lY zonen, 1 AUTHBB. DE VERDOMEN SCHAT. 1TEE UTS. i Laarzeniuayazijn rijs Haar moer1 \ieime I omlon de gryze haren rjjnen, maakt bet det het uitvallen i Let hoofd weg. uif FEUILLETON. Buitenlandse!) Overzicht. No. 944». 43ste Jaargang z in, (JOUDA. (Wordt vervolgd.) {RINKMAN Zn beg niel legl SCHOENWERK E 30. de Kleiwegsteeg. goheele aarde verspreid. laagschen ip is Odol t beste middel end en tanden. Patentflacona. Pil London. >0 per flacon. NDAAL M 9, by ms, gemeten werk. TIER 'EM W r i AO ets., 75 ct. kers en Drogisten ANKEK! Rotterdam. GER, Apotheker, o. V/esthaven 198. fiOgDSfflE f OMT Na den strijd. MERK te letten S VAM EM. DN worden afgele ide pakjes van vijt If en een Ned. ons g tan Hommer en van nevenstaand de Wet gedepo uitvoering van ge* ,nbevelende BUL, EEBAART Lz. 65) Hij kon rich dus zeer wel voorstellen hoe bitter het wezen moest voor een man als de baron, die rijn goed, eeuwen lang het eigendom van zijn geslacht, liefhad boven alles ter wereld, hoe bitter het voor zulk een man wezen moest, dit goed voor altijd te moeten verliezen, enkel doordien een vrouw de voorkeur verkoos te geven aaneen armen vrijer boven een rijken. Zoo levendig zelfs kon hij zich daarin verplaatsen, dat er een twijfel in hem rees, ot hij wel behoorlijk handelde met nog steeds een hopend oog op Ida gevestigd te houden. Ten slotte, na veel peinzens, schreef hij aan den baron het volgende: Ik heb uw brief ontvangen, evenals van Ida. En ik hoop dat gij mij geloot zult willen schenken wanneer ik u verzeker dat ik de beweegredenen die u blijkbaar tot schrijven hebben aangespoord, begrijpen en daarmede tot zekere hoogte instem men kan. Ongelukkig, hoewel ik het tot dusver nooit betreurd had, ben ik onbemiddeld, terwijl mijn mededinger zeerrijk is. Ik zal mij natuurlijk strikt aan uw uitnoodiging houden. En ten over vloede wil ik tegenover u de belofte afleggen, dat ik, wat het mij ook moge kosten, noch recht streeks noch zijdelings iets doen zal ora op Ida’s eindbesluit invloed te oefenen. Zij moet voor haar* om den procureur zeer hoffelijk, zeer leedbetui- gend. maar zoo onverbiddellijk als een molensteen te vinden Dienselfde morgen had hij bovendien een schrijven uit Londen ontvangen, dat zijn allerlaatste hóóp op het verkrijgen van geld tot aflossing der hypotheek in rook ha I doen verdwijnen. Het pad liep een eind verder langs een rij eiken. Hier vonden zij Georg, die, met zijn instrument tot merken in hand, aandachtig eenige tot de bijl gedoemde boomen stond te bekijken. „Wat voer je daar uit vroeg de oude heer, met zijn lustelooze stem. „Merken, baron.” „Dan dot je monnikenwerk, man.” „Monnikenwerk ,.Ja, die moeite kan je je wel sparen, want het goed zal aan een ander toebehooren, voor het sap nog in de boomen rijst „Komaan, baron, praat nu toch zoo niet, want ik geloot het niet. Dat zal niet gebeuren, neen neen I” „Dat zal niet gebeuren, jou ezel I dat zal niet gebeuren 1” antwoordde de baron met een scham peren lach „Wal, kijk dan maar eens I en hij wees naar een rijtuig op den straatweg, zóó geplaatst, dat de pers men, die er in zaten, gezien konden worden zonder dat zij hen konden zien. „Ziedaar! ze zijn den boel aan het opnemen.» Wij kunnen dat alles thans echter niet verder uit werken, doch wijzen slechts hierop, dat de leus: „vóór of tegen de democratie’” de eenige is, die op wet gevend terrein een juiste scheidingslijn vormt tusschen het streven der vertegen woordigers van ons volk, de eenige, die een richtsnoer geeft voor de maatregelen, op dit gebied al dan niet gewenscht, de eenige tevens, die in staat ia eene natie te bezielen en tot krachtige actie aan te zetten, zonder te leiden tot haat, verket tering en onverdraagzaamheid. 