LAT
58s
Jtahr-
r
itroo.
HET MEDAILLON.
IVEB
Dinsdag 26 Januari 1904.
No. 9320.
Zoon.
«oiims.
1SB00I.
hoo!
IREN
IZEN
42ste Jaargang.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
n
Bultenhindseli Overzicht.
igens.
-TE IV,
i AO
■31
TO 4>.
FEUILLETON.
i
it
3
der nationalisten om de
Verspreide Berichten.
Frankrijk.
TL Stol
eu B No. 149
(Wordt vervolgd.)
te OSCH.
k
E.
ar
i en
KELDER
5.-. Dadelijk
H 258.
{Naar het Nransch.)
OUDE
A MM ER
•ki
re :a i
ur byi
ER> .lz.
vim eohthoid i
turk voor
i ur<ud dor Firma
PE
me Warande,
van Gas- en
OUTEN.
Mil ILSIHL CO [RAW
lt8.
En zoo spoedde zich dan de gravin de Kermor
huiswaarts, want zij is ’t, die onze lezers hebben
gezien bij het verlaten van de Bon-Marche
en op haar korte wandeling door den tuin van
het LuxembourgMarcelle was ’t, de voormalige
maitresse van Jean de Kermor, de wettige vrouw
geworden van den booswicht, nadat deze op de
ons bekende wijze in het bezit wss gekomen van
zijns broeders fortuin zij was het, die niet alleen
op het oog inderdaad een dame van de groote
wereld was gewordep, maar zich bovendien in
werkelijkheid eenige gewoonten had eigen gemaakt,
die niet misplaatst zouden zijn in de salons van
den faubourg Saint-Germain. Zij leidde overigens
met haar echtgenoot een zeer weelderig leven Na
de millioenen van zijn breeder in ontvangst te
hebben genomen, had Jean de Kermor tegenover
de heele wereld den graventitel dangenomen,
waarop hij recht had. In de groote wereld van
Parijs was hij een bekende fiiguur geworden, een
man, die zich niet zonder zwier in de hoogste
kringen bewoog en de aanzienlijkste relanes bezat,
het zou niemand in de gedachten zijn gekomen
om te vermoeden, dat de kleeding, die hij droeg
en da eereteekens, waarmede hij versierd was -
o ja, hij bezat eenige decoratieseen ellende
ling deden respecteeren, die thuis hoorde op
het bagno.
Het was nu al vijftien jaar, dat het misdadige
echtpaar onbekommerd genoot van een weelde,
ten koste van twee gruweldaden verkregen. Geen
wolkje had ooit hun gezichteinder verduisterd en
van dc toekomst hadden zij niets te duchten,
omdat zij indertijd, naar zij meenden, hun maat-
Hoewel liet misschien voorbarig is te spre
ken van een spoedig te verwachten overeen
komst tusschen Rusland en Japan, is toch de
toestand van dien aard, dat voor het versto
ren van deir vrede geen dadelijk gevaar be
staat.
De toestand is, nu de jongste wijziging in
de Russische plannen ongeveer zooRus
land maakt geen aanspraak op eenig recht,
politiek noch economisch, in Koreahet laat
dit laatste gebied geheel onder den invloed
van Japan. Ter uitvoering hiervan zal het
dan echter noodig zijn, dat de Russische
regeering een einde maakt aan de intriges
van Miss Sonntag, en dat de Russische zaak
gelastigde in Seoel, Pawlof, strenge instruc
ties ontvangt.
Daarentegen eischt Rusland het recht, om
den noordelijken oever van de Yaloe krachtig
te versterken, doch tevens verlangt het, dat
de zuidelijke oever, hetzij die in het bezit
van Korea of Japan is, onversterkt blijven
zal. Hiertegen verzet zich de Japansche
regeering. Het denkbeeld van een neatrale
zone in Noord-Korea is door Rusland opge
geven.
De grootste moeilijkheid bestaat nog over
Mandsjoerye. Japan wenscht de uitdrukke
lijke erkenning van de Chineesche souvereini-
teit over Mandsjoeftje, én' Rusland v&ftwt
zich daartegenhet meent, dat die quaestie
door de gesloten Russisch-Chineesche tracta-
ten voldoende geregeld is, en dat zij boven
dien geheel buiten Japan omgaat.
