PER ITS. neten wotk. M DE VERBORGEN SCRAT. M. BOOGAERDT Bz. Mr. D. N. BROUWER J. VAN DER LEEDEN tlZEN ime Wartade, i van Gia- en karden. i\ieuws- en Advertentieblad voer Gouda en Omstreken. No. 9440. ten op fee unr Provinciale Staten. Buitenlandse!) Overzicht. K I Laantuwayaujn 3b. Donderdag 19 Juni 1904. 43ste Jaargang ZONEN. EEVjLLETOX. O»er <h gpheete aartè verspreid. igschen is Odol este middel den tanden. tfifitfhfifioï van Inzending van Adveitentiën tot 1 uur des midd. JK, te Woerden •’I (Wordt vervolgd.} Kleiwegsteag. CHOENWERK r H 258. VKMAM'fcZx. De afgevaardigde der Spaanscbe Kamer Nocedal interpelleerde de regeering over Spanje’s deelneming aan hot Drievoudig Verbond. De spreker wilde ook weten, om welke reden minister Silvele het ontwerp van een verdrag met Frankryk niet getee- kend heeft. Minister Maura antwoordde, dat hy meent op dit punt niet verder te moeten ingaan en dat er geen reden is om het niet-teekenen van dit ontwerp te betreuren. GOlimiE COURANT. ERK te letten mr t. worden ai’gele- j pakjes van vij! m «M Ndl om ras Nommer er. -its-g? FelHoon Mi. De Uitgave dezer Courant geschiedt dage lijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nominers V IJ F C E N T E N. lelrloon Vo. MS ADV E UT E N TIE N worden gepl.ttitst 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ringen werden een drietal verdachte anar chisten in hechtenis genomen in gevolge de bepalingen van de wet op do handhaving van den vrede. Voor de verkiezing op Vrijdag 17 Juni a. s. bevelen wij U drin gend aan de hh. te Krimpen a. d. Lek. te Gouda (aftredend), te Ouderkerk a. d. IJsel. Koer o pa tk in meldt dd. 13 Juni dat twee divisies Japanners uit Poe-lantiön (Port Adams) op Liao-tong noordwaarts rukken. De eene rukt door het dal van de Tasja-ho (een rivier die aan de oostkust van het sclijpreijand, ten Z. van Pifsewo in zee valt). Ook uit Sioe-jen rukken de Japanners op, in de richting van den Dalin-pas. Een telegram van generaal Charkewitbj van den 13den meldt dat in den nacht van 11 op 12 dezer een Russische afdeeling zich meester heeft gemaakt var. de bergengte en de hoogten by het dorp Lidiatoen (Likatoen P ten ZW. van Kai tsjou), waarbjj aan Russi- schen kant 4 man sneuvelden en 18 gewond werden. Op het oogenblik rokt een afdeeling van 3000 Japanners uit het Zuiden naar Choen- jen-sian. Den Berlynschen Lokal Anzeiger is iets overkómen wat een plaatselyk blad niet eiken dag gebeurt. Wy staan er trouwens niet voor in, dat het blad zich geen illusies maakt. De Anzeiger dan bevat een bericht oogenschyn* lyk een telegram van zyn correspondent op het oorlogsterrein meldende, dat hy op 9 Juni gevangen genomen is door de Japansche tor pedo-boot Ajasji terwyl hy zich in een Chi* neesche jonk naar Port-Arthur wilde bege ven. De Japanners brachten hem naar Tsifoo, waar zjj hem in vrijheid stelden. De correspondent mag van geluk spreken dat de Japanners hem niet hebben doorge laten. Overigens merken wy op, dat een tor- pedo-boot Ajasji niet bestaat. dwingland!), om de Boeren in Zuid Afrika' hun geweer, h in beste beveiliging tegen oproerige kaffers en wilde dieren en bet middel om in hun levensonderhoud te voor zien, te ontnemen, is thans aan den dag gekomen. In het Zoutpansberg-district is een opstand onder de Kaffers uitgebroken en de Roeren, die geen wapens hadden om zich te verde digen, werden door de opstandelingen ver moord... Inderhaast moest een afdeeling der Con stabulary worden uitgezonden, on moest Lukas Meyer, op last der regeering, naar Zoulpansberg gaan, om de Boeren van wapens te voorzien. Hierdoor schijnt het