rs.
HET MEDAILLON.
lor Gouda en Omstreken.
ster
ATEN,
iïïeuws* en Advertentieblad
R
Maandag 14 Maart 1904.
Ne. 9361.
Ballons.
FKV1LLE1ON.
sr
ijders
nnaijiizijn
\l LOON.
ICHELS.
IZEN
f
42ste Jaargang.
ButtoBlandsch Overzicht.
r
■d>
H 258.
8
van
bjj Liao-tje-sjan.
lubbek flesc'i
miue
n. Rotterdam
ix
ÏAN Zm
Wordt vervolgd.)
kaart w or Jt
onden door
nmel.
I'eletoon A o. 69.
De Uitgave (lezer Courant geschiedt dag el ijk
met uitzondering va® Zon- e» Feestdagen.
De prijs pee drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
OENWERK,
bij:
RS Jz.
n echtheid ia
steeds vóór
kant der Firma
Dit No. bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE BLAD.
Italy ke hulp
r. 117.
ooie collectie
0.
Ueiwegstecg
M U C>
jrH«K.
ioeawerk,
II.T 1 Cl
lelie goed
lalastarlaii,
Araheai
srleiding
D E
MMER
DAP.
e Keuze
jOEIMCHT-
n degeljjk.
lit houdt, is
en werk.
Weegschaal”
(Afaar het* A'ransch.)
me Warande,
van Gas- en
<GAZUN
A Telefoon Nu. 69
ADV ERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekehd
naar plaatsruimte.
■otten
elbekoud
MUXJB
iekanwfk).
radicale en
i alle, zei in
ge xenuiv
itstaan door
ligcn leeftgd
vakte, Bied:
loofdpjjn -
Maagpgn
?rmogen --
- - Uit-
Zaltbo
dam.
Er heerscht te Weenen groote opgewon
denheid onder de studenten Gisterenochtend
bevor.den zich een duizendtal Duitsche stu*
denton voor het Universiteitsgebouw en
laatstgenoemde plaats was n&s bekend
Nu hebber, de Russen reeds lang geleden
den noordelijken oever van1 de Yaloe by
Wy’oe en den zuidelijken oever bjj Jongam-
pho krachtig versterkt. Waren de Japanners
aan die zjjde de Yaloe overgetrokken, dan
moesten er gevechten geleverd zyn tegen de
Russen, die de Yaloe verdedigen. Dat de
Russische troepen die streek geheel zouden
'hebben verlaten, is ondenkbaar.
En daar noch over gevechten in Noord-
Korea, noch over den tocht over de Yaloe
iets bekend is, kan men niet aannemen, dat
de Japanners langs dien weg Mandsjoerjje
zyn binnengerukt.
Graaf Reventlow oppert in het „Berliner
Tageblatt” de onderstelling, dat do Japan
ners aan de zuidkust van Mandsjoerye zijn
geland, tusschen den Yaloe-mond en Taliën
wan. Maar deze veronderstelling schijnt niet
erg aannemelijk. Een poging der Japanners
om daar te landen zoo niet onopgemerkt ge
bleven zyn, en door de Russische troepen
allicht zyn belet. Er moet een groote Ja-
pansche troepenmacht bijeen zyn, om 35,000
Russen te noodzaken zich terug te trekken
op den spoorweg. En zulk een landing ge
schiedt niet, zonder dat iemand er iets van
weet.
Klaarblijkelijk is de correspondent van de
„Daily Telegraph” onjuist ingelicht; en is
het geheele verbaal van dezen Japanscbe»
zegetocht in Zuid-Mandsjoerye een.ver
zinsel.
7»)
De chef wm nog niet op »jn post, maar Beau
chêne had nauwelijks tien minuten gewacht, of hij
kwam reeds voorbij en onze held ziende, vroeg
hy dezen met belangstelling
»Is u al iets naders bekend, mijn vriend
Beauchêneknikte den chef veeiteteekenend toe en
nadat deze hem op zijn bureau-had gelaten, ver
telde hij met de meeste stiptheid en zelfs met veel
warmte, wat hij vernomen had en ook wat hij
persoonlijk meende ontdekt te hebben:
Verrest over het doorzicht van onze held luis
terde de chef der veiligheidspolitie met de grootste
aandacht toe, d<?oh sender tebig blijk, van goed
keuring te geven. Die koelheid hinderde den
verteller, die gehoopt had, den man van de
wet'van zyn stoel te zullen tien opspringen, ten
einde dadelijk de noodige maatregelen te treffen
tot het dóen arresteeren- van den moordenaar,
door hem aangewezen, maar de chef verroerde
zich nieti
•Inderdaad, zeide hij op een rflstigen toon,
toen de wapenkoning was uitgesproken, »ge kunt
wel gelijk hebben, dat er hier aan vreeselijke
misdaden moet worden gedacht en het is zelfs
Tim beeft de overwinning behaald in
de Donderdag gehouden zitting van de Hon-
gaarsche Kamer werd namens de obstruc
tion isten de verklaring afgelegd, dat zy den
stryd tegen de recrutenwet zullen staken,
wanneer de Regeering de voorstellen tot
wyziging van het reglement van orde terug
neemt.
