laar
Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Ister”,
7»
I
>1
LOON,
ÜS’
cao
rastafeltjes.
irnamenteu,
els,
URVAAS.
FEVILLETOX.
Metafysische Ontaarding.
Maandag 30 Januari 1905.
44ste Jaargang
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid;L
aiNKMANdkZs
riep zg nil.
Mr. Gasfitter.
die
Jein
te'
kNT,
ien modellen te
ut i«a
8dubbel* fleeclt
Voute, Zaltbomme
Rotterdam.
ihage.
J. C». Rotterdam
i FUANJE,
ie GEËMAIL-
EARTIKELEN
plaatst de echte
maak.
len toepassingen
Iderdr Por»
itrls. Zy geven
cers niet kunnen
h, geen imitaties
D.
en aantal onge-
tit op aanvraag
ittTS A Co.
ie Echt»
n, huw
ogun in don
num doa
vervaardigd
wereldbe-
sbra Stoll-
a GASGLOEI-
consurreerende
chaddytato
imlddal voor Meeree
Einderee boenwerk,
aC.I MMsr&Ca
14.-Men lettor*
ekemerfc.-
NlWMvert, faJeetenee,
W.SartemM, Aretea
reik gekookt
uk voor da-
leelepels van
Dolate) Ah
geval van
b gebruiken,
mat» TL
prcefbuejea
”a~Ü35
oor Veder*
XXX.
Teresita was inderdaad bij haar broeder.
Met warmte sprak zy hem toe, recht
tegenover hem staande, met een bezield
gelaat, met een paar oogen, die, glansend
door het tranenfloers heen, hem biddend aan
ragen, met een stem vol oneindige teeder-
heid, die de vrouw geheel onwillekeurig
heeft by alle gewichtige omstandigheden
des levens, als het hart spreekt en die u
■oo aangrypt, dat ge een gemoed van ijzer
en staal moet bezitten om daarbij ongevoelig
te bleven.
Kalm hoorde Juan Cameron haar aan,
vol zachtheid, maar tevens onwrikbaar in
het eens genomen besluit, als iemand, die
wel wil toeluisteren, maar toch door geen
redeDeering kan overwonnen worden en die
zich reeds los gevoelt van de dingen hier
beneden.
Bö het hooren openen van de deur keerde
Teresita zich om.
„Ha, mynheer de Lairis,”
ivertreflea
ers welbekend
CHT-1LIX1B
it Fabriekmerk).
de, radicale en
j van alle, selfs
nekkige Mnuw
al ontstaan door
jeugdigen leeftyd
ke zwakte, Bleet
Hoofdpijn
t - Maagpijn
Onvermogen
enz. Uit-
Maar wij hadden het tot nu toe nog
maar alleen over de handhaving van hot
recht door de overheidGod almachtig
handhaaft echter ook zelf het recht, en
dat wei onder meer door den overtreder
te bezoeken met tegenspoeden, plagen en
krankheden, alsmede met verachtering in
welstand. Nu kan de mensch ongetwij
feld hierbij een handje helpen, en zeker
hebben d^T^o^rw^je^umi onbewust in
die richting geholpen, toen^ij langen tijd
weigerden de stakers in hun dienst terug
te nemendat is voor heel wat stakers
op een geduchte „verachtering in wel
stand” uitgeloopen, en zeker, die mannen
zijn wel tot zulk een „besef van ellende”
gedreven, dat zij aan de spoorwegbestu-
ren langen tijd vergeefs „om verlossing”
riepen. Was dat nu christelijk van die
spoorwegbesturen of was dat niet chris
telijk
Wat de christelijke beginselen zijn, wil
len wij thans niet uitmakenmaar dat
de „anti-revolutionaire” beginselen op het
geheele gebied van het strafrecht zich
tegen den zoo noodigen vooruitgang in
denkbeelden op dat terrein op het hevigst
aankanten, blijkt wel uit artikel 13 van
hun program, waar zij verlangen vol
trekking van de straf aan den gevonniste,
nitjt slechts om de maatschappij te be-
siJhermen of den overtreder te beteren,
maar allereerst tot herstel van de ge
selenden gerechtigheid.
