feu >os, 59. ITS. iN THEE. Mewws- en Advertentieblad roor Gouda en Omstreken. b’CJUJNDOÜD. Woensdag 24 Augustus 1904. No. 9499. it ar Bultenlaadscii Overzicht. FEUILLETON. Lwmmagaiijii 30. IIZEN lime Warande 43ste Jaargang. ZONEN, [PEN, inpen, ^lantaarns. 1TIKELEN, er, I», Metaal), van Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. IINKMAN Zn (fPbrdf vervolgd). '»o ets., Ti» ct. rs en Drogisten NKBK! Rotterdam. 'SR, Apotheker, Westhaven 198. i Kleiwegsteeg. (voering v»n ge- bevelende BIJL, EBAART Lz. eene prachtige i van Gas- en narden. P H 258. CHOENWERK meten werk. ||OI INIIE (OIRI \T Telefoon No. 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. KERK te letten VAM K. worden afgele- le pakjes van vijl en een Ned. on» van Nommer en van nevenstaand e Wet gedepo Telefoon No. 82 ADV EttT'ENTl EN worden geplaatst 1 5 regels- a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De Fransche oud-minister Méline, leider van de groep der progressistische republi keinen, gisteren een redevoering houdende in een vergadering van de club der oud strijders van 1870, zeide, dat die vereeniging een levend protest is tegen de nieuwe school die de denkbeelden en beginselen tracht te ondermijnen waarop de liefde tot het vader de belegering van Port Arthur ook moge gekost hebben, met reuzenkracht wordt de aanval telkens herhaald. Het is voor de Japanners een eerequaestie geworden, en zij zullen het niet opgeven, voordat de stad in hun handen is. En daar Von Stössel van overgeven niet hooren wil, doch de verdediging met niet minder hardnekkigheid voortzet, kan de strijd nog eenigen tyd aanhouden. Dó Amerikaansche consul-generaal Good- now te Sjanghai meldt aan het ministerie van buitenlandsche zaken, dat een Japansch schip in de haven van Sjanghai is ver schenen. Hij maakt echter geen melding van eenig optreden van de in die haven liggende Amerikaansche oorlogsschepen. De heer Goodnow bericht verder dat de Rus sische consul generaal geen toestemming gaf de Askold” te ontwapenen. Aan het minis terie van marine wordt beslist verklaard, dat de Amerikaansche oorlogsschepen te Sjanghai vooral in opdracht kregen niet te beproeven de neutraliteit van China te be schermen en dat admiraal Sterling geen bevel heeft ontvangen zich te verzetten te gen het optreden van de Japansche schepen. Het te Durban aangekomen stoomschip „Comedian” bericht dat het Zondag op de hoogte van de Bashee-rivier (zuidelijk van Durban) werd aangehouden door een Russi- schen kruiser, vroeger een stoomschip van vreemde nationaliteit. De Russen onderzoch ten de papieren en stonden het vaartuig toe de reis te vervolgen. Noch van Russische, noch van Japansche zijde vernemen wy iets over den oorlog. Het diepste stilzwijgen wordt bewaard, en slechts de onvertrouwbare Chineesche en Jonkbe- richten uit Tsifoe geven ons een denkbeeld van wat er omgaat. Japan zwijgt, omdat het van zyn plannen en voornemens niemand mededeeling wil doen, en omdat het niet wil laten zien met hoeveel moeite het zyn overwinningen be- halen moet. Verslaggevers worden sedert lang niet meer in de Japansche colonnes toegelatenen de „espions légitimes”, de militaire attachés, krygen van de geleverde gevechten niet veel meer te zien, dan een rektrospestieve beschouwing onder leiding van een officier van den generalen staf. Wanneer het slagveld opgeruimd is, de ly- ken zyn begraven/ en de troepen verder zyn getrokken wordt deze „voordracht”, die eerst binnenkamers met de kaart is gehou den, op het gevechtsveld voortgezet. De stel lingen die de beide legers hadden ingeno men, de troepenbewegingen, de aanvalsmar- schen en de terugtocht worden heel netjes eerst op de kaart, dan op het tetrein aange wezen. Maar van het gevecht zelf krygt de atta chés niets te zien. Hoeveel slachtoffers de aanvallen op Port Arthur reeds hebben ge kost, is dus evenmin te begrooten, als hoe veel aanvallen rAeds door Von Stössel zyn afgeslagen. Maar^ dat