rs. troo. 10DEN. IKG arl 1904. JIS HET MEDAILLON. E )n Tent miE yVteww«- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, i Vrijdag 13 Februari 1904. No. 9335. Buileolaudscii Overzicht ILDE. >r SHOOI, ooi- [ZEN l arl t»04. 43ste Jaargang. FEUILLETON. in Moeder, Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inid.l. 8 uur. H 258. K/TEN. ten aanslui- MAN k Z> Wordt Vlrïüdgd. groot 11.* :r tot plafond gratis. R(jks Inter- M I N", ;en 'Gouda* ijkorkest'. OENWERK, rerkrjjgbaar E VISCH- te 08CH. teuniatjazijti 0. Jeiwegsteeg tr voor per- IL M. 1, ie Warande, van Gas- en ■n B No. 149 KELDER en Dadelijk (Naar het Fransch.') ?den en f0.50 is Genoegen”) eer QUANT, vond der uit- ociteit. werklieden en verkrijgbaar en werk. i'eegschul". Idll INHL (01 ISA\T. Telefoon No. 93. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering aan Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTE N. Henri had den vorigen dag thuis gegeten, maar was weer vroeger weggegaan, onder het voorgeven dat hij nog het een en ander moest nazien voor den volgenden dag, maar in waarheid, omdat zijn vader hem had gezegd, dat hij niet te laat langs den eenzamen weg moest gaan, waar hij wel eens een slechte ontmoeting kon hebben. Tot overmaat van voorzorg was Jacques met hem medegeloopen tot la place du Chateau d’Eau en had hem eerst verlaten in een volrijke buurt, waar geen nachte lijke aanrandingen meer te duchten waren. Na Henri de hand te hebben gedrukt, had Jacques onder 't huiswaarts keeren en zelfs ge durende ?en groot gedeelte van den nacht, dien hij byna slapeloos door bracht, gedacht aan het zonderlinge avontuur van zijn aangenomen zoon. Wat hij in de eerste plaats moest weten, was volgens zijn meening, wii en wat eigenlijk die mooie vrouw was en ook die man, die met haar scheen getrouwd te zijn en zulk een prachtig hotel bewoonde Alles kwam hem, hoe langer hij er over peinsde, zeeï verdacht voor. Hij ontbeet vroeg en reed, na vrouw en dochter te hebben vaarwel gekust, met een huurrijtuig naar de stad. ,Rue Saint-Georges riep hij tegen den koetsier. „Welk nummer?" Dat doet er niet toe. Als ik maar in*de straat ben, sal ik mijn weg wel vinden. Bij den ingang van de door Beauchêne opge geven straat hield de huurkoetsier haltonze held stapte uit, betaalde vrat hem gevraagd werd en zocht te voet het huisnummer, hem door Henri opgegeven. Het huis kende hij terstond volgens China zal, te oordeelen naar alle berich ten uit Peking, volkomen onzfjdig blijven. Alle groote mogendheden hebben zooveel be lang b(j het onderhouden van hun handelsbe- trekkingen met dat land, dat zij gaarne alles zullen doen om Ctyna in deze houding te sterken. Echter kofiit hierbij niet alleen de handel, maar ook het handhaven van rust en orde’ in China ter sprake. Een oorlog aan de grenzen oefent altijd op de Chinezen een buitengewonen prikkel. Een herhaling van vijandige bewegingen, opstanden tegen de vreemdelingen zjjn geenszins oninogeljjk en het is zeer twijfelachtig of China in staat zal wezen, die oproeren zelf te bedwingen. De mogendheden schijnen than» voornemens, het op de een of andere manier hierin te steunen en het verdient aandacht wat de officieuze „Klinische Ztg.” dienaangaande dezer dagen schreef: „Duitschland, dat zich niet geroepen acht, in staalkundig opzicht, in Oost-Azië de eerste viool to spelen, kan geen aanleiding hebben met voorstellen in dien zin aan te komen, wel echter zoodon die, wanneer zij van andere zijde uitgingen, by Duitschland in goodo aarde vallen." Wat verder de Duitsche politiek betreft, deed de Köln. Ztg. uitkomen, dat Duitschland vol strekt niet voornemens is, te pogen uit de tegenwoordige verwikkelingen eenige bijzon dere voordeelen te trekken. Al wat in strijd daarmede gezegd is, is volkomen ongegrond. Verspreide Berichten. 