DE VERBORGEN SCHAT. Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ITS. ster”, No. 9418. Vrijdag 30 Mei 1904. Bultenlandscl! Overzicht. FEUILLETON. rOAP, k. r H’ ;ao i\ LOOM. 43ste Jaargang, i Ballons. 1ATEN, [AGBELS. ;en van ,Tyd en II7ordt vervolgd.) t 50 ets., 7li ct. rs en Drogisten. NKER! Rotterdam. ÜR, Apotheker, iVesthaven 198. terleidicg. OUDE AMMER GdlhMIlE (Olltl \T ne Keuze ILOEILICHT- en degelijk, icht houdt, is smeten werk. de Echte t, tewun»,** jon in dei. naain dea rerraardigd wereldbe- Steil- iar bij ERS Jz. van echtheid ia urk steeds voor- i naam derFirma IKMAN Zn Laarzeiuiiiijiizijii 30. e Kleiwegsteeg. •Ik gekookt k voor da ©lepels van late) Ak« jeva- van febnuken. E. 7 gr.oftmjey i 5*jrr- Het bericht uit Berlyii, volgens hetwelk koning Eduard in de week dat de zeilwed strijden in Kiel worden gehouden, daar de gast van den Keizer zal zijn, trekt, haar de Telefoon No. S3. De Uitgave dezer Courant „geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nummers V IJ FC ENTEN. in den vervolge zou, zoo meent de corres pondent, de gemeenschap niet zoo zeker meer IK voor het a.s. ÜsDAMES- en GE SCHOENEN V De toespraak, waarmede de Keizer-Koning in Boedapest de bijeenkomst der delegaties geopend heelt, gaf evenmin eenig licht als het exposé van minister Goluchowski, over de noodzakelijkheid der buitengewone kre dietaanvragen voor leger en vloot. De ge meenschappelijke Regeering heeft daarvoor 163 millioen kronen noodig, boven de ge wone begroeting. In beide deelen der monarchie heerscht over die buitengewone krediet-aanvrage een zekere ontstemming. In Hongarije wordt verzekerd, dat de Hongaarscho minister Blijkens het officieele rapport over de landing van het tweede Japansche legercorps kwamen de transportschepen geheel volgens het plan op 5 Mei onder bescherming der vloot bij de plaats van landing aan. Te acht uur begon de ontscheping. Geen vijand werd gezien. Volgens berichten van inlanders bevonden zich ongeveer 300 vijan den te Poelantien, honderd op den weg van IAGAZIJN ar. 117. nooie collectie Kölnische Ztg. uit Londen verneemt, in Engeland sterk de aandacht. Voorshands wordt er echter meer over gesproken onder het publiek dan in de pers. Men neemt aan dat vooral prins Heinrich van Pruisen er het zijne toe heeft bijgedragen, om het lang uitgestelde tegenbezoek van4 zyn oom - aan zijn broer te bewerken. Alleen verwondert men zich in Engeland dat Kiel, en niet Berlijn of Potsdam, de plaats van het bezoek zal zyn. Maar men erkent dat de zaak toch wel te verklaren is uit de groote voorliefde die beide vorsten voor do zeilsport hebben. De conservatieve Standard herinnert in een hoofdartikel nog eens aan de uitvallen van de Duitsche pers tegen Engeland tijdens den oorlog met de Boeren, maar erkent de onberispelijke houding die de Duitsche regec- ring daartegenover heeft aangenomen. Wel hadden toongevende mannen in Duitschland scherper tegen die vijandige uitingen kunnen opkomen, maar de aard van hun positie maakte hun dat niet gemakkelijk. „Tyd en nadenken hebben nu een wending ten goede gebracht. De Duitschers weten, naar men ons verzekert, ’s Konings wensch tot bevor dering van den vrede met alle naburige staten te waardeeren. Engeland en Duitschland hebben alle reden, daarin een goed voorbeeld te geven, en er is geen voldoende veront schuldiging waaruit de kwaadwilligste sluw heid munt zou kunnen slaan, teneinde de twee landen <»p slechten voet met elkaar te brengen. De ontmoeting van de twee staats hoofden te Kiel moet bijdragen tot het wegnemen van de nog bestaande vervreem ding en daarom in Duitschland zoo goed als in Engeland toegejuicht worden.” Ook de Daily News merkt op „Wjj zien dat men in Duitsche kringen verwacht dat het bezoek een zekere vermeende verkoeling tusschen Duitschland en Engeland zal weg nemen. Wij hopen dat dit bewaarheid moge worden. Wij