aar
8 4 g Ij Hj.,
i
Aïetrwa- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
Dinsdag 31 Februari 1905.
No. 9651.
BHlIenlandsch Overzicht.
rex
I EU IL LET OX.
If
:ao
glijders
t na
44ste Jaargang
van
Verspreide Berichten.
Wordt vervolgd).
iverkelgke hulp
•riefkaart vvoF-It
sgezondten door
bom mol.
i aantal onge-
t op aanvraag
iTS Co.
I 0.35
or Mar-
VT,
n modellen te
ia EcbtA
teeambfi
in don
naaui des
■ervaardigd
wereldbe-
>i* Stoll-
n toepassingen
lerde For-
rta. Zjj geven
rs niet kunnen
geen imitaties
fiOIlöSCHE UIIIUXT.
irtrnflen
i welbekend
ÏT-1LIX1B
abrieksmerk).
radicale en
van alle, zelfs
tkige xenuw-
ontstaan door
agdigen leeftijd
swakte, Bleek
Hoofdpjjn •-
- Maagpjjn
n vermogen
sm. üit-
Telefoon Xo. $42
A I) V ERTENTIEN worden geplaatst
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Een ontzettenden indruk, in en buiten
Rusland, zal het bericht maken van den
n„Men
staat van
De Fransche minister van marine heeft
aan de bladen een officieele mededeeling
gedaan betreffende de Zuidpool-expeditie
Charcot. Daarin zegt hjj, dat de omstan
digheid, dat het Argentjjnsche schip „Uru
guay” geen enkel spoor van de Charcot*
expeditie gevonden heeft, noch op het eiland
Deception, noch op het Wiencke-eiland, vol
strekt geen bewjjs is, dat de expeditie is
verongelukt. Toen de leider Charcot op 4
Dec. 1903 xjjn programma opstelde, heeft
hy zeer wel de mogelijkheid voorzien, dat
hij geen van beide eilanden zou aandoen.
Hij kondigde daarom ook aan dat hij op
Over th
geheels aard»
verspraii
jschen
is Odol
•ste middel
'enfandeii
snfflacona.
/v dubbele fleach
gto, Zaltbomme
tterdain.
S«-
Ozn. Botterda»
Ik gekookt
k voor da-
Blepela van
late) Ah
peval van
gebruiken,
at» B> ;T.
telefoon Xo. S2.
Be Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke JX’onimers V IJ F C EN T hN.
In de jongste bijeenkomst van den minis
terraad te Petersburg over punt 2 van de
hervormingsoekase van 25 Dec. 1904, be
treffende het bestuur van plaatseljjke welda
digheidsinstellingen, werd besloten le. over
te gaan tot uitwerking van het wetsontwerp
betreffende dit punt, en daaraan de provin
ciale en stedelijke autoriteiten te doen deel
nemen 2e. met het uitwerken van hel wets
ontwerp tot reorganisatie van de provinciale
en stedelijke besturen twee commissies te
belasten, die tot dit bijzonder doel te Peters
burg onder voorzitterschap van een door den
Tsaar aan te wijzen persoon te Petersburg
zullen gevormd worden. In deze commissies
zullen als leden zitting hebben personen, die
daartoe aangewezen zullen worden door de
chefs der bestuursafdeelingen, die daarbij
betrokken zijn, en verder diegenen, die uit
de provinciale en stedelijke besturen zullen
gekozen worden.
Hedenmiddag had op de aanlegplaats hjj
Bibi Eybat een ontploffing plaats op een
naphtaschip. Vjjf in de nabijheid liggende
schepen geraakten in brand, evenals de
aanlegplaats. Het gerucht loopt, dat 20
personen omgekomen zijn.
Vrijdag is het nieuwe Hongaarsche par
lement bijeengekomen. Te Boedapest
heerschte groote belangstellingeen dichte
menigte stond voor het parlementsgebouw
en begroette de afgevaardigden van de On-
afhankeljjkheidspartjj met „Eljèn”-kreten,
die van de Tisza groep met „Pereat”-geroep.
dit: Het was wel degelijk op aanwijzing
van het Spaansche gouvernement, dat er
plotseling een einde werd gemaakt aan alle
vervolgingen tegen uw persoon.”
„Ja, dat was na te gaan 1 Het kon niet
anders.”
