r IV” •s« nd. No. 0227. jzigd. Id. en Is 0 ïViewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, ra M BROD ING. Dinsdag 6 October 1903. rens huslreken. HURK, ibanken. Bulteiilandscb Overzicht. kZOON IMAN. NSEN. 42ste Jaargang. Weder toelating van vee en vleesch FEUILLETON. ten, Scheer- Inzending van Advertentiën tot 1 uur de.8 midd. veearts voor I. uur, in de merk. Os cs ■il RAN Zs Wordt vtrvolgd.) I te berichten, szins, van af Commissaris, iretaris. o deftij get )ols en verdere ten. GOUDSfflE COURANT (Amerikaansche roman.) .III reude Teletos. SI». SÏ A DVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. uit Nederland herkomstig en in den vreemde geweigerd. De BURGEMEESTER van00UDAbrengt, op uitnoodiging van den Commissaris der Koningin in deze provincie, ter kennis van belanghebbenden de navolgende in de Neder- landschep Staatscourant van 5 September 1903 no. 207 geplaatste beschikking De Ministers van Waterstaat, Handel en Nijverheid en van Financiën Gelet op de wet van 20 Juli 1870 (Staats blad no. 131), aangcvuld by de wet van 1 Augustus 1880 (Staatsblad no. 123) en ge wijzigd by de wetten van 15 April 1886 (Staatsblad no. 64), 15 April 1896 (Staats blad no. 68), 21 Juni 1901 (Staatsblad no. 157) en 3 Februari 1902 (Staatsblad no. 14); Mede gelet op de Koninklijke besluiten van 8 December 1870 (Staatsblad no. 194), 14 Augustus 1888 (Staatsblad no. 142) en 3 Februari 1902 (Staatsblad no. 15) Brengen ter kennis van de belanghebben den, dat, met intrekking van hunne gemeen schappelijke beschikking van 19/22 Mei 1903 (Nederlandscho Staatscourant van 23 Mei 1903, no. 119), in de gevallen waarin de vreemde autoriteiten, op grond van de daar te lande geldende veearlsenykundige voor schriften, de toelating 'van uit Nederland ten invoer aangeboden vee en vleesch mochten weigeren, het geweigerde weder in Neder land zal kunnen worden ingevoerd op do volgende voorwaarden lo. dat de invoer geschiede langs hetzelfde kantoor als de uitvoer plaats greep 2o. dat aan het eerste kantoor hetzij in original! dan wel in gewaarmerkt afschrift of uittreksel de vrachtbrief worde overgelegd, welke bij den uitvoer tot geleiding heeft ge strekt 3o. dat het weder ingevoerde niet verder dan het eerste kantoor worde vervoerd, dan na door den districtsveearts of een zijner plaatsvervangers te zijn onderzocht. Van genoemd onderzoek is, tenzij bij de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen aan het eerste kantoor ernstig vermoeden bestaat, dat het vleesch in ondeugdelijken staat verkeert, vrijgesteld het vleesch het welk voorzien is a. hetzij van een merkteeken als bedoeld bü het Koninklijk besluit van 21 November 1902 (Staatsblad no. 199). b. hetzij van merkteeken, stempel of verklaring, ten bewijze, dat het voor den uitvoer bij eene keuring van gemeentewege of door een geëxamineerden verbruik geschikt bevonden. Met betrekking tot het vee hetwelk bij sub 3o. bedoelde onderzoek bevonden wordt te zijn lijdende aan of verdacht van eene besmettelijke ziekte, genoemd in het Konink lijk besluit van 10 Juli 1896 (Staatsblad no. 104), zyn de wettelijke voorschriften toe passelijk. Het vleesch hetwelk bij het sub 3o. bedoelde onderzoek geacht wordt gevaar voor over brenging van besmetting op te leveren of voor verbruik ongeschikt te zyn, wordt in de ge meente van wederinvoer, door de zorg van den Burgemeester, op Rijkskosten, onschadelijk gemaakt op de wijze te bepalen door den amb tenaar, die het onderzoek heeft verricht. ’s Gravenhage, 28 Aug. 4 Sept. 1903 De minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, DE MAREZ OYENS. De minister van Financiën, HARTE VAN TECKLENBURG. Gouda, den öden October 1903. