enten
vwsmn.
laar
DE VERBORGE» SCHAT
oos,
MeuicS’ en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken»
No. 9473.
Bullenlandsch Overzicht.
INT,
ien modellen te
IEDEREN,
eken BERK EN
s Kronen
OOIT,
[PEN,
n pen,
glantaam.
ITIKELEN,
er,
I».
FEUILLETON.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
Maandag 25 Juli 1904. 43ste Jaargang
voor
Horen be-
ran f'rnm—
beiixxligdlHdeo.
TN VAN
'•likelen,
PLATEN, GAS.
keuze nieuwste
AAD
len toepassingen
tderele Ptr-
lert». Z|j geven
cers niet kunnen
geen imitaties
n.
en aantal onge
il» op aanvraag.
HTS <t Co.
kamers, Serres.
Iverlichting.
relebuurt B 13.
59.
eene prachtige
Metaal),
ddyk.w «n p.
ld»l voor Heer»
Mfenchoenwtrk,
M MMIsr ACa
-Mankttagoctf
merit.—
lw*iw—
INKMAN <fcZ>.
verf rollen
irs welbekend
cH-uma
Fabrielumerk).
e, radicale en
van alle, zelfs
ekkige xenuw
1 ontstaan door
engdigen leeftyd
:e zwakte, Bleek
- Hoofdppn
Maagpyn
Onvermogen
enz. üit-
5’/i» dubbele fleech
regte, Zaltbo mme
.otterdam.
tage.
ICzu. Rotterdam
vereischte bekwaamheid te bezitten. Is
hier geen ongelijkheid, geen benoembaar
heid in schijn? Dit valt inderdaad niet
te ontkennen, zoolang een groot deel der
Nederlanders voor het dagelijkse!» brood
reeds van jongs af hard moet werken
en, zoowel daardoor als door de hooge
kosten buiten staat, het middelbaar en
hooger onderwijs te volgen, van die zoo-
genaamde benoembaarheid tot landsbe
dieningen bitter weinig bemerkt.
Maar terwijl een gezonde democrati
sche opvatting, dit euvel erkennend, tot
de slotsom komt, dat men billijkerwijze
het verwerven dier ambtsbekwaamheid
ook aan ieder moet mogeiyk maken, door
krachtige arbeidswetgeving eenerzijds, leer
plicht en goedkoop, zelfs kosteloos onder
wijs anderzijds zal de bizondere re
deneertrant, waarover de clerikale par
tijen beschikken, hen op geheel andere
wegen moeten voeren. Gaan zij hun
„vrijheids”-dorst ook eenmaal aan de toe
passing van dat art. 5 der Grondwet les-
schen, dan zal hun stelsel, in overeen
stemming met de door hen ontplooide
hooger-onderwijslogica, slechts kunnen zijn,
dat men billijkerwijze van den benoem
baren Nederlander niet meer bekwaam
heid eischen mag dan hij nu eenmaal,
veel of weinig, verwerven kan. En zij
zullen de ambten flinkweg gaan vergeven
ook aan de onbekwamen, allen gelyk
bij loting misschien.
Zoover moet een valsche leus nood
wendig voeren.
’Wij voor ons zouden meenen, dat bij
Een telegram uit Koeroki’s hoofdkwartier
meldtDe Japanners vielen gisteren Sjantan
op 25 mijlen afstand aan. Het gevecht was
noodlottig voor do Russen. Üe weinige by-
zonderheden die ontvangen zjju wjjzen er op
dat de strjjd hevig was. De Rassen brachten
meer dan een divisie in het vuur, van de
artillerie werd druk gebruik gemaakt. De
Russen zjjn bezig nieuwe stellingen te ver
sterken. In den slag, die Zondag by Motien-
ling geleverd werd, vielen meer dooden dau
begraven kunnen worden. De troepen zyn
bezig de lyken te verbranden.
88)
.Neen neen*, xejde Harold, «luister I Je hebt
zeker Wel eens gehoord unaar stil I kan je
vrouw, kan niemand ons hooren
.Geen nood antwoordde Georg, *mijn oudje
slaapt door alle stormen heen.»
•Nu dan. Je hebt zeker wel eens gehoord van
den schat, die de onde Jacobus van Horen be
gaven móet hebben in de dagen van Crom-
,Wel zeket heb ik dairvan gehoord. Mate-
wat is er Tan Heeft de storm hem voor den dag
gebinten i*
«Neen. Maar ‘bij den hemel, ik geloof
dat rk op *en goeden weg ben om hem Ie
riada.,»
«Georg deed wederom een. stap achterwaarts.
