ITS. baar 1EÏÏ sextract /Vteuwz- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Ej g Hr., 24 December 1904. 43sle Jaargang. Bullenlandsch Overzlcbi. MU IL LETOS. Laarzenmagazijn 30. KE\MSGEVI\G. 'ijs Haar meer!!! lis, Zaterdag No. 9603. van n, GOUDA. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. UNKMAN Zm I ANT, den modellen te RUIS” SARDEMANN 50 cts., 75 ct. ers en Drogisten \NKEIi! Rotterdam. FEB, Apotheker Westhaven 198 INWERK, sterk ERSCHOENEN in het e Kleiwegsteeg O#M. ZANDVOORT, •VOORT, J. 8. NG, A. DROST BJFF. den toepassingen !Ufrde Pw* iierti. Zy geven kers niet kunnen ;li, geen imitaties Ben aantal onge wis op aanvraag. KliTS Co. fiOIIDSCHE C0IR4NT meten werk. •LER IEK a N ij* Telefoon No. 8*. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per jiost 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. De legercommissie uit den Franschen Se naat heeft met betrekking tot de artikelen van bet wetsontwerp betreffende den tweejarigen diensttijd, waarover verschil van meening bestaat, thans definitieve voorstellen gedaan Diensvolgens zal de wet, in overeenstemmin Inrichtingen wrlke gevaar, schade of HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van F van der Hee te Gouda om vergunning tot v oprichten eener paardenslagerij in het perceel gelegen aan de Keizerstraat, Wijk K No. 116, Kadastraal beken! Sectie l) No, 1384 Dat op Vrijdag den 6 Januari 1905, des namiddags ten 1 */a ure op het Raadhuis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op. de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 23 December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER Generaal Koeropatkine meldt van gisteren, dat volgens mededeeling van Chineezen du. bezetting van (Port Arthur er in geslaagd zou zijn den 203 meter hoogen heuvel met bet daarop zich bevindend geschut te her overen. In den nacht van 22 Dec. trachtten on geveer 40 Japansche vrijwilligers een Rus- sischen bewakingspost te overvallen. De tijdig gewaarschuwde Russen ontvingen hen ech ter met een hevig vuur dat de Japanners tot de vlucht noopte. pn ueuwe fiiiKhin <lc grijze huren jjn.'ii, mankt hei let het uitvallen 1 het hoofd weg. London. >0 per flacon. sDAAL M 9, by Telefoon So. *2 ADVERTENTIES worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. het zich opofferen voor anderen, tot een martelaarschap, dat beslist kan worden met een enkel woord, doch waarvau de gevolgen niet gewikt en gewogen worden. Zoo had ook later, toen zij Eduard de Lairis in de armen viel, het gevoel, dat zij haar leven op het spel zette, haar eer, haar goeden naam, haar geluk op deze wereld en hiernamaals, gepaard aan de overtuiging, dat zij, aldus handelend, het onvrijwillig on recht goed maakte, dat zij had gepleegd aan den teeder beminde barer kinderjaren en het onverdiende lijden, berokkend aan hem, die op het eenmaal gegeven woord had ver trouwd zoo hadden dan dat gevoel en die overtuiging, dat idealiseeren van iets, wat toch inderdaad slecht moest heeten, geza menlijk het hunne bijgedragen tot haar val. Toen haar vader in doodsnood verkeerde, geplaatstvoor een zelfmoord of een onteerend vonnis, had ook de haar aangeboren edel moedigheid terstond aan alle bedenkingen het zwijgen opgelegd. Ze had ook haar vader zoo zielslief. Ondanks de smart, die ’thaar veroorzaakte, ondanks de wanhoop bij haar verbroken liefde, zeide zij aan ai haar droomen vaarwel en liet zy zich naar het altaar geleiden, gelijk anderen het zich naar den brandstapel had den laten doen, in het geloof, dat zy zich opofferde voor een edel doel. Al redde zjj