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. reeds dood waren :u hebt gij voor uw persoor onderzoek, dat mijnheer ken van den moordenaai «Heelemaal niets!* .Waarom gehoorzaamt ge dan zoo bereidwillig aan zijn bevelen Telefoon No. 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN. voor mij is *t een bevel Haar oogen glinsterden nog vroolijker. «Heeft Jiij u dan werkelijk niet te kennen gegeven, waarom ij ons te zamen bracht «Met geen woordHij verklaart mij trouwens nooit iets, zeide Dorison met komische wanhoop. En als ik zoo nu en dan een beetje nieuwsgierig begin te worden, scheept hij mij at met de op merking, dat hij niet gewoon is iemand inzage van zyn plannen te geven en dan moet ik natuur lijk met beschaamde kaken afdruipen. Het jonge meisje lachte hartelijk zoowel om die absolute afhankelijkheid, als om de eerlijkheid waarmede alles werd opgebiecht. «Staat alles niet in verband,* vroeg zij toen met meer ernst, staat alles niet in verband met het zoeken naar den moordenaar van mevrouw Parish en van die arme Anne i En stelt hij niet een persoonlyk belang in die twee onge- lukkigen «Niet meer dan ieder ander die ’t gebeurde van hoor en zeggen kent of die het uit de nieuwsbla den vernomen heelt Ik heb voor het eerst van mijn leven van de beide dames gehoord, toen tij reeds dood waren «Dat vat ik niet,* zeide'de jonge dame. «Wat hebt gij voor uw persoonjdan te maken met het onderzoek, dat mijnheer pathcart tot het ontdek- :ft ingesteld 3 3) Dorison kende den ouden detektieve nu reeds goed genoeg, om van zulk een boodschap niet vreemd meer op te zien. Hij gehoorzaamde en was zeer benieuwd te weten, in wolk huis hij zou moeten zijn en wat daar voor hem te doen zou wezen. Ter bestemder plaatse gekomen, vond hij een deftig, zeer aanzienlijk huis, en toen hij had aan gebeld, werd hij door een livrei-bediende, zonder dat hij nog een woord had gesproken, in een zjjvertrek gelaten, wel een bewijs, dat men aldaar zijn komst was wachtende geweest. Hij verbeelde zich, dat hij weder een nieuw avontuur te gemoet ‘X was vrij donker in de kamer, maar hij onderscheidde toch drie personen, die zich daar bevonden, een bejaarde dame, een heer van hoo- gen leeftijd met iets priesterlijks in zijn voorkomen en Cathcart. «Dat is de bedoelde jonge man,* zeide Cathcart opstaande «Vergun mij, mevrouw Belknap, u den heer Dudley voor te stellenmijnheer Carman mijnheer Dudley; mijnheer Dudley de weleer waarde heer Carman Na die wederzjjdache voorstelling noodigde nieten en niet-Cobdenieten, aan wier spits Chamberlain en Balfour marcheeron” deze juichkreet vindt geen weerklank. De „Daily News” zegt: „Wy weten thans wat de Torypolitiek wil nu de party paus gesproken heeftzy wenscht een tot be scherming leidende represaille-staatkunde”. De „Daily Chronicle” zet uiteen, dat een represaille-politiek voor Engeland volkomen onnoodig en overbodig is. Engeland geniet overal behandeling op den voet der meest begunstigde natie, en heeft dus zonder strijd reeds verkregen, wat een ander land door stryd veroveren moest”. En de „Morning Post” zegt, dat uit Balfour’s redevoering, evenmin als uit zyn brochure, blykt, dathy de voorwaarden voor een staatkunde, die Engeland en de koloniën tot bloei moet leidon, heeft begrepen. Zyn positie is dus volkomen onhoudbaar. Dat zyn de tegenstanders. En de vrienden oordeelen niet beter. De „Times” betreurt het dat Balfour niet verder is gegaan; dan zou hy zeker den steun der meerderheid gevonden hebben. Ook de „Standard” is teleurgesteld, wjjl Balfour by algemeenheden bleef en geen Hink afgerond plan ter tafel bracht. De „Daily Mail” had liever gezien dat Balfour de legerquaestie besproken had, omdat in het land algemeen de overtuiging heerscht, dat de veiligheid van het land meer te beteekenen heeft dan de wijziging van de handelspolitiek. Het