i I 1 1 N THEE. u* :ao DE VERBORGEN SCHAT. ÜEH ITS. No. 9447. Gouda. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, J Vrijdag 24 Juni 1904. !i I Buiteiilaiitlsch Overzicht OPENBAAR ONDERWIJS. 5 I FEUILLETON. y LES Laarzenmayazijn 30. i ZONEN, t. 43ste Jaargang lil il cregen aanslui- van Inzending van Advertentiën tot 1 uur des iniild. "Cri'.ri'.ïjJ it 133. INKMAN Zs Itoriit vervtlgil.) ud gratis. i het Rijks Inter- fO ets., 7J et. rs en Drogisten ÜKURI Rotterdam. SR, Apotheker, Westhaven 198. i Kleiwegsteeg. do Echt‘> i, teeam^it gen in don naaa> des vervaardigd wcreidbe- bi* Stoll- CHOENWERK meten werk. i f’ preofbugjee c 0.35 üf Kader- jaar voor per- an K. M. 1, m verkrijgbaar DE VISCH- GOHIN (ICOURANT Bk gekookt ik voor da mspel» van date) Al» geval van gebruiken, «t» H. T •i releioon Mo. 89. De Uitgave dezer Courant geschiedt da ge lijk met. uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke JNotnmers V IJ F C E N T E N. IERK te letten VAN worden afgele- e pakjes van vijl en een Ned. on» ran Nommer en an nevenstaand Wet gedepo- voering van ge* «velende BIJL, 1BAART Lz. lelctoon Mi. 89 ADV E R TENTIEN worden geplaatst 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Toelating van Leerlingen op de Burgerscholen voor Jongens en voor Meisjes. Hooiden Mej M. L J. B EN D ER eri de Heeren H. J. W. HUB E R, R. LEOPOLD en B. P. VAN CITTERT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA, brengen ter algemeene kennis, dat op Dinsdag den 28n Juni 1904, des na middags te vijf uren, in de bovengenoemde scholen de inschrijving zal gehouden worden van de kinderen, die op den eersten Dinsdag na de zomervacantie, o’p deze scholen wen- schen te worden geplaatst. Als Leerlingen worden toegelaten op de Eerste Burgerscholen en de Tweede Burgerschool voor jongens kinderen, die in het jaar der toelating den leeftijd van zes jaren hebben bereikt of zullen bereiken; op de Tweede Burgerschool voor meisjes zij, die voldoen aan een examen, af te nemen door het hoofd der school, ten overstaan van een of meer leden der Commissie van Toe zicht op het Lager Onderwijs, terwijl ook zonder examen kunnen toegelaten worden leerlingen, die van het Hoofd der Eerste Burgerschool voor meisjes eene verklaring overleggen, dat zij de 6e klasse dezer school met vrucht hebben doorloopen By de inschrijving n oet worden overgelegd een bewijs van ouderdom van het kind dit bewijs wordt van heden af op aanvraag „kosteloos” uitgereikt op de Plaatselijke Secretarie, Afdeeling Bevolking (beneden lokaal). Geene kinderen zullen worden toegelaten, zoo zy niet voorzien zijn van eene schrifte lijke verklaring van een’ Genees- of Heel kundige, dat zij de natuurlijke kinderziekte hebben gehad of dat de koepokinenting bü hen heeft plaats gehad terwijl de toelating bovendien afhankelijk zal zyn van de be staande plaatsruimte. De toelating op deze scholen geschiedt, ééns per jaar, zoodat zij, die den 28n Juni a.s. niet worden ingeschreven, niet vóór half Augustus 1905 kunnen worden toegelaten. Gouda, 23 Juni 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. Ha I riep de baron. ^Bovendien, dat ik bereid ben te doen wat ik reeds vroeger heb aangeboden, en wat ik thans nu mijn vader dood is, ook terstond in staat ben te doen, namelijk het vastzetten van tweemaal honderdduizend gulden persoonlijk op mejuffrouw Idaen over het geheel alles wat u beiden aangenaam wezen kan', en hij keek den baron eens aan. «Neen», zeide deze tot hem, min of meer kregel, «ge behoett mij niet aan te kijken om een ant woord. Ik heb geen stem in de zaak. Hij wendde zich nu tot Ida, die haar hand tegen hel gelaat drukte en het hoofd schudde. Misschien ben ik niet ver van de waarheid*, hernam hij ietwat bitter, wanneer ik vermoed dat kolonel Rooyaard meer rechtstreeks de oorzaak van mijn ongeluk is, dan die geheele geschiedenis met de hypotheek Zij liet haar hand vallen en zag hem vol in het gezicht. Gij hebt volkomen gelijk, mijnheer Costers*, sprak zij boudweg «Kolonel Rooyaard en ik zijn aan elkander gehecht en hopen eenmaal met elkan der te huwen. Die verwenschte Rooyaard bromde de baron binnensmonds. Eduard kromp zichtbaar ineen bij deze zoo onbewimpelde verklaring.