I 1 1 4 O rEN ITS. I iaar extract Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Een reactionair wetje. ;l zei FEUILLETOX. ii Maandag 24 October 1904. 3 «glijders I No. 9550 B 43ste Jaargang. s sehijn van billijkheid i) briefkaart w or l oegezonden door Itbomine’. werkelijke hulp in Aantal onge* is op aanvraag. HTS Co. Dit No. bestaat uit Twee Bladen. EERSTE BLAD. raw. ZANDVOORT, 'OORT, J. S. Firma L. DE den by N. DE Inzending van Ad verten tiën tot 1 uur des mid.l. .NT, en modellen te en toepassingen derd* Por- erts. Zy geven - ers niet kunnen geen imitaties RUIS” SARDEMANN [WERK, sterke ÖRSCHOENEN in het kumiiugizijii 30. i Klei wegsteeg neten werk. MIIDSCHE tOURAYL I. De kamerdeur werd geopend en op den drempel verscheen eee jonge man, wiens schaduwbeeld zich aiteekende tegen een dofgroen achtergrond, ontstaan door het vage licht van den wintermorgen. Onwillekeurig knipoogde de jonge man voor ’t rosachtig licht van een lamp, die op de schrijftafel stond te branden, niettegen staande daarbuiten de dag reeds was aange broken. Bij het flauwe schijnsel, door die lamp ver spreid, konden dé voorwerpen, welke zich in in die kamer bevonden, sleehts onduidelijk worden waargenomen, te meer daar de liften nog gesloten en met zware gordijnen overdekt waren. ,Wat zeidet gy my dan, Antonio F" wendde de jonge man zich tot iemand, die aekter hem had gestaan en wiens beeld nn eveneens in het deurraam zichtbaar werd. ,üw heer is, naar ’t schijnt, in het geheel niet naar bed geweest, want zoo ik mg niet Telefoon No. 8S. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nummers V I.l F C E N T E N. vergis, ligt by daar voorover gebogen op zyn schrijftafel te slapen.” „Zou hij nu waarlijk weder den geheelen nacht hier hebben doorgebrachtzeide de toegesprokene hoofdschuddend en op een gedempten toon. „Pas op, mynheer de Lairis. maak hem niet onverhoeds wakkerIk moet hem eerst waarschuwen-” Uiterst beleefd den bezoeker een weinig ter zijde duwend, drong de laatste spreker het vertrek binnen, waarin een bedompte lucht heerschte. Antonio was een man op leeftijd reeds, ruim zeventig jaar, zeer mager, zeer uitge droogd, maar zoo recht als een kaars en met iets militairs in al zyn bewegingen. Al was hy ook een bediende, van het gewone type onbeschaamdheid met een vernis van slaafsche onderdanigheid week hij ten eenenmale af. Zyn gelaat was taankleurjg, met scherpe trekken en levendige, donkere oogen. Hy droeg een korten vollen baard, die sneeuwwit was evenals het kort afge sneden naar. Antonio had by het spreken een neusklank dien de zonen van het Iberische schiereiland eigen is, maar ook zonder zyn geluid te hebben gehoord, kon men ’t hem aanzien, dat hy tot het Spaansche ras behoorde. Hy was afkomstig uit een der noordelijke pro vinciën, die de zaak van Don Carlos waren dient daarbij wel overwogen. Maar nooit mag het middel tegen die kwaal zijn een aanranding van een onzer belangrijkste grondwettige vrijheden, ge paard aan een overdracht van bevoegd heid, die alleen deu rechter toekomt, op een administratie, op een aantal onver antwoordelijke ambtenaren die daarvoor wel het minst geschikt zijn. En dan die strijd met „de veiligheid van de Staat”, met „de openbare orde”. De gevolgen van een dergelijke caoutchouc- bepaling zijn niet te overzien. Aan de postambtenaren zal indien de heer de Marez Oyens zijn zin krijgt de abso lute macht worden gegeven, couranten, manifesten, verkiezingscirculaires en wat dies meer zij tegen te houden of althans, b.v. in verkiezingsdagen, door vertraging nutteloos maken, wanneer de bevoegde ambtenaar dit in strijd acht met zijn op vattingen der maatschappelijke ordeZoo zal well'cht in de eerste plaats socialisti sche en anarchistische, lectuur belemmerd worden, maar niet minder zal een goed- geloovig katholiek, wien deze macht wordt toevertrouwd, geneigd zijn anti-papisti- sche lectuur en de antirevolutionaire post ambtenaar, elk jegens de regeering on vriendelijk strooibiljet strijdig houten met openbare orde of goede zeden Dat men daaraan kan ontkomen door verzending onder envelop, bewijst alleen het farizeeïsche in deze nieuwe bepaling. Metterdaad wordt liet recht om lectuur te .verspreiden die uit den booze is, vast gehecht aan de betaling van een paar centen meer I In de praktijk evenwel geven die paar centen den doorslag, om dat zij