verlangen niet naar andere slecht overlegde bondgenootschappen, gelijk datgene hetwelk in Venezuela tot stand kwam, of een ander dat in Klein Azië be raamd was. Wij wenseben eehter een vrien delijke stemming en een modus vivendi.” De correspondent der Times te Gyang Tse seint, dat de Tibetanen thans begonnen zyn de communicatie lijn der Engelschen te besto ken, hetgeen zy tot dusver hadden verzuimd. Den 14on meldt hy, werd voor het eerst op het escorte welke de post tot dekking wordt mede gegeven, gevuurd. Den volgenden dag werd een convooi verwachtdit zou er wel in slagen zich een weg te banen, maar Nooit nog had hij haar zoo schoon gevonden. Zijn hart begon heftig te kloppen. Hij voelde het hoe het vuur, dat lang in hem gesmeuld had, in laaie vlam was geslagen hoe de wensch, dit meisje tot zijn vrouw te maken, voortaan de éénige wensch nog was van zijn leven hoe haar beeld en het verlangen naar haar geheel zijn wezen vervulden en beheerschten, Ja jaHij zou haar niet vergeefs in pand genomen hebben. Hij zou heengaan en haar opeischen haar tot de zijne maken. Daar hield het rijtuigje voor zijn deur stil en de jongen die achterop zat, sprong at en schelde. Eduard trad terug van het venster, verwonderd wat dit wezen kon. «Wilt ge dit briefje aan mijnheer Costers geven en hem verzoeken om antwoord seide Ida Lot het meisje dat de deur opendeed. En in hetzelfde oogenblik was zij weer weggereden. Het brietje was van den baron (zwaar verze geld, want de baron voorzag ook zijn kleinste briefjes van zijn groot geslachtswapen) en bevatte de uitnoödigiug om den volgenden morgen op Honham wat patrijzen te komen ‘schieten «Buiten u*, schreef de baron, «zal nog slechts kolonel Rooyaard van de partij tijn. Wij zullen elkaar dus niet in den weg loopen en ik ver trouw dat wij niet platzak zullen behoeven thuis te komen.* «O ja, zeker ik zal gaan zeide Eduard bij zichzelven. De Kamer van Afgevaardigden in Frankryk heeft Dinsdag haar zittingen hervat. De interpellatie van den nationalist Syveton over de algemeene politiek der regeering, gaat niet door. De hoer Syveton heeft haar ingetrokken. Waarschynlyk staat zijn besfhit in verband met de oneenigheid in den boe zem van het bloc bestaande en welke nieuw voedsel heeft ontvangen door een rede van den president der begrootings-commissie, Doumer, waarin de regeeringspolitiek werd afgekeurd en een geheel programma van populaire hervormingen werd aangeprezen. Wanneer de nationalisten voortgaan de regee ring aan te vallen, dan koeren de fracties van het bloc zich vereenigd tegen hen en wordt de breuk geheeld. En dit nu moeten zy juist vermydon. Van hun standpunt uit is het ’t verstandigst zich voorloopig stil op den achtergrond te houden. Dan geven zy de fracties van het bloc een schoone gelegen heid om elkander te verscheuren. Het is echter de vraag of de nationalisten zelfbeheersching genoeg bezitten om een der- gely’ke tactiek toe te passen. Eerst wanneer zij daarvan het bewys hebben geleverd, zal het kabinet Combes bang voor hen behoeven te worden. De Japanners rukken van Feng-wang- sjeng op in de richting van Liaojang; zij komen echter slechts langzaam vooruit. Want de slag by Liaojang zal nog wel eenigen tijd op zich laten wachten, zeker zoolang tot het tweede Japansche legerkorps onder genenaal Tokoe, voeling gekregen heeft met het eerste onder generaal Koeroki. Het wordt langzamerhand duidelyk, dat by Pitsewo, op het schiereiland Liaotong, maar een gedeelte van het legerkorps geland is, en dat het gros meer noordelijk, bij Takoesjan aan wal is gebracht, met de op dracht verbinding te zoeken met Koeroki en gezamenlijk met diens legerkorps op te rukken tegen de Russische stellingen by Liaojang. Dat moet de reden zyn waarom Koeroki slechts langzaam den marsch uit Feng- wang-sjeng tegen de Russische verdedigings linie voorzet. Eerst wanneer het verband