IELK
HET medaillon.
tot
)g op
elk te
Meiitw- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 9323.
Vrijdag 29 Januari 1904.
42ste Jaargang.
rouda-
Baltenlandsch Overzicht.
FEUILLE1OX
V
:ao
glijders
KE\\MSGEH\G
Inzending
Verspreide Berichten.
'egen aanslui-
de toekomst”
x
t 103.
’SI
xvn.
Wordt vervolgd.)
jriefkaart wordt
Bgezonden door
bommel.
tl gratis.
et Ryks Inter
verkrijgbaar
DE VISCH-
werkeljjke hulp
«Echte
temmeii-
en in don
inuun des
srvaardigd
wereldbe-
i* Stoll-
aar voor per-
i K. M. 1, -
(iOlBSCHE 101 It 1 \T
{Naar het Fransch.)
vnn^ Advertentiën tot 1 uur des mid i.
proftutje»
o. &35
Nadw-
TeletMa No. 8*.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dage lijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
O^irijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
tlykate «n C*
lel voor Heeren
lerschoenwerk.
1 Muiter Ca
- Men lette goed
ierk.—
iwerk, lafiRterlee,
irStminR, ArnbMa
NKMAN Zs
Ruim een kwartier had ons tweetal in de breede
laan op en neer gewandeld en nog bespeurden zij
34)
Eigenlijk
daarop volg
Wij
van I
verwondering zien wy, dat de President der
Republiek zich vereenigt met een ontwerp,
waarby het christelijk onderwijs verboden
wordt, nadat, zoogenaamd ter wille van de
onzijdigheid, de geestelijken van het openbaar
onderwijs zyn uitgesloten. Met het doel de
katholieke scholen des te zekerder te tref
fen, ontneemt men zelfs den Christel ijken
ondei wijzer en onderwijzeressen hun middel
van bestaan."
Ten slotte betoogeil de beide kardinalen,
dat deze godsdienststrgd en deze ontgoding
van het volk Frankrijk noodlottig zullen
worden.
Ik gekookt
c voor (U-
ilepela van
late) Ah
jeval van
gebruiken,
ito EL ’1
’’i bebt ge wel gelyk, Marcelle, liet hij
op volgen.
ij kunnen niet altijd leven met dat zwaard
Damocles boven onze hooiden.
Den volgenden dag was het weer insgelijks
beider en in de tuinen van het Luxembourg waren
niet minder wandelaars dan den vorigen dag
Het jonge mensch, wiens voorkomen zooveel indruk
op «Marcelle had gemaakt en die inderdaad nie
mand anders was onze lezers hebben het reeds
begrepen dan het kind, dat door Jacques
Beauchene was gered, dan André Kermor, de zoon
van Julien, datzelfde jonge menseb, had, na een
lange aarzeling, ten slotte toch maar besloten om
den min of meer gevaarlijken raad van zijn vriend
op te volgen. Hij was ook thans naar het Luxem*
bourg gegaan, waar hij zich op hetzelfde uur op
dezelfde plek bevond, waar hij gisteren de schoone
onbekende voor het eerst van zijn leven had
gezien,
Den geheelen nacht had hij bijna geen oog
De BURGEMEESTER van GOUDA brengt
bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat
door den Heer Directeur der Directe Belastingen
enz. te Rotterdam op den a6e Januari 1904
executoir is verklaard
Het kohier der Grondbelasting op de gebouwde
en ongebouwde eigendommen over het jaar 1904.
Dat voormeld Kohier ter invordering is ge
steld in handen van den Heer Ontvanger, dat
ieder, die daarop voorkomt, verplicht is zijnen
aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te vol
doen en dat heden ingaat de termijn van zes
weken binnen welke de reclames behooren te
worden ingediend.
Gouda, d n 28 Januari 1904.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Telefoon >o. 82
A I) V E R T E N Tl E N’ worden geplaatst van
1regels a 50 Centen; iedere regel rtieer
10 Centen Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Kardinaal Langénieux aartsbisschop van
Reims en kardinaal Richard, aartsbisschop
van Parjjs hebben, over de kerkelijke quaestie
een schrijven gericht tot president Loubet,
dat rechtstreeks misschien niet veel zal uit
werken maar zijdelings meer zal doen tegen
het ministerie Combes dan de aanval der
nationalisten wegens de zaak Delsor.