Ja, zegt Dr. Knijper in Ons Program,
„betering.... van don misdadiger is op
„verre na niet altijd gevolg van berech
ting. Het kan integendeel zelfs zeer
„wel zijn, dat de gerechtigheid een straf
„eischt, die den overtreder eer nog be
sterft dan beter maakt.... maar hiervoor
„mag de souverein niet den weg gaan.
„Hij is geen paedagoog, maar rechter
„en.... moet allereerst op de kastijding,
„op de tuchtiging, op de straf bedacht
„zijn, en dus óók in zijn gevangenissen
„het aan den overtreder wel terdege doen
„ondervinden, dat hij zich door zijn schuld
„en zonde gebracht heeft in een allerel-
„lendigsten staat.”
Laat dit de deur dicht doen en laat
„hoe ondoenlijk het hun is zich van het
„wezen dier beginselen, voor wat het
„staatsterrein betreft, een ook maar bij
„benadering juiste voorstelling te vormen”.
De regeering houdt zich hier van den
domme, doet alsof geen misverstand mo
gelijk ia, alsof maar één uitlegging van
de kern „christelijke beginselen” de juiste
kan zijn, en verwijst naar het „wezen”
dier beginselen, het aan de tegenpartij
overlatende daar achter te komen, zoo
zij er kans toe ziet.
Nu is niet ons doel de geschiedenis
der spoorwegstaking hier weer op te
.rakelen, maar wel loont het de moeite
het „wezen” van sommige anti-revolutio-
naire denkbeelden met betrekking tot het
recht van straften en de handhaving van
het gezag uit „Ons Program” op te die
pen, en dan eens te zien of wij met zeer
„bij benadering” iets kunnen gaan be
grijpen van de algemeene houding, die
de regeering in het gedenkwaardige jaar
1903 tegenover gezegde „misdadige woe
lingen” heeft aangenomen.
De anti-revolutionairen eischen voor
ons volk „terugkeer naar Gods woord”,
„ook opdat de stille onderwerping weêr
by ons vernachte”.
„Want „mijns is de wrake”, spreekt
„da Heere, „Ik zal het vergelden”, en
„het komt den arme en den daglooner
„niet toe, die wrake Gode uit de hand
„te nemen, en met de vuist te willen
„afdwingen, wat hem uit de hand zijns
„Vaders niet werd beschikt”.
De terugkeer naar Gods woord is, ge-
Telefoon Xo. S2.
De Uitgave dezer Com-ant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
(Mist 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F C E5 T EN.
l.ll! IISIIIE IlliHIM
lijk men ziet, op zich zelf reeds een goede
politiemaatregel, maar mocht zij niet ge
heel afdoende zijn, dan hebben wij ook
nog de overheid.
De overheid immers is, volgens de anti
revolutionairen, „handhaafster van Gods
wet, en met een wet van menschen kan
men nog trachten wijs, humaan en ver
standig te werk te gaan, maar past men
„Gods wet” niet in al zijn gestrengheid
toe, dan begeeft men zich op het stand
punt der „genade”, dat der overheid
volgens hen niet toekomt. Neen, de over
heid moet het „wets”-standpunt hand
haven: „immers, alleen zóó komt God
tot zijn cere”.
„Alleen als de overheid krachtig en
„energiek het wetsstandpnnt handhaaft,
„komt over de zielen die heilzame vrees,
„die ze ten laatste buigen doet voor de
„volheid der Sinaïtische geboden, en alzoo
„in dat besef Van zonde en ellende drijft,
„waaruit ze roepen zullen om verlossing”.
Men voelt het fanatieke van het ge
heele standpunt: Gods eer is zeker iets
,,boven”menschelijks, en eischt desnoods
het onmenschelijke. Gij raakt hier dade
lijk aan dingen van God zelf, en iedere
poging om een kalmeerend, verstandig
woord met een anti-revolutionair in deze
aangelegenheden te wisselen, stuit af op
de „eere Gods”, die in vroeger tijd nog
wel erger dingen dan anti-revolutionaire
steiloorigheid, respectievelijk anti-revolu
tionair fanatisme op haar geweten heeft
gehad.
