a
ïnten
in.
DE VERBORGEN SCHAT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 9457.
43ste Jaargang,
Bulteulaiiilscl) Overzicht.
EE UIL LETOX.
t
3
6 Juli 1904.
lihelen,
lm
IZEN
me Warande,
van Gas- en
arden.
Kronen
tmers, Serres,
erlichting.
►OH,
lebüurt B 13.
zonen,
DEREN,
rn BERK EN
Woensdag
KENNISGEVING
s
van
Pil
iudiun hg het
A
Wordt vervolgd.)
NEMAN Zn
ets., 75 ct.
en Drogisten.
KER!
botterdam.
i, Apotheker,
esthaven 198.
1 VAN
.ATEN, GAS-
enze nieuwste
H 258.
De zitting van Zaterdag van de enquête-
fiOlDSCHE COURANT
JUK te letten
\D
>gen, «ik
ik om je
ER
De gep. kolonel Gö.dke vat, in zijn telegram
dd. 30 Juni aan het Berl. Tageblatt uit Haits-
jeng de bewegingen der laatste dagen aldus
samenop 27 Juni deden de Japanners een
stoot op de geheele linie tusschen Saimatsc
in het noorden en sioengjo in het zuiden. Het
krachtigst was de stoot tegen den Taling-pas
waar 7 Russische bataljons en 2 batterijen
den heelen dag tegen de overmacht vochten.
Uit het Russische hoofdkwartier te Liau-
jang wordt gemeld, dat, vóór de concentra
tie van alle troepen tot een marseb naar
het Zuiden, om den vijand tegen te houden,
generaal Koeropatkin zich in persoon naar
Haitsjeng en vervolgens naar Tasjikau heeft
naar
een mand aan te
worden afgele-
pakjes van wj?
i een Ned. one
m Nommer en
a nevenstaand
Wet gedepo
Telefoon No. 82
A DVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Reuter tseint uit PetersburgGeneraal
Sacharof, chef van den generalen staf, meldde
dat Zaterdag in den omtrek van Kaitsjau
werd waargenomen dat de voorposten van
den vijand naar het zuiden terugtrokken en
een linie van 14 mijlen lang, noordoostelijk
van Sjenioetsjen bezetten. Het station
Sjenioetsjen is door een afdeeling Japansche
infanterie bezet. De sterkte van de in den
omtrek saamgetrokken Japansche troepen is
op zijn mipst een divisie.
Gelijk reeds gemeld is staan in den om
trek van Sioejan ongeveer 50.000 Japanners.
Aan de Dalien-pas houdt de vijand zijn
oude stelling bezetbij rukt niet voort naar
Haitsjeng.
Den 28en rukten tegen de Japanners 40
Russische bataljons op uit Tosjikau onder
Koeropatkin zelven. De Japanners gingen
daarop overal weder terugook de Taling-
pas 'werd-door hen weer prijsgegeven, Koe
ropatkin is heden teruggekeerd.
Uit Petersburg wordt gemeld:
De generalen staf bevestigt, dat de passen
Motsjenling, Fengtsjoeling en Taling weder
door de Russen zijn be et. Graaf Keiler (de
generaal, die aan den grooten weg van Liau
jang zuidoostwaarts opereert) vreest, dat
generaal Koeroki, door een achterwaartsche
beweging zgn vereeniging met generaal Okoe
bemantelt.
Gok op 2 Juli zijn de Japanners, blijkens
een telegram van Sakarof, niet verder op den
weg naar Haitsjeng voortgetrokken. Hun
voorhoede staat evenwel zeer kort bij 8i-
moetsjeng (n.l. op 9 mgl zw. daarvan),
Daarentegen begonnen zg op 30 Juni een
voorwaartsche beweging op een znidelijker
weg uit Sioejmg (vermoedelijk dien naar
Tasjikau) n 1. naar Soekotan, waar zij na
een|g vechtqn Poentsjan bezetten mot 3 com-
pagpieën. Een afdeeling, die met do Russen
in gevecht «tas geweest, trok inderhaast naar
Kantsi terug. Volgens Sakarof verloren de
Japanners in een gevecht van 27 Juni 2
kanonneren een munitiewagen, die geheel
werd stagescholen.
Teil noorden van den Twipanling, een pas
wat verder westelijk dan Kantsi, houdt een
klein Japansch detachem nt Tamarlhoe bezet.
