ïnten j THEE. ,ar DE VERBORGEN SCHAT. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, No. 9469. Woensdag 20 Juli 1904. 43sle Jaargang. s 1 G I» Bulleulanilscl) Overzicht. I FEUILLETON. Uiteten, DEREN, ten BERK EN ZONEN, HING Kronen amers, Serres, verlichting. )0N, Muort B 13. AU Inzending' van Advertentiën tot uur des midd. miiioiIiijiIMu. 'I 6 KMAN Zm. toepassingen -rde Por ti Zjj geven s niet kannen geon imitaties VAN LATEN, GAS- euze nieuwste ul in een m weinig aantal opge- op aanvraag. TS Co. IT, modellen to AD »ering van ge selende IJL, AART Lz. IKK te letten IN Moordrecht, n. Liefst tegen en inlichtingen irs A A. Hulp- vorden afgele- pakjes van viv een Ned. ons n N om nier er. i nevenstaand Wet gedepo Admiraal Alexejef heeft den Tsaar een uitvoerig rapport gezonden over de krygs verrichtingen in den omtrek van Port Arthur. Wy laten het voornaamste uit dat telegram, (welks inlioud voor een deel vroeger reeds vermeld is) hier volgen. Den 5en dezer is een reeks van gevechten begonnen die voortduurde tot den 7ende Japanners trachtten toen de stelling te ver overen op de rechterflank te Loeng wang-tang (ten oosten van Port Arthur, aan de kust). Twee dagen te voren waren de Japanners ternggeworpen, en verscheiden schansen die zy gebouwd hadden, door de Russen bezet. Op den 3en en den 5en waren deNowiken- andere kanonneer- en torpedobooten naar buiten gestoomd, om de vyjindelyke stellingen uit zee te beschieten, wat met goeden uit slag geschiedwas. Gedurende den strijd te land veroorzaakte het vuur der Japansche maxims groote ver liezen. Aan den Russischen kan| sneuvelden twee officieren en werden er vyf gewond, onder wie prins Gantimoerof, ernstig; ter wijl 35 minderen gedood en 247 gewond werden. Kolonel Reiss liep een kneuzing op. Volgens berichten van Chineezen zouden de Japanners 2000 dooden en gewonden gehad hebben. In het Engelsche Lagerhuis vroeg de afge vaardigde Mac Neill of het verzoek van Kruger om in het familiegraf in Transvaal begraven te worden, door de Engelsche re- geering zou worden toegestaan. Minister Balfour antwoordde zulk een verzoek van de familie Kruger nog niet ontvangen te hebben. „Ik behoef nauwelijks te zeggen”, zeide de minister, „dat indien dit verzoek gedaan wordt, wy ons best zullen doen om er givolg aan te geven”. (Toejuichingen.) (Later telegram.) Minister Brodrick ant- In antwoord op bet verzoek van het Rus sisch telegraafagentschap om inlichting over het bericht van 13 dezer betreffende het verlies van 30,000 Japanners meldde een heden ontvangen telegram uit Moekden van 15 dezer Heden zyn berichten uit Japansche bron bekend gemaakt, bevestigende dat de Japanners den lOden dezer een aanval op Port-Arthur deden. In den aanvang had de aanval eenig succes, doch daarna weidende Japanners met behulp van onze vloot onder grooto verliezen teruggeslagen. I'ektoon No. 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN. De Japansche legatie te Londen ontving het volgend telegram uit Tokio Generaal Koeroki meldt, dat onder bedek king van dichten mist, om 3 uur in den morgen van 17 Juli generaal Keiler, com mandant van een Russisch legerkorps, met ongeveer twee divisies een heftigen aanval deed op Motienling en de aangrenzende stel lingen, door een deel van ons leger bezet. Dit laatste bood hevigen tegenstand en verdreef den vyand ten slotte naar alle zij den. De vervolging werd tot Koenseopaotzoe voortgezet. Den 6én dezer namen de Russen do lagere heuvels en den pas van Loeng-wang-tang in bezit. Twee officieren gedood en 1 gewond, 21 minderen gedood. Den 2en Juli (het rapport lykt erg onsa menhangend) hadden de Japanners 20,000 man en 50 kanonnen te Dalni aan land ge zet de stad was vol Japanners. Dezen herstelden de dokken en de electrische cen trale, voorts den spoorweg over zyn g dieele lengte. Den 9en rukten de Japanners niet verder opzij begonnen de stellingen die zy reeds bezet hadden, te