JEN
DEH
TS.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Vrijdag 21 April 1905.
No. 9702.
44ste Jaargang
i
FllIlllTOX
er
B1D0CHTSB VAN DIN SCHEEPS
KAPITEIN.
'lijders
I
l
Senr.,
EKK
219.
.1
De waarheid (en nog wat)
in *t gedrang.
20 Mark
'orden.
r
voor
bad
zeer
afkaart wordt
Monden door
ammo!.
jrkelyke halp
HAMBURG,
n het
laarzenmagazijii
30.
Kleiwegstceg.
1.01 INIILIOIRHT
sten werk
>1 voor
oratief
r.
i Genoegen”.
feletoon W©. S2.
l)e Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Hommers VIJF CENTEN.
dachten toe, die hem van heimwee vervul
den. Hjj herinnerde zich bekende gezichten
van daargindshy zag in zyn verbeelding
de hooge toppen der Pyreneën, als altyd
met een sneeuwlaag gedekt, hy zag de kudden
in de weiden, geleid door een hem wel be
kenden herder met een platten hoed by zag
den boom, waarin hy als kleine jongen placht
te klauteren; hy zag het goedig gezicht van
zyn vader, die reeds jaren lang dood was
en hy zag hem nog op zyn eigenaardige
wyze staan lachen, geleund tegen den rand
van de put. O, geheiligde herinneringen uit
de kinderjaren 1
„De moord in ’t hotel de Bourgogne, vijf
centimesschreeuwde iemand, die aardig r
wilde zyn, vlak achter zyn rug.
Het was Duprat of hem op datoogenblik
een dolksteek in het hart werd toegebracht.
Haastig liep hy voort, met verwilderde
oogen, nagenoeg buiten adem.
Een oogenblik later lachte hy weer.
„Dat was een grap, niet waar, Miqnéle,
dat was maar een aardigheid P”
„Wat bedoelt u, papa?”
„Wel, dat geroep met die krantPrecies
de stem van den man, die daareven by het
hek stond 1 Goed nagedaan, wezenlijk, heel
goed!”
En Duprat sprak weder met opgewektheid
vrooljjk zelfs. (Wordt vervolgd.)
25)
Ze kon niet zoo gauw een straf bedenken
die verschrikkelijk genoeg was voor „dien
man”, voor Victor Labanére.
Haar ontzettende droefenis zou
iemand, die Miquéle’s gedacbtenloop
kunnen volgen, waarschijnlijk ook iets
belachelijks hebben gehad.
In haar wanhoop keek het arme kind of
er geen water was, waarin zy zich kon
verdrinken, geen touw, waaraan zy zich kon
ophangen, geen dolk, waarmede zy zich zou
knnnen doorsteken, want, met haar zenuw
achtigheid van bedorven kindje, was zij over
tuigd, dat niemand Ongelukkiger had kunnen
zijn, dan zy het op dit oogenblik was, en
dat alles wat er geboekt staat van de marte
laren niet in vergelijking kon komen by het
geen zy nu te verduren had.
»Ja,’* herhaalde zy, „als er op de ’wereld
nog rechtvaardigheid bestaat_ro-
Madelac zette groote oogen op bjj de smart, gids, die bizonder welwillende vreemdelingen
waarvan hij al zeer weinig begreep en riep 1“JzU
van tyd tot tyd„Ouk 1 OuftI” op een vra-
Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des rnidd.
s Guld. 3.50.
s Guld. 1.75.
Guld. 0 90.
Igende klassen
wijzen worden I
trekkingsplan
len Staat, welk
irzend.
