JCHT
1
1
gfe'
ITS.
laar
Nieuws- en Advertentieblad iïpor Gouda en Omstreken.
LOON,
rijs Haar
meer!!!
en
Maandag 27 Maart 1905.
No. 9680.
Buiteulandscli Overzicht.
ING
FEUILLETON.
D1D0CHTIBVAN D» SCÏÏUPS-
KAPITHN.
44ste Jaargang.
LAT.
4^
■Is,
n, GOUDA.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
woord gehad. De meening
MKMANftZs.
.NT,
ien modellen te
De Dnitsche keizer heeft eergister zyu reis
naar de Middellandsche Zee aanvaardt^ en
juist nu die zeereis en het voorgenomen be
zoek aan Marokko in verschillende plaatsen
Laaizenmugazijii
5 30.
j Kleiwegsteeg.
III.
Pierre Duprat was een man van een mid-
I*/» dubbele fleech
egte, Zaltboame
otterdam.
age.
Oin. Rotterdam
Ien toepassingen
iderde Par"
erts. Zij geren
:ers piet kunnen
i, geen imitaties
n.
en aantal onge-
op aanvraag
HTS Co.
imeten werk
Idll IISIIII. (JOMTT
Jwe gasrekening
Laat dan dra
iet allernieuwste
orri’8 licht
dt in een geheel
icht alsdan niet
^scheiden en bo
le eigenschappen
en.
een bezoek uit
GAZIJN
dsler
B 13,
Telefoon >o. S3
ADVERTENTIES worden geplaatst yan
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Zooals te verwachten was, na de mede
delingen over de Engelsche regeerings-
plannen, is de motie-Ainsworth in het La
gerhuis aangenomen, zonder tegenstand van
de regeeringszyde. Het voorstel-Ainsworth
bedoelde afkeuring van Chamberlain’s plan
om een recht van 10 percent te hebben van
ingevoerde manufacturen. Het voorstel
werd door Richard Cavendish ondersteund.
Balfour verklaarde, dat de Regeering de
aanneming der motie niet zou beschouwen
als een votum van wantrouwen, en zich zou
onthouden van de bespreking over de motie.
Sir Henry Campbell-Bannerman keurde
de houding der regeering scherp af. Lord
Hugh Cecil verwijt het Chamberlainistische
deel der conservatieve party politieke laf-
Na Deschanel heeft Donderdagmiddag in de
Fransche Kamer de socialist Deville het
heid. De regeeringsparty zweeg.
Zjj toonde daardoor, dat zy geen debat
ten over de tolrechten wenscht. Zy zal aan
de oppositie het veld vry laten, zoodra deze
die quaestie ter sprake wil brengen. Dien
tengevolge waren de oppositiebanken vol,
die der regeeringsparty slecht bezet. De
chief-whip der regeering had medegedeeld,
dat het Kabinet aan de motie-Ainsworth
geen waar le hechtte. En het resultaat was
de aanneming, jler motie met slechts twee
stemmen tegen. Voor de motie waren 254
stemmen uitgebracht, waaronder die van
22 unionistenonder de voorstemmers wa
ren de oud-ministers sir Michael Hicks-Beach,
lord George Hamilton en sir John Gorst.
De regeering heeft deze zonderlinge han
delwijze, om een nederlaag te vermijden,
aangegrepen, onder voorwendsel, dat de op
positie met haar bespreking der tolquaestie
een academischen stryd voert.
6)
Duprat blies bet nachtlampje uit en kroop
onder de tafel. Daar kwam iemand. De voet
stappen naderen. De kapitein dacht, dat zyn
halsaderen zouden, bersten. Als de huurder
van de kamer eens binnen kwam I
Maar neen. Die was het niet Hy ging
voorbij. Duprat haalde weer adem. Zoodra
de voetstappen xich verwijderd hadden,
vluchtte Duprat naar zyn kamer en deed de
deur op dubbel slot, alsof de gendarme hem
reeds op de hielen waren.
Miquéle sliep nog altijd. Duprat stak een
lamp aan. En nu bespeurde hy een krap op
Rjn linkerduim, waarschijnlijk in de worste
ling met Griffonny opgedaan. Hy had in zyn
portefeuille Engelsche pleister en knipte daar
een stukje af.
Terwijl hy het overige van de Engelsche
pleister weer wegborg, hoorde hy opnieuw
eenig gerucht.
Bevend luisterde hy. Het was zyn knecht
een oude doofstomme matroos.