Wat fanatisme wordt bij den meer
warmbloedig aangelegde, blijft formalisme,
gemengd met een meer of minder groote
dracht berekening, bij den meer nuchte-
ren verstandsmenschen gegeven deze
factoren, is het geen wonder, dat bijna
dadelijk na de eerste spoorwegstaking, de
kerkdijken het denkbeeld hebben aan
vaard, dat staking van spoorwegarbeiders
eigenlijk reeds lang strafbaar had moeten
zijn. Wént
„Door zelve de wet als wet Gods te
„handhaven en weer eerbied af te dwin-
„gen voor een recht, dat van God komt,
„prent de overheid het wetsstandpunt van
„Voeg u by hen,” zeide Berton tot de
Lairis. „Ik moet niet naar binnen gaan,
’tls beter, dat hy denkt, dat ge uit u zelf
komt, dan dat ik u heb gehaald
„Ge hebt gelijk,” antwoordde de Lairis,
„reken op mij!”
En zoo betrad hy het studeervertrek van
Juan Cameron.
er hier gaande was. Toen ik dat had gehoord,
beu ik dadeljjk gekomen. Hier ben ik nu
om u ie zeggenWanhoop niet J Al wat
met mogelijkheid te doen is, zal ik doen 1”
„Alles is onmogelyk 1”
„Geloof dat niet 1 Zyn de volharding van
mijn vriendschap, de waarborgen van mijn
eer, als Ik, waar ik maar kan, ronduit
mijn overtuiging uitspreek, niet reeds eenigc
bewijzen
„Ja, bewyzen van uw gehechtheid, maar
ook niets meerNiettemin betuig ik daarvoor
myn dank, Eduard 1 Gy brengt my den
eenigen troost, dien ik tot op het laatste
oogenblik toe nog gehoopt had te zullen
vinden Goddank niet te vergeefs en
gy ontheft my van den angst, die my kwelde
dat zelfs gy my in uw hart beschuldigd en
veroordeeld had I”
„Hoor eens Juan,” hernam de Lairis, „de
toestand is niet zoo wanhopend, als hy door
u wordt ingezien. Met wat geduld zullen wjj
denxstorm we) te boven' komen1”
K®la»t van den 100 diep verong j-
lykten man verscheen een bitter lacbju, ter
wijl hy even de schouders ophaalde.
„Laat zulke troostgronden die in waarheid
niets beduidend ajjn, aan de vrouwelyke
teederheid, aan Teresita byvoorteeldze
zijn uwer en mijner, ze i een paar mannen
verontschnldiging is, dat ik niet wist, wat 1 niet waardig. Wordt tvervobjt.)
84)
„Ik begryp zyn wanhoopik begrijp
het kloeke besluit, waarvoor ge vreest
antwoordde de Lairis bewogen„Juan
Cameron is er de man niet naar, om met
een bevlekten naam hoe onverdiend ook
te blijven leven ’t Is overigens nog
de vraag welke msn dat wel zou kunnen
Maar hoe hem te redden P Hoe hem in aller
oogen te rechtvaardigen P Hoe zijn onschuld
te bewijzen?”
„Bewys hem voofïoöpig maar, dat gy zelf
hem nog altjjd tóogacbt en dat zy, die hem
goed kennen, met geen mogelijkheid aan
hem kannen twyfelenDat zal hem,
maar ik hoop, al een groote troost zyn 1
Voor alle dingen moet hy worden terugge
houden van een zelfmoord.”
De beide vrienden vonden Antonio In da
zijkamer.
„En vroeg André Berton hem, onwille
keurig fluisterend.
„De senora is nog altyd by hemant
woordde de trouwe knecht.
I-MAGAZIJN
B 13,
De werkstakingen in het voorjaar van
1903 (naar de regeeringsuitingen „revo
lutionaire” of „misdadige” woelingen ge-
heete») zijn bij de jongste begroeting nog
weer eens opgehaald, nadien eenige leden
meenden, dat van den invloed der chris
telijke beginselen ook niets te bespeuren
- viel in de wijze, waarop het ministerie
toen optrad.