Tisza beloofde dit, wanneer de geheele op
positie hem waarborgen geeft, dat de recru
tenwet zonder belemmering zal worden be
handeld. En daar deze waarborgen hem door
de partijleiders werden gegeven, is de wyzi-.
gingswot van de agenda gevoerd, en is voor
heden de beraadslaging over do recrutenwet
aan de orde gesteld.
Het was e n merkwaardige zitting, een
der merkwaardigste die het Hongaarsche
parlement ooit gekend heeft. Koloman Thaly,
lid der Kossuth party, hield een schitterende
redevoering om de obstructie over te halen,
niet langer tegenstand te bieden aan den
wenscb van land en volk, doch de recruten
wet aap te nemen- Op bewogen toon schetste
by fiet lot der reservisten, die nu al U jaar
onder de wapenen worden gehouden, omdat
de Kamer de legerwet niet behandelen kan.
Toen Thaly gesproken had begaf hij zich
naar de regeeringstafel en drukte Tisza de
hand. Het geheele huis juichte hem luide
toe; vele leden waren tot tranen geroerd.
De president moest de zitting voor eenigen
tyd schorsen Toen'de zitting weer geopend
was verklaarde Ufcron, dat de obstructie
haar stryd zal opgeven. Land en volk zullen
moeten erkennen, zeide hy, dat de oppositie
den strijd voor de invoering der Hongaarsche
taal als legertaal had voLehouden zoo lang
zy kon, doch dat nu de noodzakelijkheid
gebiedt den strjjd te staken.
Tisza sprak daarop een kort, ernstig woord;
hy wilde de gevoelens die hem bezielden
niet pogen onder woorden te brengen, maar
bepaalde zich tot het verzoek of het Huis
de terugneming van de recrutenwet en de
in.diening der voorstellen tot wijziging van
het Reglement van orde als niet geschied
wilde beschouwen.
Deze mededeeling werd met langdurige,
geestdriftige toejuiching en applaus ontvan
gen. Zoo keerde de vrede in de Hongaarsche
Kamer terug.
iiii SHHm RWIWW uu-Mifc. »- wu- x u i i i i .p - i n m j -
fiOUBSCHE COURANT.
Een telegram van admiraal Alexejef, ojt
Moekden, aan den Keizer meldt:
De commandant van Port Artbar meldt,
dat om één unr in den morgen van 10 dezer
in. het schijnsel van onze zoeklichten ache-
pen, klaarblijkelijk torpedobooten, werden
gezien. Onze batterijen openden het vuur op
die schepen.
Te 2.40 liepen onze torpedobooten uitzy
vonden den vjjand om vier nor, westelijk van
den vuurtoren by Liao-tje-sjan.
Nadat eenige schoten gewisseld waren,
trok de vijand terug op Tsjandoune. Onze
torpedobooten keerden om 6 uur in de haven
terugde torpedobooten die een verkennings
tocht ondernamen een half uur later.
Een telegram van Alexejef aan den Tsaar
meldt: De Donderdagmorgen te half zeven in
de haven van Port Arthur teruggekeerde tok-
podobooten rapporteerden dat het vyandelyke
eskader naderde. Om acht uur in den
morgen openden de Japanners het vuur op
de Russische kruisers en vestingen.
De Japanners hadden 14-schepenzoolang
zö schoten lagen zy achter deii vuurtoren
l»ii LiAo-tie-RÏan.
-4
Inzending van Ad verten tien tot 1 uur dei inidd.
Marchand, de „held van Fasjoda”, die
tijdens de expeditie der mogendheden tegen
de Chineesche troepen en de Boksers, ge
plaatst is geweest by den generalen staf var.
den Franschen bevelhebber, heeft zich in den
Matin uitgelaten over wylen veldmaarschalk
graaf Waldersee.
Uit Marchand’s mededeelingen blykt, dat
Waldersee hem destyds met beleefdheden en
vriendelijkheden hadachternageloopen,
maar dat hy, Marchand, een zeer koele,
gereserveerde houding tegen den generalis
simus was blyven inachtnemen.