„Ik geef ’t u onmiddellijk gewonnen, doch
wat we niet hadden kunnen nagaan, wat we
niet wisten of vermoedden, is, dat het onver-
wachtte besluit van het Spaansche gouver»
nement werd genomen op advies van een
hooggeplaatst persoon in Frankrijk 1”
„In Frankrijk herhaalde Cameron, één
verbazing, „Dat is niet mogelijk!”
„Het schjjnt niettemin zeker te zijn.”
„Zjjn naam P”
„Mjj onbekend.”
„Dan is
plotselingen gewelddadigen dood van Groot
vorst Sergius, den oom van den Tsaar. Even
als zjjn yader, Alexander II, is Grootvorst
Sergius gevallen als slachtoffer van een
bom, door samenzweerders onder zjjn rijtuig
geworpen; en het is wel opmerkelijk, dat de
binnenlandsche toestand van Rusland toen
en thans zoo menig punt van vergelijking
aanbiedt- Toen Tsaar Alexander, den 13
Maart 1881, als offer van den aanslag der
Nihilisten viel, was in Rusland het wanbe
heer en de willekeur van het bureaucrati
sche systeem door den oorlog met Turkije
duidelijk aan den dag gekomen en overal
werd de overtuiging uitgesproken, dat
slechts een grondwet en een parlement Hon-
land uit dien ongelukkigen toestand kon
redden. Op de schrijftafel van den Tsaar
lag toen het ontwerp voor een Russische
grondwet, door Loris Mclikof uitgewerkt.
Naar later gemeld werd, had dit plan de
goedkeuring van den Tsaar verworven, en
zou het door hem ondetteekend en uitge
vaardigd worden. De bom, onder zijn rijtuig
geworpen, vernietigde de hoop daarop. Do
reactie vierde haar grootste triomfen met
elk liberaal begiip scheen het voorgoed ge
daan in Rusland De regeering kende geen
ander doel dan de onderdrukking en vernie
tiging van elk sprankje vrijheidsbegrip, dan
de bevordering van het Autocratisch begin
sel. Van den dood var. Tsaar Alexander II
begint in de geschiedenis van Rusland de
mystieke macht van Pobjedonostzef op re
ligieus gebied en de oud-Russische reactie
op politiek gebied, die in Plehwe’s tjjd haar
toppunt bereikte. De vrijzinnige denkbeel
den van den Tsaar bevrjjder werden ter
zjjde geschovenzijn grootsch werk, de op
heffing der lijfeigenschap, word voltooid in
een geest die niet de zijne wasen de daar
aan vastgeknoopte gedeeltelijke autonomie
der Zemstvos werd in een vorm gegoten
waardoor de bureaucratie nog vaster voet
kreeg in het Russische volksleven.
De vjjf-en-twintig jaren, die sedert voor
bijgingen, behooren tot de noodlottigste in
de Russische geschiedenis; en daaidoor heb
ben zij er tevens toe bijgedragen om de
ontevredenheid en de verbittering te doen
toenemen, en zjjn zij de rechtstreeksche oor
zaken van den tegenwoordigen toestand.
een der eilanden Wiencke, Pitt of Adelaide
zoo mogelyk bericht zou achterlaten waar
hij zijn winterkwartier vestigen zou- Er is
dus niets vreemds in, dat de „Urn gay” de
„Francais” niet op het spoor is kunnen
komen. Daarbij komt nog dat de heer Char
cot van te voren aangekondigd heeft, waar
schijnlijk eerst .in April van dit jaar terug
te zullen keeren. Ten slotte dient nog opge
merkt te worden dat luitenant Matha, van
de „Francais”, in zijn laatste brieven de
uitstekende regeling van de expeditie en de
groote geschiktheid van het vaartuig voor
een dergelyke onderneming geroemd heeft.
Er is dus geen reden, zegt de minister, om
zich ongerust te maken over het lot van onze
dappere landgenooten.
92)
„Uw stilzwijgen en uw verlegenheid,”
meende Cameron, „bewijzen mij, óf dat ge
niets zjjt te weten gekomen, óf dat ge niets
goeds hebt te verklarenWelnu, ik moet u
zeggen, dat ik daarop was voorbereid.”