Jterij ontvangt
plaats gehad
i trekkingslijst.
r van prijzen
•rompt aan de
eheimhouding.
tien eenvoudig
n, ook tegen
christelijke school voorbereid. Daarvoor
moeten de ouders vanwege de hoog
geroemde algeheele vrijheid van keuze
eerst worden bewerkt. Nu zou de heer
J. Wedeven, schoolopziener in het arr.
Hoogezand en dug^in hoofdzaak belast
met de behartiging van het openbaar
onderwijs aldaar een propaganda-lezing
houden. Die is gehouden. Daarover aan
gevallen, verklaart de schoolopziener in
een ingezonden stufe in Oost-Goorecht
„noch op Dinsdag, noch op een anderen
avond (ben ik) „als spreker” of „met een
lezing” opgetreden te Zuidbroek”. En wat
blijkt nu bij verder onderzoek Dat wer
kelijk het oproepingsbriefje niet sprak van
„eene lezing” of van een „spreker”, maar
dit de schoolopziener op zich had geno
men, om de kwestie „TOE TE LICH
TEN 1 1” Dit is dus weer een waarheid als
die van Dr. K.„Nooit hebben wij (der
openbare school) een kwaad woord naar
het hoofd geworpen”. Zij doen „heele-
maal niet”, wat hun een wellust is om
„altoos door” te doen. Alle schuld voor
’thtrvatten van den schoolstrijd ligt dan
ook aan de linkerzijde. Al wie geregeld
door gestokebrand hebben, wasschen thans
hunne handen in onschuld en werpen de
schuld op anderen. Het Handelsblad zegt
van het slot van ’s ministers rede dan
ook zeer juist;
„Wie heeft, zoo vroeg de minister, den
schoolstrijd heropend? De Regeering of
de linkerzijde En dan antwoordde hij
de linkerzijde.
Want reeds in de Troonrede van 1901
werd herziening der wet op het L. 0.
aangekondigd en noch destijds, noch bij
een van de volgende begrootings-de batten
ja zelfs niet bij de laatste, schoon toen
het ontwerp reeds was ingediend heeft
men eenig protest doen hooren. Eerst
sedert een onderwijzer (de heer Ketelaar)
de onderwijzerswereld in rep en roer heeft
gebracht, is de linkerzijde mobiel geworden,
precies als bij het H. O., toen ook eerst
door een hoogleeraar (prof. Van der Vlugt)
de stormbal werd geheschen, gelijk te
ScheVeningen geschiedt als er kwaad weer
op til is. Niet het ontwerp van de Re-
was gestegen. Overal muziek, gezang, gelach
en uitbundige vroolykheid.
Op eeus echter ontstond er een byna plech
tige stilte, omdat ieder wilde luisteren naar
het gezang van de liedertafel uit Nay, uit
sluitend voor deze gelegenheid naar Bor
deaux overgekomen. Het mannekoor was
sterk en blykbaar goed geoefend. Het aan
geheven lied was kinderlyk-eenvondig, doch
herinnerde in al zyn eenvoud aan de lachende
dalen en aan de majestueuse toppen der
Pyreneën.
Werd er hier en daar ook nog gelachen
en gepraat, de kapitein Duprat zweeg onmid'
dellyk stil, alsof hy niet één woord wilde
missen van het lied uit zyn land, zoo zacht
en zoo melancholiek.
„Luister, Quéquèle, luister,” fluisterde hy
zyn dochter toe, „dat is een melodie uit
ons land.”
En aandachtig luisterden vader en dochter
toe, terwyl Madelac zichzelf te vergeefs af
vroeg, waarom die twee nu op eens zoo on
bewegelijk stil stonden. Plechtstatig klonken
de toonen door de stilte van den nacht.
„O, die bergen, die stroomen, die valleien
dat heerlijke land 1” riep Duprat in geest
vervoering uit. „Jij kent het niet, Quéquèle,
ik zal n erheen brengen, ik zal ’tu loeren
kennen, dat land, het land myner geboorte 1”
Onwillekeurig stroomde hem allerlei ge-
ik beleefd mij
te melden.
st de aanvraag
>ten voor de
trekking zoo
'lijk tot
geering heeft dus den storm doen opste
ken, maar de onderwijzers-agitatie heeft
dat gedaan.
De redeneering lijkt ons onjuist en
kleinmoedig.
Onjuist. Want als er ergens brand
gesticht wordt en er wordt alarm gemaakt,
zijn dan die alarm maken de eigenlijke
oorzaak van de rustverstoring of is dat
de brandstichter?
Dat er niet aanstonds alarm is gesla
gen, is dat een reden om te zeggenHet
was dan ook niet noodig, want gij hebt
vooraf zoo’n langen tijd verslapen
Dat de politieke partijen van links geen
oppositie hebben gemaakt voordat het
wetsontwerp er was wel is dat iets
anders dan nuchter en verstandig?