gevaar, voorloopig althans, geweken. En nu komt de „Times” vertellen, dat het zoo erg niet is, en dat de Boeren waatschynlyk onnodig gewapend zyn I Maar deze opstand in Zoutpansberg heeft’ de aandacht gevestigd op de zonderlinge toestanden dio-thans, onder Engekch bestuur, in Zuid-Afrika heerschon, en op de merk waardige politiek der Engelsche regeering tegenover de Kafferstammen. Ernstig wordt aangedrongen op een regeling van de geheele inboorlingen-quaestie. En wat antwoordt En geland daaropDe inboorlingen-quaestie is te ingewikkeld om daarvoor thans een op)( lossing te zoeken. De geheele kolonie is afhankelijk van de inboorlingen voor den arbeid, en daarom kan de Regeering die quaestie niet ter hand nemen, voordat ten minste de mijnindustrie aan den Rand grootendeels onafhankelijk gemaakt is van den inboorlingon-arbeid door den invoer van Óhineezen. Alweer hetzelfde. Vóór alles de mijn industrie. Als die maar eerst geholpen is. Of in dien tusschentyd de ongewapende Boeren in Transvaal door de Kaffers wor den vermoord, hun vrouwen en kinderen worden mishandeld, hun hoeven en have in brand gestokenwat komt dat erop aan Een regeling kan slechts komen als de myn koningen aan den Rand van Cbineescho lijfeigenen zyn voorzien en de Kaffers niet meer noodig hebben 1 Een Reutertelegram uit Johannesburg meldtOfficieel wordt medegedeeld, dat eenigen tyd geleden vreemdelingen onder politietoezicht werden gesteld. Onder hen bevond- er zich één, die zou hebben gezegd dat hy een moordaanslag zou plegen op lord Milner, indien daartoe z. i. aanleiding mocht worden gegeven. Als een gevolg van voortgezette naspo- Eduard Costers iets afweten En, bij den hemel I wat bedoelde die vrouw, toen zij hem daareven vroeg wal hij zou doen, indien hij het eenige wat hij liefhad in de wereld, had vermoord t Costers moest dat »éénige», dat zij liefhad, wezen en nu herinnerde hij zich ook hoe zij hem Eduard, Eduard», genoemd had toen hij viel. Harold Rooyaard leed allerminst aan overmaat van argwaan of kwaaddenkendheid, maar hij was niet gek. Hij had in de wereld rondgekeken, en wist wat er in te koop was. Hij wist dus ook, dat, wanneer een vrouw, op een oogenblik van de hoogste spanning, een man bij zyn voornaam noemt, zy dit doel omdat zij gewoon was onder dien naam aan hem te denken en tot hem te spreken. Niet, dat daarop zichzelf zoo veel instak,, maar toch, in tegenwoordigheid van anderen noemde zij hem «mijnheer Costers,» Eduard» was blijk baar »het eenige wat zij liefhad», en die Eduard was heimelijk verloofd met Ida van Horen, en dit wist mevrouw Quest. Zonderlinge samenloop I Wanneer een man, die niet de echtgenoot eener gehuwde vrouw is, het geluk of het ongeluk heeft van op de wereld het eenige te zijn, wat die vrouw Wefhecften wanneer verder die vrouw tot de ontdekking komt, dat die man zich achter haar rug verloofd heeft met een andere vrouw, dan zoo overwdog de kolonel bestaat er in negen van de tien gefallen een sterke kana, dat er in den boezem der cêr^emelde dame aan doeningen zullen ontstaan, welke sojamige karakter» tot een uiterste van waanzin ot van misdaad; kunnen drijven. roering vair ge* evelenoe #IJL, BAAST Li. Een der eerste gevolgen van de Engelsche wil geschiede »Gods wil!» zeide zij, opziendc en opnieuw verzonk zij in zwijgen. Hij wilde zich verwijderen, toen zij plotseling opstond en hem bij den arm vatte. »Zal hij sterven?» vroeg zij, bijna wild. «Zeg mij wat gij er van denkt, niet wat de dokters neggenGij hebt vele gewonden gezien, en weet er meer van dan r.