1 I aar No. 9620. Maandag 16 Januari 1905. Il 44ste Jaargang. Ter 11 i FEVILLETUX. i M| Buileulandscb Overzlcbi. ttl’ cao «glijders werkelijke hnlp JAMMER TC A P. NT, n modellen te Ti FEHS Jz. ER JIZEN uime Warande ■n vu» Gas en i’.iaid«n. Iniponeerend Kleinhandel In sterken drank »t IOS moelon rijpen, al- XXVI. I up W" ordl vtrvolgd.) „Morgen kom Ik nog eens hooren, hoe n toepassingen \erde Pw» rta. Zy geven rs niet kannen geen imitaties briefkaart» or It itfgeaonden door ItbOmmel. spiksplinternieuws om de kiezen te uw hunihm O’Brien/ OUDE rk: i aantal ongf- i op aauviaag Ï2W Co. tfa KchM Da wetman )gen in den naaia dea vervaardigd t wereldhe er* Stoll- j uur bij i van aehlluiid la kurk steeds roor- >n na.>m dar Firma PB O et,., TA ct. 8 en Drogisten KKR.! {otterdam. B, Apotheker ’eathaven 198. NKMAN A Zn prafbuajM a Ö.35 >ot Kader- De Lairis kon ongeveer een uur thuis zyn, toen zyn bediende hem kwam zeggen, dat mjjnbeer O’Brien er was om hem te* spreken. „Laat mynheer onmiddellyk binnen komen zeide de jonge man en zichtbaar ongerust voegde hy voor zich zelf er by: „Wat komt hy hier doen Wat zou er tusschen hem en Edith zyn voorgevallen Eigenlijk was er niets buitengewoons in gelegen, dat de grijsaard hem, na by zyn dochter te zyn geweest, kwam opzoeken, hoewel mynheer O’Brien na Edith’s huw* lyk in stille afzondering levende, niemand meer bezocht. „Myn waarde Eduard,” zeide de oude man by het binnen komen, barteljjk maar ook zeer ernstig, „ik kom u nog wel bedanken *E De Russische bugrooting van 1905 toont de volgende cijfersgewone inkomsten 1,977,045,618 roebels, buitengew. 17,588,638 gewone uitgaven 1,916,065,571buitengew. 78,568,685. Op du begroeting zyn gein crediuteu uit- voor uw tydige waarschuwing aangaande de ongesteldheid van mevrouw d’Orvilliors en u tevens beloven, dat ik n, zoo lang die ongesteldheid duren zal, trouw op de hoogte daarvan zal houden.” „Vondt ge haar toestand onrustbarend vroeg de Lairis, verrast over die inleiding, waarachter hy niet ten onrechte een wenk meende te bespeuren om vooreerst niet by Edith aan huis te komen. „Onrustbarendniet bepaald, maar zy sebynt zeer vermoeid te zjjn, Zy heeft groote behoefte aan rust, zoowol wat het lichaam .als wat den geest betreft.” „Ja?" vroeg Eduard, die inmiddels het gelaat van Edith’s vader bestudeerde en getroffen werd door de ernstige, byna plechtige uitdrukking er van. „Maar ik ken haar dapperheid,vervolgde O’Brien. „Zy zal die zenuwachtige crisis wel te boven komen. Ook hoop ik, dat de goede God my de smart zal besparen, haar te zien lyden en dan onmachtig te zyn om dat lyden ook maar eenigszins te vtrlichten „Dat hoop ik voor allen, die voor Edith de genegenheid gevoelen, die zy verdient,” antwoordde langzaam de jonge man, terwyl hy voor zyn bezoeker een stoel byeeboof. „Hy is hier niet gekomen om my dat alleen to zeggen, hy had een ander doel,” dacht by by het opmerken van een zekere T 11 258. zich den tyd gunde, om af en toe eons na te denken, bleef iy geruimen tyd bezig. Toen zy gereed was, sloot zy haar brief in een couvert en reikte dat haar vader over. Beider banden beefden. Snel trok Edith haar handje terug, alsof de aanraking haar pijnijjk aandeed. het met u^is,” zeide hjj met een zwakke stem. „Morgen ben ik weer op," antwoordde zy Zy bleef voor den grijsaard staan met de armen langs het lichaam. „Omhelst ge my niet, Edith Zy huiverde en bood hem haar voorhoofd. Richard O’Brien gaf haar een kus, ging heen en richtte zyn schreden naar de woning van Eduard de Lairis. elk gekookt ik voor da klepels van olate) Alt geval /an gebruiken. Mta a 1. Of by den politieken strjjd der toekomst ooit weer eene vereeniging tusschen de democratische fraction links en rechts moge- iyk zou zyn, zooais dr Kuyper niet geheel onmogelyk scheen te achten, wie zal het zeggenmaar dat hy door zyn scheiding van het volk in „christenen” en „heidenen” die mogelykheid naar een zeer verre toe komst beeft verschoven, staat vasten is tot dusver slechts een bate geweestvoor het conservatisme. die oppositie als zoodanig my niet imponeert. In zoover niet, dat ik, al is natuurlijk dui delijk genoeg te kennen gegeven, dat men de tegenwoordige leden van het kabinet liever vervangen aag door anderen, xeon „discours Imnistre" van iemand, die wer kelijk, als aanvoerder, de oppositie ter over winning zon leiden, niet gehoord heb. De eenige van wien men dat nog zou kunnen zeggen, was du geachte afgevaardigde uit Zntfenmaar werd in zyne rede nu het positieve program van de vrijzinnigen aan gegeven Wat waren de nummers van dit program? Ten eerste „vrijheid”, dan geen laisser faire, voorts onderwijs, daarbij »°K vrye verkeer op de grenzen en dan ten slotte bet fameuze blanco-grondwetsarlikel Maar was dat nu als program bedoeld, eilieve, wie zal dan beweren, dat een der- gelyk program imponeert P” En verderIk zeg niet dat er geen ta lenten in de oppositie zyn, die myn talenten zelfs verre overtreffen, maar wanneer men my vraagt of die georganiseerde anti cleri cal oppositie my zóó imponeert, dat ik met een profetisch oog kan uitroepen; „daar komt het!” dan zeg ik „neen”. Als de heer minister zich op geljjk peil met zjjn tegenstanders had bevonden, zon hy zeker wel een weinig meer geïmponeerd zyn door de oppositieimmers dan had hy alles meer op ware grootte kunnen waar nemen en zelfs aan de rechterzijde het een en ander gezien, wat hem minder genoege- lyk zon hebben gemaakt dan hjj nu scheen. Immers het zyn toch geen kleinigheden voor welker verkrijging of behoud du oppositie in het kryt wenscht te treden. Vrijheid noemt de minister het eerst en het blanco grondwetsartikel het laatst Een nieuw bewys hoe klein de minister alles by zyn tegenparly ziet. De eisch van deelneming van het ganache volk aan de wetgeving, die toch voor allen verbindend is, ironisch aan te duiden als iets „fameus” Inderdaad, de dagen vnn 1894 liggen verro achter ons, toen de heer Kuyper met de paganisten optrok tegen de mannen met de dubbele namen, die thans zyn lyfgarde vor men. Heeft de minister heusch niet het gevoel gehad van: „daar komt het”, toen de beide groote deelen van de linkerzijde op dit punt elkander ontmoetten P Heeft hjj niet iet« voelen popelen toen Treub’s gezaghebbend woord weerklonk en onwederlegbaar voor gansch het land deed uitkomen, dat het niet noodig is om de gewaagde proefneming m«t bet tarief te ondernemen, die ons transit- verkeer zal dooden en den kleinen man voor zyn schamele behoeften zooveel metr zal doen betalen Heeft hy niets gevoeld, toen hem gewezen werd op de ontzettende toeneming van de uitgaven voor oorlog en marine? Heeft hjj niet begrepen, dat zyn onderwijs politiek toch eindelijk de geesten zou wak ker schudden Ja, de rede van den heer Treub noemde Zyne Excellentie interessant, maar „hy heeft niet gezegd of by de porte parole was van de geheele overzijde”. Alsof de wereld ge* A. Hofman voor het beneden voorvertrek het perceel aan de Heerenstraat, Wijk P voor den winkel van het De heer minister president heeft de eigen aardigheid behouden van dr. Kuyper, om nu en dan in korte, bjjiende zinnetjes zyn op vattingen mede te deelen en men moet toe geven, dat hij dan althans duidelyk -- wat men niet altjjd kan zeggen van zjjn gemo tiveerde uitlatingen over de soleriologische beginselen, over paganisme en andere din gen, die hy met zulke stadhuiswoorden aan duidt. Zoo mogen we herinneren aan de waar schuwing, die hy deed hooren tegen de mannen met dfibbele namen, een waarschu wing, die nu\al lang tot de oude plunje behoort; zóó $e uitdrukking: niemand wil hier reactie, die wel duidelyk, maar daarom nog niet juist is gebleken te zyn, want op velerlei gebied zyn we juist met volle zeilen de reactie ingestevend op mili tair gebied