met Tokoe’s armeekorps is gevonden zal de marseb sneller worden voortgezet. Het doel van de Japansche troepen is in ieder geval bet spoorwegvak Liaojang Haitsjengslagen zy er in, dat te vermees teren, dan zullen zy waarschijnlijk oprukken naar Inkou en Nioetsjwang en dan in ver band met bet derde legerkorps, dat bij Kait- sjau geland is den marsch naar het noorden, naar de hoofdstad van Mandsjoerye, aan vaarden. De opmarsch der Japanners wordt be spied door sterke afdeelingen Russische cavalerie. Dit alles wordt duidelyk door het volgende telegram van generaal Piiug aan den Tsaar: De Japanners rukken aarzelend van Feng- wang-sjeng r.aar Liaojang op. Men ver moedt, dat de Japansche hoofdmacht naar Haitsjeng en Kaitsjau marcheert. Sterke afdeelingen werden noord-westelyk van Takoesjan gezien. Met deze laatste sterke afdeelingen kan niet anders bedoeld zyn dan het legerkorps van generaal Tokoe, dat by Takoetsjan ge land is. Een telegram van generaal Sakharof aan den generalen staf luidt In den morgen van 17 Mei trokken de Ja- pansebe voorposten, die op den grooten naar Liaojong voerende weg by Thoementsy stonden, op den Thansalinpas terug. De Ja panners ontruimden hierop ook Seloetsjan, zy trokken naar Fengwansjeng. In de omgeving van deze plaats wierpen de Japanners verschansingen op. Gebleken is dat de Japansche afdeeling, die vroeger het dorp Sithoesjindsa, 15 werst ten noordoosten van Takoesjan, bezette niet meer daar zich bevindt. Takoesjan is even eens door de Japanners ontruimd. Kleine afdeelingen trekken in Chondoesjan en Loe- anmico langs den linker oever van de Fapan- gho, en in Salidsaipoedsa, terwyl kleine Japansche patrouilles in de omgeving van Sioejen zyn gezien. 35) Dat geloof ik niet,* antwoordde hij«En als het waar was dat ik het oog had op freule Van Horen, hoe zou je mij dan beletten haar te trouwen, als ik dat verkoos ^Probeer het maar eens en je zult zien I* her- nam zij, met een lachjeEn nu aangezien het scherm gevallen is en alles uit is tusschen ons, doen wij het best met de lichten uit te blazen en naar bed te gaan«Wederom lachte «ij, en neeg spottend «Goeden nacht, meneer Costers 1 Ik heb de eer u te groeten Hij stak haar zijn hand toe. «Komaan, Bella, laat ons zóó niet scheiden Zij echter schudde het hoofd en hield haar armen achter haar rug. •Neen,* antwoordde zij. »Ik geef u mijn hand niet. Uit vrije beweging zal ik uw hand nooit meer aanraken, want zij is voor mij als de hand van een doodeVaarwel, Eduard I Heel mijn leven was gebouwd op mijn liefde voor u, en gij hebt het gebroken als een glas. Ik doe u gean verwijtiogen‘j want gij hebt slechts uw natuur gevolgd, en ik moet de mijne volgen, en metter tijd komt alles weer terecht, in net graf. Ik zal u niet meer lastig vallen, mits gij niet tracht met Kolonel Read wordt gelast met het bevel over de communicatie-lyn in Tibet. De En gelschen maken ook een afdeeling boots lieden gereed, om op de rivieren in Tibet te gebruiken. Generaal Macdonald heeft voör de zoo- vcelste maal de verzekering gegeven, dat er hoegenaamd geen reden tot ongerustheid bestond. Gemsoekawa, 300 in Pitsorkawa en 600 in de nabijheid van de plaats van landing. Onnyddellyk werden detachementen afge zonden naar Pitsorkawa om de telegraaflijnen en den spoorweg te vernielen. Op 6 Mei verjoeg een detachement een kleine vyandelyke afdeeling op de hoogten ten zuiden van Poelantien. Het spoorweg station werd bezet, terwyl tezelfder tyd de genie de brug en de telegraaflijnen ver nielde. De vyandelyke afdeeling telde 300 man infanterie en 100 man cavalerie. De Japan sche verliezen waren één gesneuvelde en vier gewonden, de vyand verloor 200 man. Een cavalerie-afdeeling by Gimsoekawa trok terug en liet zonder verzet ons de lyn vernielen en beslag leggen op de instrumen ten en werktuigen van het station Op 7 Mei vernielde een detachement den spoorweg