Vön terugtrekken heeft dit niets. Wanneer
de voorposten der Japanners reeds 9 mgl
zuidwest van Simoetsjeng staan, is ook de
vermaarde Taling-pas, die de Russen zoo
verheugd waren, te kunnen hernemen, groo-
tondoels omgetrokken.
In het Engelsche Lagerhuis betoogde de
staatssecretaris van buitenlandsche zaken dat
de regeering geen reden had te gelooven
dat de Rnsson uit Nioetsjwang waren terug
getrokken. De Britsche kanonneerboot
Espiégle had echter bevel ontvangen daarheen
te stoomen.
Minister Brodrick, in antwoord op een hem
gedane vraag over Tibet, gaf te kennen, dat
wanneer de Lama, die vergezeld is door
vertegenwoordigers van de drie Lhassa-
kloosters en ontvangen is door kolonel
Younghusband, de bevoegdheid heeft een
overeenkomst aan te gaan, aan Younghus-
band de macht is gegeven met hem te onder
handelen.
73)
«Ik zeide tij, met wijd geopende ooj
slecht over je denken Welk recht heb L
te oordeelen Hoe slecht ge ook wezen moogt,
ben noch slechter!»
«Misschien zijn er voor ons beiden verontschul
digingen aan te voeren», zeide hij. Misschien is
het bestaan van vrijen wil slechts een droombeeld
en zijn wij slechts als de stukken op een schaak
bord die een hoogere macht naar willekeur be
weegt. Wie weet het Maar ik zal je nu niet
langer ophouden.... Goeden dag, Bella I»
«Goeden dag.»
«Mag ik u een kus geven, voor ik heenga
Zij keek hem verwonderd aan. Haar eerste
opwelling was, te weigeren. Sints jaren afhadden
zijn lippen haar niet aangeraakt. Doch er was in
het gelaat van den man iets, dat haar trof. Een
fijn en zwaarmoedig gelaat was het altijd geweest,
doch dien avond had het in zijn uitdrukking
iets ongewoons, iets alsof het niet meer van deze
aarde was.
«Ja, William», zeide zij, «als ge dat verlangt...
ofschoon ik niet begrijp hoe ge het kunt ver
langen...
«Laat de dooden hun dooden begraven», ant
woordde hij. En terwijl hij zich bukte, legde hij
Bering van ge-
velende
IJL,
1AART Lz.
Daar de regens het staken van de opera
ties te velde in Mandsjoerye noodzakelgk
maakten is Koeropatkine naar Haitsjeng
teruggekeerd. Het bericht, dat de Russen
den Dalingpas hebben hernomen was voor
barig. Noch de Japanners, noch de Russen
konden bgtgds den pas met een voldoende
troepenmacht bereiken om de bezetting effec
tief te doen zgn. Daar de diepe modder
thans het troepenvervoer en het aanvoeren
van kanonnen onmogelgk maakt', bivakkeei en
de beide legers thans ieder aan een zjjde
van den pas.
Telefoon No. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
begeven, waar hg beschikkingen maakte voor
een beslissend gevecht. „De Japanners, zoo
meldt de Russische berichtgever, schijnen
met hun krijgsmacht uit Lian tong een deel
der door Koeroki aangevoerde Jaloe-troepen
te willen vereenigen. Den 24en en den 25en
verbaasde men zich over de onbewegelgkheid
der Japanners, die zelfs niet vooruitkwamen.
Kaitsjau was door een zwakke voorhoede
bezet. Den 26en vernam men dat de hoofd
macht van den vijand zich aan den aanval
van Koeropatkin onttrokken had en zich
naar den Taling(pas) richtte, terwijl een of
twee divisiën by Kaitsjau werden gelaten.
Denzelfden dag traden alle Japansche troepen
in de bergen tusschen de Jaloe en de Tsao
(die langs Fengwangtsjeng stroomt) aanval
lend op. Zg overschreden de bergruggen,'
die bun sinds lang tot schuilplaats strekken
en passeerden de passen van Fengtsjoe, Mols-
jen, en meer zuidwaarts van Taling waar 4
divisiën optrokken tegen de 18 Russische
bataljons, die den weg van Liaujang mar
Haitsjeng bewaken. Door deze beweging
hopen zij do verbindingen der Russen af te
sngden.
Binnen 48 uren riep Koeropatkin de troepen
uit het noorden en zuiden terug en, met ge
bruikmaking vao den spoorweg voor een deel
der transporten, vereenigde hg te Simoetsjeng,
op 20 werst (1212 mgl) van Haitsjeng een
voldoende macht om den Japanners een
nederlaag toe te brengen.