moet van de Japan ners worden getuigd hun onverzettelijkheid, hun volharding is grenzeloos. Hoeveel offers Dicht by het doel heeft de achtervolgende vijand de „Nowik” achterhaald en in den grond geboord. Byna gelyktydig met een telegram, dat het schip te Korsakofsk, de haven aan den zuidelyke baai van het ban nelingeneiland Sachalien door de Japanners is vernield. De „Nowik”, die niet minder dan 25.4 knoopen kan loopen en de snelste is van alle Russische schepen op het oorlogsterrein, is in den avond van den zeeslag van den lOn Augustus te Tsjingtau binnengevallen, heeft daar kolen ingenomen en is toen klaarblij kelijk langs de oostkust van heel Japan heen naar Korsakofsk gevaren. Waarschijnlijk zyn de twee snelvarende kruisers „Tsjitose,” die 22 en de „Tsoesjima” die 20 knoopen varen, aan de westzijde de Japansche eilanden langsgevaren en hebben,* na de straat-van Tsoegaroe te hebben be waakt, noordwaarts stoomende de „Nowik” bij Sachalien den pas afgesneden. Men zou uit het telegram opmaken, dat zy den eersten dag (Zaterdag) het schip op de kust hebben gejaagd, waarschijnlijk toen het uit Korsakofsk naar Wladiwostok trachtte te ontsnappen en het den volgenden dag in den grond hebben geschoten. De „Nowik” was in 1900 gebouwd op de werf van Schichau te Elbing en mat 3000 ton. Haar bewapening bestond uit zes ka° nonnen van 12 c.M., zes van 4.7 c.M., en twee van 3.7 c.M. Men zal zich herinneren, dat Makarof bij een zijner uitvallen uit Port-Arthur de „Nowik” als admiraalsschip heeft gebruikt. Het is cm medelijden te krygen met den Taotai van Sjanghai. Deze arme Chinees weet heelemaal niet meer wat hy doen moet. Hy is nu al voor de zooveelste maal van meening veranderd, en heeft thans weer last gegeven dat de Russische oorlogsschepen onmiddellyk moeten worden ontwapend of de haven moeten verlaten. De Russische consul tracht nog, op hoo- gen toon, den Taotai tot andere gedachten te brengen maar de Chineesche Mandarijn Een telegram, Zondag te 1.10 uur ’s nachts door luitenant-generaal Ljapoenof aan de; Tsaar verzonden, meldtZooeven bericht de bevelhebber van de troepen van Korssakof telegraphisch, dat de vijand heden sedert 5 uur ’s morgens Korssakof bombardeert. Tot nu toe zyn eenige huizen beschadigd. Een tweede Zondag te ruim 4 uur afge zond n telegram van luitenant-generaal Lja poenof bericht: Zooals de bevelhebber der troepen te Korssakof in aansluiting met zyn eerste telegram seint, werd in genoemde plaats een vyandeiyk schip aan de horizon bemerkt. Tegen 6 uur in den morgen na derde het tot op ongeveer 7 wersten van de kust en beschoot Korssakof. Het bleef tot 8.15 ’s morgens vuren, ging daarop lang zaam in zee en werd niet meer gezien. De door de vyandelyke schoten in de stad aan gerichte schade is onbeduidend. Niemand werd gedood of gewond. over de gansehe nouwen gezochte van den d Brandt end, aangenaam, dkoop huismiddel onwelzijn, maag. loomheid in de ndrang naar het ping, duizelingen, gen enz. Zij zijn ig van hef echte Apotheker len draagt een l zijn verkrijg- apothouder voor Iff te Rotterdam zeker u dat hij daar zyn hand vreeselijjc mee bezeerd heeft, ik heb zelf de wond verbonden had Silas dat niet gedaan, ’t zou naar alle gedachten rijn uitgeloopen op moord.’ Nauwelijks was dit vreeselijk woord over haar lippen gekomen of ze zag om en ontstelde hevig. Ik gaf mijn oogen dezelfde richting Een mensche- lijke gedaante stond in de schaduw van den olm boom ons te beloeren. Onmiddellijk stond ik op en wilde op de gedaante afgaanmaar Naomi hield me terug. Ze had haar tegenwoordigheid van geest herkregen, en wendde zich nu levendig tot de gedaante, met de vraag Z/Wie zijt ge? Wat doet*ge hier?