few
I THEE.
I
DE VERBORGEN SCHAT.
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Vrijdag S3 April 1904.
No. 9395.
43ste Jaargang.
Mi
Bullfiiliintlscii Overzicht.
h
1 Senn,
•W
50 Mark j
rorden.
FEU1LLE1O M.
4
H
van
n
Inzending van Ad verten tiën tot 1 uur des midd.
HAMBURG,
ERK te letten
AN
ZONEN.
»e prijzen zijn
door den Slaat
gegarandeerd.
Inruilny In
telefoon So. 8*
ADV E KT E N T 1 E N worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Grooie letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Uit particuliere bron wordt bericht, dat
generaal Koeropatkine op het oogenblik op
het oorlogsterren! beschikt over een leger
van 300,000 man. Men is, van oordeel, dat
dit leger in de oogenblikkelyke behoeften
voorziet. Daarom zal men op het oogenblik
ophouden met het zenden van troepen naar
Mandsjoerye.
Baron Slnckelberg is benoemd tot com
mandant van het le Siberische legercorps,
waartoe behooren de divisies, welke de voor
hoede vormen terwijl de 3e divisie aan de
Yaloe onder bevel staat van generaal Kash-
taiinski. Men verzekert ten stelligste, dat
de spoorlijn om het Baikalmeer eenige dagen
geleden voltooid is en dat materiaal-treinen
er zeer goed gebruik van kunnen maken,
doch dat de lijn voor militaire en de per
sonentreinen niet voor ongeveer midden Juni
geopend zal worden.
O cis., 75 ct.
s en Drogisten.
KEU!
Rotterdam.
IB,«Apotheker
rcsthaven 198.
worden afgefe-
pakjes van mjj
i een Ned. one
»n Nommer er.
n nevenstaand
Wet gedepo-
oering van ge-
velende
IJL,
JAART Lz.
ÏKMAN Zn
een zegen voor u zijn geweest, en niet een vloek
niet een oorzaak tot zondigen O, Eduard, ik zou
zulk een goede vrouw voor u zijn geweest, maar
nu, nu zal ik nooit anders dan last of onheil over
u brengen, nooit andersNeen, niets goeds kan
er ooit uit worden, uit kwaad kan nöoit iets goeds
voortkomen, dat weet ik we), al ben ik nog zoo
slecht en diep gevallen.*
Hier brak zij in schreien uit.
Dit nu was te veel voor Eduard Costers, die
al evenmin als de meeste andere mannen bestand
was tegen tranen op een mooi gezichtje.
«Hoor eens Bella*, riep hij in de opwelling
van het oogenblik, «ik wou dat wij eindelijk eens
voor goed aan dezen valschtn toestand een eind
maakten I Komaan, laat ons een besluit nemen
Gaat met mij mee naar Parijs, of waarheen
je wilt. Hier is het zoo geen leven meer voor
ons
Zij droogde haar tranen Zoudt ge wezenlijk
zulk een offer voor mij willen brengen, Eduard
vroeg zy.
«Ja, ja*, antwoordde hij, ietwat ongeduldig.
«Dat zie je! Anders zou ik het je immers niet
aanbiedenZeg maar een woord, en ik
doe het.*
Zij dacht een oogenblik na, en antwoordde toen t
«Neen, Eduard.*
Waarom niet Ben je bang
«Bang riep zij, met een schamper gebaar.
«Een vrouw die zoover gekomen is, als ik. is voor
niets meer bang. Wat zou ik te vreezen hebben,
namelijk voor mijzelve Maar jpu wil ik niet
ongelukkig maken. Je weet heel goed dat je vader
MEST
je die som niet goed krjjgen Zit er maar
niet te hard over te peinzen, jongen zeg
maar dat cyfers slechts illustraties zyn.”
