappij nan
de andere geleend werden, ten einde de ba
lansen, die op verschillende data vastgesteld
werden, te flatteeren.
Heden zal de behandeling worden voort
gezet.
Telefoon A«. S3
A V E 11T E N T I E N worden geplaatst
1—-5 regels a 50* Genten; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naai plaatsruimte.
Het rapport beschouwt de recruteering
als een zeer ernstige zaak en verklaart dat
het leger in zijn geheel niet zuiver vertegen
woordigt de mannelijke bevolking van het
keizerrijk.
Telefoon Aio. S3.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F C ENT EN.
langstelling daarvoor by de bondsstaten weg
neemt.
Een groot deel van het Centrum vooral
het Zuidduitsche is sterk tegen Migue’s
stelsel gekant en heeft dit indertyd ten val
gebracht. Misschien zal het minister Von
Spengel, die Beiersch bondsraadslid is ge
weest gelukken dien tegenstand ten deele te
overwinnen. Maar dan zou hij by zyn nieuwe
belastingen stuiten op den tegenstand van
het geheele centrum, dat den laatsten tyd
zich byzonder heelt gekant tegen nieuwe
verbruiksbelastingen. Of de heer Von Stenge
by deze laatste botsing de overhand zou
houden, wordt als zeer twyfelachtig be
schouwd. De Freis.Ztg." voorspelt dan
ook reeds ontbinding van den pas gekozen
Ryksdag in 1904 of 1905 en de „Vörwilrts”
doelt blijde in den roes der pas behaalde
overwinning, op dezelfde mogelykheid in een
artikel dat zy besluit met de vreugdekreet:
«Dat geeft een frisschen, prettigen stryd1”
Maandag zyn de gewezen Hongaarsche
minister president Koloman von Szell, de
journalist Max Falk en graaf Stefan Tisza
door den vorst ontvangen. Deze allen zyn
geneigd tof nationale concessies, zoodat men
geneigd is te vermoeden dat de Keizer-Ko-
ning inziet dat het zonder toegeeflijkheid niet
zal gaan.
Zelfs weet het Berliner Tagebl.” mee te
deelen dat Franz Joseph geneigd is over te
gaan tot oen geleidelijke voorbereiding voor
een afzonderlijke opleiding van Hongaarsche
officieren, tot het doen opnemen van het
Hongaarsche symbool in het Rykswapen, tot
een geleidelijke detacheering van Hongaar
sche officieren by Hongaarsche regimenten.
Na deze toenadering heeft de vorst nog
maals een onderhoud gehad met Czaky, Ap-
ponyi en Weckerle. Een candidatuur-Appo-
nyi behoort weer tot de mogelijkheden. De
beste kansen heeft echter de minister van
financiën Lukacz, volgens het „BeH. Tage-
blatt", terwyl de «Neue Freie Presse” den
minister van landbouw Daranyi als dentoe-
komstigen Hongaarschen premier en kabi-
netsformeerder noemt.
In de zitting der Wetgevende Vergadering
te Kaapstad stelde Burton voor een hoogge
rechtshof in te stellen, met de opdracht een
onderzoek in te stellen naar de vonnissen,
gewezen onder de werking van de krijgswet,
en een hof van appèl te benoemen, welke
beoQrtleelen moest de geweigerde en onvol
doende schadevergoedingen.
De premier Sprigg betoogde dat dit voor
stel onaannemelijk was, daar er commissies
bestonden, die 60,000 eischen voor schade
vergoeding hadden onderzocht en nog 52,000
te onderzoeken hadden.
De Regeering verklaarde zich zeer tegen
dit voorstel en wanneör het aangenomen
werd, zon zy beraadslagen welke gedragslijn
zy zou volgen.
Een voorstel van Sprigg tot verdaging van
het debat werd verworpen. Het voorstel-
Burton werd aangenomen met 32 tegen 22
stemmen.
De vergadering is verdaagd.
Het rapport van de koninklijke commissie
benoemd om verslag uit te brengen over den
Zuid-Afrikaanschen oorlog, is verschenen.