Hg verscheen te Simoetsjeng in den och
tend van den 28en om den strijd in persoon
te leiden, maar de Japanners onttrokken
zich voor de tweede maal aan een gevecht
en gingen door den Talingpas weder terug.
Een ander telegram uit Liaujang zegt, dat
de voorbereidingen der Russen nu alle zoo
goed als voltooid waren, maar dat de de-
monstratiön, die in de laatste twee dagen
tegen hun linkerflank zyn gedaan de positie
der beide tegenstanders weder geheel gewij
zigd hebben. Generaal Koeroki ontplooit n.l.
een groote bedrijvigheid in het noorden en
maakt schijnbewegingen in de richting van
Moekden.
Het is zeker dat de Japanners geducht aan
’t manoeuvreeren zgn.
zijn arm om hare fijne leest, trok haar een weinig
naar zich toe en kuste haar teeder, maar zonder
hartstocht op het voorhoofd «En nu, goeden
nacht!» zeide hij. «Ik wou dat ik een betere man
voor je was geweest. Goeden nacht!»
En hij was verdwenen.
In zijn eigen kamer wierp hij zich voorover op
het bed, en terwyf hij daar eenige oogenblikken
lag, zou een toeschouwer uit de krampachtige
bewegingen van zijn rug hebben kunnen afleiden
dat hij snikte. Doch toen hij opstond, was er geen
spoor van tranen of van aandoening op zijn gelaat.
Integendeel, hard en wreed stonden zijn trekken,
als onder den invloed van een verschrikkelijk
besluit.
Hij opende een lade'en nam daaruit een revol
ver. Het wapen was geladendoch hij haalde de
patronen er uit, en deed er nieuwe in, uit een
doos. Toen daalde hij de trap af, stak zich in
een grooten jas met hoogen kraag, zette een vilten
hoed op, waarvan hij de rand over zijn gezicht
boog, borg het pistool in zijn zak en verliet
het huis.
Het was een booze avond niet een hal ven storm
heftige regenvlagen. Niemand was er op straat,
het weder was al te slecht, en de heer Quest
bereikte het station zonder een sterveling ontmoet
te hebben Terwijl hij zorgde buiten het licht te
blijven van de lantarens aan den ingang van het
station, keek hij uit naar zijn klerk Jonas. Weldra
zag hij hem onder een afdak op en neer
loopen. Hij ging naar hem, toe en tikte hem op
den schouder.
De man schrikte van hem.
commissie uit de Fransche Kamer, ter be
handeling van de zaak der millioenen van
de Karthuizers, is allermerkwaardigst ge
weest. Een gewezen trappist, de tuinman
Rebel, heeft een aantal verklaringen- afge
legd, die zeer onaangenaam zouden kunnen
zgn voor de nationalisten.... indien hg het
bewgs kon leveren voor zgn beweringen. De
getuige beweerde, dat do Karthuizers twee
millioen francs voor hun authorisatie hadden
aangeboden, door tusschenkomst van hun
architect, den heer Pichat; dat de Kartbui-
zers gelden, voor liefdadige doeleinden ge
schonken, gebruikte voor politieke bedoe
lingen, voor de Action liberale en de Ligue
de la patrie franqaisedat de Karthuizers
deelnamen aan samenzweringen tegen de
Republiek, dat zg den hertog van Orleans
ontvingen, en dat zg bg hun vertrek den
president der Republiek of het ministerie
wilden compromitteeren enzoovoort. Do
bewgzen voor dit alles zgn, naar de getuige
verklaarde, geborgen in een Trappistenkloos
ter; en hg maakt zich sterk die stukken
aan de commissie te leveren, indien hg daar
voor hulp krggen kan.
Zijn - getuigenverkl i ring gaf in de com
missie aanleiding tot een breedvoerige be
spreking; eftkelö leden wilden den getuige
vervolgen wegens misbruik van vertrouwen.
Maar inziende dat dit toch wel wat heel
dwaas zou zgn, werd de mogelijkheid be
sproken, om de verklaringen van Rebel te
controleeren. Vooral Sembat verklaarde,
dat het verkeerd zou zgn hier het onderzoek
te staken en niet te willen onderzoeken wat
de getuige had medegedeeld. Rabier wilde
een vervolging tegen den getuige instellen
wegens het verduisteren van schrifturen
anderen bestreden het recht der commissie
hiertoe.
