THEE. 'S. ’ER HET MEDAILLON. Ne. 0366. )uda. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Zaterdag 10 Maart 1004. Hulienlaiidsch Overzicht. ON EN, r mnaijazyn DAP. 30 pÏHg k. ::1 43ste Jaargang. FEUILLETON Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. fen aanslui- ENWERK, di Wordt vervolgd.) LAN Zn K te letten gratis. Ryks Inter- L leiwegsteeg n werk. eegscbul" NKT STE UK rerkrügbaar E VISCH- U D E d.MER I ir voor per- K. M. 1, bij: RS Jz. i echtheid ia steeds voor as der Fima {Naar het» Nransch.) rden afgele- ikjes vau vij- en Ned. om Nomtner er nevenstaand Zet gedepo e werkdagen uur, en op 11 uren. i« KOEMAN 04, des voor- 1 wDe Zalm” van den te f siding en vele kei en Bak in Zolder en der koop- ttOLBSCH E UIIIROT i stand staand elhuis, g gevolg een erij jdstraat wyk sectie C no. retetoon Mo. 69. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Hommers V IJ F CENTEN. steld, en de sterkte der troepenmacht wordt zeer ^verdreven, feitelyk bevinden er zich slecht» 1000 man. Naar uit Tokio aan de Times gemeld wordt, behelzen de laatste berichten uit Korea, dat de Russen in noordelijk Korea een gebied bezet hebben, langs de noordelijke zijde 60 KM. metende, tusschen Widsjoe en Tsjang sjung, en zuidwaarts gaande tot aan Pakdzjoe en de rivier. Uit Sjanghai verneemt de Times dat de bemanning van de Mandzjoer naar Rdaland zal mogen terugkeeren met een Fransche stoomboot, nadat de Russische overheid zich schriftelijk verbonden zal heb beu, deze mannen geen dienst meer te zullen laten doen in den oorlog. in/ van ge- ende t, ART Lx. Ecg telegram nit St. Petersburg aan de Echo d« Paris meldt: De vereeniging van de Russische smaldee- len uit Port Arthur en Wladiwostok wordt als onwaarscfagnlgk beschouwd. Men merkt hier op dat de Japanners in het onzekere schijnen te verkeeren aangaande de verblijfplaats van het Wladiwostoksche smaldpel. Die onzekerheid verlamt den Ja Het wordt steeds meer duidelijk, dat de Russen niet alleen Port Arthur niet ontruimd hebben, maar ook, dat zy er nog niet aan denken, dit te doen. Generaal Koepopatkine, die als commandant der Russische troepen in Mandsjoerye het bevel heeft aanvaard, gaf aan generaal Von Stoessel last, Port-Arthur met de daarin zich bevindende troepen te verdedigen. Én de vloot heeft dit wordt nu door de berichten uit Tokio duidelijk - de haven van Fort Arthur niet verlaten Wat er van de Russische vloot nog bruikbaar is, zal worden gebruikt om de Japanners van de zeezyde te bestrijdende kanonnen van de onbruikbaar geworden schepen worden ge bruikt om laudbatteryen te wapenen. Het schijnt de bedoeling van generaal Koeropatkine te zyn om, wanneer de Rus sische troepen compleet zyn in Oost-Azië, 300,000 man Ie bestemmen voor de verde- dtgmgsiirriën en 200,000 raan voor de be waking van de verbindingslijnen en om te zorgen dat de Cliineezeu zich rustig blyven houden. Van de Japansche landoperaties verneemt men weinig meer. Wy zullen zeer veel ge duld, moeten hebben bij de beschouwing van de oorlogstoestanden in Oost-Azië kunnen wy geen Europeeschen maatstaf aanleggen. Dat is reeds gebleken in den oorlog van 1894 tusschen Japan en China en by den Boxers-opstand van 1900. Weken en maan den lang moesten, wy op berichten wachten. En dit oponthoud is gemakkelyk te ver klaren. Door het ontbreken van wegen, door de moeilijkheden met de voorziening vau levensmiddelen voor den troep, door bet klimaat en. door tal van andere omstandig heden wordt de opmarsch zoo zeer vertraagd, dat het bericht, dat de Japanners nog niet verder zijn dan Anjoe en Kasan volkomen geloofwaardig schijnt. Opmerkelijk is het, dat van het Russische kruisers-eskader te Wladiwostok sedert we ken niets meer gehoord is. Waar is Reit- zenstein versterkt met 2e-rangsvaartuigen van slecht geschut