4«) .Wacht mij dan in ’t café des Variétésik heb maar twee lessen ta geven en als die atgeloopen zijn, kom ik bij je I We gaan dan samen weg. Vrees nietIk zal dit varken wel wassen .0, ik ben niet bang, vader, vooral niet, nu. ik mij onder uw bescherming gevoel .Beste jongen I" stamelde de reus die, evenals meer sterke menschen, zeer gevoelig van aard waa en reeds tranen in de oogen had. Henri werd door lijn vader uitgelaten, die hem bij het heengaan nog toefluisterde: »Ja, wat ik zeggen wil, en voor dat ik het ver geet, houd wat je mij verteld hebt, maar verder voor je I Geen woord tegen je moeder, hoor I Den volgenden morgen zat de schermmeester thuis reeds vroeg te ontbijten. Hy bewoonde te Belleville een aardig huisje met een mooien lap grond er bij, dien hij zelf bebouwde, zoodat hij volop groenten had en bijna nooit zonder bloemen was. Die tuin was de vreugde en de trots van zijn vrouw en zijn dochter, de lieve Jeanette, nu *1 zestien jaar oud, met wie onze lezers spoedig nader zullen kennis maken. Woensdag middag bracht de Russische Keizer, gekleed in admiraalsuniform, een bezoek aan het korps cadetten der marine en sprak hij de cadetten als volgt toe „Het is ulieden bekend, dat eergisteren ons den oorlog is verklaard, dat een verra derlijke vijand in het nachtelijk duister zon der eenige uitdaging van onze zjjde onze sterkte, onze vloot heeft overvallen. Nu is het oogenblik gekomen, dat Rusland zjjn vloot en zyn leger noodig heeft. „Daarom ben ik heden n komen bezoeken om u aan te zeggen, dat ik u tot officieren bevorder. „Drie en een halve maand vóór den ter mijn bevorder ik u tot officieren, in de over tuiging, dat gij alle krachten zult inspannen om uw kennis te verrijken, dat gij zult die nen, gelijk uw voorvaderen, gelijk de admi raals Tsjitsjagoff, Lasareff, Nachinoff, Kor- nlloff, Istomin hebben gediend, tot heil en roem van ons dierbaar vaderland. „Ik ben overtuigd, dat gij al uw krachten zult wjjden aan onze vloot, waarop de vlag met het Andreas kruis waait. Een „Hoera I” v olgde hierop van de cadetten. De opgewondenheid, die gisteren werd ge wekt door de verspreide geruchten over de- gebeurtenissen in het Verre Oosten, heeft een keer genomen door de gisteren bekend gemaakte telegrammen van den admiraal Alexieff en door het manifest van den Kei zer. Reeds vroeg in den ochtend verdrong zich een groote menigte voor de bulletins van de Staatscourant, met de berichten van admiraal Alexieff, die op alle hoeken van straten waren aaugeplakt, en overal werden afdrukken van het manifest door dictfte troepen gelezen. Het groote publiek schijnt langzamerhand den ernst van den toestand in te zien. Ook in staatkundige kringen heerscht een ernstige stemming. De bladen beijveren zich de vaderlands liefde aan te wakkeren en het vertrouwen op God en op eigen kracht te versterken. De „Novoya Vremya” wijst er op, dat de geleden verliezen niets beslissen, dat de strijd te lande moet worden uitgestreden „Door hun overmacht in Korea zullen de Japanners de Russen wel dwingen zich in den eersten tijd te houden aan hun verdedigingsliniën niet voordat de Russische strijdmachten zijn samengetrokken in Korea en in het Zuiden van Mandsjoery’e kanode beslissende kamp aanvangen. Dan zullen de Japanners zwaar moeten boeten voor hun verraderlijken over val, waarin zich hun Aziatische aard niet verloochent”. De bladen zijn er zeker van, dat nu de vaderlandsliefde der Russen het zal oplaaien. Inderdaad doen zich in het land de patriotti sche gevoelens reeds gelden. Te Moskou heb ben de adel, de besturen van het district, de stad en de gemeente reeds van hun offer vaardigheid doen blijken. Uit alle Russische centra komen berichten van een patriottische beweging, welke bewe ging den radicalen, indien dezen misschien een poging mochten doen om van den toe stand gebruik te