Ja, denkt de regeering, dat deheeren
daar niets van bespeurden, dat kunnen
W(j niet helpen, maar het „toont opnieuw
1 .1 t
„een hoogere macht, die beveelt, en een
„lagere macht, die te gehoorzamen heeft,
„weer zoo diep „in het volksleven”, dat,
„ongemerkt en van zelfhet ontzag
„voor wie meerder en hooger is, weer
„wordt opgebouwd”.
„Gods wet” nu was zéker overtreden
want „mijns is de wrake” enz., en al
hadden de spoorwegmannen de meest ge
gronde grieven gehad, waarvoor zij geen
gehoor, laat staan herstel bij hun meer
deren konden vinden, hun kwam het niet
toe, Gode de wrake uit de hand te ne
men en het rad des levens (ditmaal meer
bijzonderlijk het gevleugelde rad der
spoorwegen) zoodanig terzij te wentelen,
als in die dagen, door de schuld der re
geerders, geschied is.
Grieven of geen grieven dus, schuld of
geen schuld bij de spoorwegbe.sturen,
„Gods wet” omtrent de stille onderwer
ping behoorde spoedig in een strafwet-
artikel belichaamd en staking van spoor
wegmannen en eenige andere categorieën
strafbaar gesteld te worden.
Ja, hier was wel godsdienstig fanatisme,
gemengd met een goede dosis vrees voor
en wantrouwen in de arbeidersbeweging
aan het woord, en hoe zou men van
gemoederen, zoo sterk bewogen door
vrees en geloofsijver/bverstandige besluiten
hebben kunnen verwachten?
Ontijdig en effectloos, prikkelend en
zeer geschikt om de ontevredenheid der
spoorwegmannen op peil te houden, blijft
de strafbaarstelling van staking een werk
tuig, dat onze „christenen” bij voorko
mende gelegenheid zeker niet nalaten zul
len met grooten ijver te hanteren.
Nu behoeft onder een regecumg,
den godsdienst buiten het politiek lerb
houdt, het gezag natuurlijk geensziW
lijden; dat hangt eenvoudig van de ka
raktervastheid van de verantwoordelijke
personen afmaar onder een regeering,
die den godsdienst binnen de politiek
haalt, blijft een dorre en onmenschelijke
uitoefening van gezag een gevaar, dat
niet te onderschatten isde gerechtigheid.
Gods moet immers onvoorwaardelijk haar
eere hebben.
„Weos welkom 1Kom den eerlykslen man
der wereld bewyzen, dat zyn ware vrienden
hem niet verlaten, niet aan hem twyfelen,
hym trquw zyn gebleven en hem tot het
einde toe ook getrouw zullen blyven.”
„Dat kwam ik ook inderdaad doen, me
vrouw,” antwoordde Eduard.
„Hy groette baar beleefd en wendde zich
totj Cameron.
„Vriend,” zeide hy, ik hoop, dat gy even
min aan my hebt getwyfeld, als ik bet aan
u heb gedaan.”
By het zien van den jongen man kwam
er een vluchtige flikkering van blijdschap in
zyn sombere oogen. Hy stond haastig op en
drukte de Lairis, zonder er iets by te zeggen
met innige hartelijkheid de hand.
„Ik zal de beeren onder vier oogen laten,”
zeide Teresita, wel begrijpend, dat het haar
broeder gemakkelykér zou vallen om, zonder
baar bjjzyn, vryuit tb spreken tot den zoo
langste vergeefs verwachten vriend, dio
misschien van zyn kant alleen een grooter
invloed op Juan zou kannen uitoefenen.
„O red hem, red hem fluisterde zjj onder
’t voorbij loopen de Lairie toe
„Ge komt wel zeer laat I” zeide Cameron,
zoodra zyn zuster vertrekken was.
„Dat kunt ge mij niet bitterder verwyten,
dan ik ’t my zelf doe, Juan! Myn eenige
Telefoon W. H 2
A DVEUTENT1EN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.