»Ik heb niets te vreezen,” dacht Duprat.
rertreften
rs welbekend
DBT-U1X1B
Fabriekunerk).
e, radicale en
van alle, zelfs
ekkige Senuw*
I Ontstaan door
eagdigen leeftpd
e zwakte, Bleek
- Hoofdpyn
- MugpjB
Jnrermogan
an*. tJit-
Mr. Gasfitter.
delmatige, gespierde gestalte. Zyn scherp ge-
teekend gelaat had die bruine tint, aan zee
lieden eigen, een forsche hals stak boven
zyn hemdsboord uit.
Hy was min of meer kaal, had grijs baar
en een dikken, nog blonden knevel. Zyn
oogen waren klein, grysachtig blauw en
schenen onder zyn ruige wenkbrauwen te
fonk'len. Zyn vader was nit de Landes, zyn
moeder uit Basqueville geboortig.
Op vijftienjarigen leeflyd had hy geen vader
of moeder meer. Een invloedrijke oom had
twee betrekkingen tegelijk voor hem op ’t
oog: scheepsjongen, of koksjongen in een
restauratie.
Eens werd den invloedrykon oom in de
restauratie een schoteltje radys, die niet
versch waren, opgedischt, terwyl een scheeps
kapitein hem een heerlyke sigaar aanbood.
Toen helde ooms keus dadelijk over tot
het schip en daarop werd Pierre zeeman.
Een bos radys en een sigaar, meer is er
niet noodig om over iemands lot te be
slissen.
Het schip, waar Pierre aan boord geplaatst
werd, deed dienst tusschen Bordeau en de
Antilles. Elke maand ongeveer, had men
een week rust aan wal. Dit was beurtelings
te Bordeaux en op St. Thomas.
Wordt vtrvolgd.)
Telegrammen uit Goetzoelin schetsen den
toestand van bet Russische leger in de don
kerste kleuren.
Tenzij onmiddellyk 200,000 man verster
kingen worden gezonden, zal het leger moe-
ten terugtrekken tot het station Kwanta-
heza, achter de Soengari, en zelfs gedwon
gen kunnen worden naar Siberië terug te i
gaan.
De kansen om Charbin met succes te ver
dedigen zyn zoo gering mogelyk.
Generaal Rennenkampf verloor drie vierde
gedeelte van zyn cavalerie-macht by Mad-
ziatoen.
Een uitgebreide omtrekkende beweging
der Japanners wordt uitgevoerd.
Reuter seint uit Petersburg van 24 Maart:
By de ontvangst van een deputatie van
de Moskousche Duma, die hem een verzoek
schrift ter hand stelde, verklaarde de mi
nister van binnenlandsche zaken, dat hij
het ónmogelijk vond de vertegenwoordigers
der steden en Zemstwo’s te missen en dat
hy hem zou uitnoodigen aan de vergaderingen
der conferentie deel te nemen. De minister j
was nog niet in staat mede te doelen onder
welken vorm en in welk aantal de verte
genwoordigers gekozen zouden worden, want
deze quaestie was nog niet opgelost Op
hot oogenblik was men bezig met de voor-
bereiding en daaraan namen personen uit de
hooge bestuurskringen en geleerden deêl, en
deze voorbereidende werkzaamheden zouden
nog wel twee maanden duren. Wat de
openbaarheid van het werk der conferentie
betrof, verklaart de minister, dat hy in prin
cipe voor de openbaarheid was, maar dat
hy den vorm nog niet nauwkeurig kon aan
geven en niet wist of men de pers tot de
zittingen zou toelaten of naar het voorbeeld
van de vergaderingen van het minister-comité
uittreksels uit de notulen zou publiceeren.
De minister houdt het voor ondoenlyk bet
publiek toegang tot de zittingen te verleenen,
daar plaatsruimte ontbreekt.
Ten slotte zegt hy, dat in den „Regee
ringsbode” binnenkort een officieele bekend
making zal verschijnen om het land op de
hoogte te stellen van de werkzaamheden der
conferentie.
Onwillekeurig voelde hy naar de papieren
van den vermoorde, die hy in zyn zak ge
stoken had.
„O ja,” zeide hy by zichzelven. „Die moet
ik nog vernietigen, tegelyk met mijn bebloede
kleeren.”
Hy nam de jas, die hy had nitgetrokken
en begon de papieren in de zakken te
steken.
Opeens hield hy daarmede op.