„Wij vervullen”, schrijven zy, „een plicht,
nu, op voorstel van de Regeering, het Par
lement een wetsontwerp in behandeling neemt
strekkende tot volkomen afschaffing van het
onderwijs door geestelijken. Met treur^e
geloken Het beeld dier dame uit de groote wereld
en de wijze, waarop zij naar hem had omgezien,
was hem geen oogenblik nit de gedachten geweest
Ofschoon hij niet zoo overtuigd was als zijn
vriend, dat alleen zijn voorkomen in zulk een
mate de aandacht dar groote dame had opgewekt
kon hij zich niet verzetten tegen een zeker gevoel
van nieuwsgierigheid om er meer van te weten.
Ze was ook zoo mooi 1 Gesteld eens, dat het
hem mogelijk ware haar liefde op te wekken I
Welk een prachtige overwinning, waarop bij zich
met recht - zij ’t ook in alle stilte zou kunnen
verhoovardigen, Den geheelen nacht had hij
liggen denken aan dat geheimzinnig avontuur.
André, die thans den naam droeg van zijn
pleegvader Beanchene, waarbij deze Henri als
voornaam had givoegd, had enkele maanden ge
leden de schoolbanken verlaten. Met een prachtig
getuigschrift was hij ontheven van de lessen aan
het Lyceum en had zich thans doen inschrijven
om de studie in de rechten te volgen.
Jacques Beauchene, die te- Parijs goed was
vooruitgekomen en nu in de rue de Richeleu een
zeer gerenommeerde schermzaal bezat, had een
gedeelte van zijn spaarpenningen gewillig geofferd
voor de opvoeding van den knaap, voor wien hij
een inderdaad vaderlijke liefde had opgevat. Hij
wilde van zijn aangenomen kind iemand maken,
die er wezen mócht en koesterde daarbij het plan
om later, als hij daartoe het oogenblik geschikt
achtte, den jongen manhet geheim van zijn
afkomst te onthullen en hem te vereenigen met
zijn dochter, die naast den wees was opgegroeid
en die voor hem een zusterlijke liefde gevoelde;
Oscar gestichte vorstenorde van den .Norske
Löve”.
De bladen te Christiania en in de overige
Noorweegsche steden verschijnend, wekten
de inwoners op, de vlaggen uit te steken.
In Drontheim en Drammen werd gevlagd
door alle openbare gebouwen. Reeds maakten
we melding van de woorden van innige
dankbaarheid door den president van het
Storthing gesproken, welke woorden door de
afgevaardigden staande werden aangehoord.
De brandschade in Aalesund bedraagt ruim
20 millioen kronendaarbij komt nog het
verlies aan schepen, die voor het grootste
gedeelten eveneens verbrand zyn.
By dezen brand zyu voornamelijk Noor
weegsche vorzokeringmaatschappyen betrok
ken, doch ook buitenlandsche, zoo o.m.
„L’Union” voor 250,000 kronen, do Ham
burg-Bremer” voor ongeveer 290,000 kronen,
„Yorkshire” met 200,000 kronen. „North
British” en „Norrland” voor hetzelfde be
drag. De Noorweegsche maatschappij „Nor
den” is in den brand betrokken voor 700,000
kronen.
De Duitsche bladen spreken meest in wel
willende bewoordingen over koning Leopolds
bezoek. De min of meer offlcieele „Nord-
denlsche” heet „den souverein van een na-
biirigen bevrienden Staat eerbiedig welkom.”
De „Vossische” schrijft zyn komst toe
aan de Kongo-quaeslie. Opmerkelijk is de
verklaring die de officieuze „Kölnische Ztg."
aan haar welkomstwoord toevoegt: „Men
zon zich vergissen door te donken, dat de
koning der Belgen te Berlyn een rugsteun
komt zoeken tegen de weinig vriéndelijke
politiek van Engeland, ten opzichte van den
Kongo staat. Wy meenen te weten, dat die
veronderstelling niet met de werkelijkheid
overeenkomt, dat koning Leopold dat voor
nemen niet heeft. Men weet dat Duitsch-
land ten opzichte van de binnenlandsche
zaken van andere Staten een volkomen on
zydighoid in acht neemt en dat er niets is,
dat ons verplicht, van dit beginsel af te
wyken.”
Deze correcte houding steekt gunstig af
bij Engelands daaddoor een nota de mo
gendheden te willen verleiden, zich met de
Kongo zaken te bemoeien.
