rs. S Hl extract laar I NG 3Q ZEN b Warande an Gm- an den. aiwmagazijn 0. (io. wor». TuiuiHiHg o r eoriian ivuo. 44ste «laarg 44ste Jaargang. Het gewijzigd arbeidscontract, FEUILLETOX. i |den ar- I 11 i«a (MAN A Zu 5ANDV00RT, OORT, J. S. 9, A. DROST FF. t gekookt Toor <h- lepel. vu Al. w«I 7»n etrtiken. a a. iUIS” 8ARDEMANN Bit No. bestaat uit Twee Bladen. EERSTE BLAD. I 258. leiwegjteeg. .NT, en modellen te en werk. Jen toepassingen Ider de I* or" .erts. Zy geven .ers niet kunnen i, goon imitaties IL en aantal ongo is op aanviaag. RTS *0 Co. yfcrts m c* I TOOT HmTM rwhocnwcrkf Müller I Ca len lette goed a 0.35 Medar- Ie Echt» eeeamhfi en in den naain des Jrvaardigd wereldb©- r* Stoll- i Itlli raiE COtBANT ïVtewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Telefoon No. 82. De üiigave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering Aan Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V LI F CEN T F N. or een klei- et Vrbeids- 89) AU» rlei {gedachten gingen de Lairis door het Hoofd en ae hielden hem zoodanig bezig, dat hy geen ©ogenblik ongeduldig werd, hoe- /wel er meer dan een half uur met het wachten verliep. Eindeljjk werd een zijdeur geopend en trad Carolie binnen, een meisje van twintig jaar, lachend van gelaat, goed ontwikkeld van lichaamsbouw en met iets gracieus in al haar bewegingen, vooral bij het neerzetten der kleine voeten. De oogopslag was guitig, bij het brutale af, en ’t gelaat teekende wel eenige geestigheid. Ze was gehuld in een losse, sierlijke peignoir, die wel bewees, dat zij haar tijd althans niet had besteed aan het maken van toilet, teen zij de Lairis zoo lang had laten wachten. .Vergeef ’t mij, vriendlief, dat ik u anti chambre heb laten maken” begon zy, „maar ge komt hier ^oo zelden en ik was uw be zoek zoo weinig wachtende, op dit uur ten minste, dat ik naar bed was gegaan en als een kind met gesloten vuistjes lag te slapen.” nie^-nakoming van eenige voorgeschreven verplichting tot schadevergoeding zijn ge houden. Eene dergelijke bepaling ontbrak in het ontwerp-Loeff, maar is nu opge nomen. Gevolg gevende aan het van verschil lende zijden uitgesproken verlangen in het voorloopig verslag heeft de minister een artikel opgenomen, waardoor de bevoegd heid des werkgevers om van den arbei der te bedingen, dat deze hem na afloop van de dienstbetrekking geen concur rentie zal aandoen, wordt geregeld en beperkt. Slechts noode wil men een der- gelyk beding toelaten, dat de vrijheid van arbeid aantast. Vandaar het recht matig verlangen der Kamer om eene regeling dienaangaande in de wet op te neipen. Ook zelfs wanneer een dergelijk beding is gemaakt, zal de rechter de be dopgen schadevergoeding, indien deze hem bovenmatig voorkomt, steeds nere som kunnen bepalen. Voor de geldigheid van het sment is een derde vereischie vast- dd, n.l. dat een volledig exemplaar eene voor f gemakkelijk toegankJjUtóa» mogelijk in het arbeidslokaal, zoo-’ gedacht vast heeft,” zeide Coralie een beetje spijtig, „en dat het heel erg noodig is, dat niemand haar verdenkt Ge zult zelf wel vinden, dat ik heel goedhartig ben om my een rol te laten welgevallen, die toch eigen lijk vernederend voor my is.” „Die vernederend zou zyn kindlief, als niet het aantal uwer aanbidders mjjn vonnis en uw triomf ware I” „En dan, niemand vermoedt iets „Niemand zou het gelooven, zelfs als het door u zelf werd verteld „Vooral niet, als ik het zelf vertelde!” „Precies Alles is dan zeer goed mogelyk. De menschen lachen my nu misschien achter myn rug uit, maar wy kunnen het hen doen, niet waar, omdat zy zich zoo deerlijk ver gissen P Overigens geloof ik niet, dat ge u over my hebt te beklagen.” „Het tegendeel is waar. Ik heb u te danken”. „Waarom P” „Voor uw duel I O, myn waarde, zulk een blyk van genegenheid had ik nooit durven vragen, maar dat, ziet ge, dat was heel kranig en heel chic en drie van myn beste vriendinnen zyn nu woedend geworden.” „Welnu Coralie,” dienst voor dienst, niet waar P” „Ja, natuurlijk I Wat is er gaande P” „Dat zal ik u zeggen Een man, van wien geprocedeerd worden, natuurlijk vooral uit een financieel oogpunt. In het voor loopig verslag heeft .deze kritiek of beter gezegd de weerklank dezer kritiek eene ruime plaats gevonden. Het hoofdverwijt aan den minister was, dat hij meer ju ridisch dan sociaal is aangelegd, waar door zijn