maken voor hun doelein den, zeker een ontgoocheling zou bereiden. De wisselende loop der oorlogsgebeurtenis sen zal zonder twijfel de openbare meoning te Petersburg doen draaien, maar daar bui ten, vooral in Moskou, is een voortdurende stijging van patriottische gevoelens te ver wachten. Telefoon No. 93 A I) V E HTE N T I EW worden gepliatsf van 1—5 *regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend - -naar plorsrtiiïnfe." Evenals de Russische regeering in de Dinsdag medegedeelde nota, heeft ook Japan zich gerechtvaardigd in een schrijven aan al zijn vertegenwoordigers in bet buitenland Dit stuk luidt als volgt „De heer Kurino heeft oveieenkomstig de bevelen zijner regeering, den 3en dezer aan giaaf Lamsdorf een mededeeling gezonden van den volgenden inbond De Russische regeering heeft, door middel van onaannemelijke amendementen, achter eenvolgens de voorstellen van Japan ten opzichte van Korea verwo-rpen, welker aan neming de Japansche regeering onontbeerlijk achtte om de onafhankelijkheid en gebieds eenheid van het keizerrijk Korea te verzekeren en om de overwegende belangen van ‘Japan op dat schiereiland te waarborgen. Deze houding van de Russische regeering gepaard aan baar herhaalde weigeringen, eenige verplichting aan te gaan met betrek king tot de territoriale integriteit van China in Mansjoerije, die ernstig bedreigd wordt door de voortdurende bezetting van deze provincie door Rusland (ondanks de verbin-' tenissen aangegaan bij zijn tractaten met China en zjjn herhaalde verzekeringen aan andere mogendheden die belangen hebben in dezelfde streken) heeft de Japansche regeering in de noodzakelijkheid gebracht ernstig te overwegen, welke maatregelen tot eigen verdediging zij geroepen was te nemen tegen over vertragingen, door de Russische regee ring gebracht in de hangende onderhande- lingen vertragingen, die grootendeels onverklaarbaar blijven en ook tegenover haar activiteit met betrekking tot leger en echterIn regeeringskringen vreest men dat thans de Sultan, Bulgerjje en de Macedoniërs het oogenblik gekomen zyllen achten om te trachten hun eigen programma’s door te zetten, nu zy kans hebben door Rusland niet gehinderd te worden. Onlusten in den Bal kan schijnen daarom waarschijnlijk. Doch Rusland rekent op de overeenkomst met Oostenrijk, en vertrouwt op de loyauteit van Oostenrijk. Dan zal geen gevaar voor den vrede van Europa dreigen. Het is te hopen Fkahkiujk. De sub enquête-commissie in de zaak- Humbert heeft in het paleis van justitie het onderzoek voortgezet van de juridische dossiers, die op de rol, door Gustave Hum bert gespeeld een meer en meer helder licht werpen. De mijnwerkers te Noeux, die ten ge tale van 450 weigerden in de mijn af te da len, beklagen zich over vermindering van niet waar En u is in de Krim geweest, wed ik „Ja, maar niet lang, want ik werd dadelijk vrij ernstig gewond Is u er geweest „Dat zou ik denken! Ik stond bij het 105e regimentWij zijn er gekomen, toen de zaak al druk aan den gang was Een goe I regiment, dat 105de! Ik heb er dikwijls van hooren spreken, verklairde de concierge. »’t Is mij altijd een genoegen, een kameraad uit dien tijd te ontmoeten. Ze zijn nu niet meer zoo dik gezaaid ^Natuurlijk niet. Dat vermindert met ieder jaar. Een idee!