zoodoende ook haar vader, een teeder gevoel voor den man, die het redmiddel had verschaft, kwam nooit by haar op. En hierin lag de fout van d’Orvilliers, een fout van zyn karakter en van zyn tempera ment, dat hy er zelfs nooit aan gedacht bad om zich zelf laat staan aan Edith de vraag te st&llen, of zy hem wel zou kunnen liefhebben. In de weinige weken, die er verliepen tusschen haar stamelend „Ja” en de plech tige huwelijksvoltrekking, had hy zich niet eens de moeite gegeven om te onderzoeken, wat er omging in dat jonkvrouwelijk hart. Hy geloofde, om ’t maar ronduit te zeggen, niet, dat Edith O’Brien hem liefhad, maar hy vond het zeer natuurlijk, dat die liefde nog niet bestond. Volgens zyn begrippen, behoefde het kind, dat pas uit de kloosterschool gekomen was, hem niet te beminnen. Een hartstocht van haar kant zou hem wellicht onaangenaam hebben getroffen. Zy zou hem leeren liefhebben, wanneer zy mevrouw d’Orvilliers heette, alleen om het feit, dat zy zyn vrouw was, omdat de vrouw den man, wiens naam zy draagt, moet be minnen. In de oogen van den man met zyn strenge principes, van dien slaaf van zyn plicht, De studenten besloten in een heden ge houden vergadering de colleges tot na Kerst mis niet meer te bezoeken, om den rector van de universiteit hun verontwaardiging en verachting te tóonen voor het verbod tot het houden van vergaderingen. In een door de studenten aangenomen motie wordt gezegd, dat zy als burgers van het toekomstige herboren vrye Rusland ver vuld zyn van het gemeenschappelijk ideaal van economische, politieke, burgerlijke vrij heid. Zy legden een eed af om met alle mid delen en alle inogelyke inspanning er voor te strijden dat do totstandkoming van een democratische sociale organisatie worde bereikt, die het onderdrukte vaderland zal bevrijden en de gewelddadigheden zal ón mogelijk maken, zooals plaats hadden by de met wat de minister voorstelt, een jaar na hare afkondiging in werking treden. In afwijking van do compromis-voorstellen van de* minister houdt de commissie echter vast: aan twee maal 28 dagen oefentijd voor de reservisten, een maal 8 dagen voor de land weer, aan 2 jaren actie ven diensttijd voor Algerjjnen en Tunesiërs, aan drie kwart gedeelte van de onderofficieren en de helft van de korporaals aan zich vrijwillig op nieuw verbindend kader. De leerlingen van St. Cyr en do polytechnische school zullen een jaar als gewoon soldaat dienen, even eens dio van de overige op militaire wjjze georganiseerde groote scholen. De laatsten krygen nog een bijzondere militaire opleiding en dienen dan, na het verlaten van de school, hun tweede jaar als reserve officier by den troop, maar zyn slechts verplicht tot twee oefeningen in de reserve. Alle overige manschappen kunnen aan het einde van hun eerste dienstjaar examen afleggen voor ad spirant reservc-officier en, na geslaagd te zyn, daartoe benoemd worden. Zy krijgen dan een half jaar lang een bijzondere op leiding, kunnon na het afleggen van een twtede examen in het tweede halfjaar offi- cieè van de reserve worden en moeten als zodanig driemaal aan oefeningen meedoen. De|e nieuwigheid dient om den staat te VMfcekeren van een bruikbaar reserve- offcierscorps. De Weensche pers neemt tegenover het Hongaarsche parlementaire conflict een ver van onpartijdige houding in acht. Zy is beslist op de hand van Tisza. Een voor beeld daarvan is b.v. het clericale Vader land. Dit streng katholieke blad besluit zyn beschouwingen, kennelyk niet zonder vol doening, met de verwachting uit te spreken, dat de Hongaarsche oppositie (waartoe o. a. de goed-Roomsche