* De gedaante bewoog zich naar ons toeen toen het volle maanlicht haar bestraalde, bleek het niemand anders te zijn dan John Jago. ,Ik hoop dat ik u niet stoor,* zei hij, meteen strakken blik op mij. »Wat is uw verlangen riep Naomi. *Ik wensch u en dezen heer niet te storen maar zoodra het Miss Naomi gelegen komt, zou ik me zeer vereerd achten, als ik u even onder vier oogen mocht spreken.» Hij sprak zoo beleefd mogelijk, maar vergeefs trachtte hij eene sterke gejaagdheid te verbergen, d»e zich van hem had meester gemaakt Wild flikkerden zijn oogen in den maneschijnj en die oogen waren met een zonderlinge mengeling van smeekend verlangen en van wanhoop op de ge laatstrekken van Naomi gericht. Zijn bevende vingers poogdeiT gedurig zich te krommen tot een vuist. Hoe weinig sympathie ik ook voor hem mocht hebben, op dat oogenblik was ik met hem 5) Toen oom Meadowcroft te oud en te ziekelijk werd om persoonlijk op alles het oog te houden verdeelden de jongen» (ik meen Ambrose en Silas) die taak onder elkander. Ambrose zorgde voor den eigenlijken landbouw. Silas voor de veeteelt. Van toen at gingen de zaken achteruit, hoe weet ik niet. Alleen ben ik overtuigd, dat Ambrose er geen schuld aan heeft. Oom werd hoe langer hoe meer ontevreden, vooral over zijn beesten, waar hij boven alles trotsch op is. Zonder een woord aan de jongens te zeggen, zag hij uit naar bijstand. Daar deed hij verkeerd aan; vindtudat ook niet. Ter kwader ure deed men hem John Jago aan de hand. Heeft die man op u niet een slechten indruk gemaakt? •Geen al te besten." Zeer natuurlijk. En toch is ’t best mogelijk, dat we hem onrecht doen. Er is eigenlijk niets tegen hem intebrengen, behalve zijn zonderlingheid. Men zegt, dat al dat vieze haar op zijn kin en zijn kaken het gevolg is van eene gelofte. Tusschen twee haakjes baarden kan ik niet uitstaan. Maar wat zegt u wel van een man, die, om zijn droefheid te toonen over den dood van zijn vrouw, begaan. „Is het,* vroeg Naomi met onverholen verba zing .is het uw bedoeling me nog dezen avond te spreken Óm u te dienen, miss NaomiZoodra het u en mijnheer Letrank convenieert. Kan 't niet tot morgen wachten vroeg ze na eenige aarzeling. Morgen zal ik den ganschen dag voor zaken afwezig zijn. Ik hoop dus, dat u me van avond een paar minuten zult willen toestaan Hij trad vlak voor haar, en met zachte, van aandoening trillende stem ging hij voort „Waarlijk, miss Naomi! ik heb| u iets van groot belang te zeggen. U zoudt me een dienst, een grooten, zeer‘grooten dienst bewijzen’ als ik u nog dezen avond even mocht spreken." Ik stond op om heen te gaan, maar nogmaals werd ik door Naomi teruggehouden. «Neen I* riep ze, wat ik u bidden mag blijf hier I* Toen wendde ze zich schoorvoetend tot Jago, zeggende „Als het van zooveel belang irf, dat ik u spreek volgens uw verlangen, dan moet het in vredesnaam maar geschieden, hoewel ik niet begrijp wat u me kan te zeggen hebben, dat geen derde hooren mag. Maar het moet dan maar 1 U weet, dat ik de klok in dé zaal iederen avond om tien uur opwind Welnu I kom dan maar voor de leus me een handje helpen, en naar alle gedachten zullen we daar het rijk alleen hebben.* de gelofte doet, dat hij zich nooit meer zal scheren. Gelooft u niet, dat het bij zoo iemand in de bovenkamers niet richtig is Maar dat Jago dat gedaan heeft, is misschien niet waar er wordt hier zooveel gelogen. Maar wat zeker waar is (dat moeten zelfs de jongens bekennen) dat is toen Jago hier kwam, had hij een zeer goeden naam, en wist hij oom, die anders lang niet gemakkellyk te voldoen is, te winnen. Over ’t geheel hebben oom en zijn zoons een hekel aan Amerikanen. Ze zijn in merg en been Engelschen, en toch houdt oom van Jago, misschien alleen omdat hij zoo knap is. Ja 1 knap is hij, want sedert hij hier is gaat alles weer vooruit. Dat heeft me Ambrose zelf moeten toegeven. Maar, mijnheer Lefrank, 't is toch aan den anderen kant hard, zoo te worden op zij gezet door een vreemde. Vindt u dat ook niet De jongens doen hun werkmaar ze hebben niets meer intebrengen, sedert John Jago. den ouden heer heeft ingepakt. Zoo stonden de zaken toen ik hier kwam en van dat oogenblik af schijnt het hoe langer hoe erger