een nieuwe b ‘lasting zoude be- teekenen op de drukpers, een belasting die metterdaad de doodsteek zou zijn voor de verspreiding van gedrukte stukken. Nog eens, art. 9 der grondwet kent slechts ééne grens voor het daar gefor muleerde grondrecht: de strafwet. En art. 159 erkent het récht om inbreuk te maken op de onschendbaarheid van het briefgeheim door de wet, maar verwijst de uitvoering dier wet uitdrukkelijk naar den gewonen rechter. sehijn van billijkheid een stap te kunnen doen in de richting van reactionisme en concentratie van gezag. Misschien hebben wij daarom minister de Marez Oyens dankbaar te zijn voor zijn postwetje, dat de oogen der tot-nu- toe-verblinden zal moeten openen voor het heilloos drijven der regeering, en wij achten het een gelukkig verschijnsel dat b.v. de „Nieuwe Courant” zoo openlijk post vat tegenover dit nieuwe wanproduct uit de ministerieele keuken; Het is bekend, dat de wet op de brie venposterij tot nu toe aan de postadmini stratie de bevoegdheid tot weigeren der verzending alleen van die stukken gaf, „te wier aanzien zekerheid of vermoeden bestaat, dat zij stoffen bevatten, die ge vaar voor de postambtenaren of schade aan de gelijktijdig te verzenden stukken kunnen doen ontstaan”. Stukken dus die stoffelijk gevaar opleveren. Thans wil de regeering aan de postad ministratie gelijke bevoegdheid geven ten aanzien van „niet gesloten stukken”, wanneer hun inhoud „in strijd wordt ge acht met de veiligheid van den Staat, de openbare orde of de goede-weden”. Wij aarzelen geen oogenblik dit voor stel van wet volstrekt onaannemelijk te noemen èn om zijn algemeene strekking èn om zijn ongrondwettig karakter. Want, al moge ook dr. Kuyper in' „Ons Program” de antirevolutionairen den eed op de grondwet veroorloven „zonder gebonden heid aan litteralistische” uitlegging harer bepalingen, van art. 159 onzer grondwet is onmogelijk tweeërlei interpretatie denk baar. Er zijn weinig bepalingen in onze constitutie die zóó duidelijk zijn en wier historische basis zóó vaststaat. „Het geheim der aan de post of an dere openbare instelling van vervoer toe vertrouwde brieven, is onschendbaar, be halve op last des rechters, in de gevallen in de wet omschreven” zegt het grond wetsartikel, waarbij geen twijfel kan be staan of het woord „brieven” moet in den ruimsten zin worden opgevat, niet maar in den zin van „gesloten” stukken Een brief zonder couvert het „Sociaal Weikhlad” wees er terecht op is evengoed een „brief’ als een briefkaart dat iavoor beide bestaat het grondwettig geheim zoowel als voor een besl’st ge sloten stuk. En wanneer de postwet onderscheid maakt tusschen gesloten en opep stukken, dan betreft dat alleen de kwestie van het tarief, het lager port, dat men voor minder belangrijke of op grooter schaal verspreide stukken meende te moeten toestaan. Dat nu ook een der „burgerlijke en .staatkundige grondregels”, zooals onze eerste constitutie van 1798 dit soort be- pidingen niet oneigenaardig betitelde, wij bedoelden de vrijheid van drukpers, vast gelogd in art. 7 opzer grondwet, door dit wetsontwerp feitelijk wordt aangerand, is duidelijk en vindt steun in onze recht spraak, die als vaststaand aanneemt, dat laatstgenoemde staatsburgerlijke vrijheid ingekort wordt reeds door elke bepaling die hinderpalen in den weg legt aan liet uitspreken en verspreiden van denkbeelden door de drukpers. Slechts één belemmeren wordt in de grondwet toegelaten: door de strafwet. Zij - alleen kan -de uitzonderingen vast stellen, en de rechter alleen mag uitspraak doen of in bepaalde gevallen aan die wet niet is voldaan. En deze macht die al leen des rechters behoort te zijn, zal nu worden gegeven aan de postadministratie die geen enkele waarborg aanbiedt en nooit kan aanbieden van een onpartijdig en zaakkundig onderzoek! Het is een terugtreden in cesaristische manieren het woord is o. i. niet te sterk wanneer men dergelijke gewich tige bevoegdheden gaat toekennen aan eene administratie. Het doet ons denken aan de beruchte „zwarte kabinetten”. Zeker, er wordt heel wat onzedelijke lectuur en vooral illustratie verspreid. Daartegen M men echter alleen kunnen optreden langs constitutioneelen weg, door verscherping der strafwet. Mocht dat noodig blijken, dan zal daarover nader kunnen worden gesproken. Dat gezonde volksopvoeding een veel beter wapen is tegen