Volgens den „Lokal-Anzeiger" kan het
bezoek alleen in zoover op Kongo-zaken
betrekking hebben, dat een grensregeling
tusschen het Duitsch en het Belgisch Kongo-
gebied werd besproken. „In geen geval
wordt hier een stap tegen Engeland gedaan.”
„Neen”, zegt, de „Petit Bleu”„integen
deel is ’t de quaestie, een stap van Engeland
tegen den Kongo te verhinderen”.
Een telegram uit Christiania aan het „Ber
liner Tageblatt” deelt mede, dat ter gelegen
heid van den verjaardag van den Duitschen
Keizer het Noorsche Storthing met alge-
meene stemmen besloten heeft den Keizer
uit dankbaarheid voor zyn groote hulpvaar.
digheid tijdens de laatste dagen te benoemen
tot eerste ridder in de kortelings door koning
wat zoo geloofde de schermmeester wel in
een andere liefde zou veranderen, zoodra de jonge
lieden t zelf maar wisten, dat het hun geoorloofd
was, elkander nog inniger dan als broer en zuster
te beminnen.
Henri Beauchene wij zullen tot nader order
den laatsten afstammeling der Kermor’s ook zoo
blijven noemen was, evenals zijn vader, zacht
en bescheiden van aard Wel een jaar lang was
hij, na het ongeluk, dat hem op ze. jarigen leeftijd
getroften had, zeer zenuwachtig gebleven, bevend
bij het minste gerucht. Toen was het bij de goede
zorgen, waarmede men hem steeds omringde,
langzamerhand kalmer geworden in zijn hoofd,
maar de herinnering van zijn eerste levensjaren
bezat hij volstrekt niet meer. Dat speet Beauchene
nietintegendeel.
„Zooals het nu is,* zeide hij tegen zijn vrouw,
«denkt hij, dat wij zijn ouders zijn, en heeft er
ons des te liever om
De jonge student bezat al ze r weinig ijdelheid,
en ondanks de verzekeringen van zijn vriend, kon
hij niet aannemen, dat hij zoo plotseling het hart
dier mooie dame zou veroverd hebben.'Misschien
ware hij, den dag na de eerste ontmoeting, niet
eens naar den tuin van het Luxembourg terugge
keerd, hoe nieuwsgierig hij ook was om de onbe
kende nog eens te zien, zoo zijn vriend een
Mefistofeles in den dop hem niet was komen
afhalen en hem, nagenoeg met geweld had mee
getrokken.
Het bericht van de Daily News, over het
aanstaande aftreden van drie Engelsche mi
nisters, scbynt onvolledig of voorbarig. Gis
teren werd weder een zitting van den kabi
netsraad gehouden, die door alle ministers,
ook de drie genoemden, werd bijgewoond;
en twee banner, de heeren Gerald Balfour
en Lord Londonderry, ontkennen de juistheid
van het Daily News-bericht.
De Daily Paper noemt het bericht van de
Daily News „een intelligent vooruitzien van
de toekomst”, tenzy de ministers tot de
overtuiging komen, dat een onmiddellyke
ontbinding van het Lagerhuis minder ver
schrikkelijk is. dan een nieuwe afmattende
zitting.
Zeker is het, dat Chamberlain in politieke
kringen evenveel aanhangers verliest, als hy
door zyn barre propaganda wint onder de
industrieelen.
Merkwaardig mag zeker genoemd worden,
de opmerking, die Sir Charles Dilke maakte
in een redevoering te Ashton. Deze haalde
een rapport van de Regeering van Mauritius
aan, over het gebruik der ondersteunings
gelden aan de snikerproduceerende kolonies
toegestaan; in dit rapport wordt gemeld,
dat het meerendeel der locomotieven voor de
stoomtramwegen in Duitschland en België
gekocht zjjn, en dat zy niet alleen snel
geleverd worden, maar ook tot groote tevre
denheid werken.
Sir Charles wees er op, dat het toch wel
eigenaardig was te lezen, dat het departe
ment van koloniën, in den tyd toen Cham
berlain minister was, locomotieven kocht in
België en Duitschland.
Van een minister met zulke protectionis
tische en preferentische denkbeelden als
Chamberlain, was dit toch niet te verwach
ten. En ook hier wordt weer bewaarheid
Göthes woord
„Grau, theurer Freund, ist jede Theorie”.
