ao P: I1M GEOII. iSieuws- en Advertentieblad voor Gouda on Omstreken, Dinsdag 1 December 1903. HEN nida- H Xo. 9375. othen. 43ste Jaargang. Afzonderlijke Nommers V IJ F C E N T E N. BuÉnlandsch Overzicht. E EL ILL El 0.^1. van Inzending van Advertentie» tot 1 uur de? inidd. KISTHOUT, zware ei ARREN. N i n B00- Verspreide Bericliten. .03. (Wordt vervolgd.) i i 37. Johanna J. A. van verkrijgbaar >E VISCH- gratis. Rjjks Inter- IGROEDEN, DEDEN voor ilden eschikt voor' -ten, enz. pBINDTEN, S; en DEN- r lagen prjjs 5 duimsche de prijzen en mthandeiaar Bftuajea Q.3S »«dre- Echt? wameu- ia den am des raardigd ereldbe- StOll- Een verhaal nit het moderne leven. Uit het Duitsch van W. zur H^hlin.) in alle afwe en Heining* ir voor per- K. M. 1, GOUkSUIE (dllUM. gen aanslui- Telefoon No. 83. j De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De 1 prijs per drie maanden is 1.25, franco per pos| 1.70. telefoon So. S2 A D V E IITENTI EN worden geplaatst 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Renter seint uit PetersburgHet rekken van de Russisch-Japansche onderhandelingen te Tokio dat den terugkeer van den onder koning, admiraal Alexejef, naar St. Peters- l'JES (voor onge vracht-' et. per sjok. T, SPOOR- ■LEN, HjEI- EN in alle 48 gekookt oor da Ah ri m jruiken. a 7. 0. H. Ver- jniks, 4j. liet, 73 j. - an H J. van 9 ni. H. Kooiman m Hertog te burg vertraagd heeft, is te wijten aan de omstandigheid dat de twee mogendheden het niet eens kunnen worden over Korea. Ten aanzien van Mantsjoerye is men voorloopig tot overeenstemming gekomen. Japan heeft er in toegestemd, Rusland’s overheerschende belangen in dat land te erkennen, en zal Rusland’s oplossing van h^t vraagstuk niet belemmeren. Ofschoon Japan aandiingt op de erkenning van tractaat-rechten, open havens en de onaantastbaarheid van China’s souvo- reine rechten, neemt Japan er genoegen mede, deze kwesties aan te houden en Rusland niet in ongelegenheid te brengen In ruil daarvoor staat Japan echter op de erkenning van zijn invloed op Korea, en op de openstelling van Jongampho en andere havens voor den vreemden handel. Rusland is bereid, om eenige concessies te doen, maar «verzet zich tegen het openen van Jongampho, op grond dat de openstelling van deze haven, wegens hare nabijheid by den mond van de Jajoe-rivier, zyn belangen zon bedreigen en zijne moeilijkheden in Mantsjoerjje zou ver meerderen. Rusland, zoo meldt men, doet al zijn best om de onderhandelingen tot eer. einde te brengen, en admiraal Alexejef heeft instruc ties in dien zin van den Tsaar gekregen. In ambtelijke Russische kringen meent men dat Jiet verstandig is de zaken hun beslag te doen krijgen, zoolang Japan nog in een vredelievende stemming verkeert, wat men beschouwt als het gevolg van den raad van een vreemde mogendheid. Ofschoon men hier overtuigd is dat de crisis „in het Verre Oosten voor den winter voorbij is, tenzij er het tot een onverwachte breuk komt, neemt Rusland het zekere voor het onzekere. Driekwart van zijn vloot is nu óf samengetrokken in de Stille Zuidzee, óf op weg daarheen, ziodat er feitelijk geen vloot van beteekenis in Europeesche wateren achter is gebleven. Reizigers die pas nit Port Arthur terug zyn gekomen, melden dat de treinen naar bet Oosten nog steeds vol troepen en oorlogsvoorraden zjjn. Men schat dat Rusland thans meer dan 150.000 man heeft ten oosten van het Baikal-meer voor alle gebeurlijkheden. worden in het rapport van den minister van oorlog aan minister Vallé. De Wiener Alg. Ztg., die doorgaans goed is ingelicht, deelt in den vorm van een tele gram uit Berlijn mede, dat onverwachte com- plicatiën de genezing van Keizer Wilhelm zjjn komen belemmeren, complicatlön, die zich anders bij een eenvoudige operatie der stembandpolyp zeer zelden voordoen. Dit telegram luidt als volgt„Ofschoon er niet aan te twijfelen valt of de operaties, die de Duitsche Keizer onlangs ondergaan heeft, betrof een goedaardig gezwel, moet men