4 Dat dan allen, die dit inzien, trachten de bedriegelijke leus: vóór of tegen den Christuste doen verstommen en te doen plaats maken voor de vruchtdragende leuzevóór of tegen de democratie Slechts onder die banier kan onze schare met vertrouwen voortstrijden, zeker, ten slotte te zullen overwinnen! Wederom is de stembus gunstig geweest voor het verbond van de partijen die den godsdienst misbruiken voor politieke doel einden. Drie jaren van stilstand op het gebied der sociale wetgevingen van reac tie in velerlei opzicht schijnt de meer derheid der kiezers, althans in Zuid-Hol- land, nog niets te hebben geleerd. Dat de Hoogeronderwijswet de geestelijke, de Ta- riefwet de stoffelijke belangen van ons volk met ernstig nadeel dreigt, werd door een breede schare onzer medeburgers niet verstaandat met het omzetten der meer derheid van de Eerste Kamer in een cle- ricale, de laatste dam zou worden weg geslagen die het land nog behoedde voor den teugelloozen stroom der reactie, liet hefi koud of werd zelfs als wenschelijk beschouwd. Het feit valt niet te looche nen, hoe ook de herstemmingen mogen uitvallen, het kiezersvolk heeft een votum van vertrouwen uitgesproken in het tot nu toe gevoerd Regeeringsbeleid, waar door de positie van het Kabinet sterker is geworden dan ooit te voren. De vrees is dus gewettigd, dat in 1905 de uitslag niet minder gunstig zal zijn voor het Ministerie-Kuyper. Toch mag die vrees niet tot ontmoediging leiden. Om te overwinnen moet*men bezield zijn door vast vertrouwen in de mogelijkheid van overwinning, zoo niet terstond, dan toch op den duur. En waaruit valt dat ver trouwen anders te putten dan uit het geloof in de juistheid der beginselen die wij voorstaan, de overtuigende kracht, van de verkondiging dier beginselen uit gaande, de bezieling en geestdrift, daar door gewekt bij allen die door die be ginselen zijn gegrepen in het hart en vervuld van vurige begeerte, door de wet geving te verwezenlijken wat door hun geest en gemoed als hoogste waarheid, als aantrekkelijkst ideaal op het gebied der menschelijke verhoudingen in eene geordende samenleving is erkend! Maar met die beschouwing is tevens gegeven eene verklaring van het succes der kerkdijken. Zij waren ongetwijfeld beter georganiseerd, werkten door middel der kleine provinciale pers voortdurend op het volk in en schroomden daarbij niet, leugenachtige voorstellingen te versprei den, te schermen met het „roode spook”, de kiezers bang te maken met den „geest des verderft” der linkerzijde zeker, dat alles heeft in niet geringe mate tot hun overwinning bijgedragen gelijk niet Er schynt in Rusland eenige vrees te be staan, dat generaal Stackelberg is afge sneden. In de berichten uit Petersburg wordt sedert de gevechten van Wafangan- Telissoo niet meer over Stackelberg gespro ken. Doch uit verschillende berichten, en voornamelijk uit de offlcieele mededeelingen van generaal Sacharof, den chef van den staf in Mandsjoet'ije, is het nu duidelijk, dat Japansche troepenafdeelingen zich bevinden tusschen Kaiping en Haitsjeng, aan den spoorweg van Port-Arthur, naar Liaojang, op grooten afstand benoorden de plaats, waar generaal Stackelberg geslagen is. Hot. blijkt verder, dat generaal Koeroki zyn troepenmacht in zuidwestelijke richting heeft doen oprukken, klaarblijkelijk om ver binding te krygen met Okoe, die volgens andere berichten reeds tot stand is gebracht. Dan js de lijn Kaiping—Sioejer. afgesloten, en als Stackelberg zich niet met snellet inarschen naar Liaojang heeft teruggetrok ken is zyn