s
öiï 10MH HIIWELUK.
Menu's- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Vrijdag 4 Augustus 1905.
No. 9789.
I
Bulleiilandsch Overzicht.
FEUILLETON.
i
GASFORNUIZEN,
ON
LOON,
an Spreekbuizen.
ADEN
44ste Jaargang.
ENTEN,
Electra Branders,
enz.
RTIKELEN.
'ele gratis ge-
dchandelaar
Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des niidd.
IfKMAN Zd.
I
3>/j, dubbele flesch
Zegte, Zaltbomruo
Letterdam.
lage.
1. Czn. Rotterdam
TEN,
GaslafeUjfts
vak behoort.
r Firma
URN AL
gratis geknipte
lleurde plaat.
WAKER
ipt patroon.
'F CHILD-
50 ets., W e‘
ra en Drogisten
VKER!
Botterdam.
GR, Apotheker
Westhaven 198
ISCHE-
)IGE -
GÜIBMIIE Ullll I \T.
Telefoon No. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, fyahco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
■4--
I- Bijvoegsel.
voorkomende
SPATRONEN
Ir. p. p. tegen
•0 verkrijgbaar
sn Haag.
De heef Witte sprak, bjj zijn landing te
New-York, beslist de mededeeling van de
N.-Y. Herald tegen dat bij gezegd zon hebber,
dat de vredesonderhandelingen binnen een
week afgeloopen zouden zijn, op grond dat
de Japansche voorwaarden onaannemelijk
zouden blijken.
rertroften
5T8 welbekend
CHT-MIXEB
Fabriekmerk).
Ie, radicale en
van alle, zelfs
lekkige zenuw-
tl ontstaan door
jeugdigen leeftjjd
re zwakte, Bleelr
- Hoofdpijn
- M“«gPÜ»
On vermogen
ene. Uit-
-MAGAZIJN
dster
B 13,
e modellen
)EN Franje.
Fe geëmailleerde
24)
„Nu, mynheer 1 dat zou zeker onderscheid
maken. Maar het is eigenlijk mynheer, waar
voor ik zoo bang ben, zoudt gij niet eerst
met hem kunnen spreken, mijnheer?”
„Vooronderstel eens, dat gij in juffrouw
Margaretha’s plaats waart, zoudt gij het dan
pleizerig vinden, dat iemand zyn liefde aan
uw vader verklaarde, voordat hij eerst uw
eigene gevoelens geraadpleegd had ‘zoudt
gij het pleizierig vinden, als u een huwelijks
aanzoek gedaan werd door middel van uw
vader Kom, zeg my eens oprecht, zoudt gy
dat pleizierig vinden?”
Zy lachte en schudde zeer beteekenend
met haar hoofd. Ik kende de kracht van mjjn
laatsten grond, en herhaalde uienVoor
onderstel, dat gy in juffrouw Margaretha’s
plaats waart.”
„Stil 1 spreek niet zoo hard,” hervatte de
meid, vertrouwelyk fluisterende. „Gy zyt
zeker een groote mynheer. Ik zou u graag
helpen als ik het maar durfde te doen, dat
waarlijk zool”
Volgens het Petersborgsche telegraafagent-
schap heeft Linjewitsj het volgende telegram
aan den Tsaar gezonden
In den laatsten tjjd hebben vreemde kranten
zeer dikwyls beweerd, dat ons leger volkomen
ingesloten en zyn positie niet alleen gevaarlijk,
maar zelfs hachelyk was. Russische kranten
herbalen deze valsche geruchten, en dit is
de reden waarom in Rusland een geheel
averechtscbe voorstelling over den toestand
van ons leger heerscht. Dienvolgens be
richt ik Uwe Majesteit, dat het leger nooit
in een gevaarlijke positie verkeerd beeft.
Onze vleugels zyn nooit omgetrokkende
Japanners hebben misschien beproefd, ons te
overvleugelen, maar steeds zonder succes.
Wü staan tegenover den vyand, en de Ja
panners bevinden zich nog op zekeren af
stand van onze hoofdstelling. Ofschoon zy
herhaaldelyk een poging gedaan hebben, om
dichterbij te komen, zyn deze pogingen steeds
mislukt. Ik bericht U. M. verder dat de
geest van de troepen my volkomen vertrou
wen inboezemt en dat de legers tot uitvoe
ring van elke taak bereid zyn.