„Wat ge daar veronderstelt,” antwoordde
de Lairis, en hy deed het met een afgewend
gelaat, „is niet geheel juistIk heb wel
vaag^eh°Ordmaar dat *S nOg 7e6r
Cameron vertoonde het flauwe glimlachje
van den man die by zich zelf zegt
„Men zoekt naar woorden, om de waarheid,
die al te wreed zou zjjn, althans een weinig
te verbloemen.”
„Ik ben evenwel nagenoeg verzekerd,”
hernam de Lairis, voor wien de beteekenis
van het flauwe lachje geen geheim was ge
weest, „ik ben nagenoeg verzekerd, dat ik
nu reeds op hqt punt sta, het beoogde doel
te zullen bereiken.”
„Ja? Welnu, spreek dan ronduit!”
„Üit het door mjj ingesteld onderzoek bljjkt
Als oudste lid was de 92-jarige aanhan
ger van Kossuth, Jozef Madarasz, die sedert
70 jaren lid van het Hongaarsche parlement
is, president der vergadering. Zjjn kleinzoon
en naamgenoot, de 25-jarige Jozef Madarasz,
de jpngste Hongaarsche volksvertegenwoor
diger, werd onder luide geestdriftige toejui
chingen, voorloopig tot secretaris aangewezen.
Het eerste werk van den president was
de folgende verklaring af te leggen, met
luiddr stemme geuit„Voordat ik den pre-
sideutszetel inneem, moet ik vooraf alles
wat hier in het huis, van wélke zjjde ook,
ondernomen is tegen de Grondwet en het
reglement van orde, als onwettig en ongel
dig verklaren. Ik zal dus de vergaderingen
leiden volgens de bepalingen van het oude,
eenig geldige reglement.”
Deze verklaring, waardoor de oude Ma
darasz de lex-Daniel, en alles wat daarmede
in verband staat, met een enkele beweging
naar hot archief verwees, werd door de
verbonden meerderheidsgroepen met luide
instemming ontvangen. Toen hjj eindelijk
de stilte hersteld had, ging Madarasz voort:
„De natie heeft haar oordeel reeds uit
gesproken het is thans de taak van h’et
Huis souverein te oordeelen over dooden en
levenden.”
Van alle zjjden werd geroepen
moet de misdadigers openljjk in st;
beschuldiging stellen
Pogingen van liberale zjjde aangewend
om te protesteeren tegen deze opvattingen
werden door het rumoer van de verbonden
partjjen overschreeuwd.
De zitting, die slechts zeer kort duurde,
zal, naar uit Boedapest gemeld wordt,
slechts strekken om de onderhandelingen
over het beëindigen van de crisis te bemoei
lijken. Want het is gebleken, dat in de thans
opgetreden kamermeerderheid de uiterste
elementen den boventoon voeren, en dat de
gematigde partijleiders niet in staat zijn hun
invloed te doen zegevieren.
Generaal Koeropatkine seinde den 16en
Februari: In verband met het bjj my in
gekomen bericht dat aan de spoorlyn Goens-
soelin—Koentsjenzi, in Mongolië een groot
aantal Tsoengoezen, onder aanvoering van
Japanners, zich concentreerde, belastte ik
den llen Februari een afdeeling van da
grensgarde onder generaal Lenizky, met
een verkenningstocht. Generaal Lenizky,
hoerende dat op de brug bij Fonsitoen den
12en een aanval gedaan was, viel de Japan
ners en Tsoengoezen aan en dreef hen uit
een.
Gedurende de vervolging die uitgestrekt
werd tot een afstand van 120 werst noord
westelijk van Goensjoelin, stiet generaal
Lenizky op zes eskadrons Japansche cavale
rie, vier compagnieën infanterie, en meer
dan 2000 Tsoengoezen. Niettegenstaande zjj
van alle kanten ingeloten werden, gelukte
het onzen troepen al vechtende naar Goens-
soelin terug te trekken, waar zy den 15e
aankwamen.
Frankrijk.
De Senaat heeft alle artikelen van het
wetsontwerp op den tweejarigen diensttijd
aangenomen. De minister van oorlog sprak
breedvoerig over de goede gevolgen, die
deze wet hebben zal op sociaal en militair
gebied. De verschillende wijzigingen, door
den Senaat aangebracht, zullen nu in do
Kamer besproken worden.
Het Kamerlid Grosjean heeft een schrjjven
gericht aan den minister van openbare
werken Gauthier, waarin hy wjjst op de
noodzakelijkheid een verbinding tot stand
te brengen tnsschen het zuid oosteljjk
spoorwegnet van Frankrjjk en den Simplon-
tunnel.