* riep den schermmeester. „Hoe zoudt gij ’t vinden, nis wij er eentje gingen ont kurken op het welzijn van de kamerrnden, die daarginds het lootje hebben gelegd „Nu, dat’s niet af te slaan," meende de con cierge vol ijverig. Dan maar dadelijk Zij liepen samen op. „Is er hier in de buurt iets goeds te-krijgen informeerde zich onze held. Jawel, in het wijnhuis daar aan den over kant I" De beide nfeuwe vrienden gingen het bedoelde wijnhuis binnen en namen aan een tafeltje bij de toonbank plaats. vloot, welke moeilijk overeen te brengen is met een zuiver vredelievend doel By de hangende onderhandelingen heeft de Japansche regeering het bewijs gegeven van een mate van geduld, die, naar zy gelooft, overvloedig getuigt van haar oprechte be geerte, uit de betrekkingen van Japan met Rusland elke oorzaak voor later misverstand I to verwijderen (m. a. w. duidelijk te zeggen waar het op staat). Daar zij evenwel aan ’t eind hater pogingen geen enkel uitzicht had, de Russische regeering ertoe te brengen in te stemmen, hetzij met de gematigde en belangelooze voorstellen van Japan, hetzij j met eenig ander voorstel om een stevigen en duurzamen vre Ie in het Verre Oosten te vestigen, had de Japansche regeering thans geen andere kous, dan deze ijdele onderhan delingen te beëindigen. Meer en moer dringt zich de waarschijn lijkheid op, dat, nu Rusland, volgens de Temps: „Japan den oorlog zal bezorgen' dien het gewild heelt - maar grondig” - in den Balkan jk rust ook niet lang zal be waard bljjven. Aan den Temps wordt daarover uit Kon- stantinopel geseindHoewel de openbare meening in Turkije met vreugde het bericht over de verbreking van de diplomatieke be trekkingen tusschen Rusland en Japan ver- nam, deelt man in offtcieele kringen niet in dat gevoelen, omdat men vreest, dat hier- j door de beweging in Bulgarije veld zou kun- nen winnen. En dat zou voor het Turksche Rjjk nog noodlottiger zjjn, dan de bemoeiing van de beide mogendheden met de Macedo nische quaestie. De Porte heeft aan de gezanten van Rus-1 land en Oostenrijk medegedeeld, dat een bende Bvan 400 man uit Oost-Roemelie d e grenzen overtrok. In Sofia daarentegen vreest men dat Tur kije van den toestand zal gebruik maken om nieuwen tegenstand te bieden aan de her- vormingsmaatregelen en een meer agressieve houding aan te nemen tegenover Bulgarije. In een telegram uit Weenen wordt de overtuiging uitgesproken, dat Bulgarije nu wel van de gelegenheid gebruik zal maken om te trachten met Turkije oorlog te krijgen. Doch men hoopt daar dat Oostenrijk dit zal weten te beletten. Zoo hoopt en vreest men overal. En in Russische regeeringskringen ziet men den toestand voor den Balkan zeer donker in. Wanneer de sterke hand van Rdsland de Balkanstaten niet meer in bedwang kan houden, moet alles in de war loopen, vreest men. Een telegram uit St. Petersburg zegt do beschrijving. De koetspoort was dicht, maar het kleine poortje, bestemd voor de voetgangers, daarnaast, stond open en onze vriend herkende zonder eenige moeite in den man, die daar op den drempel stond, den hem eveneens uitgedui de n portier. Het was toen nog niet eens negen uur. ’t Was zeer stil in de deftige straat Er vertoonde sich daar nagenoeg niemand anders dan dienstmeisjes, die op den melkboer wachtten of anderen, die, met een mandje onder den arm, een paar bood schappen gingen doen Het drukste was ’t nog bij een groentewinkel, waar een tal van dienstboden stonden te praten en te lachen. Beauchêne ging voor een kunstwinkel staan en terwijl hij naar het scheen, al zijn aandacht wijdde aan de platen, keek hij. van ter zijde naar den portier van het bewuste hotel. Die portierwas iemand van omstreeks vijftig jaar en blijkbaar een oud soldaat. Hoe langer de schermmeester hem in ’tcog hield, des te meer kwam hij tot de zekerheid, dat hij datzelfde gezicht in vroeger jaren ergens moest hebben gezien. Waar Dat herinnerde hij zich niet meer De portier had, van zijn kant, Jacques - Beauchêne, opgemerkt, wiens reuzengestalte zijn aandacht had gaande gemaakt. De wapenkoning verbeeldde zien, dat hij geschikt een praatje met den portier kon aanknoopen. „Heb ik het raak of heb ik het mis," begon hij, maar ik heb er zoo’n idee van, dat wij elkander van vroeger datum moeten kennen. •Nu, dat kan wel ,U hebt ook tot den militairen stand behoord, 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1