te worden. Zelden gaat er een dag om zonder twist tusschen vader en zoons of tusschen de zoons en Jago. Och, mijnheer Lefrank I zie toch, dat u hem bij gelegenheid daar iéts van zegt Ik geloof stellig, dat hij het is, die voornamelijk die vechtpartij op zijn geweten heeft, die gisteren is gebeurd tnsschen Silas en Jago. Maar de twee vechters hebben ook schuld, ’t Was heel leelijk van Silas, Jago, die kleiner en zwakker is, te slaan en ’t was nog leelijker van Jago, den ander met zjjn mes op het lijf te vallen. Ja, mijnheer 1 had Silas hem het mes niet ontrukt en ik ver heeft zelfs geweigerd de vergunning om de stoomketels van de Askold” te herstellen. De Japansche vlootvoogd is natuurlijk over de zonderlinge houding die de Chinee sche autoriteiten aannemen zeer verontwaar- en Zaterdag werd een Japansche tor pedoboot afgezonden om zoo noodig te Sjan ghai de geschiedenis van de „Retchitelny” te herhalen. Een Amerikaansche torpedojager echter volgde het Japansche oorlogschip en maakte zich gereed de Askold” tegen een overval van den Japanner te beschermen en desnoods gewelddadig de neutraliteit van China te handhaven. De Taotai is door al deze gebeurtenissen zoo ontzettend, zenuwachtig geworden, dat hy de hulp inriep van de vreemde consuls. Hy wees erop, dat China de buitenlandsche concessies niet kan beschermen, nu Rusland beslist weigert om gevolg te geven aan de bevelen, die hy namens de regeering te Peking overbracht. De consuls zullen heden morgen byeenkomen om te beraadslagen over de maatregelen, die zij nemen kunnen, om den Taotai te steunen en de belangen der buitenlandsche concessies te beschermen. Het resultaat dier bespreking is nog niet bekend. Wel is het echter zeker, dat de consuls over een voldoende oskader kunnen beschikken, om desnoods met geweld Russen en Japanners te dwingen de neutraliteit van China te eerbiedigen Een officier van de „Comedian” verklaarde dat de kruiser was de „Smolenski”. De Rus sische officieren kwamen niet aan boord maar onderzochten de scheepspapieren van de „Comedian” in hun boot. De „Köln- Ztg.” verneemt uit Petersburg dat prins Mesjtsjerski naar aanleiding van de beschuldiging, dat hy niet meer conser vatief zou zyn, in zyn orgaan een belangrijk artikel geschreven heeft waarin hy het offi- cieele conservatisme ongemakkelyk de waarheid zegt. Hy noemt het zyn plicht als burger, te bekennen dat hy zich in de offi ciële conservatieve politiek der laatste 28 maanden vergist heeft- Op het oogenblik, nu zy plotseling onderbroken is, ziet hy in dat ze geen levenskiem gehad heeft, geen hechte grondvesten voor de alleenheerschap pij heeft opgebouwd en telkens woord en daad met elkaar in stryd heeft gebracht. Zy is voor hem een bittere pil, die men Rusland versuikerd aanbiedt. De offlcieele conservatieve politiek wankelt aanhoudend tusschen strenge onderdrukkingsmaatregelen en pogingen om de volksgunst te winnen. In Februari 1903 had prins M-esjtsjerski een onderhond met*wylen minister Von Plehwe, die heft wees op het verschil tus- schen zyn (Mesjtsjerski’s) en het offlcieele conservatisme. Doch ook met de wyze waar op Von Plehwe zich de macht wist toe te eigenen kan Mesjtsjerski zich niet veree- nigen. Naar zyn meening moet de nieuwe minister van binnenlandsche zaken geen eigen politiek liebben, doch slechts de poli tiek van den Tsaar voorstaan, welke duide lijk in het manifest van Februari 1903 is omschrevendat is de politiek van orde, eerbied voor de wet, vrjjheid van zelfbe stuur, opheffing van de bureaucratische centralisatie en van de willekeur. Om dit doel te bereiken is een sterke hand noodig. Het zou den nieuwen minister van binnen landsche zaken r.iet moeilijk vallen deze politiek vol te benden daar hy allen, die net met het manifest eens zyn, op zyn, hand zal hebben en het aantal zyner vyanden zal afnemen, omdat geen ministerieele politiek zal bestaan. S

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1