wetsontwerp te veel juridisch en te weinig sociaal karakter vertoonde. De vraag was nuzal de regeering op grond hiervan haar ontwerp in socialen zin wijzigen? Half Januari verscheen de memorie van antwoord, waarbij een gewijzigd ont werp van wet gevoegd was. Talrijke en belangrijke wijzigingen zijn aangebracht. Wij willen hierbij eenige oogenblikken stil staan om met een enkel woord aan te geven, in hoeverre het ontwerf naar onze meening is verbeterd. Allereerst is als criterium ter onder scheiding van arbeiders, voor wié bepa lingen van dwingend recht in mberdere of mindere mate noodzakelijk zijn, niet meer de tijd, waarbij het loon is vast gesteld, maar het bedrag van hpt loon zelf aangenomen. In het voorloopig ver slag had men er op aangedrongen, niet de termijn, waarbij het loon is „vastge steld”, maar die, waarbij het loon wordt „uitbetaald”, als criterium te nemen. De regeering heeft bij nader inzien haar eerst gesteld criterium losgelaten en daarvoor het looncriterium gekozen, dat ook in het ontwerp-Drucker voorkomt. Evenwel is het grensbelang van drie tot vier gul den verhoogd, ook in verband met en kele bepalingen uit de Ongevallenwet. In de tweede plaats is de redactie van een aantal artikelen in dien zin gewijzigd, dat ook de handelsbedienden, die op pro visie werken onder de wet vallen, terwijl omtrent de beambten en bedienden der spoorwegdiensten is bepaald, dat de wet, voor zoover niet het reglement voorziet, toepasselijk op hen is. Dit is nu uit drukkelijk bepaald. Zoowel in het ontwerp-Drucker als in het ontwerp der vorige regeering kwam eene bepaling voor, dat partijen ter zake van opzettelijk of aan schuld te wijten „Wel dan spyt het me, dat ik je zoo heb gederangeerd,” zeide de Lairis, kameraad schappelijk de hem toegestoken hand^ druk kend. „Maar ik moest u noodzakelyk spreken. Laat dat myn verontschuldiging zynIk had u een dienst te vragen’/ „Op dit uur vroeg zy met een schalksch lachje „Spreek Waar ik u aangenaam mee kan zyn, doe ik gaarne.” „Geloof me, ge kunt me van veel nut zyn, Carolie!” „Kyk, dat zou voor ’t eerst zyn,- dat ik u tot iets diende 1” riep zy spottend uit. Zy kwam by hem zitten, trok een klein tafeltje met rook-ingredienten naar zich toe en begon een sigarette te rooken. „Ik luister „Het betreft een zending Carolie, een di plomatieke zending.” „Komaan, dat begint al heel deftig En by wien moet die diplomatieke zending plaats hebben P” „Dat weet ik zelf nog niet. Dat hangt af van de menschen, dia jij ’t gemakkelykst zult kunnen naderen.” „Er zyn er weinig, denk ik, die mjj belet zouden geven”. „Ja, dat denk ik ook.” „Zonder jaloezie P” „Zonder jaloezie. Je weet onze afspraak, Nu, ik geloof, dat zy, die u vast heeft, u Onder de wetsontwerpen, welke naar alle waarschijnlijkheid nog vóór Juni in de Tweede Kamer zullen behandeld wor den, behoort ook dat betreffende de re geling van het arbeidscontract. Een wets ontwerp, dat voor ons land in eene drin gende behoefte voorziet. Nadat het in opdracht van de ministers van justitie Smidt en Cort van der Linden door mr. H. L. Drucker was bewerkt, is het onder het vorig kabinet bij Koninklijke boodschap van 7 Mei 1901 reeds inge diend en, nader gewijzigd door minister Loeff, 28 Januari 1904 opnieuw bij de Kamer ingekomen. In arbeiderskringen heeft het laatste ontwerp veel bestrijding ondervonden en wel het meest de bepaling, dat de ter mijn van opzegging van de overeenkomst voor beide partijen met veertien dagen wordt verlengd voor elk vol jaar, dat de dienstbetrekking tusschen werkgever en arbeider] onafgebroken heeft geduurd. Men ziet daarin de vernietiging van het sta kingsrecht, het strijdmiddel voor de ar beiders. Immers niet alle arbeiders zou den tegelijk kunnen staken, daar de ter mijnen veel zouden uiteenloopen en dus eene staking in massa onmogelijk zijn. Begrij pelijk is, dat de stakingswetten van April 1903 van arbeiderszijde met een meer dan waakzaam oog hierop wordt gelet. M&ar ook andere bepalingen hebben geen goedkeuring kunnen vinden in de oogen van hen, die bij het totstandkomen eener wettelijke regeling van het arbeidscon tract het meeste belang hebben. Zoo de bepaling, dat boeten door den werkgever geheven, ten zijnen voordeele kunnen ko men. En eveneens het voorschrift omtrent het zoogenaamde staangeld, dat tot zeker bedrag van het loon des