Hij herinnerde rich de verhalen van de huis
houdster van den kolonel en begon een sterk
veneneden te kontoren, dat die man werkelijk
wel eens in een toestand van gevaarlijke krank
zinnigheid kon verkeeren.
«Geel mij eerst iets te drinken,* hernam Harold
«Dan aal ik je verder vertellen.*
«Waarmede kan ik u dienen kolonel Een glas
ouden jenever?*
«Neen neen! water of melkIk heb den
te- elf uur lang geen zeldzaamheid. Er
is bijna geen winkelier, of hij zou wen-
schen veel vroeger te kunnen sluiten on,
wat meer van zijn leven te kunnen ge
nieten. Hij alléén is echter tot dien maat
regel niet in staatde concurrentie maakt
hem onvrij en, op straffe van achteruit
gang in zaken, ziet hij zich genoopt zijn
wenschen voorloopig maar aan den tap
stuk te hangen. Ondanks dit alles
wordt de wet of de verordening, die,
door een sluitingsuur van overheidswege
voor te schrijven, aan den dwang der
concurrentie een einde zou maken, be
streden met een beroep op de „vrijheid”
des winkeliers!
Zelden echter is van het woord vrij
heid zulk een merkwaardig gebruik ge
maakt, als geschiedde door de verdedi
gers van de thans verworpen Hooger,
onderwijswet.
Men kent de kwestie, die in geschil
was. Volgens de bestaande wet zijn er
drie rijksuniversiteiten, welke aan een
aantal voorwaarden, o. a. het bezit van
vijf faculteiten, hebben te voldoen. Deze
universiteiten hebben het recht weten
schappelijke graden uit te reiken, welke
het bekleeden van sommige beroe
pen en staatsambten vereischt zijn. Indien,
aldus de bestaande wet, de gemeentelijke
universiteit van Amsterdam aan dezelfde
eischen voldoet als de rijksuniversiteiten,
ontvangt ook zij in ruil daarvoor het
recht, graden uit te reiken, waaraan
maatschappelijke bevoegdheid verbonden
is; hetgeen geschied is.
Dr. Kuyper’s ontwerp tot aanvulling
der Hooger-onderwijswet stelde nu, naast
menige goede bepaling, ook deze slechte
voor, dat nog meerdere niet van het rijk
uitgaande, universiteiten datzelfde promo-
tierecht en bovendien rijkssubsidie zouden
kunnen krijgen, zonder dat zij ook maar
eenigszins aan dezelfde voorwaarden der
bovengenoemde instellingen zouden behoe
ven te voldoen.
Deze gelijkheid in rechten gepaard met
een ergerlijke ongelijkheid in plichten
werd nu o. a. verdedigd met een beroep
op de vrijheidde vrijheid van onderwijs.
Want, heette het, volgens art. 192
der Grondwet, is het geven van onder
wijs, ook hooger onderwijs, vrij. Ieder
Nederlander mag het gaan ondernemen
elke vereeniging mag een universiteit
stichten. Onthoudt gij nu echter aan
zulke particuliere universiteiten de voor-
deelen, de rechtsgevolgen, die de studie
aan de openbare hooge scholen verschaft,
dan wordt het volgen van particulier hoo-
El* is bijna geen woord, dat zoo dik
wijls in verkeerden zin wordt aangeroepen
als het woord „vrijheid”. Men zou wel
haast kunnen beweren, dat op dit schoone
begrip meer ten onrechte, dau té rechte
een beroep wordt gedaan; en merkwaar
digerwijze zijn het meestijds de tegen
standers van den vooruitgang, ja de vijan
den dezer zelfde vrijheid, die door zulk
averechts aanroepen hun zaak trachten te
bepleiten.
Willen dezulken bijvoorbeeld de arbeids
wetgeving bestrijden, Willen zij voor de
economisch zwakken de onvrijheid be
stendigen, die hen dwingt, op straffe van
ontslag, te berusten in een dagelijks veel
te langen werkduur dan zeggen zij’
dat de wet, die daaraan paal en perk
wil stellen de. vrijheid van den arbeid
aantaatI
Ander voorbeeld. De sluitingsuren der
winkels zijn, vooral in de steden, schrik
barend laaten dat geheel onnoodig.
Sluiting te tien uur ’s avonds is regel,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA, brengen ter kennis van de
Ingezetenen, dat de REKENING van de
INKOMSTEN en UITGAVEN der Gemeente,
over bet dienstjaar 1903, gedurende veertien
dagen, de Zon- en Feestdagen uitgezonderd,
op de Secretarie ter lezing van een ieder
is nedergelegd, van des morgens ten tiert
tot des namiddags ten één ure, terwijl bo‘
vendien, tegen betaling van kosten, afschrift
dier rekening kan worden verkregen.