versterken. lederen dag had een vuurgevecht plaats, om de Japanners by dit werk te hinderen. Zware regens hebben de wegen niet weinig beschadigd. Uit geheel Duitschland komen berichten over de vreeselyke hitte en hare gevolgen als gevallen van zonnesteek, bosch-, veld en dorpsbranden, gebrek aan water enz. Te Kassei wees de thermometer Zaterdag 46 graden Celsius in de schaduw aan. Ver scheidene menschen hebben daar zonnesteek opgeloopon. In het boschryke Saksen is groote verwoesting aangericht. Pas is daar het Ovbipboach by Zittau afgebrand, en n» koMlTTeer oerient dat 64 H.A. bosch op staatsdomein bij Geisslitz (Bautzen) zyn verWoest. Maar daarmee was het niet uit Kort daarna raakten er nieuwe bosschen in de buurt in brand. De troepen uit de buurt deden alle mogelyke moeite om het vuur te bedwingen, maar de rook deed hen byna stikken. Meer dan 100 morgen werden een met asch bedekte vlakte. De soldaten moes ten ten slotte, om den rook, plat op den buik gaan liggen, verscheidene hunner kregen deorlyke brandwonden. Na het blusseben van een andcrën grooten boschbrand op de Dresdener Heide vond men het sterk verkoolde lyk van een jong meisje. Zjj was het slachtoffer geweest van een sexueelen moord, en de dader had waar- schynlyk het bosch in brand gestoken om het spoor van zyn misdaad uit te wisschen. Uit Hamburg wordt gemeld dat de scheep vaart op de Boveu-Elbe volkomen gestremd is, wegens den lagen stand van het water. De handel met levend vee, vruchten en melk tusschen Lanenburg en Hamburg ondervindt er veel schade door. Te Hannover is het ook snikheet. Men klaagt er over dat het niet uit te houden is op de gloeiende asfaltbestrating. In Silezië heerscht algemeen gebrek aan drinkwater, daar de putten niet meer geven. Beken en kleine rivieren drogen uit. Wie dacht, dat de Karthuizer-zaak nu ten einde was, heeft zich vergist. Heden komt de wonderlijke tjjding, dat Lagrave door den Franschen ministerraad is ontslagen als regeeringscommissaris ter wereldtentoonstel ling te St. Louis. In zjjn plaats is de be kende commissaris-generaai der vorige Pa- rjjsche tentoonstelling Picard Benoemd, ter wijl de afgevaardigde Gérald tot diens assis tent is uitverkoren. Men vraagt zich met verwondering af, wat kan de reden zjjn, die Combes tot dit besluit heeft geleid. Wel heeft Combes des tijds op de tribune in de Kamer verklaart, dat Lagrave de tusschenpersoon is geweest’ voor de poging tot omkooping van hem en zijn zoon Edgar, maar wanneer dit de reden is, dan had hy Lagrave in 1902 dadelyk moeten ontslaan. En Edgar Combes heeft zelf voor do Engelsche commissie gezegd Het was een mededeeling, die een lagere beambte, als Lagrave, deed aan een van hoogeren rang, geen poging tot omkooping. En enkele dagen na dit gesprek dejeuneerde Edgar Combes nog met Lagrave. Zou Com bes boos zyn over het getuigenis van La grave, dat op sommige punten met dat van zjjn soon in stry^ was Zou hy door dat ontslag zich zelf eèfl brevet van geljjk-hebben willen geven, willen bewijzen, dat er wél een poging van de zjjde der Karthuizers- broeders heeft plaats gehad, wat de enquette- commissie ook moge beweren Het is niet na te gaan en daar de Kamer op reces is en de minister-president dus aan niemand verantwoording hoeft te doen, zal het pnnt niet zoo spoedig worden opgehelderd. Doch in ieder geval wy kunnen de kalme beoor- deeling var. de Temps onderschrijven „De terugroeping van Lagrave is een maat regel op zichzelf beschouwd tt.n zeerste te laken en uit het gezichtspunt van het belang der republiek een onhandigheid. aangenomen en by alle conventies als rechts regel erkend is. En dat de brievenpostery geen contrabande is, wordt eveneens alge méén aangenomen. Hoogstens kunnen offici- eele depêches, bestemd voor of komende van den vjjand aanleiding zyn dat een schip, deze depêches aan boord hebbende, wordt aangehouden en opgebracht. En zelfs wordt in 343 gezegd„Pak