2 O ÏTIEB. aar No. 9431. DE VERBORGEN SCHAT. SCHOUW Z) Gouda. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, w 6 Juni 1904. •m 4 Buitenlandse!) Overzicht Slooten, Wateren en Riolen. IN LOON. LES iATEN, ÏACflELS. ZONEN, Maandag 6 Juni 1904. 43ste Jaargang FEUILLE~TOX. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid.I. 'll H'orift vervol^'i/.) ud gratis. i liet Rjjks Inter- en toepassingen flerd? Por» erts. Zy geven ars* niet kunnen geen imitaties NT, en modellen te Dit No. bestaat uit Twee Bladen. EERSTE BLAD. Ij ■I IWAZIJN ster”, ar. 117. nooie collectie ets., 7.5 ct. rs en Drogisten. WA1/?/ Rotterdam. '-R, apotheker, Westhaven 198. m aantal onge- s op aanvraag HTS Co. OVER Herleiding. i llallons. me Keuze 4LOEILICHT- en degelijk. licht houdt, is ERE te letten Mykate «n detvoorHeerea dernchotnwtfki M Miillnr 4 Ca - Men lettt food neric.— S&ggS ‘JKMAN k Zn kregen aanalni- 3M- verkrijgbaar t DE VI8CH- jaar voor per- an K. M. 1, -r W-ilt gij zoo vriéndelijk zijn, dit eens te lezen, mijnheer Costers? zeide hij kalm, terwijl hij den brief over de talel schoof Eduard st ik eerst den brand in een sigaar, nam toon den brief op en vouwde hem onverschillig open. Nauwelijks echter had hij den eersten regel er van gezien of zijn gelaat nam een uitdrukking van ontzetting aan. Hij werd zoo wit als zijn overhemd, het zweet parelde op zijn voorhoofd en hij liet zijn s’gaar op het tapijt vallen, waar zij bleet liggen smeulen En geen wonder, want dit was een afschrift van een van Bella’s onstuimige minnebrieven aan hemzelven. Hij had haar nooit er van kunnen weerhouden, zulke gevaarlijke brieven te schrijven Deze hier nu was de bewuste, dien «le heer Quest kort geleden te Londen uit den zak van ’s boeren Costers slaaprok had gekaapt. Hij las nog een eind voort, en legde toen den btief weer op de talel Nog verder lezen was onnoodig want het was alles in denzelfden gloeien* den trant. „Gij zult hebben opgemerkt, mijnheer Costers*, zeide Quest, „dat dit een kopie is. Maar als gij het wenscht, kan ik u het oorspronkelijke stuk ter inzage geven.* Eduard antwoordde niet. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA, Gelet op de nrtt. 148-156 der Algemeene Pülilie-Verordening voor deze Gemeente, Brengen tel" kennis van de eigenaren en gebruikers van de niet aan de Gemeente toebehoorende, binnen de bebouwde kom gelegen Slooten, Wateren en Riolen, dat op Zaterdag den 18 Juni 1904 eene Schouw over die wateren enz. zal worden gedreven. Belanghebbenden worden herinnerd aan hunne verplichting om te zorgen, dat hunne Slooten of Wateren, voldoen aan de afme tingen genoemd in art. 152 der bovengezegde Verordening on behoorlijk zyn opgesloot, zoodat geene boomstammen over of takken in het water hangen en dat die Slooten, Wateren en Riolen gezuiverd zijn van vast of drijvend vuil, welke de doorstrooming van het water kunnen belemmeren of stank of stank verwekkende uitdampen kunnen ver oorzaken. Onverminderd de straf op de overtreding gesteld, zijn de eigenaren of gebruikers ver plicht de geconstateerde gebreken binnen 8 dagen te herstellen. De Naschouw zal plaats hebben op Zater dag 85 Juni 1904. Gouda, den 4 Juni 1904. Burgemeester en Wethouders van Gouda, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. wi m t imiu. telefoon No. 8$. De Uitgave dezer Courant 'geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Dé prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nummers V IJ F CENTEN. Een telegram uit Moekden van 1 Juni zegt, dat daar den vorigen avond eer. hospi taal trein was aangekomen met in het gevecht bij Wa-fang-kang gewonde militairen, te zamen 3 officieren en 23 man. Generaal Koeropatkin bezocht hen en bracht hen hulde voor hun dapperheid. Hy verdeelde acht St. Georgfrkruisen onder de mannen. Een viertal kameraden hadden zy te Liao- jang moeten achterlaten, die met