* «Idazeide hij, ik doe een laatste beroep op u. Ik heb u liet met al mijn hart, zoo lief, dat ik ja, het mag dwaas klinken, vooral in de tegenwoordigheid van uwen vader dat ik liever van mjjn ziekbed niet ware opgestaan, dan mij dan mag men toch aannemen, dat de reis des Konings het gevolg zal hebben dat de we- derzydsche verdraagzaamheid wordt aange- kweekt. En Voltaire heeft reeds gezegd „De eenige eeuwigdurende vrede, die tus- schen de menschen bestaan kan, is do ver draagzaamheid.” De Koning van Engeland vindt den Dnit- sclien keizer te Kiel in een soortgelyke stemming. In zyn redevoering te Cuxhaven heeft Dinsdag de Keizer op geestdriftige wyze gesproken over „de solidariteit tusschen de beschaafde volkeren, waaraan de koop man, de industrieel, de landbouwer het dan ken, dat zy zich in rustigen arbeid voortdu rend kunnen ontwikkelen.” Verdraagzaamheid en solidariteit» govoel tusschen de volken on de vorsten zijn de beidp hechlste grondslagen voor het behoud van'den vn de. En hoewel van dit alles niets gebleken is, is de pers reeds bezig den goeden naam van Edgar Combes door het slyk te sleuren. Het is onnoodig de gebeurtenissen, de confrontaties en de verklaringen, voor de commissie van onderzoek, breedvoerig mode te deelen. Het blijkt, dat Lagrave zyn best doet, hot voorstel om twee millioon dooi de Karthuizers te laten betalen voor hun autho- risatie, te laten voorkomen als een onbotee- kenend praatje, terwijl Edgar Combes vol- houdt, dat dit voorstel in vollen ernst werd gedaan, en door hem met verontwaardiging afgewezen is. Hy heeft do zaak niet ver volgd, omdat Millerand, voor Lagrave en Chabert optredende, hooge staatsbelangen inriep. De clericale pers doet het nu voorkomen, alsof Edgar Combes de beteekenis van de poging tot omkooping vergroot, om zich een bewys van onschuld te geven, en de feite- lykc chantage die op de verklaringen van Besson, den redacteur van de „Petit Dauphinois” alweer te voorschijn is gehaald, te bedekken. De „République Framjaise”, het orgaan van Méline, schryft: „Men behoeft niet ver der te gaan het zal der Kamer genoeg zyn, dat de minister-president en zyn zoon onbe schaamde leugenaars zyn, Slechts persoon lijk belang kan hun aanleiding gegeven heb ben, zoo te liegen.” De „Petit Bleu” resumeert de debatten op deze wyze„Het is duidelijk dat hier niets anders is dan een poging om het ministerie te doen vallen, en het anticlerical^ werk te doen mislukken, voordat bet ontwerp tot afschaffing van het monniken-onderwjjs in don Senaat is aangenomen.” Uit Bern wordt nan de Temps” gemeld Naar aanleiding van den aanslag van Ilnicky op den Russischen gezant zyn de vreemde gezanten te Bern tot do overtuiging geko men, na wedorzydsohe godachtonwisseling, dat de bescherming door de politie den ge zanten geboden onvoldoende is. Een hunner heeft, op eigen verantwoor ding, deze meening doen kennen aan den Bondspresident. De bondsraad, die niet over een eigen politie beschikt, heeft be sloten reorganisatie van de politie-macht te eischen van do kantonnale regeering te Bern. Deze wordt in de bladen zeer heftig aangevallen, en zal waarschynlyk geïnter pelleerd worden over haar zorgeloosheid op dit gebied. Een telegram van admiraal Skrydlof van 21 Juni aan den Keizer meldtDe torpedo bootafdeeling die onder bevel van kapitein Winogradski den 15en naar de Japansche kust werd gezonden, keerde heden naar Wladiwastok terug. J)e torpedobooten