bezoek van keizer Nikolaas van Rus land aan den Keizer van Oostenrijk, waarvan voor do ontwikkeling van ’t Balkanvraagstuk zulke hooge verwachtingen werden gekoes terd, is geëindigd. Vrydag is de Russische vorst van Milrzsteg te Weenen teruggekeerd en meteen vertrokken. Heeft dit bezoek aan de verwachtingen beantwoord? Men mag veilig constateeron van niet. Behalve de niet» zeggende algemeene toasten door beide vorsten op elkander uitgebracht, is slechts bekend geworden dat het programma der Macedonische hervormingen by de be sprekingen tusschon de ministers Goluchowsky en Lamsdorff aanzienlijk is aangevuld. Beide staatslieden stemmen op alle punten overeen in hunwordeol over don staatkundigen toestand. Deze mededeeling is afkomstig van den secretaris van graaf Lamsdorff, is alzoo hoogst officieus, maar zegt niet veel meer dan de toasten te Schönbrunn. Wie dan ook eenigen vooruitgang in de Balkanquaestie heeft verwacht van do samenkomst der beide keizers is bedrogen uitgekomen. Het gaat nog denzelfden weg als altijd. scheen zij zich daarmede eenigszms te hebben verzoend. Zij nam althans zijn geleide vriende lijk aan. «Wat ik u bidden mag, niet te lang getalmd I* zeide Cathcart met eenigen aandrang. In het volgend oogenblik waren Dorison en mejuffronw Belknap reeds buiten en begaven zij zich naar de hun aangeduyle richting. In het begin was de jonge man zoowel als de jonge dame uit den aard der zaak een weinig verlegen. De toestand was dan ook zoo vreemd en alles was dan ook zoo op stel en sprong gegaan. Eindelijk begon Dorison: «Kunt u mij het dool der expeditie mededeelen Zij zag hem bijna ongeloovig aan, zeggende. «Weet gij het dan niet «Ik weet alleen, dat men mij in alle vroegte kwam roepen en dat ik u een heei moet aanwij zen, van wien gij mij zult zeggen, ot ge hem al dan niet herkentDat is alles «Inderdaad,* zeide zij met een schalkachtigen oogopslag en hij vond daarbij, dat zij een paar heel lieve oogen had «ons avontuur begint bizonder geheimzinnig I Is u altijd zoo gedienstig om boodschappen te doen, waarvan gy zelf het doel niet inziet?* Dorison begreep wel, dat zij hem niet g.-looide en hem dat ook wilde doen gevoelen. II ij ant- tfnordde dUtrom zeer ernstig: «Ik verzeker u, dat ik in oprechtheid spreekt I Gij weet ook niet, hoe ko4 en zakelyk mijnheer Cathcart met zijne opdrakhlen is. Hij heeft mij reeds zoo aige- richt*, »aut ik hem op zijn wenken lijdelijk gehoor zaam. Een blik, een beweging met de hand en De Koning van Engeland zal nu Dinsdag of Woensdag van Balmoral naar Bucking ham Palace gaan en daar blyven totdat hy Maandag 12 October naar Newmarken gaat. In de volgende week Woensdag of Vrydag zal oen Kabinetsraad gehouden worden, het Parlement zal dan weder verdaagd worden on de aftredende ministers zullen hun zegels inleveren, die door den Koning later aan hun opvolgers overhandigd zullen worden. Blykbaar heeft men het opgegeven voor dien tyd het Kabinet gereconstrueerd te krygon. De indruk, die men van Balfour’s rede voering krjjgt, is algemeene teleurstelling. En die teleurstelling spreekt uit de bladen zoowel als uit de debatten te Sheffield. Opmerkelijk is zeker wel do verklaring van lord Hungh Cecil, een zoon van lord Salisbury, die op den partijdag zeide: „Als de conservatieven zich tot protectionisme bekeoren, wil ik met zulk een afvallige party niets meer te doen hebben; ik wasch myn handen in onschuld, als de party den weg der schande opgaat, die leiden moet tot den ondergang van het Ryk”. En dan moge de „Daily Telegraph” juichen Van nu af is het land verdeeld in Cobde- Cathcart Dorison stilzwijgend uit om plaats te nemen, met die zekerheid, welke hem overal op zijn gemak scheen te doen zijn, en nam toen het gesprek weder op, dat blijkbaar door Dorisons komst een oogenblik was afgebroken. «Deze stap, zeide hij, «is inderdaad voör mijn onderzoek onvermijdelijk, anders had ik hem niet voorgeslagen. Wat ik u heb verzocht, mevrouw Belknap, zou ik niet hebben gewaagd, wanneer ik niet zeker was, dat de eerwaarde heer Carman van de be langrijkheid ervan eveneens overtuigd is. Zijn komst te dezer plaatse is mij althans een bewijs van die overtuiging.