Het rapport geeft toe dat er ernstige mis
vattingen geheersebt hadden ten aanzien
van den aard en de uitgebreidheid der ope
raties, veroordeelt verder de afwezigheid
van eenig plan de campagne, en dringt aan
op een hervorming van het militaire stelsel
en een uitbreiding der krijgsmacht, en ver
klaart dat de verdediging van het vaderland
tydems den oorlog gevaarlijk veronachtzaamd
was.
5)
Dc vrouw was voorover gevallen en had daarbij
het gelaat tegen den rechterschouder gewend,
terwijl de rechterarm lag uitgestrekt, alsof zij naar
iets gegrepen en dat gemist had. Waar de hals
vrij lag, zag men een kleine wonde, waaruit zoo
veel bloed was gestroomd, dat haar japon er ge
deeltelijk van doorweekt was en dat er bovendien
een groote plas op den vloer lag. Een kleine,
staande kapstok, waaraan blijkbaar allerlei fan
tastische costumes hadden gehangen, moest onder
de worsteling, die aan den moord was voorafge
gaan, zijn omver geworpen, want de kleederen
lagen hier en daar door het vertrek verspreid en
de vrouw scheen zelve over eenige kleedingstuk-
ken te zijn gevallen.
Spoedig had Dorison zich van zijn eerste schrik
hersteld, zoodat het mogelijk werd, het slacht
offer van meer nabij te beschouwen. Het was
een meisje of jonge vrouw van rijt- of zes-en
twintig jarigen leeftijd. Zij had een lief gezichten
was bij haar leven zeker mooi geweest.
Met een vluchtigen blik zag Dorison ook het
vertrek in het rond Aan zyn rechterhand en
tegenover den schoorsteen stond een lange, smalle
tatel met diepe schuifladen, die met een blauw
De noodlottige brand te Boedapest, die
aan meer dan vijftig menschen het leven
heeft gekost, trekt heden onze aandacht het
eerst naar de hoofdstad van het Jconinkryk
Hongarye. De Koning zet daar nu reeds
dagen Hing zyn besprekingen met de Hon
gaarsche staatslieden voort en is, als men
de berichten in Duitsche bladen mag gelooven,
nog geen stap gevorderd.
Het schynt dat de Koning naar Boedapest
is gegaan met het vast vooropgezette voor
namen om de gestelde nationale eischen niet
in te willigen, ja, volgens sommigen, zou
Franz Joseph geheel de meening van Tisza
zyn toegedaan, die de eenige oplossing ziet
in het breken van de oppositie, maar alleen
verzuimt erby te vertellen boe hy dit kunst
stuk wil volbrengen.
Graaf Tisza staat trouwens onder zyn
Hongaarsche collega’s in deze meening ge
heel alleen. Alle staatslieden die de Koning
heeft gehoord, hebben zonder uitzondering
verklaard dut de beste politiek is inwilliging
althans, van een deel der nationale eischen.
Graaf Apponyi, de man die zonder twyfel
by alle partyen in Hongarye de hoogste
achting geniet, moet zelfs zeer beslist hebben’
verklaard dat zonder inwilliging Van den
eisch van de inVoëHng van het Hongaarsch
als commando taal voor het Hongaarsche
leger, geen uitweg uit de crisis mogelyk is.
Het gevolg van zyn openhartige verklaring
was dat de Koning hem met een eenvoudig
„dank u” zijn afscheid gaf, waarop de graaf,
het nuttelooze van zyn blyven inziend, de
hoofdstad heeft verlaten.
Zelfs Banffy moet den Koning hebben aan
geraden zich op de getrouwheid van de
Hongaren te verlaten en nationalistische
eischen in te willigen.
Koning Franz Joseph zou daarop gedurende
eenige oogenblikken voedsel hebben gegeven
aan het plan de onderhandelingen af te breken
en naar Weenen terug te keeren.
Whitaker Wright, de gewezen directeur
van de London and Globe Compagny, die op
vi ye voeten is gesteld tegen een borgtocht
van 10,000 ponden Sterling, heeft eergisteren
terechtgestaan. Uit de akte van beschuldi
ging blijkt dat de aandeelhouders van de
maatschappijen, waarvan Wright directeur
was, de aanzienlijke som van ruim 60 mil
lioen gulden verloren hebben. Verschillende
hunner getuigden dat zy aandeelen gekocht
hadden, afgaande op verklaringen van den
beklaagde afgelegd in de algemeene verga-
I mending van Ad verten tien tot 1 uur de? midd.