erkennen, dat de gezezing niet zulk een gunstig verloop heeft, als men in het begin gehoopt had. Het is volstrekt niet zeker, dat de Keizer binnenkort een reis naar het Zuiden zal ondernemen, want men twijfelt of de geneesheeren er de verantwoordelijk heid voor zullen willen aanvaarden den vorst, in zyn tegenwoordigen toestand bloot te stellen aan de vermoeienissen van een lange reis.” De Times-correspondent voegt hieraan toe, dat er aan het Duitsche hof een zekere onge rustheid heerscht, en dat er in do laatste dagen consulten zijn gehouden over de moge lijkheid of zelfs de waarschijnlijkheid eener nieuwe operatie. De Keizer blyft welgem >ed toch hebben zijn geneesheeren hem aangera den, zich zooveel mogeljjk te ontzien en zoo weinig mogelijk te spreken. Het voorstel in de Hongaarsche Kamer om ’s morgens en ’s avonds te vergaderen is met groote meerderheid aangenomen. Het was Vrijdag echter een zeer levendige zitting, die tot half zeven ’s avonds duurde. De oppositie trachtte eerst de stemming te verhinderen door een groot aantal sprekers te doen inschrijven. Maar toen er vier gesproken hadden, stelde de voorzitter Perczel onder ontzettend lawaai de stemming aan de orde. Natuurlijk bezorgde hem dat een stroom van scheldwoorden. Tisza kreeg ook zijn deel. De afgevaardigde Leugyel hield een rede die eigenlijk niets was dan een aaneenschakeling van beleedigingen, geaccompagneerd door tusschenroepen van ’t zelfde kaliber. In een geheime zitting werd de vraag, of de president het reglement geschonden had. heftig besproken. Daarna had in de heropende zitting de stemming plaats met den vermelden uitslag. De oppositie heeft besloten nu tot de z.g. technische obstructie over te gaan. 4;De minister van financiën Lucacs heeft, dig en moedig zijn en niet met schoone woorden pronken, maar door daden haar degelijkhe'd bewijzén.' Vermoedelijk werd mevr, von Gölner door de aanwezigheid van Bettie belet dit onderwerp, dat al jaren lang een onuitputtellijke bron van ge dachten wisseling tusschen broeder en zuster was geweest, verder te bespreken. De maaltijd werd voortgezet en nogmaals vond de schilder aanleiding om de keukenmeid te prij zen. Hij meende het ontwijfelbaar eerlijk, maar hij beoogde daarmeö tevens het doel, zijn zuster in goeden luim te krijgen, en hij had haar volkom’n juist beoordeeld, want zooals alle vrouwen werd ook zij opgewekt en spraakzaam toen het zoo. gewichtig onderwerp: „onze dienstboden' behan deld werd. „Ik had eerst weinig vertrouwen in mijn nieuwe linge,* zei ze. want goede keukenmeiden zijn zeld zaam, en dan midden in het kwartaal! Waar schijnlijk zou het niet in mij opgekomen zijn haar te huren als ik keus gehad had, want ze is nog jong, pas vijfentwintigjaar, dus twijfelde ik of ze mjj voldoen zou. Daarbij kwam ze van buiten en had maar één getuigschrift, maar de nood dwong mij. „En nu zijt ge toch zeker het gunstig toeval dankbaar Mevr von Gölner schudde het hoofd en ant woordde Ik weet het nog niet. Ze is een meisje dat flink aanpakt, bescheiden, vlijtig en werkzaam maar haar stillen aard en teruggetrokkenheid te genover mijn andere dienstboden komen mij wel niet verdacht voor, maar bevallen mij toch Natuurlijk I hoe kunt gij anders spreken, gij die op je achtendertigste jaar nog altijd niet be sluiten kan jez g. jonggezellenvrijheid aan het huiselijk geluk ten offer brengen." „Jaals men dat huiselijk geluk garandeeren kon Maar de waarnemingen, die ik in mijn leven zoo hier en daar heb kunnen doen in huiselijke kringen hebben mij niet bijzonder tot het huwe lijk aangemoedigd. Ik ben nu eenmaal besloten, slechti een meisje te huwen, dat mij imponeert, mij achting afdwingt, en naar zulk een uitzonde- ringsexemplaar zoek ik tot heden vergeefs." Wat een gril I Hoe zal zoo’n arm meisje het aanleggen om jou te imponeerenjou, die voor alles, wat een ander lief, aardig en verrukkelijk vindt, slechts een spotlach of sarkastische opmer king over hebt. Moet ze kunsten maken op de vliegende trapére of een bezoek afleggen in een kooi met leeuwen „Neen zuster, dergelijke wezen boeien mij niet, ik verlang meer. „Het meisje, dat ik bedoel moet hoofd en hart op de rechte plaats hebben, moet goed, verstan. Men bmïcht nit Parijs Het belöek van don oud kapitein Dfeyfus tot révisiouvan zyn proces is 26 Nov.