* Dorison begreep er niets van en wachtte tot Cathcart hem in 't gesprek zou mengen, wat gauw genoeg plaats had. «Mijnheer Dudley, zeide de oude detectieve, «die Langdon, in wien gij in uw eigen zaak zoo veel belang stelt, in ik. omdat ik geloof, dat hij in zekeren zin is beQokken in de beide moord aanslagen, die Lang Ion komt eiken morgen in Madison-Square en begeeft zich van daar naar de drie-en-twintigste straat. Op <#ijn verzoik heeft mejuffrouw Belknap zich bereid verklaard u naar die Sqnire te vergezellen, om u den l»edoelden man aan te wijzen. Ik zal mij daar eveneffiz be vinden.* Nog voordat Dorison verdere inlichtingen had kunnen vragen of bekomen, trad een jonge dame in wandelcostuum het vertrek binnen Het kwam Dorison in ’t eerst voor, of zij met de haar opgedragen taak niet bizonder was inge. nomen, maar toen hij aan haar was voorgesteld, De mogendheden praten over hervormingen, worden het er zelfs over een», leggen de op gestelde hervormingen aan Turkije voor en de Sultan belooft ze te zullen invoeren, zoodra de opstandelingen tot onderwerping zyn ge bracht. Is het eenmaal zoover gekomen, dan duurt de invoering der hervormingen zoo lang, dat weer een nieuwe opstand uitbreekt. Dat de opstandelingen dan ook weinig om beloften van den sultan en hervormingsplan nen van de mogendheden geven is licht te begrypen. Ze blyven voortgaan met hun be weging, gelijk blijkt uit de ingekomen tele* grammen. Ook op de verhouding tusschen Bnlgarjje en Turkjje is de samenkomst der Keizers van weinig of geen invloed geweest. Wy ont vingen over deze verhouding het volgende telegram van de „Frankf. Ztg.”: De heer Natsjevitsj is Zaterdag nog naar Konstantinopel vertrokken. Aan het station was alleen de Turksche commissaris ver schenen om afscheid van den buitengewonen gezant te nemen, waaruit duidelijk blykt de positie van do Regeering tegenover de door vorst Ferdinand doorgedreven zending van Natsjevitsj. Klaarblijkelijk gelooft de Regeering niet aan het welslagen van de zending en ver trouwt zy evenmin op het voortbestaan van den vrede, daar zy gestadig een aanval van Turksche zydo vreest. Dat blijkt genoeg zaam uit hot vooruitschuiven van het bataljon vestingartillerie van hier naar Philippopel. Ook schryft men het legerbestuur de bedoe ling toe de recruten in plaats van in Maart reeds op 1/14 October in te Ijjven. Trouwens de Bulgaarsche regeering wordt gedreven door het Bulgaarscho volk, men heeft het kunnen zien uit het boven aange haalde Reuter-telegram. Of zy aan dezen aandrang weerstand zal kunnen bieden is een vraag die niet kan worden uitgemaakt door een samenkomst van de Keizers van Rusland en Oostenrijk. Voorloopig blyft er alle reden om don toestand in den Balkan duister in te zien. Onvervaard gaat do Franscho overheid voort met de maatregelen tegen de geestelijke orden. Te Marseille is 1 October uitvoering gegeven aan een onlangs genomen besluit tot secularisatie van den dienst by de burgerlyke hospitalen, d. w. z. men hoeft de zusters, die met het toozicht in do keukens, linnenkamers, waschafdeelingen er.z. waren belast, op straat gezet. Met 1 Januari komen de pleegzusters aan de beurt. Het Donderdag ontslagen per soneel was er reeds sedert minstens 25 jaar, sommigen zelfs 45 jaar lang in dienst. Men

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1903 | | pagina 1