Deze laatste hatelijkheid aan het adres
van den oud minister van koloniën heeft hij,
door zjjn ontzettend cyfer-gegoochol in zijn
tariefhervormings redevoeringen, ton volle
verdiend.
echter niet gehad over de Venezuela-quaostie
doch over de Samoa-quaestio. Dit bleek
trouwens voldoende uit de bijvoeging, dat
het geschil aan de arbitrale uitspraak van
den koning van Zweden was onderworpen,.
Over de Venezolaansche quaestie is, naar
men zich herinnert, onderhandeld tusschen
Bowen eenerzyds, en Duitschland, Engelapd
en Italië anderzijds, terwijl later de hulp
van het Hof van Arbitrage te’s-Gravenhage
werd ingeroepen.
Daarentegen trad de koning van Zweden
als arbiter op in het Samoa-geschil.
Ook de verdere inhoud van hetzelfde tele
gram is zeer onvoldoende overgeseind. Niet
minister Van Richthofen was van oordeel,
dat Engeland in het geheel niet verplicht
was tot het geven van schadevergoedingen,
doch de Duitsche Staatssecretaris van Bui-
tonlandsche Zaken z-*i enkel, dat Engeland
zich op dat standpunt had gesteld, dat En
geland zich volkenrechtelijk niet verplicht
achtte tol het geven van schadeloosstellingen,
maar die enkel „ex gratia” had toegestaan.
Het was eergisteren een merkwaardige dag
in het Engelsche Lagerhuis Austen Cham
berlain, de zoon, moest zijn eerste millioenen-
rede houden bij het indienen der begroeting
Josef Chamberlain, de vader, had het zoo
uitger^kuhd dat hy, voor het eerst sinds
langen’ t^d, weer een zitting van het huis
bijwoonde.
Josef Chamberlain is een volleerd tooneel-
spelerhy weet zjjn effect te berekenen, en
hij kwam binnen toen de zitting reeds be
gonnen was. De rechterzijde ontving hom
met luid gejuich„waarom zing jelui niet
Rule Britannia riep een lerscho nationalist
den Tories toe.
Chamberlain, de vader, met een prachtige
orchidé in zijn knoopsgat, glunder glimlachend
en handjes gevend, nam plaats naast Chaplin,
den grooten protectionist. Hy zag er jonger
en opgewekter uit dan zyn zoon, de minis
ter van financiën. Terwijl de vader vroolyk
praatte met zijn vrienden, zat de zoon bleek,
en zenuwachtig met zyn monocle spelend in
de Treasury Bench.
Doch alle partijen waren geneigd toegevend
te zijn en sympathie te koesteren voor den
jongsten minister in een der moeilykste on
gewichtigste dagen zyns levens.
Gould teekent dien toestand op zyn ge
wone geestige manier: vroolyk, levenslustig,
prettig gestemd, een groote sigaar rookend,
staat de oude Chamberlain te kijken naar zyn
zoon, die bleek, benauwd, met een ernstig
gezicht staart naar de lei, naar de som die
niet uitkomt. En vader Chamberlain„Kun
verdwijnen voor Japans vastbesloten houding.
De Asaki ziet de zaak niet zoo licht in.
Het blad maakt met groote geestdrift melding
van de eerste overwinningen en gaat dan
voort
„Men moet echter niet vergeten dat ons
nog een moeilijke taak wacht, dat wy ons
moeten verlaten op nog grooter toewijding
van vloot en leger, vooral van het laatste,
dat met glans moet voortzetten wat-do marine
zoo goed is begonnen.
„En wy, die tehuis blijven, moeten (geduld
en volharding toonen, want hoewel tbr zee
zwaar gewond, zal Rusland toch taaien weer
stand bieden.” I
De Jjji wjjst er op, dat de Keizer in zyn
proclamatie leger en vloot op t hart heeft
gebonden beschaving en humaniteit niet te
vergeten. „Hoewel onze vyand uit Europa
komt en het kleed der beschaving draagt, is*
hy er ver van (werkejyk beschaafd te zyn.'
zooals uit zyn daden in den Turkschen oor
log en tydens den Boxeropstand maar al
te duidelijk bleek. Het is te verwachten
dat de Russen door inhumane daden de
grootmoedigheid van onze officieren en man
schappen op een zware proef zuilen stellen.