„Waldersee”zoo besluit Marchand zyn
mededeelingen „leeft in myn herinnering
als een der fijnste diplomaten en beminne
lijkste edellieden. By de ontwikkeling der
gebeurtenissen in China beperkte hy er zich
toe, de Duitsche belangen tot hun recht te
doen komen. Vooral heeft hy er naar ge-
stieef<l,'het daarheen te leiden, dat Petsjili
in zekeren zin het achterland zou worden
van het Duitsche gebied Sjantoeng. Doch
de herhaalde vertoogen daartegen, die door
de Russische regeering tot de Duitsche wa
ren gericht, hebben die plannen doen af
springen.”
Reuter seint uit Tokio:
De volMi^e tekst van bet Japansch-
Koreaansch verdrag is te Seoel af gedrukt
in een buitengewone uitgave van heLStaats-
blad van. 10 dezer. Het verdrag vernietigt
de concessies door Korea aan Rusland ver
leend, zooals datj waarby aan Koreas het
rechte wordt ontzegd het eiland Kojedb te
verkoopen of te verpachten, het recht tot
ontginning van de kolenmijnen op het Roze-
eiland en dat tot kappen van hout in het
dal van de Ulleungdo, van de Toemen en
van de Yaloe. De Koreaansche regeering-2al
eem aankondiging van het vernietigen der
Russische concessies publiceeren.
-
Het verhaal aan de „Vaily Telegraph”
over dea opnrnuch der Japanners in.Mand-
sjpsrjja «n dedtineming van Fengewang-teipng
geelt aanleiding tot heel wat commentaren.
Ho», tomen-de Japannae» daarf ia daal-
gemhene vraag.
Wü wisten, dat de Japanners in Pin-yang
waren, halverwege Seoel en Wpoe; Maar
van
De schermmeester was opgestaan, zeer bleek en
bitter teleurgesteld. De chel opende hem eigenhan
dig de deur en groette hem koeltjes.
Toen onze held buiten was, gaf hij aan de
uitbarsting van zijn toom toe
>0, die politie en justitie I” riep hij uit. „Niets
kunnen zij uitrichten of zij moeten, naar het schijnt,
de zaak kant en klaar voor zich hebben, alsot
het niet haar plicht ware, om volgens mijn aan
wijzingen zeil do bewijzen op te sporen, die men
nu van mij verlangt 1
Maar ik zal bewijzen bijbrengen, die zelfs de
ongeloovigste moeten overtuigen Nu de heeren
van het gerecht niet met mij verkiezen saam te
werken, zal ik alleen strijden en alleen mijn doel
bereiken Men heeft mij in ’t militaire leven niet
voor niets om mijn moed en mijn beleid den bij
naam van den wapenkoning gegeven!»
Na over zijn schouder een wantrouwenden b’.ik
te hebben geworpen op het groote gebouw der
Prefectuur, ging hij weder naar zijn schermzaal
van de rue Richelieu om zijn zwager te vertellen,
hoe men zijn klacht had ontvangen
»Ik geloot toch» meende de Panter, »dat de
chef van de veiligheidspolitie het aan ’t rechte
einde heelt Die graaf is rijk en machtig en zou,
zoolang er geen overtuigende bewijzen bestaan,
zoodanig verdedigd worden, dat de aanklagers *t
nog zwaar genoeg hadden te verantwoorden
„O, ik ben niet bang voor zijn adellijken titel,
zijn geld en al zijn relatie’s met de groote wereld
riep Beauchêne uit.
bied niet uitbreidt ten koste van de ware of
vermeende belangen van Italië. Want innig
heid of broederschap tusschen de Italianen
en hei Slavische ras is lak, n’en déplaise
Garibaldi.
De beslissing van den Duitschen Bonds
raad, waarby par. 2 van de Jezuitenwet is
opgeheven, heeft in het Vaticaan, naar de
Romeinsche correspondent van het Berl.
Tagebl. meedeelt, groote vreugde verwekt.
Terwijl Wanfci^k de orden verdrijft
neemt Duitschland, eens het land van den
Kulturkampf. de Jezuiten weer op, zeide een
voornaam katholiek tot der. correspondent.
„Welk een onderscheid tusschen het heden
en het verleden. Vroeger zag men in
Duitschland den vyand van alle wenschen
van de Heilige Stoelheden is het het be
loofde land van de kerk”.
In Duitschland is men echter, zooals wy
reeds meedeelden, lang niet overal zoo bly.
De Saksische regeering heeft reeds laten
verklaren, dat haar gevolmachtigden in den
Bondsraad tegen hebben gestemd, thans ko
men ook uit andere staten, zoo o. a. uit
Reusz jongere linie, berichten, dat de re-
geeringen tegen de opheffing der Jezuiten
wet waren.
In Brunswyk zal in den Landdag de re
geering over haar bonding worden geïnter
pelleerd.