ket-, mail- of andere stoombooten, die in geregelde vaart belast zyn met het interna tionaal brievenvervoer, zijn nog door gemis aan conventioncele bepalingen, evenals andere schepen, aan het recht van visitatie onder worpen. „Deze schepen op te houden en lastig te vallen, anders en langer dan om zeer over wegende redenen noodzakelyk is, wordt echter door schrijvers en staatslieden ver oordeeld. fiOlDSCHE COURANT mot deze groote ontdekking in het hoofd, zou hij toch immers geen oog hebben kunnen luiken. En bovendien, het was Kerstavond, of liever Kerstdag, de dag van Ida’s antwoord en het gold de vraag of zij zich al dan niet aan Eduard Cos ten zou moeten verkoopen. Bij gerolg, indien er ontzet mocht komen opdagen, dan moest dit ter stond geschieden vóór de vesting zich overgegeven had. Was eenmaal de verloving weder aange knoopt en kwam dan daarna het geld ter be schikking, dan zouden de moeilijkheden dubbel zoo groot geworden zijn. Het geld I het geld I Och wat I hij bouwde immers zijn hoop op zand. Want zelfs indien hij daar nu werkelijk in zijn zak den sleutel had tot den zoolang verborgen schat, zou deze dan wel aanzienlijk genoeg blijken tot dekking van het benoodigde Kon het gerucht den rijkdom van Jacobus van Horen niet schro melijk hebben overdreven Of niets, of te weinig en alsdan zou de teleurstelling nog des te pijnlijker wezen I Met dit al, de zaak moest nu toch onderzocht worden, en dit wel hoe eer hoe beter. De kolonel maakte zich dus onverwijld gereed. Hij trok een paar stevige jachtlaarzen, een ouden jas en een waVmen regenmantel aan, voorzag zich van een lantaarn, zocht den sleutel van het bewuste tuin Buisje op, opende stil zijn achterdeur, en begaf zich, door niemand «pgemerkt, in zijn tuin. Wat er in de ziel van den kolonel omging is onbeschrijfelijk. Het kwam hem voor alsof de aandrift om te handelen slechts gedeeltelijk uit hêmzelven kwam, en of een onwederstaanbare drang, niet van hem zelf maar buiten hem staande, Harold keek op de klok. Het was één uur na middernacht, dus zoo zachtjes aan wel tijd om naar bed te gaan dacht hy het allereerst. Maar 84) Hoe ’ter afgescheiden was, daaromtrent had men hem nooit voldoende uitsluitsel kunnen geven hoewel hij er den baron en ook Ida naar ge vraagd had. Kon het wel een louter toeval zijn, dat de beginletters van elk vijfde woord in het laatste schryven van Jacobus Van Horen aan zijn zoon den naam samenstelden van deze merkwaardige plek Of was het opzettelijk zoo ingericht De kolonel liet zich op een stoel neer vallen en begon er over te denken, bevende als een ver-» schrikt kind. Blijkbaar was het geen toeval. Blijkbaar had die gevangene van meer dan twee eeuwen geleden, in zijn volslagen hulpeloosheid, dit zeer eenvoudige geheimschrift uitgedacht, in de hoop dat zyn zoor» of, zoo niet zijn zcon, dan een ander zijner nakomelingen, het ontraadselen en dus den ver-» borgen schat in handen krijgen sou. En welke plek kon er met grooter waarschijnlijkheid door den ouden ridder uitgekozen zijn tot het ver* bergen van zijn goud dan deze, die ook toen alreeds in den reuk stond van spokerij In die dagen behoorde Molenheuvei met den Doodenberg nog aan de familie Van Horenwaarschijnlijk eerst later, na den dood van Cromwell, toen de De Russische hulpkruisers Smolensk on St. Petersburg, die met vergunning van den Sultan de Zwarte Zee verlaten hebben en door de Dardanellen gestoomd zyn, weren zich. Zy bevinden zich thans in de Roode Zee, en loeren daar op alle vaartuigen, die het Suez- kanaal verlaten. Plotseling duikt dan zoo’n Russische hnlpkruiser op en gebiedt, seinen gevend en desnoods een zyner kanonnen afvu rend, de neutrale schepen, die zich in neu trale wateren bevinden, om halt te houden en by te draaien. Een sloep wordt door den Rus uitgezet, ëen officier komt aan boord van het neutrale vaartuig en eischt inzage van de scheepspapieren. Zoo ging het verleden