Dat ze hun verzet pas hebben doen
hooren toen de onderwijzers, d. w. z. de
deskundigen, alarm hadden geslagen, is het
niet ook weer zeer verklaarbaar? Of ze
hadden geen erg in de gevaren van het
ontwerp voor de deskundigen er op wezen
en plegen ook niet gewone burgers
rustig te slapen tot de nachtwakers brand
roepen? Of ze wilden wachten tot het
ontwerp in behandeling zou gaan komen
want waartoe lang vooraf reeds de
belangstelling in spanning gehouden?
Maar de redeneering lijkt ons ook
kleinmoedig.
Deze Regeering heeft den schoolstrijd
heropend, een strijd die haar lust en haar
leven is, die altijd is gepredikt door dr.
Kuyper, zooals een hadji den „heiligen
oorlog” predikt, als iets goeds, iets moois,
iets dat de beste idealen van het „chris
telijke” deel der natie raakt.
Maar nu ze er voor gesteld wordt om
de verantwoordelijkheid voor het herope
nen van dien „heiligen krijg” te aanvaar
den, nu durft ze die niet aan. Nu
weert ze die verantwoordelijkheid af als
een schooljongen die, betrapt op een rob
bertje vechten, jouwend uitroeptHij is
begonnen.
Dat is niet braaf „Excellentie I”
Inmiddels komt ook De Standaard nog
een laatste loodje in ’t zakje doen.
Allereerst merkt het antirevolutionnaire
Telefoon go. 8S
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
alzoo op, ’tgeen wij hier niet noemen
kunnen! Uitstekende sollicitanten op zij
gezet voor iemand, die op staanden voet
uit zijne betrekking was ontslagenMaar,
zooals gezegd is, de man behoorde tot
de z. g. christelijke partij. En deugt ook
de lading niet, de vlag schijnt hier alles
te dekken.
Daar hebben we ook weer den heer
Staalman, die blijkbaar streeft om weer
wat in ’t gevlei te komen en die nu bij
het Kamerdebat de’ openbare school ook
deerlijk heeft afgekamd. Doch hij had er
bij moeten voegen doe naar mijne woor
den, maar niet naar mijne werken. Want
dadelijk daarop bleek, dat zijn eigen doch
tertje juist in de eigen week na examen
was toegelaten tot de voorbereidende
klasse def hormaalschool, om in ’t openbaar
onderwijs 'Tt worden opgeleid. Bleek hier
weer niet de oude liefde sterker dan de
leer Hij heeft er zich trachten uit te
draaien door te zeggen, dat hij dit gedaan
had, omdat er geen christelijke kweek
school was. Alsof hij ook naar de synagoge
zou gaan, als er geen ander kerkje was
in de plaats zijner inwoning.
De heer Offringa, predikant bij de geref.
gemeente Herwijnen, noemde de openbare
school „de pest en de kanker der natie”
(zie ons vorig nummer), en nu blijkt
weer uit een ingezonden stuk in de N.
R. C., dat hij zijn jongsten zoon stuurde
naar de normaallessen, die in dat „pest
hol” te Dinteloord gegeven worden, ter
wijl ook zijne oudste dochter de openbare
school heeft bezocht. Eerst profiteert men
dus van dat onderwijs en daarna wordt
het belasterd. Erg christelijk 1 En zoo
lezen en ageeren ze er maar op los, soms
zeker ook wel een beetje uit eigenbelang
of voor eigen reclame (zoo’n enkel ver
keerd uitwasje hindert niet in dat kamp
en de hoorders zijn meegaand en goed
moedig genoeg, om zich maar door dik
en dun mee te laten slepen en met een
daverend applaus van hunne instemming
met het afbrekend „werk der liefde”
blijk te geven. Elk heeft zoo zijn amuse
ment.
Te Zuidbroek wordt de oprichting eener
genden toon en waarlijk vol deernis,
Duprat kwam terng. Wat was hjj nu weer
vrooljjk en opgewektEen algeheele omme
keer bjj bet norsch gelaat van daareven.