Voor een onderzoek in deze quaestie werd
in Mei 1901 reeds een buiten-piwlementaire
Grosjeon, nog niets tot stand bracht Thans
vraagt hjj een crediet van vier tot vjjf mil-
Hoen francs voor spoorwegaanleg om de
belangen van het Fransche handelsverkeer
in het zuiden te verzekeren.
Duitschland.
De gemeenteraad van Fdrth verwierp
het sociaal democratische voorstel om 2000
mk. aan de naar den arbeid teruggekeerde
mjjnwerkers te schenkenvóór stemden al
leen de 5 sociaal dernocraten. Daarentegen
is in de zitting van den gemeenteraad van
Stuttgart een dorgeljjk voorstel van soci-
aal-democratische zjjde om den arbeiders in
het Ruhr-gebied 5000 mk. te schenken, met
14 tegen 6 stemmen aangenomen.
Engeland.
De postmeester-generaal heeft met de
telefoonmaatschappij een overeenkomst ge-
Ik weet het niet! We zjjn samen aan ’t
zoeken.”
„Do heer d’OrviUiers is tot het einde toe
geheel in de vormen tegenover mij gebleven
En zoo zyn manieren, de laatste maal, dat
ik hem zag, zyn blik en zjjn houding een
zeker gevoel van wrevel by mjj opwekten
en mjj een zekere onrust veroorzaakten
„Ja P”
„Zoo ik sinds dat oogenblik met smart
het feit heb moeten constaleeren, dat hy
elke^ontmoeting met mjj hardnekkig weigerde
„Ben ik door het een met het ander tot
de slotsom geraakt, dat de heer d’OrviUiers
gewaarschuwd door mjjn vjjanden, de alge-
vneene dwaling moet deolen, en dat hy mjj,
schuldig‘wanend aan een verraad, waarvoor
geen rechtbank mjj had te straffen, ook niet
verder met mjj in -aanraking had willen
komen dan zjjn plicht als rechter hem had
voorgeschreven.”
De Lairis zweeg, zonder zjjn vriend te
durven aanzien.
„Deelt gjj die meening misschien niet?”
vroeg Cameron hem. „En zoudt gjj eenige
redenen hebben om mynheer d’OrviUiers te
te verdenken
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid.l.
’t evengoed, alsof ge niets ver
nomen hadt. Bovendien komt die zaak mjj
zoo onwaarschjjnljjk voor, dat ik weigeren
moet ze te gelooven.”
„Met uw welnemenwat ik weet, weet
ik zeker.”
„Weet ge dat zeker?”
„Ik heb alle redenen om het aan te nemen.
En die man zou om heel particuliere
redenen... - u een zeer kwaad hart toe
dragen
„Iemand in Frankrjjk, te Parjjs, die mjj
een kwaad hart zou toedragen
„Ja juist.”
„Het is niet te geloovenik had hier met
niemand omgang.”
„Toch bestaat de kans, dat gjj, zonder het
te willen of te weten, iemand gekwetst of
geërgerd hebt.”
„Nog eens, dat geloof ik niet. Buiten u,
een vertrouwd vriend, buiten André Berton,
die geen oogenblik heeft opgehouden, mjj lief
te hebben en te achten en buiten de enkele
leerlingen, wien ik, om te kannen leven, les
heb gegeven in de wiskunde en in het
Spaansch, ken ik hier geen levende ziel en
ik heb geen woord gezegd, geen handeling
gedaan, om iemand ook maar cenigszins te
benadeelen of te verbitteren.”
De Lairis begon het zeer warm te krjjgen.
„Ga alles eens goed in uw gedachten na,”
zeide hjj. „Vergeet ge niet een enkele om
standigheid
„Javerder ben ik ook nog in aanraking
geweest met den heer d’Orvilliersen ge
weet onder welke omstandigheden.”
„Ja juist,” zeide de jonge man met iets
haperende in zjjn stem.
„Maar die is tegen mjj de beleefdheid
zelve geweestEen oogenblik heb ik werke-
Ijjk aan een gevoel vac sympathie van zjjn
kant kunnen denken.”
„En doet ge dat nu niet meer P” vroeg de
Lairis haastig.
„Hoe vraagt ge dat zoo?”