^by den minister Vmi justitie ingediend. Enkelq feiten door Alfred Dreyfus genoemd komen over een met inlichtingen uit het dossier, dat minister André indertijd heeft doen toeko men aan den minister van justitie Vallé, bij de behandeling van de interpellatie-Jaurès. Minister» lAudré gaf zyn voornemen te kennen persbonlyk de dossiers te onderzoe ken. De nitslag van dit onderzoek is, dat de ministew van oorlog zijn ambtgenoot van justitie in kennis stelde met feiten, die van vrij ernstigen aard moeten zijn, aangezien zij minister Vallé er toe hebben geleid bet verzoek yjkn Dreyfus aanhangig te maken bij een commissie van revisie. Omtrent deze feiten is nog niets uitgelekt. Men bewfeert evenwel, dat minister André in de dossiers van het ministerie van oorlog stukken gevonden zou hebben, waarvan de echtheid aan ernstigen twijfel onderhevig is, ep dat hij bovendien sporen zou hebben ge vonden van manoeuvres, waartoe men in 1897 of 1898 aan het departement van oor log zijn toevlucht zou hebben genomen, ten einde stukken te verduisteren of belangrijke feiten te verbergen. Eindelijk zou hij aan den oud-archivaris Gribelin ernstige onthul lingen hebben ontlokt. In de aanstaande zitting van Woensdag zullen de stukken, die minister Vallé te harer beschikking zal stellen, bij de revisie- commissie worden ingediend. Volgens sommige personen heeft minister André van het Dreyfus dossier uitsluitend kennis genomen, ten einde als hoofd van het leger te kunnen verifleeren de beschuldigin gen tegen enkele officieren, die by de zaak betrokken zyn Men vertelt onder voorbe houd, dat in het dossier, dat vertrouwelyk uitsluitend werd meegedeeld aan den krijgs raad te Rennes, generaal André twee stuk ken zou hebben gevonden, waarvan vast staat, dat zeTvalsch zyn, en die van zoo- danigen aard zyn, dat men overtuigd is, dat zij zeer veel moeten bijdragen tot de ver- oordeeling van Dreyfus. Bovendien zouden zekere stukken, waaruit de onschuld van Dreyfus zou kunnen blyken, niet meegedeeld zyn aan de ihilitaire justitie. Ten slotte zou een getuigenverklaring, die van invloed kon zjjn op de uitspraak van den krijgsraad te Rennes noch uit eigen beweging noch be langeloos zyn afgelegd. Vrpi dien aard zouden, onder alle voor behoud, de nieuwe feiten zijn, die genoemd aangezien de begrooting voor 1903, die in October 1902 is ingediend, niet in behandeling is gekomen ten gevolge der obstructie, thans een veranderde begrooting voor 1903 inge diend, waarvan do uitgaven 1.084.000.900 kronen bedragen. jtot 40 voet zetten (allen r bestemder niet." „Je hebt altijd neiging tot pessimisme gehad," zei de schilder lachend, en dikwijls had je gelijk, maar, wat nu jo nieuwe keukenmeid betreft, moet ik je aanraden, terwille van haar voortreffelijke eigenschappen, kleine fouten, die altijd nog ver beterd kunnen worden, door de vingers te zien. Ideale menschen bestaan nu eenmaal niet." Mevrouw von Gölner schelde om de koffie. Het was ten haren huize een oude gewoonte, dat niet het kamermeisje, maar de keukenmeid het zilveren toestel met kokend water binnen bracht, waarna Bettie dan den geurigen drank bereidde. Bernhard Hellwig had alzoo gelegenheid haar, die hij onder den maaltijd zoo geprezen had, van aangezicht tot aangezicht te zien. Hij was wel niet nieuwsgierig en keek haar bij het binnenkomen slechts vluchtig aan, terwijl hij een sigaar aanstak, maar hij zag toch wel, dat ze er niet onaangenaam uitzag. Dat heldere japonnetje en wit voorschoot kleed den haar zeer goed, het kleine mutsje op het hoofd deed? haar donkerbruine gevlochten haar voordeeltg uitkomeo en gelaat en taille