Het is echter feitelijk een academische
quaestie, die^wel op de eene of andere wijze
zal worden opgelost. Voor Japan heeft zij
alleen belang, omdat het, evenals de Veree-
nigde Staten, consuls wil aanstellen in Moek-
den en Antoeng en het recht willen hebben
van nederzetting in Mandsjoerije. Op dit pont
is reeds een toenadering tusschen Japan en
Rusland te bespeuren, en dit versterkt het
vooruitzicht op een vredelievende oplossing.
En hoewel de Engelsche bladen, na de
kalmte van de laatste dagen meenen vandaag
weer eens op de krijgstrompet te moeten bla
zen, de beide partijen laten zich door het
getoeter van die zijde niet tot den strijd aan
zetten.
Men kan het betreuren, dnt in Frankrijk,
het land dat zich zoo laat voorstaan op de
vrijheid, die daar ieder kan genieten, een
uitwyzings-wet bestaat, die van het jaar 1849
dagteekent, en die reeds herhaaldelijk tot
onaangename incidenten aanleiding heeft ge-
greintje ernstiger dan
ijver sloeg hij het por-
twunea-
m ia den
3»)
Ge begrijpt toch, even goed als ik het doe, dat
haar ontroering, toen ze u zag, niet ongemoti
veerd kan zijn geweest. Wat ook haar beweeg
reden mogen zijn, liefde of haat maar het zal
wel liefde wezen zij moet verlangen u weer te
rien.
Henri bleef het antwoord schuldig Op zooveel
geluk durfde hij niet hope». Bij zijn weten bezat
hij geen enkelen vijand, veel minder een vijandin
en hij kon niet denken, dat eenig mensch hem
opzettelijk zou willen benadeelen. Het moest dus
wel een ander gevoel dan dat van haat zijn, dat
zijn voorkomen bij die onbekende dame had
opgewekt.
Ik kom hier morgen bepaald terug, verklaarde
hij dan ook, maar veel eer onderworpen dan
zegevierend.
Hij noodzaakte zijn vriend om door te loopen,
want, uit vrees van haar te zullen mishagen,
durfde hij niet dadelijk de vreemde dame volgen.
Deae, die, sooals wij- g««egd hebben, een oogen-
blik haastig had voortgelopen, was op haar beurt
eveneens blijven stilstaan, maar verborgen achter
hoog heestergewas, en van daar had zij nogmaals
Telefoon No. 82
A I) V E UT E N Tl EN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Een betooging, op touw gezet door de
patriottische liga, had Vrijdagmiddag te half-
zes plaats op de Place de la Concorde. Een
stoet van 300 liga mannen plaatste zich
vóór het standbeeld, roepende „Leve de El
zas”. Toen de betoogers daarop trachtten
den Pont de la Concorde te bereiken om
zich te begeven naar de Kamer van Afge
vaardigden, kwam de politie tusschenbei-
den. Het gelukte haai de manifestanten
uiteen te drijven, die echter steeds tracht
ten zich weer bijeen te voegen. Een sterke
macht van agenten verhinderde echter den
nationalisten hun plan ten uilvoer te bren
gen. Daarop besloten de liga-mannen te
manifesteeren op het plein, weer roepende
„Leve de Elzas”.
De politie deed het plein ontruimen. Een
zestigtal personen werd gearresteerd, omdat
z|j weigerden door te loopen. Geen enkel
incident van belang viel voor.
In geheel Noorwegen worden voorberei
dingen getroffen om den nood te Aalesund
te lenigen. De militaire autoriteiten te
Drontfieim en Bergen zenden tenten, bedden
en proviand. De minister van financiën ver
klaarde in het Storthing dat de regeering
hulp zou vtrleenen uit het fonds van on
voorziene uitgaven.
Het gemeentebestuur van Drontheim zendt
een schip met levensmiddelen, kleeren, hout,
terwijl door particulieren een schip met
geld en kleeren wordt gezonden Ook van
Christiania vertrekken schepen met onder
steuningen.
„Tagesposten” meldt uit Drontheim, dat
by den brand te Aalesund twee personen
zijn omgekomen. Een stoomboot is verbrand
en mfsschien nog wel meer schepen.
Telefoon No. 89.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Noinmers VIJF CENTEN.
van Duitscliland en België bestond, thans
geheel geweken is.”
r*
De Porto heeft aan de gezanten van Oos
tenrijk en Rusland een mededeeling ter hand
gesteld over de uitgevoerde hervormingen.
Daarin wordt opgesomd, wat gedaan is
wordt gezegd, dat het noodzakelijke is ver
richt tot bescherming der inwoners en dat
de Albaneezen getuchtigd zijn. Het hervormen
gaat in Turkije snel en afdoende, naar men
ziet. Vervolgens echter klaagt de Sultan,
dat. de pogingen van Turkije voortdurend
verijdeld worden door Bulgarije, dat zijn hou
ding niet verandert en door de opstand-
comilé’s te Rilo, Kustendii en andere plaatsen.
