ping
L
BftST1 ®£-.
i
5
Aieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
o
Vrijdag 10 Februari 1005.
No. 9643.
I
Buitenlandse!) Overzicht.
TIJ.
ming’-
rveer
1
utexL
f 1000,—,
if.,
foem.”
44ste Jaargang
TliUI LLETOA.
f'
<O Album»
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des miiLI.
den Tsaar zou
roond.
XXXIV.
KM AN i Zx.
Wordt vervolgd).
-J
edarmoede
ischen als
er huisgo-
getnigén,
W. Het
waarde.
voldoende,
of 15 ets.
I f 25, 50
geldprljt
ianstelt.
ONGENEEL
V. B. WITTE
1 prijs
fiOlBSCHE IIHKIVT
•n en geel
dit attest.
BURG.
del legen
en sljjm-
longaan-
.AT2N-
rouda. A.
J, Schoon-
Icattrecht-
d. SPEK
tv een. M.
hidewxter
Volgens offlcieele berichton zjjn tydens de
onlusten te Warschau negen politie beambten
min of meer zwaar gewond De hospitalen
zijn overvuld met zieken. Nieuwe patiënten
worden voorloopig niet meer opgenomen.
De staking in de brouwerijen is geëindigd
daar de fabrikanten en de arbeiders het
•ens zyn geworden. Thans wordt een staking
verwacht in de slachterijen.
Volgens offlcieele mededeeling wordt in
verband met het geleidelijk herstel van de
orde toegestaan dat de huisdeuren eerst ge
sloten worden, wanneer avonds de lan
taarns zijn aangestoken.
Tengevolge van de staking in de mijnen
is groot gebrek aan kolen merkbaar. De toe
voer van kolen is opgehouden. Aan de ko
lenbeurs worden geen zaken meer gedaan.
De prijzen zjjn 60 tot 70 procent gestegen.
De Petersburgsche „Telegraphen-Agentur”
berichtVolgens offlcieele opgaven bedraagt
het aantal gedooden tijdens de rnst\ersto-
ringen te Warschau. Petrokof en Radom
niet meer dan honderd. Daaruit volgt dat
de gebeurtenissen in de buitenlandscbe pers
overdreven zijn weergegeven.
Montero Rios en Moret, de hoofdmannen
van twee groepen der liberale partij Spanje
hebben Maandag den minister president Vil-
laverde een stuk overhandigd van de liberale
party, waarin die party verklaart, dat zjj de
verantwoordelijkheid voor wat er gebeuren
kan van zich werpt, zoo de regeering de
bijeenroeping van de Cortes blijft uitstellen.
Minister Villaverde antwoordde de beide
hoeren; dat hij de Cortes zou samenroepen
wanneer hjj klaar was met de ontwerp-
begrooting voor 1906 en de herziening van
het tarief van inkomende rechten, do eenige
ontwerpen, met welker voorbereiding hg zich
thans onledig hield.
i een rede te
hg aanmerking maakte
op vee.
ver-
„Als wy d<> nieuwe tractaten
blgven de oude, nog slechtere,
Daarom staat een lid van den
Rgksd.ig voor een zeer moeieljjko en verant
woordelijke beslissing.’’
Chamberlain heeft een brief geschreven
aan de Kamer van Koophandel te Melbour
ne, in antwoord op een schrijven van die
Kamer waarin hem de verzekering gegeven
wordt van haar steun en waarin hij wordt
uitgenoodigd Australië te bezoeken.
Die brief is thans uit de Australische bla
den bekend geworden, en is belangrijk, om
dat daaruit blijkt dat Chamberlain nog
steeds het standpunt inneemt, tegenover de
kolonies, dat hjj in znn groote Mei-rodevoe-
ring te Birmingham heeft uiteengezet.
Hg zegt daarin, dat zyn grooter-Engel-
echo denkbeelden zullen zegevieren, na een
korter tusschenrogeering van „klein-Engel-
schen”, die van het staatstooneel zullen wor
den gejaagd door den terugkeer van de be
volking tot de imperiale gevoelens en mee-
ningen. Hg stelt daarom voor, zyn bezoek
aan Australië te verdagen, opdat hjj niet
„een ontjjdige uitbarsting van geestdrift zal
doen ontstaan, die noodzakeljjk door een
reactie moet gevolgd worden, als het moe
derland er niet dadelijk op antwoordt”.