Verspreide Berichten.
Frankrijk.
Nu weer de afgevaardigde Georges Berry
aan den minister van justitie Vallé bericht,
dat hy voornemens is in het Parlement voor
te stellen de benoeming van een commissie
voor een onderzoek der dossiers uit de
Humbert-zaak in verband met het beweren
van mr. Labori, dat vele politici betrokkei
zyn geweest by de beruchte zaak en dat de
bewijzen daarvan voorhanden waren.
Het heet nu, nadat de regeering van Oos
tenrijk vóór de pausverkiezing Frankryk de
formeele toezegging zou hebben gedaan
geen gebruik te zullen maken van het veto
recht en dat, ingevolge de schending van
deze toezegging, tusschen Oostenrijk en
Frankryk, de diplomatieke relatiën ten zeerste
gespannen zyn.
Door de militaire autoriteit is een ge
streng onderzoek gelast inzake een verduis
tering te Marseille, waarby betrokken zou
den zyn een kapitein en een sergeant majoor
en welke tot een bedrag van elf duizend
Wie zijt gij zelf vroeg Dorison op zijn
beurt.*
Dat doet er niet toe Ik ben een ambtenaar
der politie, dat is voor u voldoende. Beantwoord
mijn vraag
„Welnu dan, ik ben langs de achtertrap hier
heen gekomen, terwijl de anderen dat te vergeefs
aan den voorkant beproefden
De man, die zichzelf een ambtenaar der politie
had genoemd en ook werkelijk een der meest
bekendo detectieven van New-York was, zag
Dorison onderzoekend aan, maar deze weer
stond met een open gelaat dien zeer vennete-
len blik.
«Nu dat is van later zorg I* En zich tot ren
zijner volgelingen wendend: Dolan neem dezen
persoan in arrest
«Ja,* zei Dorison zeer bedaard, maar tevens
zeer vast van stem, .gij kunt mij natuurlijk in
hechtenis laten nemen, maar ik meen u toch te
moeten zeggen, dat dit een groote misgreep van
uw kant zou zijn
Die bedaardheid maakte indruk op den gehei
men dienaar der politie.
»U spreekt heel boud, mijnheer» zeide hij,
>maar het is mij nog niet duidelijk, waarom ik
u alleen met dat lijk m deze kamer moest vinden.
»Dat heb ik u toch verklaard Toen de op
schudding beneden eenmaal was ontstaan, liep
iedereen naar boven, maar ik vroeg de waard, of
er zich aan de achterzijde niet een trap bevond,
en toen hij mij dat toestemmend had beantwoord
kwam ik hier zoo gemakkelijk mogelijk.»
{Wordt vtrvolgd.)
De vervanging van den Duitschen minister
van financiën Von Thielmann door den heer
Von Stengel geeft de Duitsche pers tot wei
nig aangename overpeinzingen aanleiding.
Als reden voor het aftreden van den heer
Von Thielmann, die zes jaar lang de finan
ciën van het rijk heeft beheerd, maar niet
beheerscht, wordt opgegeven de ondervonden
moeilijkheden bij de doorvoering van de her
vorming der financiën.
De heer Von Thielmann heeft de rijks
financiën niet „beheerscht”. By de behan
deling van het vlootontwerp is hy met de
door de meerderheid in den Ryksdag opge
drongen belastingen, die niet alleen over
bodig maar zelfs nadeelig waren, blyven
zitten. Hy is er nog minder in geslaagd
zich krachtig te kanten tegen de sterk op
gedreven uitgaven voor leger en vloot. Toen
voorzienende staatslieden waarschuwden te
gen het te veel opdrijven der uitgaven, was
het de heer Von Thielmann, die beweerde
dat er geld genoeg was. De ervaring heeft
hem wel spoedig in het ongelyk gesteld.