„Ik zal ze misschien noodig hebben,” bezon
hy zich. Later, om de politie op een dwaal
spoor te brengen. Alles verbranden kan ik
altijd nog doen.”
En vermoeid van het nadenken over het
akelig voorval van dien nacht, schoof hij zyn
bebloede kleedin^stukken onder een stoel en
trad aan het venster.
Toen prevelde Duprat werktuigelijk een
gebed, in tranen smeltende en de Voorzienig
heid dankende voor het plan, dat hem was
ingevallen
„Want nu zal immers niemand achter de
waarheid komen,” stamelde hy, de oogen op
de heldere sterren gevestigd houdende „en
ik vergeet dien verschrikkelyken nacht
Nooit zal ik er weer aan behoeven te denken,
’t Is iets om uit myn geheugen te wisseben
Men zal aan den zelfmoord of aan den moord
gelooven, maar men zal niet gelooven, dat
„ik” de moordenaar ben. Dan zal No. 7 zyn
ongerustheid verwekt heeft, hield de keizer
den dag voor zyn vertrek te Breinen eèn
redevoering, die zeker goeden indruk maken
zal, door de volkomen en onwankelbare
vredesgezindheid, die er uit spreekt.
Die indruk is Uwterker geworden, nu de
geheele*tekst van de Brerner redevoering voor
ons ligt, en wy ons niet behoeven te verge
noegen met het korte telegrafische uittreksel.
Sterk is de nadruk, dien de Keizer legt op zyn
vredelievendheid, en krachtig wyst hy elke
gedachte aan veroveringspolitiek en wereld
heerschappij af Ik heb mij voorgenomen,
zegt hy, nooit naar een ledige wereldheer
schappij te streven; veel meer wer.sch ik
dat het Dnitsche ryk onwankelbaar vertrou
wen genieten zal.
Dat vertrouwen te winnen, en geen ver
overing met het zwaard zal het doel van
het ryk zyn.
„Ik heb eens den vaandeleed gezworen
toen ik na de geweldige dagen van myn
grootvader aan de regeering kwam, dat wat
my betreft de kanonnen en bajonetten rust
zouden hebben; maar tevens dat de kanonnen
in orde en de bajonetten scherp moeten zyn,
opdat nyd en ijverzucht van buiten ons niet
beletten zullen onzen mooien tuin aan te
leggen en ons mooie huis niet zullen ver
storen”.
En dan vraagt de keizer, wat uit de groote
wereldrijken geworden is„Alexander de
Groote en Napoleon de eerste, deze groote
krygsheldeh, hebben in bloed gebaad, en
onderdrukte volkeren achtergelaten, die by
de eerste gelegenheid zyn opgestaan en het
ryk ten val hebben gebracht.”
„Het wereldrijk waarvan ik droom is het
herboren Dnitsche Ryk, dat van alle zijden
vertrouwen geniet als een rustige, eeriyke,
vredelievende buurman, van gelijkgezinde
natiën, of zooals een groot dichter gezegd
heeft: „Nach Aussen hin begrenzt, im Innern
unbegrenzt”.
De keizer wyst dan op de plicht van de
jeugd, die opgroeien zal in het Ryk:
„Haar taak zal zyn, steeds op te bouwen,
stryd, haat en tweedracht te vermijden, zich
te verheugen inhet Duitsche vaderland
zooals het is, en niet naar het onmogelyke
te streven. Onze jeugd moet leeren zich te
ontzeggen wat niet goed voor haar is, en
goede zeden, tucht, orde, eerbied en gods
dienst te behouden. Dan kan eens van bet
Dnitsche volk gezegd worden wat op de
helmen van het eerste garderegiment staat
Semper talis, altoos dezelfde.”
Lord Milner beeft Woensdag aan een diner
le Pretoria een soort afscheidsrede gehou
den. De correspondent van Reuters Agent
schap, die het een en ander over deze groote
gebeurtenis seint, opent zyn telegram met
de naïeve opmerking: „Dat de feestelijkheid
zeer geslaagd mag horten, maar dat de toon
aangevende Hollandsche Afrikaanders niet
aanwezig waren
De vertrekkende pro-consül deelde mede,
dat hy geheel vrijwillig, maar toch met diep
leedwezen, heenging. De laatste twee jaren
was hem meer dan eens gebleken, dat hy
lichamelijk niet meer in staat was, zyn taak
te blyven vervallen. Verscheiden zaken
gaven nog tot bezorgdheid aanleiding, maar
over het algemeen waren de toestanden toch
wel van dien aard, dat de kapitein het schip
zonder gevaar kon verlaten.