insluiting tusschen Haitsj ng en Telissoe voltooid. Volgens de offlcieele Russische berichten hoeft Koeropatkine zelf het bevel üVer dü troepen aanvaard. Dit zou aanduiden, dat oen veldslag ten zuiden van Liaojang te wachten is. Het is natuurlijk Koeropat- kine’s bodoeling om Liaojang, dat door de Russen als een belangrijk steunpunt wordt aangezien, zoo lang mogeljjk te behouden. Generaal Koeropatkine heeft dus zijn stel ling naar het zuiden uitgebreid, en staat nu z tegenover de Japanners, die in belangrijke getalsterkte in den Tej ipanlin pas en ten zuiden daarvan positie hebben genomen, en die Wafanfoen aan den weg naar Liaojang en Tsjalindzi, in het dal van de Tsaohg, W wersten ten noorden van Fengwangsjeng, hebben bezet, wat duidt op een gecombi neerd vooruitrukken door do Japdnnors-van het zuiden en het oosten, op Liaojahg. minder van beteekenis was de invloed, op de kiezers door middel van de kerken, door de geestelijkheid, geoefend en de afgodische vereering door velen voorden persoon van den Minister-president ge koesterd. Doch dat alles raakt niet de kern der zaak. In den diepsten grond is de over winning der kerkdijken toe te schrijven aan het gemeenschappelijk beginsel, dat hen bezielt, het ideaal, dat hen voor oogen staat: de eere van den levenden God, van den Christus, hoog te houden .in het staatsbestuur. Dat dit beginsel bedriegelijk, dat de leus„vóór of tegen den Christusvalsch is dat alles doet niets ter zake voor het feit, dat deze positieve leus, dit dui delijk omlijnd beginsel, samenhangend en in veler oog geheel samenvallend met wat voor een groot deel onzer natie hoogste waarheid is, de schare kon ver vullen met een bezieling, kon opzweepen tot een fanatisme, waardoor alle feilen en zonden van de coalitie in het niet ver zonken tegenover de geweldige drijvende kracht, uitgaande van het voorgespiegelde ideaalde redding van Nederland uit de klauwen van het ongeloof. Daartegenover kon de linkerzijde slechts negatieve, weinig omvattende leuzen stel len, die niet de kracht hadden weifelende kiezers aan te trekken en aan te vuren tot een groote gemeenschappelijke actie, door één centraal, pakkend beginsel be zield. Het beginsel van haat, neergelegd in de voorstelling van den klassenstrijd, kan een kleine groep der sociaal-demo craten stellig aanVt ren tot onverflauwde actie, doch in dat beginsel staat die groep alleen, eigenlijk nog minder thuisbehoo- rende bij de linkerzijde, die niet bij dog ma’s zweert dan bij de rechterzijde, die evenals de sociaal-democraten haar opvatting van de wereld in het algemeen en de ontwikkeling der maatschappij in het bijzonder uitsluitend put uit een ge loof op gezag van een bepaald boek of een zeker persoon. En voor het overige wordt de linkerzijde slechts bijeengehouden door het negatief vrijzinnig beginsel, dat zeker als strijdmiddel zoowel tegen de sociaal-democraten als tegen de kerkelijke partijen zijn waarde heeft, doch voor hem die niet tot louter anarchisme wil ver vallen, geen positief richtsnoer aan de hand doet voor de ordening onzer samen leving. Hoe kan er dus kracht uitgaan van de actie van de linkerzijde tegenover de eenheid van beginsel der tegenpartij? zelve beslissen. Ook aan Ida schreef hij, veel uitvoeriger. „Liefste Ida”, zoo eindigde hij, ,,ik kan u niets meer zeggen. Gij moet zelve beslissen. En ik zal in uwe beslissing, hoe zij ook uitvalle, eerlijk be rusten. Hoe volslagen myn levensgeluk daarvan zal afhangen, ik behoef het u niet te zeggen. Maar toch wensch ik geen invloed er op uit te oefenen. Mijns inziens is het zekerlijk niet rechtvaardig, dat een jonge vrouw er toe