waren tot voor de haven van Esasji op liet eiland Hokkaido gestoomd, doch konden wegens den mist niet binnenloopen. De torpedo booten maakten zich meester van eenige handels- en transportschepen, die zy in den grond boorden op een na, dat naar Wladi- wostok werd gebracht. Uit liet onderzoek van de scheepspapieren en de lading bleek, dat de meeste schepen viscb en ryst aan boord hadden, bestemd voor Sasebo en Sjiinonoseki. Keizer Wilhelm is te Kiel aangekomen, o en zyn oom, koning Edward, zal er binnenTrol ha baart in Duitschland groot opziei enkele dagen aankomen. De „Kieler Wocbe” i Dunrin. vprinno-t n:i« nitm>irnmiinn h. heeft beiden heerschers gelegenheid gegeven tot een ontmoeting. Dut die ontmoeting een politieke beteeke nis heeft, wordt door het „Berl. Tageblatt” ontkend. Er zyn, zoo zegt dit blad, geen politieke verschillen tnsschen beide kanse laryen, die uit de wereld moeten worden geholpen opzienbarende verdragen zyn niet te verwachten. En toch heeft dit bezoek een groote betee keiiis. Koning Edward heeft zich ten taak gesteld, den vrede in Europa tot lederen pry's te behouden, in He eerste plaats in h t belang van Engeland, maar ook in het be lang dor menschheid. In zyn naaste omge ving is het bekend, dat Edward VII geen grootere verzucht kent dan een vredesvorst te zyn en voor het behoud van den vrede te waken. Voor die taak leeft de Koning slechts. En nu heeft zyn bezoek aan Duitschland voor namelijk ten doel, om het Duitsche volk te overtuigen van zyn vredesliefde. Hy komt dit doen zonder eenige bijbedoelinghij wil door zyn bezoek Duitschland niet compro- mitteeren tegenover Rusland, hy wil het niet doen voorkomen of de betrekkingen met Frankryk minder nauw zyn, dan ze werke lijk zyn, hy wil slechts aan Duitschland en den Keizer zyn vredelievende gezindheid toonen. En wanneer werkelyk de verhouding tus- schen Duitschland en Engeland wat naar het „Tageblatt” meent dat niet hot geval is zoo gespannen zouden zyn, dat vrede voor dit oogenblik een te groot woo?d zou zijn, 63) i Ik wenschte gaarne u beide eens te spreken over de brieven die gij mij geschreven hebt', zeide hij. «Ik zou al vroeger met dit doel gekomen zijn, indien mijn toestand het mij niet verhin derd had," »Ja zeide de baron, in afwachtende houding, terwijl Ida haar handen in den schoot vouwde en haar oogen op het vuur gevestigd hield.» «Het schijnt hernam Eduard, dat ook in mijn geval een ongeluk niet alleen mocht komen. Uit uw schrijven toch, freule van Horen, meen ik te moeten opmaken dat mijn langdurige afwezigheid mij den slechtst mogelijken dienst bewezen heeft, en dat gij onze verloving wenscht te beschouwen als afgebroken.» Zij knikte bevestigend. «En verder, dat gij dit besluit genomen op grond van een handeling mijnerzijds, namelijk het overdoen der bewuste hypotheek aan den heer Quest. Gij oordeelt dat ik door deze handeling onze overeenkomst verbroken heb, nietwaar i «Ja», zeide Ida. «Nu dan, ik kom u beiden zeggen, dat ik bereid ben het geld voor die hypotheek te verschaffen en haar ten volle af te lossen.» ladelykate en ilddel voor Heerea Linderschoenwark, C M Müller Ca Men lette goed csmerk.— haan werk, aalaatariaa, r. earéaaiaaa, Ariihan E»*n telegram van luitenant generaal Von 'ïn- Daarin verlangt deze pas „uitgekomon” be velhebber der troepenmacht in Duitscb-Zuid- west Afrika, dadelyk een aanmerkelyke ver sterking z ;ner legermacht, terwijl hy zich verder over alle militaire maatregelen van gouverneur Von Leutwein sterk afkeurend uitlaat en beweert dat daardoor de toestand ten zeerste precair is. Dó bladen vatton de verdediging op van den gouverneur Leutwein, die zoo vele jaren de kolonie heeft bestuurd en die geheel ver trouwd is met de rechten der Herero’s en keuren de voorbarige wyze van critiseeren van Von Trotha algemeen af. Men is benieuwd, wat