graaf Apponyi behoort I) op genade of ongenade zal moeten capitu- leeren voor Tisza (den orthodoxen protes tantVermoedelijk, ligt de verklaring van die houding der Weensche pers in de om standigheid, dat de oppositie voor ’t grootste deel de party der ultra magyariseering ver- vertegenwoordigtde party, die er door haar streven naar eigen emblemen voor het Hongaarsche gedeelte van het gemeenschap pelijk leger, door den eisch naar Hongaarsch als kommandotaal e. d. naar streeft den band met Oostenrijk steeds losser te maken. Dat de keizer-koning Tisza’s handen heeft gesterkt door zyn toestemming te geven voor ontbinding van den Rijksdag, zal overigens ook niet zonder invloed op de Oostenryksche pers zijn gebleven. was men eerst dan tot de liefde gerechtigd, wanneer ze door ’t huwelyk gewettigd was geworden. Vóór dien tyd zou een betuiging van liefde hem misschien wel verschrikt hebben. ’t Was geheel voldoende, dat de vrouw zyner keuze, zich gelukkig en trotsch ge voelde in ’t vooruitzicht van zyn naam te zullen dragen, zyn onbesmetton naam, dien hy als iets heiligs beschouwde. Waarom zou zy later voor hom niet al die gevoelens koesteren, die hy van haar verlangde Waarom zou zy zich niet erkentelijk be- toonen voor zyn vrijgevigheid en voor zyn edelmoedig gedrag Wat hy gedaan had, was dan ook inder daad zeer groot en zeer edelmoedig geweest, een daad van iemand met een goed en edel hart. Maar hy vergat, haar dat te verklaren of beter gezegd, hdar dat te doen beseffen, en te gevoelen. Van haar kant dacht Edith zelfs niet aan zyn edelmoedigheid. Nog zeer jong, nog niet door de onder vinding gerypt, en bovendien te verblind door een andere liefde om in dat gesloten hart te kunnen lezen, zag zy slechts dit „Die man betaalt myn vaders schulden en neemt my daarvoor als vrouw in huis. Wordt vervolgd.) wreede slachting van de deelnemers aan de betoogingen ep 18 en 19 December. Ten slotte wordt gezegd, dat in geval van bestraffing van de deelnemers aan deze ver gadering. de studenten met de arbeiders een betooging op touw zullen zetten. De hervormingsbeweging in Rusland is reeds vast geloopen. De rem heeft gewerkt. Het zophisme van den minister van justitie Moerawjef, eu de mystiek van den opper- procurator der Heilige Synode Pobjedonost- zef hebben de overwinning behaald in den keizerlijken raad op de gezonde denkbeelden van prins Swiatopolk—Mirski. En het ver wachte manifest, dat op den naamdag van den Tsaar, 19 December, verschijnen zou, is niet verschenen. Dit alles als gevolg van du „historische bijeenkomst" van den Rijksraad, die op 15 December onder leiding van den Tsaar ge houden werd te Tsarskoje Selo. De Matin is in staat gesteld van die bij eenkomst verschillende bijzonderheden mede te deden. De bijeenkomst werd bygewoond door byna alle grootvorsten en ministers de stryd werd gevoerd tusschen de ministers Moerawjef en Kokovzof en den opperprocurator Pobjedo- nostzef eenerzjjds, de ministers Swiatopolk- Mirski en Witte aan de andere zijde. En hot is te begrypen dat de Tsaar be- sluiteloozer dan ooit van dezen ministerraad terugkeerde. Zoodra de vergadering geopend was kreeg minister Moerawjef het woord over de moge lijkheid om hervormingen in te voeren. En deze minister kwam in een lange en inge wikkelde r-devoering tot deze merkwaardige conclusie. „De Tsaar heeft wettelyk niet het recht het regeeringsstelsel van het ryk te veran deren hy moet de bestaande wetten zorg vuldig naleven, en de wet waarop het geheele ryk berust is de autocratische monarchie. De Tsaar zou dus een onwettigheid begaan en zyn plicht schenden indien hy de grondsla gen van den staat wijzigde.” De minister van justitie schijnt niet in te zien, dat deze theorie de ontkenning is van de autocratische beginselen die hy op den voorgrond stelde. 