zelfs reeds zóó sterk, dat on langs de Standaard een waarschuwing aan het departement \an oorlog moest inbonden, een waarschuwing, die in het redactio neel gedeelte voorkomende toch zeker niet zonder instemming van hen die gezag hebben over het blad, zal zyn geplaatst. Bij het jongste begrootingsdebat heeft de heer minister-president weer eens in een korten zin zyn indruk willen weergeven, door te zeggen, dat hem gerustheid gaf „het ontbreken van eene imponeerende op positie.” Het is een bekende waarheid, dat wat men van boven af ziet, altyd kleiner blykt dan het is, en de heer Kuyper heeft zyn „eenzamen post” zóó hoog geplaatst boven ons gewone stervelingen, dat alles wat in onze laagte voorvalt, hem klein moei vóór komen en verklaarbaar is het ook, dat hy niet goed ziet, wat daar eigenlyk gebeurt. Dit blijkt duidelyk uit hetgeen Zyn Ex cellentie liet volgen: „Wanneer ik dus van eene niet-imponee- rende oppositie spreek, dan bedoel ik dat 72) Edith stond op. Ze was weder zeer bleek geworden en er schitterde een vreemd licht uit de groote, donker-omlyste oogen „Vader,” vroeg zy zonder een woord van inleiding, „vader wilt ge u voor my met een brief aan mynheer de Lairis belasten „Hoor eens, kind, ’t is een zeer zonder linge vraag, die ge my daar stelt, maar juist omdat ge ’t$oo openhartig doet, kan ik u daarop een toestemmend antwoord geven.” Meer had Edith niet noodig. Zy ging aan haar kleine schrijftafel zitten en hoewel haar pen over ’t papier vloog, zonder dat zy BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ingevolge art ra, *0 der Drank wet ter openbare kennis dat bij hen zyn ingekomen de navolgende ver zoeken oin vergunning voor den verkoop van alcoholhoudcnden drank, anderen dan sterken drank i’. van van No. 685 2*. van j. de Werk - perceel aan de Bockenbergstraat, Wijk P No. 884. j*. van F. C. Sparnaaij voor het benedenvoor- vertrek van het perceel aan de Stoofsteeg Wijk A do. 74. Binnen 2 weken, najlat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof sehriftehjk bezwaren inbrengen. Gouda, den 14 Januari 1905. Burgemeester en Wethouders voomoemd, R. L. MARTENS, De Secretaris, BROUWER regeerd werd door coalities en niet door de ideeën van de mannen, wier bekwaamheid hen* gezag deed krygen op hun gebied. Do heer Kuyper is werkelyk zeer opti mistisch. De regeering mag, meende by. dankbaar zyn, waw zy nu allengs aan het einde van deze eerste (wetgevende) periode komende, mag zeggen, „dat de coalitie vas ter staat dan ooit, veel vaster dan in het begin.” „Zy" (dat zyn de liberalen) hebben beur telings èn op den heer de Savornin Lohman eh'do zynen, èn op de Rooinsch Katholieken, èn op de anti revolutionnairen niet zelden de proefpers gezet om te zien of hel cement nog hield, en zy hebben zelfs, toen zy za gen dat het hield, nog sterker krachtproe ven aangewend om de deugdelijkheid van het cement nog eens extra te doen uitko men’’. Ook deze tirade doet weer daghelder uit komen, dat de heer Kuyper wat al te hoog boven het nlle^angsche staat om goed to kunnen onderscheiden. De scheuren in het bloc heeft hy en hjj alleen niet gezien nu, zoo lang het ding stil ligt, blyven die ook onzichtbaar, maajr zoo gauw er beweging in komt, ziet men dat zy lot in den bodem doorloopen. Is de heer Kuyper werkelyk al vergoten, dat de rï-geering by do Militiewet bakzeil moest hden? Heeft hjj niet zelf by de drankwet herhaaldelyk water in zyn wyn mouten doen en sommige bepalingen er alleen door kunnen halen met de paganistische hulp van de sociaal-democraten Was by de hooger onderwijswet alles zoo pays en vrede Moet hy zelf niet den heer de Savornin Lohman en de zijnen een apart smaldeel noemen Maar wat verwachtte de minister dan wel van de oppositie Dat zy nu eens iets zon hebben uitgevonden lokken Iets dat nog eerst zou vorens invloed te kunnen nitoe’enen op de praktische politiek Daarvoor is