Deze moeten echter hun hartstochten be-
heerschen en alles vermijden wat in stryd
is met de beschaving en de humaniteit zy
moeten steeds bedenken, dat als hun vyand
van het vernis der beschaving ontdaan in
zyn naakte barbaarschheid voor de wereld
staat, bun tucht en him humaan optreden
hen slechts de sympathie van de beschaafde
wereld kan doen winnen.”
In zyn nieuw orgain, „l’Humanité,” ver
haalt Janrès, dat hy Maandag door de Ka
mer van Strafzaken van het Hof van Cas
satie> is gehoord betreffende de Dreyfus-zaak.
Hy zegt getracht te hebben de rol uiteen
te zetten in de zaak gespeeld door den
zoogenaamden brief van keizer Wilhelm.
In den loop van zyn verhoor had hy uit
de woorden van den procureur-generaal ver
nomen, dat het Kamerlid Millevoye en ko
lonel Stoffel, door het Hof opgeroepen, ge
weigerd hadden de hun gedane vragen te
beantwoorden, verklarende niets te zeggen
te hebben, wat de waarheid zou kunnen
dienen.
Na Jaurès was mevrouw Séverine gehoord.
*e* r
Een‘fout in hot Reute^telegram van gis
teren deed het lid der Vrijzinnige Volks
partij, dr. Müller, klagen over de onvoldoende
vergoeding der door de Duitschers in Vene
zuela geleden schade. Muller heeft het
Eon telegam van „Central News” aan de
Engelsche bladen brengt het dwaze gerucht
omtrent een komplot door de Boeren ge
smeed om de winkels en banken in het
Lydenburgsche te bestelen en verder een
opstand tegen het Britschq gezag te ver
wekken, tot zyn ware verhouding terug.
Het gerucht schijnt zyn oorsprong geno
men te hebben in het feit, dat zeven „bush
rangers,” waarschijnlijk dus Astraliërs, in
den laatsten tyd het land tusschen Lyden-
burg en Pelgrimsrust onveilig maakten, de
Kaffers bestelende, eenzame winkels uit
plunderende en de bevolking de schrik op
het lyf jagende. Ook deden zy een brutale
poging om een goud konvooi op den weg
tusschen Pelgrimsrust en Machadodorp op
te houden. Tot de bende behooren ver
schillende te Johannesburg goed bekende
schavuiten die vroeger reeds den Rand wer
den uitgezet wegens zwendelary en derge-
lyken. Zy waren alle tot de tanden toe
gewapend en moeten erop gepocht hebben,
dat zjj het oude Transvaalsche vaandel
zouden willen opstoken om hun misdaden
te dekken.
Een uitgebreide klopjacht werd door de
regeering georganiseerd om hen in handen
te krygen. Vier mobiele afdeelingen Z.-Afr.
politie met een ambulance trokken bot land
door om do schavuiten to achtervolgen. Het
was een moeilijk werk, daar het land zich
zeer goed leent tot verschuilen Maar uit
een Reuter telegram blykt, dat allo zeven
individuen gearresteerd zyn. Reuter noemt
hen „oud-burgers”, maar uit den aard van
hun optreden zou men moeten opmaken, dat
„Central News” gelyk heeft en zy geen
Hollanders maar Australiërs waren.
„Central News” seint nog, dat het praatje,
te Johannesburg loopende, als zou er een
opstand onder de Boeren zyn uitgebroken
geheel zonder grond is.
Gevaar voor een opstand onder de Boeren
is zeer stellig niet le duchten. Oproer is
veeleer te verwachten van de zyde derEn-
gelschen zclven, die over het bewind van
lord Milner ontevreden zyn, of van die der
Kaffers in Swazieland moet bet lang niet
pluis wezen.