de Regeering, die zooals men weet, de haar toegestano kre dieten reeds verre heeft overschreden, thans zal doen, te meer nu de Ryksdag tot in November is verdaagd. St eds duidelyker wordt het streven van de „commissie van drie en dertig” uit do Fransche Kamer, om minister Combes, die zich zelf dwazolyk in de handen zyner vyan- den heeft overgoleverd, te vernietigen. En het zal al de krocht van den minister, al de samenwerking van de linkerzyde kosten, om dit streven der commissie togen te gaan. In Lagravo vindt de commissie daarvoor eon geschikt werktuig. Deze poogt op aller lei manieren, te doen voorkomen, dat Edgar Combes, do chef van het Kabinet van den minister, iets te verbergen had, en daarom de onbeteekenende zaak van de Karthuizer- legende heeft opgeblazen. De meerderheid der commissie helpt hem daarby krachtig. De Porte te Konstantinopol richtte gisteren ik u troosten kan. Als ik i» uw plaats was, dan zou ik maar bedenken dat de wereld veranderlijk is en in deze veranderlijke wereld niets verander lijker dan de vrouw Toen het rijtuig weggereden was, keerde hij naar den gang terug. Ida zag hem aankomen en zag tevens aan zijn gelaat dat er onraad broeide. Moede en ontstemd, had zij naar haar kamer willen gaan. Doch nu bleef zij, om liever terstond aan den storm het hoofd te bieden In het eerst bleef de baron in de kamer wat heen en weer draaien, schoof zijn couranten her en derwaarts, doch zeide niets. Eindelijk echter opende hij den mond. .Je hebt daar een ernstigen en bedenkelijken stap genomen, Ida», zeide hij. «Natuurlijk heb je het recht om te handelen naar je goe ldunkt. Je bent meerderjarig en ik mag niet van je vergen dat je bij je huwelijksplannen mijn belang en het belang van je familie in aanmerking zult nemen. Maar toch acht ik het mijn plicht, je onder het oog te brengen wat je eigenlijk doet. Je slaat eene der mooiste partijen in Engeland af om te kunnen trouwen met een reeds bejaarden, half afgetakelden, gepensioneerden kolonel, een man, die je nauwelijks zal kunnen onderhouden, wiens rol in het leven is afgespeeld en die blijkbaar te lui is om iets anders te zoeken Ida’s oogen flikkerden onheilspellend, doch zij hield zich in, daar zij zich blijkbaar niet kalm genoeg voelde om te antwoprden. aldus door u verstooten te zien. Ik zal u alles geven, wat een vrouw verlangen kan en mijn geld zal uw familie, weder maken tot hetgeen zij eeuwen lang geweest is. Ik beweer niet een heilige te zijn geweest. Misschien is u wel het een en ander te mijnen nadeele ter oore gekomen. Kort en goed, ik ben een heel gewoon en alledaagsch mensch, maar ik bemin u. Bedenk u dus wel, voor ge mij onherroepelijk afwijst* Ik heb mij bedacht, mijnbeer Costers ant woordde Ida haast hartstochtelijk Ik heb mij bedacht, totdat ik moe was van het denken en ik vind het niet riddelijk van u, mij zoo te dringen, allerminst in tegenwoordigheid van mijn vader. «Danzeide hij, met moeite opstaande, «heb ik alles gezegd wat ik te zeggen had en alles gedaan wat ik doen kon Ik blijf nog hopen dat ge tot andere gedachten komen zult Ik wil alle hoop nog niet opgeven Vaarwel. Zij raakte even zijn hand aan en toen bood de baron hem zijn arm en leidde hem de stoep at naar zijn rijtuig ,.Ik hoop, mijnheer Van Horen», zeide hij, *dat ik op uw steun zal mogen rekenen, indien er bij geval een voor mij gunstige wending mocht intreden «Mijn waarde heer antwoordde de baron, «ik zou niets liever zien en ik kom er rond voor uit, dan dat mijn dochter u tot man wilde. Om begrij pelijke redenen zou dat zeer wenschelijk zyn Maar Ida is geen gewoon meisje. Als zij zich eenmaal iets in het hoofd heeft gezet, dan is zij zoo hard als een keisteen Intusschen, de tijden kunnen veranderen I Dat is het eenige waarmee S

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1