waren niet onknap te noemen. Een duister, onbestemd ver moeden kwam bij Hellwig op, dat hij dit meisje niet de eerste keer zag. Een vraag, die Bettie hem deed, verhinderde hem zijn waarnemingen voort te zetten en daar door ontwaarde hij niet dat de nieuwe keuken meid hem, bij het hooren zijner stem, met een verwonderden, of meer verschrikten blik aanzag en een donkere blos haar gelaat overtoog. Het koffiestel beefde in haar handen en toen ze dat Frankrijk. Vrydag bezochten de Engelsche parlements leden de Kamer van Koophandel te Parijs en daarna het stadhuis, waarby natuurlijk weer braaf gegeten, gedronken en gesproken werd over de verbroedering. neergezet had, trok ze zich angstvallig gauw terug. Het was dan ook niet naar haar zin, toen haar mevrouw haar even staande hield en haar toesprak x- „Je hebt heden met je tafel eer behaald. Johanna. Het oordeel van mijn broeder, over tafelgerechten is beslissend en het is mij om uwentwille aange naam, dat hij zeer voldaan is Zoo min ik een nalatigheid mijner dienstboden onbesproken laat, zoo min onthoud ik hen ook den lot, die zij ver dienen. Dit wilde ik je maar zeggen en nu kunt gij gaan." Het gelaat der aldus geprezene werd gloeiend raod. Zij hield het hoofd diep voorover en daar door zagen de anderen het zenuwtrekken harer lippen niet, maar oom Bernhard zag haar licht beven en daarom kon hij, toen Johanna de kamer verlaten had, niet nalaten tegen zijn zuster te zeggen: „Neem me niet kwalijk, lieve Martha, maar een beetje minder en wat liefderijker had beter geweestuw lofuiting kwam mij voor te veel in ambtelijken stijl te zijn." Ik dank u voor uw terechtwijzing» gat zij bits ten antwoord. Hoe bereidwillig ik echter uw meerderheid op ander gebied erkennen wil, de behandeling, mijner dienst boden wil ik, met uw verlof, naar mijn eigen inzichten regelen." De schilder trok de schouders op en deed een paar flinke trekken aan zijn sigaar. Enkele minu ten van onbetragelijk zwijgen verliepen en de gemoedelijke stemming wilde ook later, onder het koffiedrinken niet wederkeeren. Het antwoord van de Porte op de nota van Rusland en Oostenrijk, dat Vrijdag aan de gezanten der mogendheden overhandigd is, luidt aldus „De Verheven Porte ontving en heeft ernstig overwogen de nota, aangeboden door baron Von Calice en den heer Sinowjef, op den lOen dezer maand. Zy heeft goede nota genomen van de verzekeringen, die zy ge kregen heeft over de algemeene waarborgen van haar souvereine rechten, over het be houd van den bestaanden toes and, over den eerbied voor de autoriteiten en over het prestige van het ryk. „Eveneens heeft zij nota genomen van de verklaringen betreffende het voorloopig ka rakter, en de beperking tot twee jaren van de aanvullingsmaatregelen die thans zijn voorgesteld, met het doel om de uitvoering te verzekeren van de hervormingen, die in Februari reeds zyn aangenomen, op aan dringen van de beide regeeringen, en die door de Porte op loyale wijze worden uit gevoerd. „De Sublieme Porte verklaart, dat zij in beginsel de negen punten in het memoran dum genoemd, aanneemt, doch zich het recht voorbehoudt over dit punt onderhandelingen te openen, ten einde tot overeenstemming te komen over de bijzonderheden van de toe passing, en vooral over het eerste en tweede punt, op een wyze, die niet te kort doet aan de onafhankelijkheid der souvereine rechten, aan het prestige der regeering en aan de handhaving van den bestaanden toestand.” Zoo ooit een antwoord gegeven is, dat geen antwoord is, en dat klaarblijkelijk al leen bestemd is, om uitstel te winnen, dan is het dit schrijven van de Porte. Wat de mogendheden op dit schrijven zul len zeggen, is nog niet bekend. Zich er by neerleggen kunnen Oostenrijk en Rusland niet, al ware 't slechts om hun eigen pres tige en dat der groote mogendheden van Europa te bewaren. Maar de toestand is er voorloopig niet door veranderd S

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1903 | | pagina 1