Gouda, den 23 Juli 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoamd,
J. M. NOOTHOVEN VAN GOOR,
Weth. L- B.
De Secretaris,
BROUWER.
Reuter seint uit Tokio. In het gevecht by
Kiaotoeng verloren de Japanners 420 man.
De verliezen der Russen worden geschat op
1000 man.
Generaal Koeroki noodzaakte de Russen
hun versterkte stelling aan de rivier Tsji
duivel aan zijn staart moeten trekken I* En hij
ging, om lijn laarzen aan te doen.
Binnen vijf minuten was hij terug, met zijn
groote roode slaapmuts nog steeds op het hoofd
(want hij vreesde dat de storm hem anders een
hoed zou kosten', en een lantaren in de hand.
«Zoo! Ik ben klaar kolonel, en tot u orders.*
Hierop gingen zij samen op weg.
De wind was, zoo mogelijk, nog heviger ge
worden. Inderdaad, het was een van die orkanen
zooals er in honderd jaar gemiddeld slechts een
maal een losbreekt. De verwoesting, welke men
den dag daarna onder de boomen en schoor
steenen zag aangericht, kon het getuigen.
«Zoo’n stormpje moet het ook geweest zijn in de
dagen van koning Karei, waarvan de baron vertelt
toen in een Kerstnacht de top van den kerktoren
werd algeblazen", schreeuwde Georg. Doch Harold
gaf geen antwoord en zij hepen voort zonder
verder te spreken, daar zij elkander toch niet
konden verstaan. Eenmaal stond de kolonel stil en
en wees naar den gezichteinder. Van de geheele
rij populiereu, die daar straks nog zoo zwiepten
in den wind, wai er thans slechts een nog
staande gebleven en juist terwijl hij wees, ver
dween ook die.
Nadat sij ongedeerd het zomerhuis bereikt had
den, traden zij er binnen, en de kolonel draaide
de deur op slot. Het veege getimmerte stond let
terlijk te trillen onder de woede van den storm.
r1» Wordt vervolgd.')
tick ons vaderland nog iet of wat meer
gebaat wart».
ger onderwijs zoo weinig aantrekkelijk,
dat de vrijheid om dat onderwijs te ge-,
veu van geringe waarde wordt.
En nu zijt gij vrijzinnigen, zoo gaat
de regeering en haar vrienden verder,
dèsnoods wel bereid, aan de particuliere
universiteiten het promotierecht te ver
kenen; maar gij verlangt daarbij, dat
zij dan aan dezelfde voorwaarden zullen
voldoen als de bestaande openbare hooge
scholengij verlangt, dat zij voor dezelfde
rechten ook dezelfde plichten op zich
zullen nemen. Welnu, heet het, dat is...;
onbillijkOnze richtingsgenooten zijn niet
in stéM, aan dezelfde voorwaarden te
voldoen; gij weet wel, dat de weten
schappelijke mannen bij ons schaars ge
zaaid zijngij weet wel, dat theologische
geneeskunde hardnekkig weigert te bloeien,
dat de kans op een soort van orthodoxe
wis- en natuurkunde voor góed verkeken
is. Tegenover de vijf faculteiten met te
zamen 40 a 50 hoogleeraren eener open
bare universiteit, kunnen wij het met de
onze waarschijnlijk niet verder brengen
dan drie faculteiten met elk drie profes
soren. En omdat wij nu eenmaal niet
meer kunnen, is meer vergen niet anders
dan belemmeren van onze. vrijheid
van onderwijs!
Zonderling woordgebruik, zonderlinge
willekeurAls de redeneering opging, ver
nietigde zij aanstonds zich zelve weer.
Want als meer eischen dan wat zekere
particulieren nu eenmaal vermogen te
prestoeren, de vrijheid vernietigt, dan zou
Dr. Kuyper’swet toch de onderwijs-vrij-
hei^ftlleua verzekerd hebben voor de zweven genoemde democratische poli-
al die personen of vereenigingen, welke
de gevorderde drie maal drie professoren
bijeen zouden weten te krijgen. Voor al
wie dat niet kan, bleef de vrijheid van
onderwijs volop belemmerden aangezien
dit afkeurenswaardig is, kan het slechts
billijk heeten, ook de drie maal drie-grens
weer uit te wisschen en te vervangen
door deze bepaling„ieder heeft het recht
een universiteit op te richten, desgewenscht
bestaande uit één faculteit van één hoog-
leeraar; deze „universiteit” heeft het
recht, wetenschappelijke graden uit te
reiken, welke bevoegd maken vo’or ambt
of beroep”. Ja, waar bleef anders de
„vrijheid” van onderwijs?