Het zal wel geen toeval zyn, dat Linje
witsj’ telegram verzonden en openbaar ge
maakt is, zoo kort voor den aanvang van
de vredesonderhandelingen.
Tegelijk wordt bekend dat de Tsaar in
een telegram aan den opperbevelhebber zyne
smartelijke verbazing heeft geuit over het
verlies van Sacbalin en de onvoldoende ver
dediging van het eiland. Linjewitsj zou te
ruggeseind hebben dat hjj al zyne strijd
krachten in Mantsjoerjje had samengetrokken
en spoedig een overwinning voor zyn leger
hoopte te kunnen melden.
De Turksche politie zet met grooten jjver
haar onderzoek naar de bedrijvers van den
aanslag op den Sultan voort. Er moeten
reeds niet minder dan 3000 personen van
allerlei nationaliteit en godsdienst in
voorloopige hechtenis zyn genomen. Maar
men kwam geen stap verder, de ware dader
werd nogspiet gevonden. Thans echter komt
een zeer belangrijk bericht uit Konstanti-
nopel. De correspondent van het Berl.
Tagebl. aldaar deelt namelijk mee, dat een
hoogwaardigheidsbekleder van het keizer
lijk hof is gevangen genomen verdacht van
medeplichtigheid aan den aanslag op den
Sultan.
Belangrijk is dit bericht, omdat reeds
eenige dagen geleden een ooggetuige van
het gebeurde in een te Praag verschijnend
blad een uitvoerig relaas gaf en daarbjj mee
doelde een feit, dat wjj tot dusver nergens
anders vermeld vonden dat onmiddelljjk,
na de ontploffing van den bom een aantal
offeren met getrokken sabel op het fjjtuig
v^n^lwi Sultan toesnelden. De vorst ontkwam
aan het dreigende gevaar door de
en de toewijding van zijn lijfgard
(hè de aanvallers neersabelde.
De ooggetuige kwam door dit incident lot
de overtuiging, dat men hier te doen had
met een militair complot. Indien het bericht
van het Berl. Tagebl. juist is, zou deze over
tuiging hierdoor wel worden versterkt. Het
is immers waarschijnlijker dat een hofdigni-
taris betrokken is in een militair complot,
by een poging tot een paleis-revo'utie, dan
dat zulk een ambtenaar uit de zoo zorg
vuldig van liberale en vreemde smetten
vrijgehouden omgeving van den Snlan
medeplichtige zou zQn van Jong Turken,
Bulgaren of dergeljjke elementen, wien men
van officieele zjjde eerst de schuld op den
hals trachtte te schuiven.
ternauwernood naar ik beantwoordde ze on
verschillig en kort. Zoodra het ontbijt ajge-
loopen was, verliet ik het huis dadelijk weder
zQnder met een enkel woord te zeggen, waar
ik heenging.
Toen ik de stoep afging, sloeg ik by toe
val een blik op het raam der eetzaal. Clara
stond er voor om my na te kjjken. Dezelfde
bezorgde uitdrukking stond op haar gelaat
te lezen, als toen zy my den vorigen avond
verliet. Zy glimlachte toen onze blikken
elkander ontmoetten: ’t was een sombere,
flauwe glimlach, die haar blijkbaar niet van
harte afging. Maar dit maakte toen geen
indruk op myj: ik had voor niets aandacht
dan voor mijn aanstaande ontmoeting met
Margaretha. Mjjn hart klopte en brandde in
mij bij het vooruitzicht daarvan voor al
het overige was het koud onverschillig en
ongevoelig.
Ik kwam omtrent een uur voor den be
paalden tjjd op Hollyoake Square aan. In de
onzekerheid en het ongeduld van die lange
tusschenruimte was het my onmogelijk een
oogenblik rustig te zijn. Ik wandelde onop
houdelijk het plein op en neer, en de buurt
i rond, terwijl ik ieder kwartier op een kerk-
klok in de nabijheid hoorde slaan en myn
schreden werktuigeljjk verhaastte, hoe meer
de tyd naderde, dat het verlangde uur slaqn
ZOU. y (Wordt vervolgd.)