vyf of zes kogelwonden er zoo slecht aan toe waren, dat zy niet vervoerd konden worden. worden afgele- pakjes van vijf a een Ned. om an Nommer en n nevenstaand Wet- gedepo oering van ge vel en de IJL, 3AART Lz. Terwijl de Engelsche volksvertegenwoordi ging nog bazig is de tusschen Engeland en Frankrijk gesloten oveieenkomst, waarbij o. a. de Marokkaansche quaestie geregeld werd, te onderzoeken, blijkt reeds, dat in de practjjk die regeling nog ver te zoeken is. Frankrijk heeft zich verheugd op hot vel van den Ma- rokkaanschèn beermaar het beest leeft nog. Frankryk poogt nu wel het te vangen, en houdt het een leenings-ontwerp voor. Doch al zon de sultan drarop ingaan, er zjjn nog andere potentaten waarmede rekening moet wordea gehouden. Daar is bijvoorbeeld mijn heer Raisuli, iemand die er zyn werk van maakt menschen gevankelijk naar do woes- tyn te brengen en dan losgeld voor hen te vragen. In de berichten wordt hjj „roover” genoemdin werkelijkheid is hy een eer biedwaardig woestynhoofd, die naar oud-va- derlyke zeden aan den kost poogt te komen. Deze Raisuli nu heeft in do buurt van Tan- ger twee vreemdelingen „meegenomen”, een Engelschman en een Amerikaan. 'Dit heeft natuurlijk aanleiding gegeven tot grooto verontwaardiging in Engeland en Amerika. President Roosevelt heeft een deel van het Europeesche eskader naar Tanger gezonden, doch de Amerikaansche oorlogsschepen kun nen daar weinig doende regcering van Marokko heeft don heer Raisuli ook niet. Steunend pp do Franscb-Engelsche over eenkomst wendde zich nu de regcering te Washington om hulp tot Frankrijk en dit zegde, verheugd over de erkenning van de Fransche rechten in Marokkt/ die hulp da delijk toe. Maar nu begint de zaak tragisch to wor den. In de Vereenigde Staten is men er abso luut niet mede ingenomen, dat de regeoring door tusschenkomst van Frankryk met Ma rokko wil onderhandelen. Amerika moet zich zelf helpen. En minister Hay zendt onmiddellyk een bedreiging naar Marokko wordt den ge vangenen een haar gekrenkt, dan zal Ame rika op de terechtstelling van Raisuli aan dringen dan zullen Amerikaansche marine- troepen te Tanger aan wal gaan, om Raisuli en zyn bende op te vangen en op te hangen. Engeland, dat by den overzeeschen neef niet wil achterstaan, begint nu ook tc spre ken van troepen zenden. En Frankryk, dat zoo bereidwillig zijn hulp toezegde, staat daar nu tusschen als] een soort „facheux troisième”. Het kan niet toelaten, dat Amerika of Engeland troepen' in Marokko landen, nu het de bescherming over dat ryk aanvaard en zijn hulp toegezogd heeft om de verloren blanken weer terug te Een der gewonden verklaarde, dat de Japanners goed vechten vooral schieten is hun kracht. Maar tegen een charge der kozakken met de lans in de vuist waren zy niet bestand. Er werdon verscheiden Japan ners overhoop gereden vele andere hielden op met vuren en namen de vlucht. Reuter seint uit Petersburg Een telegram van generaal Sjilinski, gisteren- aan den minister van oorlog verzonden, luidt Gen raai Stössel berichtte den 28en Mei In den avond van den 26e moest ik na een hevigen stryd die twee dagen duurde, bevel geven de stelling by Kinsjou te ontruimen, daar wy niet minder dan drie divisies met 120 kanonnen tegenover ons hadden. Het vuur van den vyand, voornamelijk van vier kanonneerbooten en zes torpedobooten, ver nietigde onze batterijen in de stelling by Kinsjou geheel. Het 5e regiment, dat zich op de stelling zelf bevond, streed met heldenmoed. Door het vuur van dit regiment, van onze bat terijen cn van de kanonneerboot „Bohr”, die by Hoenoesa lag, leden de Japanners ontzettende verliezm Onze verliezen aan dooden en gewonden bedragen ongeveer 30 officieren en 800 man. Alle kannonnen die niet door ons vernageld waren, maakten wij onbruikbaar of lieten wy springen. Het was natuurlyk onmogelyk de kanon nen, welke zich op de