De vrijheidsleus, aldus opgevat, kan
nog ver voeren. Wij denken hier aan
artikel 5 der Grondwet, volgens hetwelk
„ieder Nederlander tot elke landsbedie
ning benoembaar” is, zonder onderscheid
van geboorte of gegoedheid, maar natuur
lijk onder den mits, de voor elk ambt
als deze, terwijl men denkt dat de wereld vergaat.
Ik voor mij, ik maal niet veel om die praatjes,
maar dat neemt niet weg, dat ik toch van kinds
been at nooit wat goeds van den Doodenberg heb
hooren «eggen, en dat
Nu, viel de kolonel hem in de reden, «je
kunt doen wat je wilt. Maar ik ga dadelijk terug,
en naar beneden ook.*
«Wat F in dat hol
«Natuurlijk. De slechte lucht tal er nu wel uit
getrokken zijn... Er zijn redenen*, liet hij er op
volgen, «om welke het beslist noodig is dat dit
geld, als het gevonden wordt, voor morgen
nog wordt gevonden. Het is vandaag Kerstmis,
weet je.
Ja, ja, kolonel, ik vreet wat u zeggen wil, och
Heer, ja, ik weet er alles van 1 De oude baron
moet met iemand eens pratenals hij de dingen
op zijn hart moet versmoren, dan slikt hij er in
en daarom praat hij dan maar met mij. Die Cos
ters komt vandaag om antwoord van freule Ida.
Arm schaapIk kwam haar gisteren tegen. Zij
ziet zoo wit als een geest, waarachtigO, zoo’n
fielt, die CostersDie is nu nog slimmer dan
procureur Quest I Ja ja, met Quest heb ik het
klaargespeeld en ik gaf twee vingers van mijn
rechterhand, als ik ook dezen snuiter goed en wel
van de baan knikkeren kon. Wilt u dat wel ge-
looven. kolonel
Zeker wil ik het gelooven, maar bewijs het
dan ook I*
«Jawel, dat zal ik ook Wacht u maar even,
kolonel. Ik ga mee I Ja, ja, ik ga mee en wij
xullen zien wat er van aan is, al sou ik ook den
bill IMIH. COURANT.
De BURGEMEESTER van GOUDA brengt
bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dak
door den Heer Directeur -der Directe Belastingen
enz. te Rotterdam op den zo Juli 1904
executoir is verklaard
Hot Kohier No, 2 der bedrijfsbelasting, dienst
19Dat5 voormeld Kohier ter invordering is ge
stold in handen van den Heer Ontvanger, dat
ieder, die daarop voorkomt, verplicht is zijnen
aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te vol
doen en dat heden ingaat de termijn van zes
weken binnen welke de reclames behooren te
worden ingediend.
Gouda, den 23 Juli 1904.
De Burgemeester voornoemd.
J. M. NOOTHOVEN VAN GOOR,
Weth. L. B
heelen nacht staan graven, en mijn keel is zoo
droog als leer.*
«Graven
Ja ja!*
«En waar
In den Doodenberg.
«In den Doodenberg zeide Georg. «Wel heb
ik ooit I Raader plek kon men zeker al niet
bedenken, om in een nacht als dezen aan het
graven te gaan 1
En hierop, te verbaasd om nog iets meer te
zeggen, ging hij melk halen.
Harold dronk er drie glazen van, en zette zich
toen even neer, om van zijn wederwaardigheden
in zoover verslag te doen, als hij het voor het
oogenbiik noodig oordeelde.
Terwijl hij vertelde, zat Georg tegenover hem,
met de handen op de knieën, de roode slaapmuts
op het hoofd, en een potsierlijke uitdrukking van
verbazing op het droefgeestig gelaat.
«Wel wel zeide hij, teen Harold gedaan had,
«nu mag ik toch Mietje heeten..,. En dan heb je
nog wel volk, dat durf volhouden dat er geen
Voorzienigheid is INiet, dat er op het oogenbiik
al in iets is voorzienWant het is best
mogelij*, dat we ons verheugen over een doode
musch
«Best mogelijk, antwoordde de kolonel, maar
in elk geval wil ik terugkeeren en het verder
onderzoeken. En daarvoor ben ik jou komen
balen.*
Mij zeide Georg, blijkbaar met dit denkbeeld
niet zeer ingenomen «Hoor eens, kolonel, dat is
een raar karrewei, en dat nog wel In een nacht
VU
36
Jö
Ó3 49..