hy te goed politicus. Neon, hy meent juist dat wat wordt voort gebracht nog niet ryp is, nog geen weer klank vindt by de natie. Maar daarin kon hy zich wel eens be driegen. In 1901 sloeg de wind onverwacht in zyne zeilen. Niemand weet welken wind Jnni 1905 zal brengen, maar dat sta vast, dat wanneer de vrijzinnigen trouw zyn aan do beginselen, die zy steeds hebben beleden, zy spoediger dan men wellicht denkt, de zaak ter overwinning zullen leiden, waai aan zy ook in de donkerste uren niet hebben ge twyfeld Imponeoren behoeven zjj daarvoor niet, zy behoeven die beginselen slechts eenvoudig en klaar voor het volk te leggen. En het is een zonderlinge ironie van de geschiedenis, dat zy daarby moeten optruk ken tegen den man, die zyn loopbaan begon met de vernietiging van de conservatieve staatsparty, tot welker herleving hy onwil lens thans de aanleiding is. verlegenheid in O’Briens houding. Deze verkoos geen plaats te nemen. r<Ik dank u,” zeide hjj, „ik gn dadelijk wuèr naar huis I” H(j zucht naar zyn woorden, dat was duidelyk. Zyn voorhoofd rimpelde zich, zjjn wangen werden bleek un zich recht overeind stellend, stelde hy, zonder een zweem van geheimzinnigheid, maar daarentegen met een byna edel gebaar do Lairis E lith’s brief ter hand. „Mevrouw d’Orvilliors,” zeide hy, „heeft mij verzocht, u dit te willen geven. Beschouw het als Tslot vun hut gesprek, dal gy met haar daareven hebt gehad.” Eduard nam aarzelend den brief in ont vangst, niet begrijpend wat hy daarvan denken moest. „Lees alles op uw gemak, myn jongen, als ik weg ben,” hurnhm O’Brien. „Het moge eenigszins vreemd schijnen, dat eou vader zich met een dorgelyke commissie belast, maar hel bewijst aan den anderen kant, dat die vader een onbeperkt ver trouwen stelt in de eerlykheid van zyn kind en in de kiesheid van hem, dien hy altyd als een zoon heeft liefgehad Een afdeeling met geweren bewapende Russische cavalerie toont groute activiteit ten zuidoosten van Liaojang. Do bedoeling is blykbaar hut spoorwegverkeer te belem meren en den opmarsch \an het leger van generaal Nogi, dal de troepen van maarschalk Oyama zal versterken, tegen te houden. H<t hoofdkwurtier van Liaotoeug meldt in een rapport van Donderdag, dat Woensdag morgen te tien uur een Japanschu cavalurie- afdueling vier escadrons Russische ruiterjj ontmoette ten westen van Tangmasas. zuid- westelyk van Liaojang. Een verwoed gu vecht ontstond, dal tot *s middags half drie voortduurde. De Russen werden teruggeslagen met ern stige verliezea, De Japanners met verschillende escadrons en acht kanonnen versterkt, lokten vervol gens de Russen tot bjj Linerhpao, waar zy tot den aanval en later tot vervolging over- gingun. In dun nacht van Woensdag vertoonde zich een kleine afdeeling Russische ruitery aan den spoorwegdu lyii tusschen Ansjan- tiun, Hailsjeng, Imkou, Tasjisjiao werd ver nield, maar onmiddullyk bursluld, zoodat hut verkeer kon worden voortgezet. Woensdagnamiddag vielun tweeduizend Russische ruiters Nioetsjwaug aan. Du Ja panners trokken eerst terug, maar kregen versterking, waarop zjj tot den aanval over gingen* Du Russen worden thans vervolgd. De Russen vielun eveneens Nioesjiatoen aan, maar worden lernggeslagen. Het J&puRiche hoofd kwartier van Liao- toen meldt dat een Russische troepenmacht, blykbaar cavalerie van generaal Mislgjenko met hut tweede regiment spoorweginlanlerie en twaalf kanonnen den Japanschen poll by Nioesjiatoen nuordelyk van Yinkow een post ter bewaking dur verbindingslijnen Oi< singeld. De Russen deden uit du richting Sjansjia- toen een aanval, maar werden luruggeslagen. Zy verloren minstens tachtig man. Vyfhonderd kozakken hebben de voorraden vernietigd door de Japanners te Kaopangtse by Nioetsjwaug bijeengebracht 60UDSCHE COIBANT en idrvrtentiebhid vnor Gouda e/t Omstreken.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1905 | | pagina 1