Hjj hoopt echter, dat dit uitstel niet lang
zal duren waarschijnlijk zal hjj dus naar
Australië gaan, meent de „Westm. Gazet
te”, na de algemeene verkiezingen, in den
Telefoon No. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
tjjd dat de „klein-Engelscheu” het bewind
voeren in Engeland.
De „Westm. Gazette” meent, dat Cham
berlain’s zonderlinge houding alleen strek
ken kan, om verschil te doen ontstaan tus-
schen het moederland en de koloniën. Het
is al erg genoeg, dat hjj den werklieden
voorhoudt, d-at een Rjjk onmogelyk is, ten-
zjj zjj a'stand doen van vrijhandel en goed-
koope levensmiddelenhot wordt nog erger,
nu hij de kolonies gaat verhellen, dat ieder
Engelschman, die deze opofferingen .wei
gert, een „Little Englander” en een vij
and van het Rjjk is. Chamberlain tooit
zich een vjjand van het Ryk, door verwach
tingen op te wekken, die leiden moeten tot
reactie. En het zyn niet alleen de belangen
van het Ryk, die daardoor in gevaar wor
den gebracht, do koloniale belangen worden
er even ernstig door aangetast. Het blad zet
nog eens uiteen, hoe Chamberlain’s theorie
onhoudbaar i.«, omdat het beginsel van re
ciprociteit er aan ontbreekthjj belooft
voordoden aan een party in de koloniën en
vraagt offers van het moederland, en aan
een deel der kolonisten Want zyn stelsel
is alleen gegrond op preferentie voor de
landbouwers, doch eischt opofferingen van
de koloniale industrie, en brengt Engeland
duur brood en dure levensmiddelen’
En dat alles is totaal onnoodig, naar de
„Westm. Gazette" opmerkt. De koloniën
vragen geen offers van Engelandzy er
kennen, dat het moederland den zwaren
last draagt voor de verdediging van hut
Ryk zjj erkennen, dat het moederland hen
de vryheid laat om rechten te beffen en
hen alle voordeelen verzekert van den vrij
handel.
En daarom waarschuwt het blad Cham
berlain den strijd, dien hjj in Engeland
verloor, niet over te brengen naar de kolo
niën, want daardoor zal hjj het Ryk in ge
vaar brengen -- en niet zijn tegenstanders.
De heer Witte heeft, zoo men den
„Standard” correspondent te Petersburg ge-
looven mag, zyn meening gezegd over de
wenscheljjkheid, om voor Rnsland een con
stitutie te geven.
Bjj de ontvangst van de werklieden-depu-
tatie, die hem een memorie over de staking
overhandigde, hield de president van het
ministercomité een redevoering, waarin hjj
zeide
„Wat nu de algemeene desorganisatie
van ons staatkundig leven betreft, het is
niet aan twjjfel onderhevig dat die het ge
volg is van fouten van de regeering en van
andere oorzaken. De Keizer is beschuldigd,
de Regeering is beschuldigd. Ik heb geen
lust te zeggen aan wie de schuld ligt.
„Gjj zegt, dat het eenige redmiddel een
constitutie is. Ik ontken dat niet, want ik
ben geen tegenstander van een constitutie.
Het is een quaestie waarover te spreken valt
en wol de ernstigste van allen. Wy kun
nen niet lichtzinnig omgaan met het land
wy moeten de zaak goed overdenken, vóór
dat wy den sprong wagen.
„Negen honderd negen en negentig men-
schen van de duizend roepen Een constitu
tie! juist als het volk van Ephese riep:
„Groot is de Diana der Ephesers En toch,
wie weet of niet de duizendste, koelbloedige
Telefoon No. f.2
ADV ERTENT1EN worden geplaatst van
15 reg*els a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte,
Tot hoover, vroeg de Lairis zich met ont
zetting af, tot hoever ging nu wel het ver
bond, dat zjj met zich zelf had gesloten tegen
over God en tegenover het Ijjk baars vaders
Hy begreep, dat wat Edith thans als baar
plicht beschouwde, ook met onwankelbare
vastheid zou volvoeren al zou haar
bestaan, ook moeten eindigen mot een martel
dood.
Gedurende den galmeien dag, welke aan
dien der begrafenis voorafging, vermeed
Edith elke gelegenheid om met de Lairis
een enkel woord te wisselen en dat gevoel
van kinderlyke schaamte ten aanzien van
den dood wist ook hjj te eerbiedigen.