en de telegraaflijn tusschen Poe lantien en Sanshlihipoe. Een troepje vyan- delijke cavaleristen werd verjaagd Een luitenant en drie man werden gedood, negen man werden gewond. Op 13 Mei werd de spoorweg vernield ten noordoosten van Poelantien, op 16 Mei na men wy bezit van de heuvelreeks, over een afstand van vier mijlen zich uitstrekkend tusschen Sjisjaton en Tsjoelishau. De vyand, drie vier bataljons sterk met 8 kanonnen, werd naar het zuiden gedreven. Onze ver liezen waren 146 dooden en gewonden. Ida te trouwen want dat zal ik niet dulden En nu, ga heen, want ik ben zeer vermoeid.* •Zij schelde een dienstbode, om hem uit te laten.* Eerst luisterde zij tot de straatdeur achter hem gesloten was, Toen gaf zij zich over aan haar radelooze smart, schreiend, bitter schreiend over hetgeen geweest was en over hetgeen nog komen moest. Zij had dien man liefgehad met een liefde buiten alle grenzen, een liefde, zooals geen eerbare die kent. En nu had hij haar verlaten I nu was haar hart een steen, haar leven dood in haar In dat halve uur leed zij meer, dan de meeste vrouwen in haar gansche leven lijden. Straks echter was de wanhoopsvlaag voorbij, en zij sprong op, bleek en bevend, met op elkander ge klemde tanden en vlammende oogen. fLaat hij oppassen!» siste zij. «Hij mag gaan. Maar als hij Ida zoekt te trouwen, dan zal ik mij zoo waar God leeft, aan mijn woord houden ja, dan zal hij mij nog leeren kennen Toen Eduard Costers den volgenden ochtend dit afscheidstooneel nog eens kalm overdacht, bracht de nawerking er van hem in een alles be halve genoelijke stemming Nu was hij dan vrij ja Doch de manier, waarop hij het geworden was, behaagde hem niet. Het is waar, hij had Bella Quest npoit liefgehad, al de eigenlijke liefde was aan haar zijde geweest en hij had meer ontvangen dan gegeven. Maar toch had hij het mooie, geestige, hartstochtelijke vrouwtje een tijd lang begeerd en bezeten, en daar hij niet volslagen hartloos was, zoo speet het hem werkelijk, vooral voor haar (die hij nu om Telefoon No. S3 ADVER TEN TIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. zyn als vroeger. De Tibetanen krygen voortdurend verster king. Naar men zegt ook van blanken. Maar dit zouden wel Boeriaten zyn, vermoedt de correspondent. Kolonel Read zijnentwille zoo rampzalig wist), dat hij zoo vol slagen in onmin van haar had moeten scheiden. Hoeveel aangenamer ware het voor beide partijen geweest, indien er een middel had kunnen ge vonden worden om als goede vrienden uiteen te gaan. Die drommelsche hartstochtelijkheid dan ook I Waarom kon men de zaak niet wat koeler opnemen, zooals hij Maar voorts was er nog een andere overweging. Hij was vrij nu, ja! maar die vrijheid was niet onvoorwaardelijk. Bella toch had met de meest mogelijke beslistheid verklaard, dat zij zijn huwe lijk met Ida niet zou dulden... Wat had zij daar mede voor Wat kon zij doen om dit huwelijk, waarop hij al zijn zinnen had gezet, te beletten Och wat dreigementen van een jaloersche vrouw, die in haar machtelooze spijtigheid met groote woorden schermdeLooze dreigementen, door welke hij zich natuurlijk volstrekt niet van zijn plannen zou laten terughouden Intusschen, men kon niet weten I Dit alles kon toch nog tot hoogst onverkwikkelijke uiteenzettingen en verwikkelingen leiden. .Met een jaloersche vrouw, die niets meer te verliezen en te ontzien had, viel ook niet te spotten. Kort en goed,..het uitzicht was verre van rooskleurig Terwijl hij zoo mijmerde, voor het venster staande en uitkijkende op het marktplein van het stille stadje, zag hij opeens Ida in haar hittewagen aanrijden. De wind had haar wangen hooger gekleurd en terwijl zij de leidsels zeer strak moest houden, was er op haar gelaat een uitdrukking van fierheid en kracht, als ware het uit warm ge tint marmer gebeiteld

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1