voorzien. Zoo wits de toestand van dit eskader, zelfs kort voor het uitbreken van den oorlog in China. Van het eerste oogenblik af, leek deze toestand den heer Pelletan onhoudbaar, waar de gebeurtenis sen in het Verre Oosten van zoo groot be lang konden worden voor de wereldpolitiek. Het eskader is nu een der sterkste van de Fransche vloot en bestaat uit haar krach tigste gepantserde kruisers. Aan boord van deze schepen zyn 42 ka nonnen, die grooter kaliber hebben dan het gewone geschut van andere mogendheden. De bemanning is van 2 3000 man tol 3500 gestegen. Nu heeft Fraukryk in het Verre Oosten een modern eskader. „Dat zal misschien niet te versmaden rijn in deze dagen”, zeide de minister. D. Maclver, een conservatief lid van het Parlement, heeft gisteren in het Lagerhuis aangek<»ndigd, dat hy over veertien dagen het volronde besluit zou voorstollen „Dit Huis is van oordeel dat alle belasting op voedingswaren, behalve protectionistische be lasting, afgeschaft moet wordendat vry voedsel tot werkelijkheid gemaakt moet wor den wat betreft alles wat binnenlands ge groeid of gefokt is, en daardoor de voedsel voortbrengende bedrijven in Groot-Brittannië en Ierland geheel van belasting vrjjgest/ld behooreu te worden en dat do kosten daar van zooveel mogelyk ten laste moeten komen van den vreemden invoer vtn dergelyke voortbrengselen, waarbij echter alle invoer uit onze eigen koloniën hetzij geheel vry moet bljjven, hetzy met een laag fiskaal recht van ten hoogste 5 pet. der waarde bezwaard worden.” Wat deze afgevaardigde met dit sterk- protectionistische besluit met deze procla matie van Chamberlain’s program wil, is ons niet duidelijk. Wil liy de regeering dwingen kleur te bekennen Of hoopt by haar tot aanvaarding van het protectionisme te bewegen, omdat zy anders den steun van de Chamberlainisten zou verliezen, d. i. mis schien van de meerderheid liarer party De liberalen zullen in «Ik geval Maclver dankbaar zyn. Dinsdag is minister Pelletan gehoord door de begrootingscommissie voor de marine uit de Fransclie Kamer; don geheelen middag heeft de minister ter beantwoording van do bezwai'eu door Etienne, Chaumet en Lockroy tegen hem ingébracht, het woord gevoerd. De voorzitter, de heer Doumor, had den ledon der commissie verzocht don minister niet to interpelleeren. Later zal er gelegenheid zyn over de quaestie van gedachten te wisselen. De verklaringen van den minister maakten, naar de Matin doet uitkomen, diepen indruk op (te commissie, en deden zien dat er veel overdrevens voorkomt in hetgeen hem ten lastFwÖtdt gelegd. Stood* duidelijker wordt bet dan ook, dat dé aanwallen niet tegen bet marine beheer zijn gericht, maar tegen de regeering. In een aardig briefje aan een Hol- landseben jongen, die hem daarover schreef, heeft Hardnin dat dezer dagen in den Matin nog eens uiteengezet. Wat nu de verklaringen van den minister aangaat, voor het oogenblik is het zeker en ook naar het oordeel van den heer Pel- letan van het meeste belang, wat hy meedeelde over de Fransche vloot, in het Verre Oosten. „Laten wy eerst beschouwen want dat is, meen ik, de voornaamste reden van de tot my gestelde vragen in welke omstan digheden de gebeurtenissen, die zich op het oogenblik in het Verre Oosten ontwikkelen, ons hebben aangetroffen. „Wy hadden daar een eskader vroeger zeide meneen divisie dat steeds werd opgeofferd aan onze Europeesche eskaders. Een van mijne eerste bemoeiingen is ge weest, dit eskader zoo sterk te maken als het nog nooit voor dien tyd was.” Daarop legde de minister uit hoe het es kader vroeger slechts één pantserschip, de „Redoutablo”, telde. In 1902 nam de Ka mer voorstellen aan, waarby deze vloot werd beide dienaren van den graaf dc Kermor beloof den hem, te sullen handelen, zooals hij verlangde •laar het