Overigens was* hjj zelf diep bedroefd,
geheel ter neer geslagen en volkomen moe
deloos. Die jonge, krachtige man had be
hoefde aan rust, zoo niet voor ’t lichaam,
dan toch voor de ziel, die door dé
gebeurtenissen der laatste dagen lelterlyk
was afgetobd.
Zjj, die wjj hartelgk genegen zjjn en die
ons gaan verlaten, sterven niet alleen Iets
van ons sterft met hen, wordt door ben
weggevoerd en wy, de achterbljjvenden. ge
voelen ons verminderd, verzwakt.
Den volgenden dag was het Eduard de
Lairis onmogeljjk Edith alleen te zien of
bet gesprek te hervatten, waarvan de herin
nering hem martelde.
Hjj kende de jonge vrouw en haar onwrik-
baie heldhaftigheid, die toch met zooveel
zachtheid ging gepaard, de meer dan gewone
kracht, die zjj aan den dag wist te leggen,
daar waar het do uitvoering van haar plicht
gold, zoowel als daar waar zjj willens en
wetens, in strjj I met haar plicht had
gehandeld.
De vrouw komt den man dikwjjls zwak
voor, omdat zjj andere plichten erkent dun
hjj, omdat zjj meer te werk gaat volgens
haar gevoel en hart dan volgens do koele
berekening van het nuchter verstand. Maar
daar waar zjj standvastig is van ziel
niet alleen van lippen ontwikkelt zjj
vaak aan energie, waartoe de man, hoe
trotsch ook op zyn kracht, niet in staat
zon zyn.
Edith behoorde tot haar, de zeldzamen
onder de zeldzamen, bjj wie de moed onder
sommige omstandigheden voor niets terug
deinst en die, zacht en teeder als ze zjjn
onder het masker van eenvoud een schat
van verheven offers brengen.
93)
En bier, tot Hem, die mjj hooren moest,
tot God, die dichter bjj de dooden dan bjj
de levenden is, heb ik gezworen mjjn plicht
te zullen doen, tot het einde toe mjjn plicht
al zou ik zelf er onder bezwjjken.”
„Wat wilt ge zeggen
„Dit: Ik zal u altoos beminnen altoos.
Het tegendeel te hopen, zou liegen zjjn
mjj zelf beliegen. Maar nu hjj dood is, zal
ik geenszins doen, zal ik nooit doen, wat
hy mjj levend hoeft gesmeekt, hem te be
sparen.Hjj is niet meer hier om over
myn handelingen te wakenik, ik alleen
kan nu nog maar de eer.fvan zjjn naam
beschermen. Ik weet wat zjjn laatste bede
«ou zyn geweest, zoo by mjj had kunnen
spreken, alvorens ons te verlaten. Ik weet
«yn verlangen, ik| ken zjjn wilt Hjj zal
gehoorzaamd worden. Aan de dooden is men
te grooter troftw en onderwerping ver
scbuldigd, omdat ze ons feiteljjk niet meer
in den weg kunnen treden en ons beletten
om te doen wat verkeerd is. Ik zal doen,
nomischen toestand van Duitschland ernstig
zal ontredderen. Zjj richt daarom tot njjver-
heid en handel den dringenden eisch, om door
hechte aaneensluiting en gemeenschappeljjken
arbeid te bewerken, dat aan hun belangen
wederom de hun toekomende aandacht in
d® Duitsche oeconomische politiek gewjjd
wordt.”
Daar de Duitsche liberalen die de voor
vechters zouden moeten zjjn bjj den stormloop
tegen het protectionisme, dien naam echter
in het geheel niet verdienen, kan zulk een
verzet n ets uitwerken. De liberalen berusten,
omdat zjj bevreesd zjjn dat anders do oude
tractaten opgezegd zullen worden en het
nieuwe algemeene tarief met graanrechten
van 7 mk. van kracht zal worden. De agra
riërs, dip niet bevredigd zjjn, berusten daar
entegen omdat zjj bang zjjn, dat anders de
oude handelstractaten, die van hun standpunt
slechter zjjn dan de nieuwe, niet opgezegd
zullen worden. I)r. Oertel, een van de ultra’s,
hoeft dit pas nog gezegd in
Wildungen, waarin H
op de z. i. te lag) invoerrechten o;
„Maar wat zal men er tegen doen?’
volgde hjj.
verwerpen,
van kracht.