»Weet ge wel, mijnheer,» vroeg hij, »dat alles,
wat ge daar gezegd hebt, van hoogst ernstigen
aard is Het zou «U slecht kunnen bekomen,
wanneer gij elders dergeltjke beschuldigingen gingt
verkondigen-
»O, ik vrees niets!» riep Beauchêne, zich meer
en meer opwindend uit.
»Blijf bedaard, man, en laten wij eens ernstig
samen spreken!»
»Wat mij betreft, mijnheer, behoef ik nieta meer
te bespreken. ik ben vast overtuigd.»
»Alles goed en wel, maar ge hebt zoodoende
nog geen anderen overtuigd, en dat dient toch
ook te gebeuren.»
1 »Het zal ook gebeuren.»
»Dat zal ’tniet, mijn vriend, zoolang ge niets
kunt bewijzen, want wat ge hebt gezegd, zijn
ik geel het u dadelijk gewonnen goed over
legde veronderstellingen, maar wij hebben bewij
zen noodig
>Welnu dan zal jk u die bewijzen Verschaffen'!»
alk verlang niets liever, ma?r zooals de zaken
nu staan, kunnen, geloof me, de politie en justitie
werkelijk nog niets uitrichtenHet gaat immers
niet aan, een persoon als den graat de Kermor
aan te vallen, zonder volkomen zéker te zijn van
zijn zaak. Ik zou dit zelfs zeer gevaarlijk ach
ten Ais ge maar eenig bewijs hebt, Beauchêne
hoe gering schijnbaar ook, kom dan bij mij terug
en we zullen zien. En neem intusscheo deze raad
van mij aan Ga uw geschiedenis niet van de
daken uitschreeuwen, want ge zoudt daar mede
alleen bewerken, dat ge u zelf ging bena-,
déeien.»
Het Italiaansche dagblad Politika publi
ceerde dezer dagen een vurig gesteld artikel
van Riccioti Garibaldi, waarin deze de Slaven
opwekte zich te weer te stellen tegen het
onverzadolyke Germanendom, dat door den
Japansch-Russischen oorlog de handen had
vry gekregen, en wel eens van de gunstige
gelegenheid z^u kunnen gebruik maken om
gebiedsuitbreiding te zoeken naar den kant
van het Balkan-schiereiland. Garibaldi \er-
zooht den Slaven zich te doen vertegenwoor-
digen op een door hem zelf te presideeren
congres dat binnenkort door de Federation
pro italia irredenta te Venetië wordt geor
ganiseerd.
Men zal zich herinneren, dat Sarafof een
maand of wat geleden een bezoek bracht,te
Rome, en bij die gelegenheid trachtte Gari
baldi voor de zaak der Macedoniërs te winnen
t zooals nu blykt, niet zondersucces. Maar
j ten slotte is het Garibaldi en zyn Federation
pro italia irredenta er minder om te doen de
I Slavische Bhlkansteten bij te staan tegen het
au, iiairoin^o uvuui v., opdringende Germanendom, dan wel om te
een voortrukken der Japanners naar zorgen dat Oostenrijk zich op het Balkange-
waaxschijnlijk, dat dfe zaken zich hebben toege-
dragen, zooals door u wohdr verondersteld.»
»O, dat is zeker, mijnheer, het ligt* voor de
hand het kaa. niet anders
»En hoe heet die man. wien ge in uw gedach
ten van die gruwelen beschuldigt vroeg de
politieman uiterst .kalm
»De graaf de Kermor 1» antwoordde de scherm
meester op een vasten tooih
Nu sprong, de chef der veiligheidspolitie wel
degelijk van zijn stoel op-
»Wat zegt ge daar riep hij uit.
De graai de Kermor 1» herhaalde Beauchên’e
met kracht.
»Met een beweging zijner hand legde de chef
Item het stilzwijgen op*
>Maar mijn vriend, scheelt het u in ’t hoofd
De 'graaf de Kermor, zulk een geacht en
geëerd man
»O, mijnheer, men is altijd geacht en geëerd,
als men een mooien titel bezit en een groot
fortuin
>Een man,» vervolgde de chef, »die zelfs den
prefect en den groot-zegelbewaarder in zijn salons
ontvangt.»
»Het is mij alles om 'teven,» verklaarde Beau
chêne. »Ik zeg en ik houd vol, dat het de graat
Jean de Kermor is geweest, die zijn broeder
Julien heeft vermoord en het kind, dat ik heb
gered, in de Seine heeft geworpen
De chef liep naar de deur, die op de wacht
kamer uitkwam, ten einde zich te overtuigen, of
deze wel behoorlijk was dicht gemaakt en kwam
daarop weder naar Jacques Beauchêne toe