Niemand twijfelt, in Europa, aan de vre-
desliefde van den Tsaar; niemand betwijfelt,
dat hy alles doen zal wat in zyn vermogen
is, om den vrede te handhaven, en dat hy
daartoe tot het uiterste wil gaan. Volgens
de telegrammen zou zelfs de Russische gezant
te Peking het denkbeeld hebben geopperd,
dat prins Tsjing de gezanten der mogendhe
den zal polsen over de mogelijkheid om tus
schenbeiden to komen in het geschil.
Maar er zyn twee vragen, die zich voor
doen Zal de Tsaar tegen de militaire party
in Rusland opgewassen blijken, en zal Japan
zich laten ovArhalen, om Rusland halver
wege te gemo&te komen.
Volgens de Daily Telegraph staat de zaak
thans zoo
„De Mandsjoerijsche quaestie is bevredi
gend opgelost, door de verklaring, dat de
vroegere toestand zal worden hersteld, wan
neer de Rnssische regeering het geschikte
oogenblik daarvoor gekomen acht.
„Japan echter dringt aan op een bepaling,
waarin wordt beloofd de integriteit van het
Chineesche Ryk, waartoe het ook Mandsjoe-
rye rekent, te eerbiedigen. Op dit punt wil
en kan Rusland niet toegeven”.
Dit zyn dikke woorden, wanneer, zooals
uit het voorafgaande blykt, die erkenning
feitelyk is uitgesproken. Het kan Rusland
onverschillig zyn of het die erkenning uit
spreekt in een „verklaring”, of in een „truc-
taat”. Zeker is het, dat dit verschilpunt
voor Japan geen reden kan zyn om oorlog
te voeren, voor Rusland om daarop de on-
derhandelingen te laten afstuiten,
Wellicht brengt het Russische antwoord,
dat eergisteren te Tokio nog niet ontvangen
was, de oplossing voor dit geschil.
Frank rijk.
De sub-commissie in do zaak-Humbert houdt
zich nu bezig met het onderzoek van de rol,
door Gustaaf Humbert gespeeld, 'l^órèse
maakt het weer goed. Zy werkt aan haar
verdediging.
Zou zo nogmaals opzienbarende onthullin
gen... beloven
Een delegatie Nederlandsche Kamerleden
en hooge ambtenaren zal binnen enkele dagen
een bezoek komen brengen aan verschillend.)
Belgische steden, om met vergunning van
den Belgischen minister van justitie, Van den
Heuvel, ter plaatse een onderzoek te komen
instellen naar de werking der Belgisch
weldadigheidsgenootschappen.
Beluik.
In België is men bezig een defensieplan
yit te werken voor den Belgischen Congo.
Er kunnen drie verdedigingsliniën worden
gevormd met Shinka als versterkt kamp.
Er zyn groote bestellingen met het oog op
deze plannen bij Berlynsche industrieelen
gedaan De majoor der genie, Wangermée,
gaat de volgende maand naar Afrika scheep
om toezicht op de werkzaamheden te houden.
Engeland.
Volgens de Daily News overweegt de
oppositie in hel Lagerhuis drie amendementen
op het adres van antwoordhet eerste
niets van haar, die zij met begeerige oogen zoch
ton. Henri begon nu, al gevoelde hij zich zelf
ook zoo teleurgesteld, met zijn vriend den spot te
drijven.
«Ziet ge nu wel,* zeide hij plagend, maar toch
ook wel een weinig droevig, „ziet ge nu wel,
dat ge nw weddenschap verloren hebtZij komt
niet.
De ander -haalde bedaard zijn horloge te
voorschijn.
Geduld, amice! Het oogenblik is nog niet
daar
„Neen, maar zeg nu eens eerlijk,* hernam de
aangenomen zoon van Jacques Beauchene, „hoe
wilt ge nu, dat zij zal veronderstellen, ons hier
vandaag weer op dezelfde plaats te vindon
Gisteren waren wij hier toevallig, dat’s dus geen
reden, dat wij hier dag aan dag zouden komen.*
Met iets geheimzinnig» in zijn voorkomen en
met een ernst, die Henri onwillekeurig deed glim
lachen, antwoordde de vriend
„Mijn wiarde, ge kent de vrouwen nog niet!
De bewuste heeft gisteren heel goed opgemerkt,
dat haar ontroering ons getroffen heelt. Zij weet
natuurlijk welke mooie vrouw doet het niet
dat zij er verduiveld goed uitziet, en zij is er
van overtuigd, dat minstens rie nieuwsgierigheid,
zoo niet een begin van liefde reeds, in ons het
verlangen heeft doen ontstaan om haar nogmaals
te zien.
S