plan, door Beauchêne ontvouwd, al was het dan ook niet van gevaar ontbloot, hun beider goedkeuring wegdroeg. »Ja, vriend, ge hebt gelijk,» zeide de concierge, terwijl hij Beauchêne’s hand drukte, »’t is hier met recht een strijd op leven en dood. De graaf is rijk en een man van invloed en voor ons geldt het spreekwoord: Wie niet sterk is, moet slim zijn.» »Nu er hier sprake is van een onschuldige te wreken en een schuldige te straiten, acht ik de voorgestelde middelen werkelijk nog het best, al gaan wij dan ook niet bepaald reent door zee.» Het was de Kermors koetsier, die deze meening uitte en daarbij op zijn beurt Jacques Beauchêne de hand drukte. «Doet nu verder,» luidde Beauchêne’s goede raad, alsof er niets veranderd was. Binnenkort zult ge wel meer van mij hooren, als alles tot de uitvoering van ons plan zal gereed zijn.» «Over ons, dat weet ge nu, kunt ge dag aan lag beschikken Na vernieuwde betuigingen van vriendschapen stilzwijgendheid ging ons drietal uiteen. Een maand is er verloopen sedert wij den landauer met onze vrienden hebben zien halt houden voor het kleine landhuisje, dat een veilig verblijf moest zijn voor Henri, die daar achterbleef met het meisje, dat hij vojr zijn iuster hield, terwijl de sorg óm over het tweetal te waken aan de beide broeders van den Panter was toever- panschen handel en de werkzaamheid vau de visschers op Sachalin, vun wie Japan gewoonlük voorwaarden krytft. De Rassen denken daarom dat het niet in hun voordeel zou zyn als de twee eskaders vereenigd werden. De geruchten betreffende een plan oyi du smaldeelen te vereenigen, zyn in de w’èreld gekomen, doordat het smaldeel te Port Arthur herliaaldelyk is. uitgeloopeu, onder bevel van admiraal Makaryf. Do Russische oorlogs schepen zyn Maandag weer naar buiten ge komen. Admiraal Makarof weuscht zoo doende de gevechtssterkte en het manoeu- Vreerend vermogen van de schepen, waar over hy het bevel voert, en de bekwaam heid en schranderheid van zyn officieren op de proef te stellen. De Roeski Inwalid, het officieele militaire orgaan, denkt dat het gebeele Japansche smaldeel, versterkt door de nieuwe kruisers Nisjin en Kasoega, binnenkort een nieuwen aanv. I op Port Arthur zal doen en dat zelfs een landing op het schiereiland Liaolong zal beproefd worden. Het Journal de Petersburg bevat een snorkend artikel, geteekend „Sorcont”, voor spellende dat de „vernietiging van de Ja- pansfibe vloot slechts een kwestie van tyd is.” Binnen enkele maanden 2al immers de Oostzee vloot in het Verre Ouslen verschijnen, onder een van de schitterendste Russische admiraals. De Japanners zullen niet het gevaar wil len loopen van eengevecht op volte zee, „wanneer de Russische vloot versterkt is door slagschepen als de Nikolaj I, de Alex ander II, de Alexander III, de Sissoj Welikl en de Orel”. (Kleine slagschepen van 9150 9650 ton met 15 tot 15.7 myl vaart, lang niet van de nieuwste soortalleen de Alex ander III is een splinternieuw groot slagschip.) De schyver van het artikel steekt ten slotte den draak met de pessimisten te Pe tersburg, die gelooven aan de meerderheid van de Japansche marine, en die vreezen dat de spoorweg door Mantsjoerye afgesneden en de gemeenschap met Port Arthur ver broken zal worden. Het artikel, dat blijkbaar de loffelijke be- doeling heeft oin een bedarenden invloed te oefenen, had echter overtuigender argumenten moeten aanvoeren, om dat doel te bereiken. De Standaard verneemt uit Tientsin, dat volgens betrouwbare berichten, uit Nloe- tsjwang ontvangen, de Russische oorlogstoe rustingen aldaar van zeer oppervlakkigen aard zyn. Aan de riviermonding zjjn maar weinige en geen zeer goede kanonnen opge- bekend waren en eindigde met uit zijn portefeuille het papier te voorschijn te brengen, dal hij van den gewezen doodgraver