ü. Zeg mij de waarheid >Ik kan het u niet zeggen», antwoordde hij, het hoofd schuddende. Blijkbaar vatte zij zijn antwoord als een bevestiging op. Tenminste, zij bedekte het gelaat met de handen. «Wat zoudt gij doen, kolonel Rooyaard»,zeide zij op djoomerigen toon, indien gij het éénige wat gij in de gansche wereld liethebt, had ver moord O God I wat zeg ikr daar Ik ben niet goed bij het hoofd.Verlaat mij Ga het aan Ida vertellenHet is goed nieuws voor Ida!» Zoo begaf zich dan de kolonel naar het kasteel Honham, nadat hij zijn geweer had opgeraapt op dezelfde plek, waar het uit de handen van Bella was neergevallen. En toen voor het eerst kwam hij er toe, de beteekenis van dit schromelijke ongeval in verband met zijn eigene omstandigheden en vooruitzichten te overzienIndien Eduard Costers stierf, dan kon Ida zijn vrouw niet worden, dat ,was duidelijk. En dit moest mevrouw Quest wel bedoeld hebben, toen zij zeide dat het goed nieuws zou zijn voor Ida Maar hoe kon zij van Ida’s verloving met De Oostenrijksche bladen vallen de Russen zeer hard. Het officieuse Fremdenblatt veroordeelt de Russische strategie en verklaart, dat het ón mogelijk is, bij de Russen een wèl-overlegd krijgsplan te ontdekken, dat met kracht kan worden uitgevoerd. De Nette Freie Presso schryft het succes der Japanners toe aan het betere volkson derwys en zegt dat Oostenryk de lessen van dezen oorlog ter harte moet nemen, de ver ouderde denkbeelden, die thans heerschen, moet prijsgeven en zich geheel en oprecht mdderniseeren. „Het is dwaasheid”, schrijft de Presse, „te denken, dat snelvurend geschut en krachtige kruisers een land van een ramp kunnen red den wanneer ze niet samengaan met een vooruitstrevende volksopvoeding en wanneer niet een verlichte regeering ’s volks welzijn ter harte neemt.” De Fransche Kamer heeft zich Maandag niet met „de” zaak van den dag bezigge houden, doch is rustig zoo rustig ten minste als het van de Fransche volksverte genwoordig te wachten is met de behan deling der wet op den tweejarigen dienst plicht voortgegaan. Verscheidene artikelen werden aangenomen. Enkel tegen het einde der vergadering stelde een nationalist, de heer Spronck, een motie voor op het debat van Vrydag j.l. be trekking hebbende. Hy wees namelijk op het feit, dat de heer Combes gedurende het debat den mam van den President der Republiek genoemd had, hetgeen een inconstitutioneels daad was. En daarom stelde hy een wijzi ging voor in bet reglement der Kamer zoodat het verboden zou zyn aan de regeering zoo wel als de leden, het getuigenis van den President der Republiek in te roepen. De urgentie werd verworpen met 424 tegen 89 stemmen. «Waar zie je mij voör aan vroeg zij, roet iets dat weer zweemde naar verontwaardiging. «Denk je dat ik een gewonde kwaad zou kunnen doen «Dat weet ik niet», antwoordde hy met een schouderophalen. »Een vrouw die zich door hartstocht krankzinnig heeft laten maken, is tot alles in staat.» «Hiermede keerde hij zich om en verliet de kamer.» Zoodra Eduard Costers, dood of levend en hij leek minder levend dan dood in de boven kamer te bed was gelegd, maakte de kolonel, ziende dat hij hier verder van geen nut kon zijn, zich gereed om te vertrekken. Hij wilde naar het kasteel. Vóór hij het huis verliet, keek hij echter nog even in de zaal en zag daar mevrouw Quest nog altoos al» versteend op haar stoel zitten. Door medelijden gedreven, trad hij binnen. «Komaan, mevrouw», zeide hij, »moed gehouden I Zij geven de hoop nog niet op.» Zq antwoordde niet •Het is een ontzettend ongeluk», hernam hij, maar ik ben haast even schuldig als gij, daar ik de patronen in het geweer liet. Hoe het zij, Gods In Argentinië is een