Hjj kostte Miquéle uit eigen beweging en
van een koortsacbtige trilling in de wangen
was nn niets meer bjj bem te bespeuren.
Er liepen twee politie agenten langs bem
been, maar Duprat zag niet eens naar die
menschee om. Hjj wandelde weder met zjjn
dochter naar het drukker gedeelte van den
tuin op en hoorde opnieuw, hoe de couranten-
verkoopprs bjj het hek hun gewoon refrein
uitgalmden, maar het liet hem nu volkomen
kond.
Met zjjn dochter aan den arm en Madelac
achter hem, stapte hjj vrooljjk voort en toonde
zich bizonder spraakzaam.
Hjj sprak over allerlei dingen, die Miquéle
vreemd waren, over de nitbeqmscbe planten
en boomen, waar ze langs liepen, over het
ontstaan van dezen fraaien plantentuin en
over de feestcommissie, die uitsluitend be
stond uit mannen, welke afkomstig waren uit
het land der Pyreneën, omdat de zoo jam
merlijk verongelukte brandweerman hun
.landsman” was geweest, en dat alles met
de opgewektheid van een goed gelui mden
geleidt.
Het bleek nu, dat de feestvreugde ten top
„Wij hebben nooit tegen de overheids-
school als zoodanig gestreden nooit heb-
ben wij haar een kwaad woord naar het
hoofd geworpen.” Zoo spreekt dr. Kuyper,
zonder blikken of blozen. Niet waar, als
men zoo iets leest, dan wrijft men zich
de oogenmen zou meenen, dat men
droomde „Nooit een kwaad woord
NotmStraks zal men ’t nog kunnen 1
beleven, dat ook de felste tegenstander
van liefde heet te blaken voor het open
baar onderwijs, ’t welk midderwijl „uit
liefde” wordt doodgedrukt, precies als de
apen dat soms hunne jongen plegen te
doen. „Zeggen en doen zijn twee.” Dit
geldt vooral van het tegenwoordig minis
terie. Want hoe mooier er iets gezegd 1
of verdedigd wordt, hoe meer aanleiding
er voor ons is, om dan vooral op onze
hoede te zijn. De taal is niet altoos het
middel, om zijne gedachten te openbaren,
maar dikwijls om juist de ware bedoe
lingen te verbergen.
„Nooit hebben wij tegen de overheids-
school gestreden 1” En als men dan De
Standaard naplnist, ja, dan vraagt men 1
zich afhoe hebben wij het nu Zoo 1
wijst de heer Vink van Schoonhoven ons
dadelijk op een „driestarretje”, waarvan 1
aan dr. K. de herkomst wel bekend zal
zijn, en waarin de openbare school naar
aanleiding van een paar gevallen van
zedeloosheid allerdeerlijkst wordt afge
takeld. Nu is het eerstens erg unfair,
om op dien grond een aanval tegen de
openbare school te richten. Want die
gevallen zijn helaas in ’t christelijke kamp
vooral niet minder zeldzaam, ’t Schijnt
echter regel te worden, om alle dingen
met twee maten te meten. Zoo kon
zelfs zekere heer Meijer, pas het vorige
jaar onder zoo hoogst treurige omstan
digheden ontslagen als hoofd der Chris
telijke school te Oostwold (Oldambt) aan
Prof. Kraus te Delft tegen diens
herhaalde voordracht in worden op
gedrongen als bibliothecaris. Eene premie
He prijzen zijn
door den Staat
1 gegarandeerd.
dnrrniny in
'g gewaarborgde
rin zeker
:ze voordeelige
elijk
het gelukkigste
•k.
prijs v. 40 000 M
80.00'1 M
•rijz. 20.000 M
prijs 15.000 M
rijz.,, 10.000 M
5.000 M
8.000 M
2.000 M
1,< OOM
80"M
200 M
loterij, die uit
•ten met 41225
lat bijna op de
valt, Bijzon-
(nerkelijke ver
verij, waardoor
d eene premie,
in de laatste
asse te winnen. I
sto klasse be- I
al 0,000 Mark
M., in de üe
5, 00 M., in de
tot 80.0 0 M
«00,000 Mark,
g, die officieel