stelling bevonden, tijdens het hevig gevecht iu veiligheid te brengen. Men had dit drie dagen vroeger moeten doen. Het gevecht van den 26e zelf begon te 5 uur ’s morgens en duurde voort tot 8 uur ’s avonds, toen ik bevel gaf de stelling lang zamerhand te ontruimen. Een gedeelte van de raynen is niet gesprongen, daar de Ja panners onder bedekking van het vuur hun ner schepen onze stelling aan de zeezyde omtrokken. De geest onder de troepen is uitstekend. Blykens consulaire berichten uit Monastir in Macedonië hebben Bulgaarsche Komitadjis ■Maandag den chef der onlangs ingestelde Grieksche benden-beweging, kapitein Wan- geii, en zyn adjudant by bet plaatsje Pisu- deri vermoord. De Ijjken dor beide vermoorden werden in stukken gehakt en als waarschu wing op den straatweg geworpen. Wangeli stond reeds langen tyd op de lijst der door de Komitadjis ter dood veroordeeldenhy werd tydens den stryd der Bulgaarsche insurgenten van verleden jaar voor een der had haar alles geopenbaard Nu, in ’s hemels naam I dan was de kogel door de kerk. Dan zat er niet anders op, dan pal te staan en aan den storm het hoofd te bieden. De meeste mannen zouden van zulk een vrijage spoedig genoeg hebben gehad, zouden inderdaad al te weinig aanlokkelijks hebben gevonden in het vooruitzicht op een huwelijk met een schoone, van wie zij blijkbaar niets te verwachten hadden, dan de meest minachtende en terugstofttende koudheid. Doch niet alzoo met Eduard Costers. Ida’s koud heid oefende op zijn halsstarrig verlangen ongeveer dezelfde werking, die het aanschouwen van een zee vol ijsschotsen moet oefenen op den hard- nekkigen zoeker naar de Noordpool. Hij bleef zich overtuigd houden, dat hij, zoo hij maar eenmaal die bevrozen zee doorworsteld had, een zonnig land der belofte zou betreden, en, evenals de ont dekkingsreiziger bij het streven door het ijs, was hij bereid, bij zijne poging tot het bereiken van het vurig begeerde doel zoo noodig zijn leven te laten. Want zijn verliefdheid was letterlijk met den dag toegenomen, totdat zijn hartstocht thans zijn geheele wezen, al zijn voelen en denken en willen, beheerschte. Welke hinderpalen er ook rijzen mochten, aan welke,offers en gevaren hij zich ook zou moeten blootstellen, hij was vast besloten alles te wagen en te tarten, om ten slotte toch te kunnen zeggen Ik heb haar gewonnen. Zij is de mijne. Deze gedachten woelden hem dien morgen door het brein, toen de heer Quest, in zijn optreden ditmaal meer dan ge woon lijk koel en afgepast, bij hem werd aangediend, ongeveer net als, nu twee voornaamste spionnen overheid gehouden. De correspondent van de „Daily Tele graph” deelt dan mede, dat in Russische regeringskringen de meening heerscht, dat de val van Port Arthur, het koste wat bet wil, moet worden voorkomen, en dat een einde moet komen aan de Japansche over winningen. In een bijeenkomst van dep Groqten Krijgsraad, onder leiding van den Tsaifr, werd de noodzakelijkheid betoogd sterke troepen-afdeelingen naar Oost Azië te zendeb, en vry algemeen werd aangenomen dat «onder eenig gevaar de Duitsche grens van troepen kan worden ontbloot, daar er geen vrees bestaat voor schending der neu traliteit door Duitschland. Die troepen zul len onmiddellyk naar Oost-Azië worden ge zonden. Het besluit hiertoe, dat niet met algemeene stemmen genomen is, werd door den Tsaar goedgekeurd. Het tweede punt, in den Grooten Krijgs raad behandeld, is de vraag of het aan gene raal Koeropatkine zou worden overgelaten den veldtocht naar zyn meening te leiden, dan Wel of hem uit Petersburg aanwijzingen zullen worden gegeven. Tot dit laatste werd besloten, en dientengevolge kreeg Koeropat kine, Jast oumid'dellijk op te rukken tot ont zet van Port Arthur; men verwacht,<dat de aanval op die plaats nog wel een poos duren zal, daar toch dc verliezen van generaal Okoe’s leger moeten worden aangevuld. Het