En nu moet het financiewezen hervormd
worden. „Finapcieele hervormingen is een
deftige uitdrukking voor den minder popu-
lairen term verhooging van belasting”, zeg
gen de Duitsche bladen en deze wetenschap
stemt hun niet vroolyk. De persoonlijkheid
van des heeren Thielman’s opvolger geeft
hun nog minder reden tot blijdschap. Van
den heer Von Spengler weet men dat hy een
tegenstander is van directe rykbelastingen
hy wil de lasten van de Bondsstaten ver
minderen door indirecte ryksbela tingen en
de „Matriculftr-Beitrugne” niet telken jare,
naar gelang van de behoefte, door den Rijks
dag doen bepalen, maar eens voorgoed vast
stellen hoeveel elke bondsstaat zal bijdragen
in de kosten van instandhouding van het
ryk, en liefst deze bijdragen zoo laag mogelyk
stellen het oude plan van wylen minister
Von Miquel. De Freis. Ztg.” wyst op het
gevaar van dit stelsel dat met het belang
by een zuinige rykshuishouding ook de be-
wollig kleed was bedekt. Aan de wanden bevon
den zich planken en vakken, vol met opgevouwen
costumes. De vensters» en de beide deuren waren
met dichte, dikke gordijnen bedekt.
Aan zyn linkerhand had hij, op niet veel meer
dan armslengte, een kleine, ronde tafel, waarop
twee voorwerpen, die hij schiep werktuigelijk
opnam. Het eene voorwerp was een ring, het
andere een klein, ouderwetsch portret in ovalen
vorm, en van een smal verguld lijstje voorzien.
Hij stond versteld
portret het was het portret van zijn
eigen vader minstens twintig jaar voor diens dood
vervaardigd. Hij meende zijn oogen niet te mogen
vertrouwen. Wak zijn verstand in de war gebracht
door dat schouwspel van verschrikking Telkens
op nieuw bezag hij de beeltenis.
O neen, hij had zich niet vergist. Hij greep
naar den ring, God boe was ’t mogelijk Ook
dien ring herkende hij. In zijn kindsheid had hij
dien zelfden ring zeker honderdmaal aan zijns
vaders vinger gezien
En gehoor gevend aan| een aandrang, waar
voor hij op dat oogenblik zelf geen verklaring
zocht, liet hij de beide voorwerpen in een zijner
zakken glijden.
Op het portaal werd de onrust grooter en op
de trap dreunden schreden, die van gezag schenen
te getuigen.
«We kunnen die deur niet open krijgen riep
een der mannen op het portaal.
«Dan zullen wij ze laten openbreken,* zeide
een andere stem met iets gebiedens in den toon.
Zich over het lijk heenbuigend, dat voor hem
den toegang tot de deur versperde, poogde Dori
son ze te openen. In die houding ontdekte hij een
stukje papier in de hand der vermoorde vrouw.
Bijna zonder te weten, dat hij het deed, zonder
eenig bepaald doel en alleen gedreven door den
aandrang van het oogenblik, eigende hij zich ook
dat stukje papier toe. En toen hij over het lijk
was heen gestapt en op het punt stond het zware
gordijn, dat daarvoor hing, op zijde te schuiven,
vond hij op den grond, verborgen als het tot nog
toe was geweest door de breede vormen van dat
zelfde gordijn, een ander, een grooter stukje pa
pier, dat hij eveneens opnam en bij zich stak.
Toen draaide hij den sleutel om en deed de
deur aan den binnenkant open, zoodat de beide
agenten der politie, die daar vóór waren komen
ie staan, zeker naar binnen zouden zijn getuimeld,
zoo hij niet bijtijds had gewaarschuwd en tegen
gehouden.
Iemand in nette burgerkleeding baande zich
eensklaps tusschen de beid? politie-agenten door,
een weg en liet, zoodra hij het vertrek betreden
had, met een scherpen blik de oogen overal
rondwaren.
Zijn eerste blik gold natuurlijk het lijk, dat
aan zijn voeten lag, en zich tot een zijner agenten
wendend, luide het bevel
«Geen mensch er uit of er in 1*
Terwijl een der agenten bij de deur post vatte,
beschouwde de man aaadachtig het lijk en alles,
wat daar om hem heen lag, en zich toen wen
dend tot Dorison, die hem de deur had open
gedaan, Vroeg hij op een gestrenge n toonWat
had u hier te doen
S