Sprekende over Johannesburg zeide Mil
ner, dat in die stad groote verdeeldheid
heerschte, maar dat het op een punt nooit
verdeeldheid zou kennen de vlag, en al wat
daarmee samenhing. Kwamen de Johannes-
burgers tot de overtuiging dat de vlag in
gevaar was, dan zouden zy al hun onder
linge geschillen vergeten, en zich aan de
wereld openbaren als een vereenigde, groote
politieke macht.
Nog deelde Milner mede, dat de tyd aan
staande was, dat het Volk van Transvaal een
grooter aandeel in de regeering zou moeten
nemen, dan tot dusver.
Waarschynlyk was de tyd niet meer ver
af, waarop zy die geheel in handen zouden
krygen.
Nieuwe 1,onion
de gryze haren
rjjnen, maakt hel
ilet het uitvallen
n Let hoofd weg
London.
>0 per flacon.
WAAL M 9, by
een onschuldige, een man, dien ik nooit
gezien heb, die my nooit kwaad heeft gedaan-
Om ’t even,” dacht Duprat, terwyl hy de
kamers weer op en neer begon te loopen
„is het een misdaad dat ik dien man, die
myn dochter heeft hy baar onteerd F
Wat heeft hy eigenlijk gedaan P”,
Duprat streek met de band over de oogen.
„O neen Laat ik er niet meer aan denken
Ik zou krankzinnig worden 1”
En zich slechts voor oogen houdende, dat
hij leefde, dat hij gelukkig zou zyn met
Miquèle, na het zwervend leven, dat hy tot
dusver geleid had, trad Duprat weder naar
het ledikant van zyn dochter, om zich te
overtuigen, dat zy sliep, nam het pak be
bloede kleeren en sloot alles in het vertrek
weg, waarna hy een overjas aantrok en zyn
gelaat met een cache-nez bedekte, uit vrees
van in den gang herkend te worden. Toen
sloop by de trap af en ging de voordeur uit.
Buiten gekomen, zeide hy by zichzelf
„Niemand kan weten, dat ik vannacht te
Bordeaux teruggekomen ben. Ik zal een alibi
bewijzen.”
En snel liep hy naar den rivierkant, ter
wijl in het oosten door een zware wolk heen
het licht van den dageraad gloorde.
woord gehad. De meening van Deschanel,
dat het ontwerp der regeering op sommige
punten te ongunstig is voor de kerken,
kan Deville niet deelen. Hy brengt in her
innering, boe indertijd de Constituante had
verklaard, dat de goederen der kerk natio
naal eigendom werden, maar dat dit volstrekt
niet voor den staat de verplichting schiep,
de geestelijken te bezoldigen. Er was dan
ook geen sprake van een schadeloosstelling
voor het geheele leven, die de staat ver
plicht zou zyn aan de bedienaren van den
godsdienst toe te kennen. Do staat had vol
komen vryheid de begrooting van eeredienst
op te heffen. De bezoldiging der geestelijk
heid keerde de staat uit als een vrye gift,
niet als een schuld. Ook was naar het recht
en naar de geschiedenis vastgesteld, dat de
kathedralen en de paleizen der bisschoppen
aan het ryk, de kerken en pastorieën aan de
gemeenten toebehooren. Deville vreesde niet,
dat er moeilijkheden zouden ontstaan uit de
bepalingen van het wetsontwerp omtrent het
huren van de gebouwen voor den eeredienst,
hy dacht, dat de kerkbesturen het daarover
gemakkelyk eens zouden worden met de
gemeenteraden.
Deville zou gaarne zien, dat de boeren
zouden bemerken, dat zy voortaan minder
belasting behoefden te betalen, nu zij niet
meer behoeven by te dragen voor de be
grooting van eeredienst. Hy sprak ten slotte
de hoop uit, dat het ontwerp tot wet zon
worden verheven vóór de verkiezingen van
1906
De Kamer heeft alleen den namiddag aan
de scheiding van kerk en slaat kunnen be
steden, de morgen is gewijd geweest aan de
brandewynstokers van eigen oogst, en de
beraadslagingen over laatstgenoemd onder
werp zullen aanstaanden Donderdag worden
voortgezet.
Telefoon No. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nummers VIJF CENTEN.