week met de Duit- s<?he postboot „Prins Heinrich”, die zakken met poststukken er. postpakketten voor Japan aan boord bad. De Russische bevelhebber legde beslag op die poststukken, en liet 31 zakken met brieven, en 24 zakken en kisten met pakketten, voor Japan bestemd, aan boord van het Russische schip overbrengen. De Duitsche bladen noemen dit „den niet te rechtvaardigen daad, die indruischt tegen elke algemeen erkende grondstelling van het internationale oorlogsrecht”. Zy wyzen op de verklaringen van den minister van pos teryen in den Rijksdag op 19 Januari 1900, toen Duitsche schepen door Engelsche oorlogsvaartuigen waren aangehouden en onderzochtdat de inbeslagneming van brieven in stryd is met het oorlogsrecht, daar zjj in geen geval onder bet begrip „oorlogscontrabande” vallen. Dit is ook de meening van de meeste autoriteiten op het gebied van het internationale, oorlogsrecht, en de heer Den Beer Portngael zet breed voerig uiteen, dat de stelling „De onzijdige vlag dekt de vyandelyke lading, met uitzonde ring van contrabande” door alle schrijvers voorouders der tegenwoordige bezitters in het bezit kwamen van het goed, was dit kleinere eigendom er van afgescheiden geraakt. En indien dit zoo was, indien de oude Jacobus zijn schat daar begraven had, moest hij dan niet vragen wat de bedoeling was geweest van het overige deel van den brief. Misschien school ook daarin een geheim, want even nadenkend vond Harold de veronderstelling niet ongerijmd, dat de wakkere edelman toch een enkele nadere aanwijzing gegeven had, omtrent de richting waarin naar den schat gezocht moest worden. De Doodenberg was een groot gevaarte en om er de spade in te zetten was een onbegonnen werk. Nogmaals draaide Harold het papier zenuwachtig gejaagd heen en weer en trachtte het geheim verdere te ontwik kelen, maar hij vond geen enkele nadere aanwij zing. ’t Waarschijnlijkst achtte de kolonel bij nadere overweging, dat Jacobus van Horen niets anders had willen zeggen, dan dat zijn zoon moest zoeken in den Doodenberg, daar de jonge man het juiste punt misschien wel wist, waar zijn vader het goud begraven had. Of de ridder, die zoo moedig den dood tegemoet trad, zonder te willen buigen voor de opstandelingen, nog een andere bedoeling gehad heeft, dan eenvoudig het noemen van den Doodenberg, daarachter is Rooyaard, noch iemand anders, ooit gekomen. 1 XII. Telefoon Na. 89 A I) V E 11T E N TIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. daartoe medewerkte. Dit gevoel was zeilt zoo sterk, dat hij herhialdelijk, hoe hij zich daartegen ook verzette, omkijken moest, maar natuurlijk bespeurde hij niets in de hem omringende duister nis. Toen kon hij een rilling niet onderdrukken, toen hij de deur opende en in den d >nkeren nacht tuurde. Op dat oogenblik zou ’t hem onmogelijk geweest zijn, rekenschap te geven van zijn handelingen, maar in zijn ziel was, hoewel hij er tegen streed, een zonderling, hoopvol gevoel ontwaakt. Zou ’t hem gegeven zijn, het dierbare, edele meisje, de opolferende Ida te redden uit de handen van den afschuwelijken geldduivel, die haar reed» in zijn klauwen meende te hebben. Hij heeft ’tspel nog niet gewonnen, ik heb ’t hem wel getegd, prevelde hij binnensmonds en zijn forsche stap kwam met meer kracht neer. »’t Is misschien dwaas, maar ik begin te gelooven aan mijn geluk Aan een voet van den Doodenberg bleet hij even staan om adem te scheppen, want hij had erg hard geloopen. Tegen het gevaarte opziende en leunende op een spade zou Rooyaard op iedereen, die hem thans gezien had een spook- achtigen indruk gemaakt hebben, bij het zeer flauwe schijnsel van zijn lantaren. Die donkere, zware gestalte, teekende zich slechts even af in de hem omringende duisternis, terwijl de geheele natuur er toe medewerkte, om aan «ijn verschijning iets bovenaardsch te geven. Wordt verve Igd.} S E. in

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1