blijkt nu echter, dat de Japanners met groote snelheid pogen Port Arthur te nemen. Troepenversterkingen zyn reeds te Dalny geland, en de landtroepen zoowel als de vloot streven naar een snelle oplossing van deze quaestie. In Russische militaire kringen is men ook niet algemeen ingenomen met het besluit, dat Koeropatkine thans naar het Zuiden van Liaotong moet oprukken. Men acht het, naar de „Daily Telegraph” meldt, thans te laat, en meent dat die beweging had moeten worden uitgevoerd voor den slag by Kinsjou, toen de Russen do sterke positie by Nanshan nog bezet hadden.Ook wordt streng afge- keurd, dat generaal Von Stossel, die een ge heele divisie in Port Arthur heeft, daarméde niet is opgerukt, om aan de gevechten by Kinsjou en Nanshan deel te nemen, en de Japanners terug te slaan. De regeering heeft ernstige reden tot onta- vredenheid, doch wil trachten den veldtocht met alle kracht voort te zetten, ten einde het militaire prestige van Rusland te herstellen. dagen geleden, kolonel Rooyaard. „Hoe vaar je Quest?" zeide hij op dien toon van hoog tot laag, dien hij tegenover onder geschikten placht aan te slaan. „Neem plaats. Wat is er „Ik kom wegens zaken, mijnheer Costers", antwoordde de procureur, op zijn gewonen kalmen, zachten toon. „Alweer die hypotheek op llonham, zeker bromde hij. „Ik hoop alleen maar, dat je niet oin nog meer contanten voor dat zaakje bij mij komt aankloppen, want, op mijn woord van eer, ik kan zoolang mijn vader leeft, geen stuiver meer krygen. Mijn krediet reikt tamelijk ver, maar voor het oogenblik is het uitgeput." „Wel*, zeide Quest, met een half lachje, „de zaak waarvoor ik gekomen ben, hangt inderdaad met de hypotheek op Honham samen Maar aangezieh ik u heel wat te zeggen heb, zou Kèt misschien beter zijn dat wij e^rst de tafel lieten afruimen, om niet gestoord te worden." „Mij wèl. Wees dan maar zoo goed eens te schellen. En steek een sigaar op." De heer Quest glimlachte opnieuw, terwijl hij opstond en schelde, doch een sigaar stak hij niet op. Zoodra het ontbijtgoed was weggenomen, nam hij een stoel en terwijl hij zich aan het andere eiftd van de tafel zoo plaatste, dat het licht hem op den rug viel, begon hij doodbedaard een bundel papieren los te binden, uit te pakken en te sor- teeren. Na eenige oogenblikken had hij gevonden wat hij allereerst noodig hadeen brief. Het was geen oorspronkelijke brief, maar een afschrift. 48) Eerst om elf uur was die gewichtige arbeid vol bracht, en kon dus de vlijtige man, na al zijn stukken zorgvuldig te hebben weggebörgen, zijn kantoor sluiten en huiswaarts gaan, ten einde 6e zoo welverdiende nachtrust tê smaken. Den ochtend daarna, omstreeks tien uur, zat Eduard Cosfeera in een niet zeer opgewekte stem ming aan het ontbijt. Hij had den vorigen avond op het slot gedineerddoch vermaakt thad hij zich daarbij alles behalve. Ida was zeer schoon geweest, mear zoo koud als een steen en zoo ongenaakbaar als een standbeeld. Zij had nauwelijks tot hem gesproken, eigenlijk slechts om zoo kort mó^elijk de een of andere rechtstreeks tot haar gerichte vtang te beantwoorden, en zij had eigenlijk slechts gesproken met haar vader, die van zijn kant mede «mgtwöon stil en stroef was geweest. Éénmaal, bad hij opgemerkt hoe zij hem aan keek, en toen lag er op haar gelaat een uitdruk king van zooveel verachting en tegenzin, dat hij er koud van werd tot in zijn gebeente. Vanwaar die vernietigende blik Wat had hij gedaan, om haar zoozeer te mishagen Daar rees in hem een vermoeden, dat schier tegelijkertijd tot zeker heid aangroeide. Ja, dat moest het wezen Bella bij haar geweest, Bella, in haar wraakzucht, van de t’urksche Tekeloon No. Sft ADVER TENTIEN worden geplaatst van .1—5 regels a 50 Centen; iedere regel moer 10 Centen. Groote letters >vorden berekend naar plaatsruimte.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1