arbeiders inge houden bij den werkgever zou berusten. Ook de wijze, waarop door den arbeider tot verkrijging van zijn recht zou moeten Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid 1. reglei gesjel van het reglement op bejder zoó n danig opgehangen zij en blijve, dat het duidelijk leesbaar is. Dit vereischte kwam ook reeds voor in het ontwerp-Drucker. Daarentegen is in dat ontwerp niet op genomen het Vereischte, dat door den werkgever een volledig reglement ter griffie van het kantongerecht ter inzage voor een ieder moet neergelegd worden. Aan den aandrang van sommige leden in het voorloopig verslag om deze open baarheid te laten vervallen, heeft de minister geen gevolg willen geven. Naar aanleiding van de opmerkingen in de afdeelingen gemaakt, is eene be paling uit het ontwerp-Drucker overge nomen, dat de opbrengst der boeten in geen geval ten bate des werkgevers komen mag. Intusschen scheen het niet ge- wenscht uitdrukkelijk in de wet de be stemming dier gelden aan te geven hoe wel tal van buitenlandsche wetten daar omtrent voorschriften bevatten. De mi- Telefoon No. 82 A D V ER TENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. nister heeft zich ook in dit opzicht weer tot het ontwerp-Drucker gewend en wil nu aan de reglementen overlaten, welke bestemming aan de boeten moet gegeven worden. De bepalingen betreffende het recht des arbeiders op loon voor den tijd door hem tengevolge van ziekte, enz. verzuimd, zijn op onderscheidene punten herzien. Zoo is nu bepaald, dat de verplichting om het loon gedurende de ziekte te blijven uit betalen, beperkt wordt tot den duur van den opzeggingstermijn. Voorts is er ver band geschapen tusschen deze regeling en de ongevallen- ^n de komende ziekte; verzekering. Bevalling wordt met ziekte gelijk gesteldde minister kon echter niet meegaan met degenen, die daarvan wilden uitsluiten de bevalling eener ongehuwde vrouw. Voor alle gevallen dit te doen acht hij niet redelijk. Het staangeld vond ernstige bestrijding. Men achtte dat daardoor geldelijke ban den zouden ontstaan, waarmede de arbei der gekneveld zou worden. Bovendien zou bij faillissement van den werkgever een groot deel van het staangeld ver loren gaan, terwijl de mogelijkheid niet uitgesloten zou zijn, dat de werkgever het zich door verduistering als anderszins zou toeeigenen. De minister handhaaft het staangeld en terecht. De werkgever moet ook waarborgen hebben, dat de arbeider niet straffeloos tegenover hem misbruik maakt van zijn gemis aan kapi taal. Maar overigens is eene andere regeling getroffen. Binnen drie dagen of eerder moet het staangeld ter Rijkspost- spaarbank worden gelegd. En >vil de werkgever schadeloos gesteld worden, ra.a.w. een deel van het staangeld hebben, daii zal hij eene rechtsvordering moeten instellen. Omtrent het inhouden van het staangeld zijn ook andere bepalingen ge maakt. Zoo mag niet meer dan een tiende van het uit te betalen loon telkens worden ingehouden. Tevens] is nu de bevoegdheid des werkgevers om des Zondags arbeid te doen verrichten, beperkt. Met een enkel woord is reeds gezegd, ik heel veel houd, een Spaansche balling Juan Cameron heet hy zou zoo gaarne willen weten waarom en naar aanleiding van welke orders, vóoral naar aanleiding van welke overwegingen, hem het verder verblyf in Frankrijk is vergund geworden, terwyl al de andere Spanjaarden, ballingen evenals hg en minder gecompromitteerd dan hy zelf, vervolgd zyn geworden en over de grenzen zyn gezet” „Lieve hemel, hoe zit dat in mekaar!” riep Coralie verwonderd. Zy had natuurlijk verwacht de een of andere galante geschiedenis te zullen hooren, die zy waarschijnlijk terstond veel beter zou begrepen hebben „Wat ik u daar gezegd heb, Coralie, komt u, dat merk ik wel, weinig belangrijk voor. Dat komt, omdat ge u niet bemoeit met do politiek, wat ik van uw standpunt alleszins begrijpelijk vind. Ge hebt geheel andere dingen aan het hoofd, maar de zaak is daarom niet minder ernstig voor Juan Came ron, wat u natuurlijk niet schelen kan, en voor my, wat n misschien minder onver schillig is. De genade, ham verleend, is ontecrend voor Juan Cameron, en ik houd nu eenmaal van dien man, zooals ik het een ouderen broer zou doen, die alles voor my had overgehad. (Wordt vervolgd.) 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1905 | | pagina 1