Volgens bericht uit geloofwaardige bron, zegt
de nota, verzendt Bulgarije voortdurend ge
weren en schietvoorraad aan de grenswachten
om die onder de landsbevolking te verdoelen.
De kruitfabrieken en arsenalen werken dag
en nacht met versterkt personeel. De wegen
vine het grensgebied worden door de artil
lerie geschikt gemaakt enz. Overal wordtfn
maatregelen getroffen i een reglement is uit
gewerkt voor den verplegingsdienst en het
buitengewone krediet voor den oorlogstoe
stand is toegestaar.. Een militaire bakkerij
is opgerichtparticuliere bakkerijen en mo
lens ztin op leverantiën aan het leger ingericht.
Aan- de grenzen worden vele versterkingen
opge^órpen en bruggen ^vernieuwd. Sabels
en bajonetten worden geslepen.
Ten slotte bevat deze jammerklacht de ver
zuchting, dat geld openlijk verdeeld wordt
dat aan officieren wordt toegestaan, zich bij
de opstandelingen aan te sluiten en den
komitadji’s, de bevolking op te stoken.
Is het te verwonderen dit wordt er niet
bijgezegd, maar wordt de lezer uitgenoodigd
erbij te denken dat straks de getergde
Turken weer te wapen zullen vliegen
Zaterdagmorgen is de geheele stad Aale-
sund in Noorwegen afgebrand. Twaalfdui
zend inwoners zijn dakloos, en hebben ge
brek aan alles, vooral aan geneesmiddelen
en levensbehoeften. De schade wordt op
millioenen begroot.
Daar de telegraphische verbinding ver
broken is, ontbreken allo bijzonderheden,
Aalesund, een Noorweegsche handelsstad
in het district Bergen, heeft 11672 inwoners;
het is een centraalpunt voor de visschery.
De stad bezat in 1900 199 visschersvaar-
tuigen, te zamen 6728 ton. De waarde van
den invoer bedroeg in 1900 1.916.000 kro
nen, van den uitvoer 5 594.000 kronen,
waaronder voor 5.058.500, kronen aan visch.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur d^s midd.
De commandant der Habicht telegrapheert
uit Swakopmund naar Berlijn, dat daar een
bode uit Okahandja is aangekomen, die deze
plaats don 20en Januari verlaten heeft; hij
bericht, dat de expeditie van den le luitenant
Zuelow in Okahandja is aangekomen, en dat
die plaats voorloopig onneembaar ver
sterkt is.
Van Okasise nf is de spoorweg geheel
verwoest. Voortdurend heeft een sterke toe
vloed van Herero’s naar Okahandja plaats.
De toestand is ernstig, maar voorloopig
niet onbevredigend.
regelen goed hadden genomen en omdat nu toch
wel het verleden in het vergeetboek zou zijn ge
raakt. Evenmin als zij vrees hadden gekend, waren
zij door het zelfverwijt geplaagd geworden, en dus
verhief zich op eens voor de onthutste Marcelle
het schrikbeeld der oude misdaad duidelijk en
dreigend, onder de gedaante van een jongen man,
door het toeval op haar pad had geplaatst.
In den jongen man, bij de ontmoeting in het
Luxembourg, had de gravin de Kermor terstond,
op het eerste gezicht den zoon van Julien herkend.
Zij kon zich daarin niet hebben vergist. Hij was
het levend evenbeeld van Jean op twintiejarigen
leeftijd, dezelfde gelaatstrekken en dezelfde oog
opslag, zij ’t ook ecti weinig zachter. Als het h.iar
echtgenoot ware geweest, die den jonge» man had
gezien, hij zou misschien nog meer verwonderd
hebben gestaan dan zij het deed bij die frappante
gelijkenis en hij had zich zeker niet minder onge
rust gemaakt. Zou de misdaad dan toch nog ge
straft worden
Zoo waren de sombere gedachten, die Marcelle
kwelden, terwijl het rijtuig waarin zij gezeten was,
in volle vaart door de straten rolde op ’t gevaar
af van dezen of genen te overrijden
Bij Marcelle’s gevoel van vrees, voegde zich ook
een opwelling van toorn tegen haar man. Had hij
haar niet voorgelogen met zijn verzekering, dut
hij het kind in de Seine geworpen had
Ja, hij moest den kleine gespaard hebben 1
geven. Maar de nationalisten, die thans zulk
een kabaal maken over de toepassing van die
wet door het kabinet-C’ombes, hebben er op
heel andere wyze gebruik van gemaakt, toen
zy het heft in handen hadden. In de dagen
van de groote Dreyfus beweging wei den per
sonen uitgewezen en met uitwijzing bedreigd,
alleen omdat zy in tegenstelling met de
nationalistische meerderheid aan de on
schuld van den balling op het Duivelseiland
geloofden.