Het is overigens teekenend voor den geest
kleedt I Zit het niet keurig
«Allerliefst zeide hy. En zoo, terwijl zij bei
den zichzelf geweld aandeden, nam het gesprok
van lieverlede een minder pijnlijke richting. Zij
gebruikten met elkander de koffie en reden daarna,
volgens de afspraak met Quest, in Costers’s rijtuig
naar Honham.
De heer Quest was midderwijl naar zijn ver
gadering van kerkvoogden gewandeld, met een
glimlach op zijn mager, fijn gelaat, doch met bit
terheid en woede in het hart.
«Ditmaal heb ik haar betrapt mompelde hij.
„Zij is sterk in het bedriegen, maar toch kan zij
het bloed niet uit haar wangen houden, als «zij
den naam van dien kerel hoort Haha I wacht
maar, schoono dameWij kunnen elkaar niet
veel maken, want zooveel als ik van u en Co ters
weet, tonveel weet gij van mij en Edith Maar
wacht toch eens een beetje en wij zullen zien of
jij je met dien mooien meneer niet zoo ver bloot-
geelt, dat ik nog vat op u bei '.en krijg I Wacht
maar IJa, als het ni t was dat mijn eigen
hart, mijn eigen dwaze hart nog altoos liefde voor
je voelde, dun Maar stilhier is de kerkekamer.
De mensch is een wonderlijk, een ondoorgron
delijk wezen Terwijl de heer Quest daareven nog
omging met allerlei laatdunkende plannen, dio
wraakzucht en hebzucht hem ingaven, zat hij
thins met den predikant en de ouderlingen, vol
kennis van zaken en wezenlijk ook vol toewijding
voor een goede en schoone zaak, maatregelen te
overwegen tot instandhoud ng en verfraaiing van
een bedehuis, waarvan hij inderdaad een der steun-
pilaren was (Wordt vervolgd)
je onverbiddelijk zou onterven, als je hem die
schande aandeedt.*
O ja, dat zou hij zeker Hij zou het mij nooit
vergevenwant hy heeft een gniwelijken hekel
aan al wat naar schandaal zweemtMaar ik
zou eenige duizenden kunnen opnemen, en daar
mede zouden we naar de eene of andere kolonie
kunnen gaan.1
«Het is wel goed van je, dit tot mij te zeggen*,
hernam zij nederig, wmaar ik verdien het niet, en
ik wil er niet mijn voordeel mee doen Je zoudt
er morgen al berouw van hebben, indien ik het
aannam Neen neen het moet nu voortgaan
zHoals het is, totdat het einde komt, en dan kan
je mij afschepen. Want al de schande zal op mij
komen en ik zal het verdiend hebben ook. Ik
ben immers ouder dan jij en ik ben een vrouw I
En mijn man zal wat geld uit je «ten te kloppen
en dan, na wat opspraak, zal alles vergeten zijn.
Maar Eduard, onthoud één ding. Bedrieg mij niet,
'want dat zal ik niet verdragen Verlaat mij niet,
en maak mij niet jaloersch als je wilt dat ik
geen ongeluk bega aan mijzelve, of aan jou,
of aan wie dan ook I Je hebt mij onlangs dol
gemaakt door je hofmakerij aan juffrouw Van
Horen, ja ja, ik heb t wel gezien 1 Ik heb je
al lang verdacht en soms vermoed ik, dat ik wer
kelijk verliefd op haar bent. Doe dat niet, Eduard,
doe dat niet, of het loopt mis, zeg ik jeEn
nu-, hernam zij, met een plotselinge wending tot
luchthartigheid, «vertel mij nu eens hoe je vindt,
dat dit nieuwe kleed mij staatZwart, zie je
wel, vanwege mijn zonden, en ook wel een beetje
omdat zeker iemand vindt dat niets mij zoogoed
s Guld. 3.50.
s Guld. 1.75.
Guld. 0.90.
Igende klassen
irijzen worden
trekkingsplan
len Staat, welk
rzend.