54) Was O’Brien bekend met de wederzydsche genegenheid der jonge lieden Waarschijn- lyk wel. Keurde hy de liefde van zyn dochter voor den zoon van zyn besten vriend goed? ’tWas wel aan te nemen. Niettemin legde by Edith den toestand bloot, zonder haar iets daarvan te verzwij gen. maar ook zonder Eduards naam te noemen en zonder haar aangaande hun ver standhouding iets te vragen. Uy schilderde haar de werkelijkheid, gelyk die was, het onteerend vonnis, dat onvermijdelijk hem te wachten stond en zy ze begreep van die ingewikkelde zaken nog veel minder dan haar vader zy zag alleen de schrille wer kelijkheid en begreep alleen, dat er niet veel keus voor haar overbleef. Of de zelfmoord van haar vader of het huwelyk voor haar. Edith was we zeiden het reeds evenals haar vader en het meerendeel der kinderen van zyn ras, van een natuur vol geestdrift en hartstocht, spoedig geneigd tot Een groote Weensche courant de „Zeit,” teekent verzet aan tegon do houding barer collega’s. De eenvoudigste politieke wijs heid, zegt dit blad, behoorde ons te lèeren, dat in den stryd om de Lex-Daniel (de befaamde wijziging van het reglement van orde) onze sympathiën moeten zyn aan die zyde, van welke een krachtige weerstand is te wachten tegon een op de toepassing van art. XIV berustenden Ausgleich en togen onafzienbare militaire uitgaven. Du oppo sitie, diu het Ausgleich werk van 1867 eer lijk bestrijdt, verdient de voorkeur boven de regoeringsparty, die het met oneerlijke middelen verdedigt. Uit Konstanlinopel komt het bericht dat een aantal Oeloma’s den sultan een adres hebben aangeboden, dat gericht is tegen do financieele commissie. Uit dit b» richt mag men opmaken, zegt de „Voss Ztg.”, dat die commissie nog bestaatvan haar werk echter heeft men sedert lang niets meer vernomen. Zy werd in 1900 door den Sultan inge stold, om middelen aan te geven ten einde het deficit in de staatshuishouding te doen eindigen. Dit doel meende de commissie, wier voorzitter de vroegete Turksche gezant te Parys Zio-pasja, is, het best te kunnen bereiken door op al het beschikbare geld ten spoedigste beslag te leggen. Alle kan toren, die nog over middelen beschikken bonden, werden eenvoudig leeggehaald. Het ministerie van openbare werken moest een bedrag van 20,000 Turksche ponden dat het aan gedeponeerde gulden bezat, afgeven het ministerie van justitie een bedrag van 30,000 T. P., de Banque Qttomane moest 70,000 T. P, afstaan, en alle provinciale gouverneurs kregen de opdracht de beschik bare gelden onmiddellyk naar Konstantinopel te zenden. Verschillende Valis weigerden dit bevel na te komen er ontstonden allerlei geschil len, ook met de beheerders der ministeries, en ten slotte kwam in 1901 het bericht dat do commissie ontbonden was. Waar het geld gebleven was, dat de commissie zich had laten uitkeuren, vernam niemand. Uit het bovenbedoelde adres zou men echter kunnen opmaken, dat du commissie nog bestaat, of dat hy onmiddellyk door een andere vervangen is, die op den ingeslagen weg is voortgegaan. De tekorten zyn niet verminderd, van voorstellen tot verbetering geen spoor, integendeel, voortdurend toonen berichten over niet-uitbetaalde soldijen en salarissen, dat de toestand steeds erger wordt. En thans schynt zelfs onder du goede Mosleinin, de schriftgeleerden, de Oolemas

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1904 | | pagina 1