had medegenomen Nu veranderde de bevreemding zijner toehoor ders in verontwaardiging en woede. »Zoo’n booswicht!» »Zoo’n monster I» »En dan bet denkbeeld, dat wij van xoo’n ellen deling het brood eten!» •Zijn eigen broer te vergiftigen I» »Eon liet kind van zes jaar in de Seine te slingeren »En dat alles om het geld, om millioenen te stelen I» Jacques Beauchêne iel» stuitte hun woordenvloed. Blijft bedaard, vrienden!» vermaande hij. «Doet niets in overhaastingZijt gij bereid mij te helpen en te steunen, ja, of neen r» »Ja, dat spreekt van zelf!» «Laten wij dan voor alle dingen zorgen geen énkele onvoorzichtigheid te begaan I Als wij willen slagen, moet alles behoorlijk berekend worden en "•niets aan het toeval worden overgelaten.* «Goed gezegd I Wij willen gaarne alles doen, wat door u als’t verstandigst wordt beschouwd. »In de eerste plaats danHoudt u gesloten verraadt aan niemand iets van ’tgeen wij weten, spreekt er met geen schepsel overZe mogen op *t hotel de Kermor hoegenaamd niets ver moeden I Luister nu goed, dan zal ik u mijn plan blootleggen.» Onze neld vertelde daarop aan de beide mannen wat hij met hun medewerking wilde doen en het geen onze lezers later zullen zien gebeuren. De W) «Welau, als het dan werkelijk waar is,» riep de conciërge uit, «moet ik u zeggen, Beauchêne, dat ik niet aarzelen zou om mijn meester, hoe rijk en hoe voornaam hij dan ook wezen mag, te laten oppakken, maar dan moet ik er in één adem bij voegen t Zoolang ik niet de bewijzen van zijn schuld onder mijn oogen heb gehad, sla ik aan het gehoorde geen geloot I* «Neen, natuurlijk niet!» meende de koetsier. »Ik kan niet vinden, dat de graaf in zijn hart •en waarlijk goed en goedig mensch is, hij kan dikwijls hard en ruw zijn, maar om daaruit te gaan aannemen, dat hij zyn eigen broer zou heb beo vergiftigd en een poging zou hebben ge daan om zijn neef U vermoorden, dat’s my wat al te sterk l> In dien geest bleven de concierge én de koetsier nog een paar minuten aan het woord. Beauchêne liet hen bedaard uitpraten en vroeg toen zonder eenige opgewondenheid, maar daarentegen mat on vei stool bare kalmte •Wilt ge werkelijk bewfizen hebben i Goed, ik zal ze u verschaften.» Hij vertelde toen alle bizonderheden, die hem De hertog van Cambridge is gistermorgen te 10.35 overleden. George Frederick William Charles, her tog van Cambridge, was de kleinzoon van koning George IVzyn vader Adolphus' Frederik heeft zich bekend gemaakt als stad houder en onderkoning in HannoVer; zyn trouwd.» Het was nu inderdaad lente geworden en heer lijk ontwikkelde zich de schoone natuur in de omstreken van Parijs. De gezondheidstoestand van Henri liet niets meer te wenschen over. Hij was sterk geworden j hij had weder zijn kleur gekregen en hij maakte met Jeannette, die ’tzoo verrukkelijk vond hem altijd bij zich te hebben, mooie wandelingen langs veld en bosch Gingen zij niet uit, dan werkten zij in den tuin of hielden zich met goede lectuur bezig en zoo gaandeweg kreeg onsy Hcnri «zijn zusje» lief, dat hij dikwijls njfit stille bewondering, die niet zelfs van jalousie was vrij te pleiten, in zich zelven mompelde »Wat zal de man gelukkig zijn, die eenmaal Jeannette de zijne zal mogen noemen I» En hü kon zich natuurlijk niet verbeelden, dat het later maar van hem zou afhangen, om zelf die gelukkige sterveling te zijn. Sedert enkele dagen had de Panter ttch bij zijn twee broeders gevoegd, want nu Jacques Beauchêne de stad niet meer behoefde te ver laten, kon deze zelf weder zijn schermlessen waarnemen. Wat die drie broeders in ’t afgelegen huisje uitvoerden, was een tamelijk geheimz;nnig werkje. Telefoon 5o. 69 ADV EHTENTIEN worden g’epliatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 8 A

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1