ïterij ontvangt
plaats gehad
trekkingslijst,
r van prfjzen
irompt aan de
eheimhouding.
oen eenvoudig
n, ook tegen
ït de aanvraag
iten voor de
1 trekking zoo
dijk tot
loterij, die uit
ten met 4 6580
at bijna op de
valt. Bijzon-
aerkelijke ver-
terij, waardoor
1 eene premie,
in de laatste
sse te winnen,
ste klasse be-
d 0000 Mark
M., in de 8e M
00 M., in de
tot 800 0 M.,
600000 Mark.
g, die officieel
«Wel, wel 1 zoo iets zou ik nooit achter hem
gezocht hebben zeide Costers spottend.
Zij bedekte het gelaat met de hand, en voer
voort: «Als ge wist Eduard, wat mijn leven van
de jeugd ai is geweest, tot nu een jaar geleden,
toen ik u voor het eerst zag, dan zoudt ge mede
lijden met mij hebben en mijn hartstochtelijkheid
en jaloerschheid en al mijn slechtheden begrijpen
Als kind heb ik nooit vreugde gekend - en als
meisje werd ik, nauwelijks volwassen, overgeleverd
in de handen van dien man01 wat heb ik
dóór hém geleden, en wat heb ik hem gehaat 1
Het is alles nu uit tusschen ons beiden, maar nog
staat het mij voor als een vreeselijke nachtmerrie.
En toen, toen zag ik u, Eduard - en voor de
eerste maal in mijn leven wist ik wat liefde was,
en ik geloof dat geen vrouw een man heeft lief
gehad, zooals ik u, Eduard 1*
«Hij wendde zich een weinig at, en zeide
niets.*
«En toch, Eduard*, voer zij voort met gedempte
stem, «tóch geloof ik dat die liefde nog het aller
ergste is geweest van mijn lef en. Want o,» zij
stond op en vatte zijn hand en zag hem aan met
haar zachte oogen vol tranen, ik zou zoo gaarne
(iOLDSCHE 101 IK\T
g gewaarborgde
rin zeker
Jze voordeelige
elijk
het gelukkigste
k.
rijz. v. 30.000 M
80.000 M
16.000 M
10000M
n 6.000 M
3 000 M
n 2.000 M
1.000 M
n 400 M
300 M
De correspondent der Frar.kf. Ztg. tc
Tokio deelt aan zyn blad een aantal pers
stemmen uit Japan mede. Zy zyn merk
waardig, omdat zy een beeld geven van wat
de openbare meening in Japan zich voor
stelt van den oorlog. Zoo schrijft de Nippon:
„Met al de heftigheid van den storm die
op de stilte volgt, is Japan’s ingehouden
gramschap losgebrokentot dusver heeft
liefde voor den vrede ons weerhonden, maar
met de snelheid en de kracht van don
Vliksem tuchtigen wy thans het trouwelooze
Rusland
„Uit liefde voor den vrede heeft Japan
niet geaarzeld Rusland’s rechten in Mand-
sjoerye te erkennen, en het zelfs het recht
toe te staan om de noodzakelyke maatregelen
te treffen teneinde die belangen te beschermen.
Maar die offers behooren thans tot het verle
den, en Japan moot thans niet alleen verbie
den, dat Moskovische troepen in Mandsjoeryo
verblijven, maar dat zy zich in geheel Oost-
Azië ophouden en het moet tevens verbieden,
dat Russische oorlogsschepen zich in de Oost-
Aziatische wateren ophouden. Japan’s eischen
zullen met het voortgaan van den oorlog
gestadig groeien, zoodal het Rusland geraden
zal zyn, zoo spoedig mogelyk om vrede te
smeeken”.
Een deel van het volk wil zich met de
overeenkomstMandsjoeryo voor Rusland,
Korea voor Japan tevreden stellen, maar
de Nippon zegtNeen, wy moeten de Rus
sen uit geheel Oost Azië verdrijven. Dit zal
wel twee of drie jaren duren, en een beetje
moeilyker zyn, maar alle moeilijkheden zullen
reletoon No. 88.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Noinmers VIJF CENTEN.