Minister Combes kon uit het zondenregis
ter van abbé Delsor een cental aanhalingen
doen, die zeker niet voldoende zyn om den
man het verder verblyf in Frankrijk te ver-
bieden, maar die toch tonnen, dat deze Duit-
sche Rjjksdag-afgevaardigde over de Fran-
i sche regeering en over de Fransche regee-
ringspersonen op zeer onhoffelijke wyze
deelde en al is dit te begrijpen in een geeste
lijke, na de strenge toepasing van de veree
nigingswet door het ministerie-Combes, het
is evenzeer te begrypen, dat dit ministerie
de uitwijzing, geschied op grond der wet van
1849, heeft goedgekeurd.
Hoe dit alles ook zy de toeleg van de
rechterzijde, om de Regeering te doen vallen
over dit uitzettingsbesluil, is mislukt. Na
een heftige zitting, waarin van beide zyden
harde woorden werden gebruikt, nam de
Kamer een motie, om over te gaan tot <le
orde van den dag, waarmede de minister
-C&mböB itch had vereenifd, met 52 stemmen
meerderheid aan.
En de poging
betoog ng, in de Kamer mislukt, op straat
voort te zetten, kan als volkomen in het
water gevallen worden beschouwd.
De Brusselsche correspondent der Frankf.
Ztg. verneefot van goed onderrichte zijde, dat
koning Leopold by gelegenheid van keizer
Wilhelm’s verjaardag(27 Januari)naar Berlijn
zal komen en aan de feesten deelnemen.
„Voor die reis, zoo seint hy, zyn natuurlijk
belangrijke staatskundige redenen. De be
sprekingen by die gelegenheid zullen nog
wel over andere onderwe p>n loopen dan
dé wederzydscbe belangen hunner landen
in Midden-Afrika. Het bezoek van koning
Leopold aan keizer Wilhelm zal vermoede-
lyk worden opgevat als een do »r de nood
zakelijkheid geboden anti-Engelsche wijzi
ging in de politiek van koning Leopold. Of
het bezoek van den Nederlandschen minister
president te Brussel met de kort daarop
besloten reis van den Koning naar Berlijn in
verband staat, zal moeilijk uit te maken zyn.
In ieder geval is deze reis een bewijs, dat de
spanning, die sedert jaren tusschen de Hoven
oplettend de beide jongelieden beschouwd. Wat
den aard van hun gesprek moest zijn, ze had het
maar al te goed begrepen aan de uitdrukking van
hun beider gelaat. Niettemin teekende het hare
slechts onrust en vrees.
„Neen, ik kan mij niet vergist hebben,” dacht
zij, „hij is ’tDus is hij niet dood Zou Jean
mij dan hebben oor gelogen
Eerst nadat zij de beide vrienden den tuin
had zien verlaten, verwijderde zij zich eveneens,
maar zeer geagiteeid en met een koortsachtig
gevoel. Al het fiere, dat haar houding bezat, bij
het binnentreden «an het wandelpark, scheen zij
plotseling te hebben afgelegd. Het zijden kleed,
dat zij droeg, vertoonde niet meer de gebeeld
houwde plooien, en de rimpels, daarin door het
haastig loopen ontstaan, maakten een krakend en
dreigend geluid.
In vijf minuten had zij het hek van ’t Luxem
bourg aan de zijde van het Odeon bereikt. Daar
liep de groom voor de schitterende equipage
i .wachtend op en neer en al stond het jeugdige
gelaat bij de komst van de gravin ook even effen
als dat van een volleerd diplomaat, we durven
niet beweren, dat de schalk intusschen met de
voorbijgaande kindermeisjes volstrekt geen aardig
heden had gemaakt.
Het sombere gelaat zijner meesteres maakte
hem, zoo mogelijk, nog een J 1 J"~
gewoonlijk en met grooten ijver sloeg hij
tier voor de dame los.
„Naar ’t hotel!” beval zij en de anders zoo
vaste stem beefde eenigermate „Gauw alsje
blieft I”