De handelsverhihderingstractaten, zooals
dr. Barth de nieuwe bandelstraciaten in
Duitschland geestig gedoopt heeft, hebben
het hoopken vryhandelaars, dat echter niets
vermag uit te richten tegen-do besehermings-
gezinde overmacht, op de bres gebracht.
Onder vlammende protesten zullen zjj op dien
verloren post ten slotte moeten capituleeren.
In magnis et voluisse sat est. Uit dit oog
punt moet men ook de motie van verzet
beschouwen, welke de vereeniging voor ban-
delstractaten in haar jongste vergadering te
Berljjn, na ampele beraadslaging, heeft aan
genomen Zjj luidt
„De nieuwe handelstractaten bevestigen
het ergste wat men vreesde. Vooral de
tractaten met Oostenrjjk-Hongarjje, Rusland,
Zwitserland en Roemenië maken den scheids
muur aan de grens zooveel hooger dat voor
de belangrijkste takken van de Duitsche
njjvérheid de uitvoer naar die landen ernstig
geknakt zal worden. Men dwingt haar zoo
doende steeds meer tot de oprichting van
zusterinstellingen in bet buitenland en dien
volgens tot de ontwikkeling van een vreemde
nijverheid, wat het vaderland onberekenbare
schade berokkent.
„De Vereeniging voor handelstractaten
toekent verzet aan tegen een handelsbeleid
dat onze zeer ontwikkelde nijverheid en don
met haar innig verbonden handel van haar
moeieljjk veroverde plaats op de wereldmarkt
dreigt te verdringen en zoodoende den oeco-
wat hy van mjj zon geëisebt hebben. Niets
zal mjj van dat besluit kunnen terug
brengen.”
Zy bracht het bovenljjf een weinig naar
achteren en strekte den rechterarm uit, met
de band boven bet roerlouze lichaam.
„Vader, ik heb u niets meer te verbergen
Hij, die hier aan mjjn zjjde ligt nederge-
knield, is het liefste, wat ik op de wereld
bezit en niets kan zjjn beeld uit mjjn hart
doen verdwijnenIk heb hem liever dan
het leven. Voor hem heb ik gelogen en
bedrogen, hot voor ’t altaar gesproken woord
geschonden, mjjn naam op het spel gezet en
mjjn eer ten offer gebrachtGjj hebt mjj
vergiffenis 'geschonken, want ik heb u ge
zworen en ik zweer het u nogmaals in zjjn
byzjjn, dat gjj in vrede zult kunnen rusten,
dat er in mjjn handelingen en in mjjn willen
niets zal voorkomen, waarover gjj, in leven
zjjnde, u zoudt vertoornd hebben 1 Voortaan
zult gjj mjjn geweten zjjn, dat ik in de
moeieljjke omstandigheden mjjns levens
zal raadplegen en naar wiens stem ik zal
luisteren.”
„Edith!” mompelde Eduard bevend.
Zjj keerde zich weder tot hem. 1
„Ja, gjj Ijjdt,” zeide zjj «acht, „ik begrjjp
het maar al te goedOok ik ben wel
ongelukkig. Laten wjj te zamen weenen en
bidden, want dat verbiedt hjj ons niet I”
man, het bjj ’t rechte eind heeft
„Een Grondwet? Ik ben er niet voor en
niet tegen. Maar dat eeuwige papegaaien
geroep begint me te vervelen. Ik lees en
hoor hetzelfde, met dezelfde woorden, hon
derd maal per dag.”
Een der leden van de deputatie maakte
de opmerking, dat een Grondwet de alge
meene naam was voor alle speciale behoeften
van het Russische volk. Witte antwoordde
hierop, met de reeds vroeger gemaakte op
marking, dat niemand weet of de boeren een
Grondwet werkeljjk noodig hebben. En als
de boeren vernemen, dat de Tsaar een
Grondwet had uitgevaardigd zullen zjj,
naar hjj vreest, daaruit besluiten, dal Z. M.
een gevangene van de grondeigenaars is.
Een lid der deputatie zeide: „Thans ge
looft het volk, dat de Tsaar de gevangene
der bureaucraten is.”
Witte antwoordde„Ja, dat is een an
dere quaestie.”
De minister besloot met de verzekering,
dat hjj do' memorie van de werklieden aan
den ministerraad en aan den Tsaar zou
voorleggen.