opstand uitgebroken in de provincie San Luiz; do opstandelin gen hebben den gouverneur gevangen ge zet. De centrale regeering, die den toestand niet ernstig inziet, zendt troepen, om de rust te herstellen. De oorzaak van dezen opstand in San Luiz kan niet anders zyn dan ontevreden heid met den uitslag der presidents verkie zing, die Zo.idag beeft plaats gehad. Zooals te verwachten was werd dr. Ma- noel Quintana voor het tijdperk 1904 -1910 tot president der Republiek gekozen in Argentinië, evenals in de omliggende Zuid- Amerikaansche republieken, doet bet er minder toe, wie bet volk als president zou wenschen, maar wie door de heerschende party wordt aangewezen. En hot eenige correctief voor deze verkiezingen is dan ook de revolutie, die gewoonlyk in een Zuid- Amerikaansche Republiek op do presidents verkiezing volgt. Nu is bet inogelyk, dat de opstand in San Luiz'weinig te beteokenen heeft; want dr. Quintana, hoewel niet zeer populair, was niet onbemind. Hfi werd in October 1903 door do regeerende nationale partjj tot candidaat voor het presidentschap aan gewezen en ondanks de bestrijding van syn candidatuur door den tegenwoordigen pre sident Julio Roca werd Quintana, die voor al in den Senaat een sterken aanhang had, gekozen. Doch Quintana is een man van zeventig jaureu de vraag i» of hy in de gelegenheid zal wezen, zjjn mandaat geheel te vervullen, te meer daar by sukkelend is. Grdote waarde werd dus gehecht aan de verkiezing van een vice-president, die na Qainlana’a dood geroepen zal zyn tot 1910 het {residentschap waar te nemen. Wfl deelden voor eenigen tyd mede, dut twee ernstige candidaten genoemd werden, dr. Villanueva en de ingenieur Virasoro, By de verkiezing hebben de leden van het Congres zich vei oenigd op een outsider, wiens naam tot dusver niet genoemd was, name lijk dr. José Figueroa Alcorta, senator voor Cordoba. Van dezen dr. Alcorta, wordt uit Buenos Ayres gemeld hy heeft zich nooit in eenig opzicht onderscheiden, zyn loopbaan is doodgewoon geweest; van minister in zyn provincie werd hjj er gouverneur er. toen senator. Noch in het parlement, noch in zyn politieke party heeft dr. Alcorta ooit Toen onie vriend dien namiddag mevrouw Quest kwam opzoeken, was zij met Eduard Costera alleen en hij had iets ongewoons in haar opgemerkt, iets onnatuurlyks en overspannens. Inderdaad, hij herinnerde zich tot haar gezegd te hebben, dat zij er uitzag als de godin van het Treurspel. Kon hij met die vergelijking, onbewust den spijker op den kop hebben geslagen? Kon dit in werkelijkh id de blik zijn geweest van een vrouw, die, tot ra*erny gedreven door krenking en jaloetie, een vreeselijke misdaad beraamde Hoe was dat geweer afgegaan? Hij had het niet gezien. En hij dankte den hemel, dat hy het niet gezien had, want het is niet aangenaam, als beschuldigend getuige te moeten optreden tegen een jonge en schoone vrouw Maar... hoe was dat geweer afgegaan Zjj was met geweren vertrouwd, dat had hy bemerkt aan de wijze waarop zij het aanvatte. Was het waarschijnlijk dat het van zelf afg ng, of tengevolge van een toevallig aanraken van den trekker Dit was luogelijk, doch nkt waarschijnlijk. En toch, het zou zeer moeilijk zijn, te bewijzen dat het niet zoo was. Indien het een poging tot moord was geweest, dan was het zeer slim aangelegd, want niemand kon bewijzen dat het geen toeval was. Meer viel er werkelijk van de zaak niet te zeggen. Ondertussen had hij het kasteel bereikt. De baron was uit, doch Ida was tehuis, en hij werd in de zaal gelaten, terwijl de knecht haar ging roepen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1