dergelijke maatschappelijke kwalen, getrouw gebleven. Het vertrek, dat de oude dienaar met zjjn militaire uiterlyk moest doorloopen om bij zijn heer en meester te komen, die na een lang nachtwaken door den slaap was verrast geworden, was zeer rnim, doch uiterst een voudig ingericht, om niet te zeggen streng en armoedig Op een paar planken tegen een der wan den lag slechts oen klein getal boeken, in de meest mogelyke wanorde, boeken die blijk baar dikwijls werden ter hand genomen, gelezen en herlezen vrienden van iederen dag, bjjna van elk uur. Verder bad men daar twee vrouwenportretten, het een van een dame op leeftijd, met de ernstige uit drukking op het gelaat van hen, die in 't leven veel hebben geleden en moedig ge kampt het andere portret stelde een jonge vrouw voor, met een zachte en goedige uit drukking en iets dieps in den blik barer groote, blauwe oogen. Buiten 't genoemde geen andere versie ring dan twee gekruiste sabels, een koppel zadelpistolen en een karabijn van Engelscli maaksel, raat twee vreemde ridderorden waarboven een pauselijke en een Spaansche orde. Maar dat alles zag er nit als dingen, die lang en dikwijls hadden dienst gedaan, on met ons geleefd, en die zoodoende als ’t Het kon, voor wie oogen heeft om te zien en ooren om te hooren, sinds lang geen geheim meer zijn welken kant wij opgaan met de manier van regeeren van ons zeer christelijk kabinet, en men be hoefde waarlijk geen verwoed partijganger of verstokt paganist te zijn om bedenke lijk het hoofd te schudden over het beleid van den heer Kuyper en zijn ministerieele collega’s. Toch scheen een deel der vrijzinnigen, n.l. de meer behoudenden onder hen, nog niet overtuigd dat, wat de regeering na streeft, inderdaad iAecn volstrekt reacti- onarisme, ja, men mag gerust zeggen, absolutisme, voor zoover dit laatste uit voerbaar is in onzen parlementairen staat. En toch kwam het reeds in meer dan één opzicht duidelijk uit, hoezeer men in regeeringskringen aanstuwt op concen tratie van macht bij de landsregeering en versterking van het centrale gezag, wat ten eenenmale strijdt met de aloude be grippen van een gezonde ontwikkeling van ons staatsleven. Herinnerd behoeft slechts te worden, om een enkele greep te doen, aan de wijziging der gemeente wet, aan een ontslag-Lindeman, aan het ruwe optreden bij de post, aan het hard handig ingrijpen van minister Ellis bij de marine, aan de drankwet waarmede men nu op pens ons volk op het lijf valt. Wij herhalen, dat wie gewoon is zich scherp-omlijmd rekenschap te geven van wat er zooal omgaat, niet in twijfel kan verkeeren over den geest die heel dit regeeringsbeleid bezielde. Toch bleven velen betrekkelijk onaangedaan, omdat zij in de maatregelen der regeering slechts meenden te mogen zien een gevolg van ook door hen gewraakte gebeurtenissen en stroomingen. Zij zagen niet of wilden niet zien, dat men van hoogerhand maar al te gretig gebruik maakte van op zich zelf betreurenswaardige voorvallen om met Telefoon No. S* A D V ERTENTIEN worden gepl.iatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. ware een deel van onszelf zyn geworden. Wat do meubels betreft, men vond daar alleen het hoog noodige en niets wat tot gemak of weelde bad kunnen bijdragen oen zwarthouten schrijftafel met een loket en een tal van laden, bedekt met dagbladen en andere papieren, twee of drie stoelen, met paardenhaar gevuld, een voltaire, nagentjjk geheel versleten en eindelijk, bij het raiWj een tafel of liever een breed blad van den nenhout op twee schragen, waarop kaarten lagen uitgospreid en platte gronden van ves tingwerken en forten, alsmede enkele toto- grafiën van bergachtige landstreken. Er l:;gjgeeu.kle<ld of karpet op den vloer, één lau^jStjpMj’ op den schrijftafel en een andero'i;®^n,Sjthoorsleeuand, wanrop ook eene kW®5'jaMulo van zwart marmer stond, diOSpugM^ogenblik nuons ver haal begint?i'-óp half acht stond.' Door ’t kraken va» den vloer onder den eenigszins zwaren tred van den ouden Antonio, werd zyn meester, die een lichte slaap scheen te hebben, plotseling wakker, en bjj had het hoofd reeds opgebeven, voordat z(jn bediende bjj de schrijftafel ge komen is. ,0, ben jij ’t, Antonio klonk de be daarde stem van iemand, die altijd zoodrn by wakker werd, tevens klaar wakker was. (Wordt vervolydj

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1