gedreven wordt haar geheele leVen te offeren, teneinde een geldelijk voordeel te verwerven voor haarzelve of voor anderen. Maar ach, de wereld is vol van onrecht vaardigheden. Ik kan u niet raden, want ik weet niet hoe ik u zou moeten raden. Ik tracht mijzelven geheel buiten rekening te laten, en slechts aan uw belang te denken. Maar zelfs dan nog vrees ik dat mijn oordeel niet onpartijdig is In elk geval, hoe minder wij voor het oogenblik elkaar ont moeten, des te beter; want ik moet zelfs den schyn vermijden alsof ik eepig voordeel over u zocht te behalen. Indien wij bestemd zijn voor elkander, dan tal deze tijdelijke verwijdering ons niet derenzijn wij daarentegen tot levenslange scheiding gedoemd, hoe eer wij dan beginnen, hoe beter. Dit is een harde wereld, en somtijds ont- zinkt mij de moed, als ik van jaar tot jaar al worstelend mijn hand uitsteek naar een geluk, dat telkens verdwijnt, wanneer ik het denk te grijpen. Doch, indien het mij zoo te moede is, hoe moet het u dan wel wezen, die zooveel zwaarders te dragen hebtMijn lieveling, wat kan ik tot u zeggen l Ik kan slechts met u zeggen God helpe ons Eén oplossing slechts is mogehjk. In de eerste plaats dient aangetoond en door ijverige propaganda in de hoofden der het meest door de clericale suggestie bevingen kiezers ingehamerd en inge stampt, dat en waarom de leus: „vóór den Christus I” op wetgevend gebied een valaehe. bedrieglijke is dat het kerkge loof een zaak is van het hart, rail het gemoed, die noch door de wetgeving aan ons volk kan of mag wordeu opgedrongen, noek tot richtsnoer kan strekken bij het maken van wetten. Maar tevens en bovenal, dient een positief beginsel, een principe, vruchtdra gend op maatschappelijk terrein, een leus, die kan bezielen en opwekken tot krach tige actie, gesteld tegenover en boven de kunstmatige theologische of Mar^ leuzen, waarmede thans het kiezersvolk &elWedleusr,zij kan geen andere zijn dan de democratische, die van: maatschap pelijke rechtvaardigheid boven geloofsver deeldheid en klassenhaathet hooghouden van het recht der natie in al haar gele dingen op ontwikkeling, op haar aandeel in*et bestuur, op ontplooiing van al haai gaven en krachten m vollen omvang. zon der onderscheid van geloof of opvatting omtrent den groei der maatschappijhrt *hsel dat onze wetgeving met slechts land hinderpalen in den weg mag en om zijn aanleg vrijelijk te ont- èlen voorzoover deze niet schadelijk i9 ivoor zijne medeburgers, doch dat bo- vendien door de wetgeving krachtig dient bvWeril dat ieder individu zijnf verbor gen talenten, zijne bijzondere gaveni ten nutte der maatschappij kan ontwikkelen M volledige rijpheid. De democrats W>1 trachten allen in staat te stellen hun roeping te volgen, het leven rijker, voller te maken, alle onnatuurlijke t0*vaU,«°’ kunstmatige verschillen tusschen mdm lu en individu tot den kleinsten omvang ‘"ËVdieX-rte, dat streven spruit voortuit een onverwoestbaar gevoel van recht en mededoogen, levend in het ge moed van ieder weldenkend mensch. De democratie, -ó opgevat en begre pen is in haar wezen vrijzinnig, kim met wid’ers zijn daar zij geen andere verschi “n X noodzakelijk erkennen kan dan «orden voor zoover zij met sUiaaeiijK zijn voor de ontwikkeling der enkelingen.^ 'Xe brie. "iel Be^dl -UI, beminde, dat het vraag hij ,e - d. rijde van den phcht Zlj had :;T“uklel7k, «ri /“rin XXriMe dóen'? telende^’strijdvraag, en ^di^van^ag^tot^d^g ri dringender en nijpend vroegere somber ging haar hartelijkheid waren onder Indien dit nu reeds het geval w«,wa "offeren houden,helderen^

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1