Maar toen ten slotte de minister-president
Combos aan den president der commissie
telephoneerde, dat volgens de modedeelingen
van de Süreté générale de verklaringen van
Rebel met do grootste voorzichtigheid moes
ten worden opgenomen, daar deze getuige
zeer ernstig verdacht is, besloot de com
missie de verklaringen voor kennisgeving
aan te nemen, en er zich maar niet verder
mee bezig te houden.
De betrekkingen tusschen Servie, Bulgarije
en Montenegro worden dagelijks nauwer toe
gehaald, en alles begint erop te wjjzen, dat
door de onvermoeide pogingen van koning
Peter er ten slotte wel een drievoudig verbond
tegen den Turkschen nabuur zal gesloten
worden. Geruchten beweren zelfs, dat in de
bijeenkomst, toen vorst Ferdinand en koning
«Heb je het biljet, Jonas?» vroeg hij.
«Hemel, mijnheer I» zeide Jonas, «ik zou u niet
herkend hebben.... Ja, hier is het.»
«Is die vrouw nog hier?»
«Jawel, mijnheer. Zij heeft een biljet derde klas
genomen, naar de stad. En zij heeft geraasd als
e$n wild dier, omdat men haar aan het buffet
geen drank wilqe geven, tot men haar dan einde
lek maar met een glas cognac den mond heeft
gestopt. En toen begon zij aan het m*isje allerlei
verhalen te doen omtrent u, mijnheer
«Omtrent mij
»Jazij zeide dat zij naar Londen terugging,
omdat zij bang was dat ge haar vermoorden
zoudt, als zij hier bleefen dat gij haar wettige
man waarten dat zij u een proces zou aan
doen en ik weet niet wat al meer.
«Inderdaad
«Werkelijk. Ik zat er bij en heb het met mijn
eigen ooren gehoord
«Zoo zoo hlerh^al Ie Quest, met een poging
tot lachen. «Heeft zij dat alles aan ieder die het
hooren wtlde verteld Nu, zij is een gemeene
oplichster en erger nog dat is zijcn van
avond nog zal ik zorgen dat zij behoorlijk opge
sloten wordt en zij, noch iemand anders, ’t mij
lastig kan maken.... Ha I daar komt de trein
Goeden avond, Jonas Ik heb je verder niet meer
noodig.»
«Wat voert hij in zijn schild zeide Jonas bij
zichzelven, toen hij zijn patroon door het hek op
het perron zag sluipen, inplaats van door de
wachtkamer te gaan... Nn, wat kan mij het
schelen I Ik heb mijn vijftig pop beet, haha I
(izending van Advertentiën tot 1 uur dos midd.
Inrichtingen wbi.ke gevaar, SCHADE of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA.
Gezien art. 8 der HINDERWET;
Dqeh te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan C J.
v.in Velzen en zijne rechtverkrijgenden, tot het
oprichten eener bakkerij in een perceel aan de
van ’Persjnstraat, kadastraal bekend sectie A
no. 3961, achter het perceel aan de Cornelis
Ketelstraat, wijk R no. 5397.
Gouda, den 5 Juli 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
En Jonas ging zich onthalen op een borrel.
Middelerwijl stond de heer Quest, zoo ver
mogelijk buiten het licht, op het natte, ledige
perron den door nacht en storm aanrutienden trein
af te wachten. Snel naderden de roode lichten
De trein stond stil. Er stapte niemand uit.
„Nou, juffrouw, maak nu wat beenen als je nog
mee wil I” riep de portier.
„Ja jaik kom alantwoordde een schorre
stem en de vrouw, die wij Edith Quest moeten
noemen, schuivelde met onzekeren tred uit de
wachtkamer,
„Daar is de derde klasse, daar voor.’ zeide
de portier tot haar, terwijl hij zelf
den goederenwagen liep, om een n.«.,d
reiken.”
Schier rakelings kwam zij Quest voorbij, zoo lat
hij haar kon h joren brommen over de onbeleefd
heid van den portier. Het eerste het beste rijtuig
derde klasse stapte zij binnen Het was een van
die wagens, zooals er op provinciale lijnen nog
wel gebruikt worden, met de schuit n tot
afscheiding der banken slechts ter halve hoogte
reikende. Een oude, smerige wagen, waarin de
verlichting, die nauwelijks den naam dragen mocht,
de beide uiteinde schier volslagen in het duister
liet. Trouwens, het kwam er ditmaal niet veil op
aan, want buiten Edith Quest was er gem enkel
passagier in het rijtuig.