Balfour heeft in het Lagerhuis te kennen
gegeven, dat er, naar hy vreesde, voor de
wet op de werkeloosheid geen tijd zou over
schieten. Verder heeft hjj eenige wetsont
werpen opgesomd, die nog in deze zitting
afgehandeld zullen worden, maar langer en
belangryker is de lijst van de wetsontwerpen,
die dus de papiermand ingaan. Verschillende
woordvoerders in de oppositie hebben dan
ook gezegd, dat zij geen tweede voorbeeld
weten van een zoo onvruchtbare parlcments-
zitting. Van twaalf wetsontwerpen, die de
troonrede aankondigde, zyn alleen de vreem
delingenwet en de wet tot verlenging van
een landwet afgehandeld. Vooral is men in j
vele kringen op de regeering verstoord, om
dat zy de werkeloozen niet te hulp komt.
Dat is een nijpende nood, waarin voorzien i
moet worden. Keir Hardie heeft de werke
loozen van Manchester aangespoord om vol
te houden. Maar wat zullen zy vermogen,
als de regeering niet wil De burgemeester
van Manchester, heeft reeds vergaderingen
op het marktplein verboden, en de tocht van
werkeloozen van daar naar Londen, die
gisteren zou beginnen, is voorloopig opgegeven.
Het nieuwe coalitie-ministerie in Zweden
is als volgt samengesteld minister-president
ik het meisje mij eenige schreden achterna i
loopen, toen stilstaan, toen terugkeeren, en
het tuinhek zachtjes sluiten. Zij had zich
waarschijnlijk nog eens in juffrouw Marga-
retha’s plaats gesteld, en had nu alle ge- i
dachte aan verderen tegenstand opgegeven.
Hoe zou ik de uren doorbrengen, die nog ver-
loopen moesten, eej het elf uur was P De list i
fluisterde mij in Ga naar huis vermijd zelfs
het gevaar om argwö^n op te wekken, door als
naar gewoonte met uw familie te ontbijten. En
zooals de list aanried, zoo deed ik.
Ik kan mij Clara niet voorstellen, vriende-
lyker meer gereed met al die nietige kleine
zorgen en oplettendheden, die zulk een bjjzon-
dere bekoorlijkheid hebben, wanneer zy door
een vrouw aan een man, en inzonderheid door
een zuster aan een broeder worden besteed,
dan wanneer zij en ik en mijn vader ons te
zamen aan de ontbijttafel vereenigden. Ik her
inner my nu met schaamte, hoe weinig ik dien
morgen aan haar dacht en met haar sprak
met hoe weinig aarzeling of zelfverwijt, ik mjj-
zelven verontschuldigde, dat ik reeds een af
spraak aangenomen had, toen zy er voor dién
dag een met my wenschte te maken. Myn vader
was in eenig onderwerp, dat op zyn ambt
trekking had, verdieptmet hèm kon zy duk> I
niet spreken. Het was tot my, dat zy, al haar,’
vragen en opmerkingen richtte, zooals zy
’s morgens gewoonlyk deed. Ik luisterde er
„Gy zyt een goed meisje,” zeide ik. „Zeg
my dan nu, wanneer gaat juffrouw Marga
retha van daag uit, en wie gaat er met haar
mede
„Jongens, jongens 1 het is niet goed, dat
ik het zeg, maar gy maakt, dat ik haast niet
anders kan. Zij zal van morgen om elf uur
naar de markt gaan. Zy heeft dit de laatste
week alle dagen gedaan. Mijnheer vindt het
niet goed maar de juffrouw vroeg en smeekte
of zy mocht; want de juffrouw zegt, datzjj
geen goede huisvrouw kan zijn, als zy niets
af weet van het huishouden, en van de
pryzen van alles, en wat een £oede maat
is, en wat niet, en al zulke dingen meer,
begrijpt gij.”
„Ik dank u duizendmaal I gij hebt my al
de hulp verleend, die ik noodig heb. Ik zal
hier voor elven zyn, en wachten tot gy het
huis uitkomt.”
„O, ik bid u, doe dat niet, mynheer! ik
wou maar, dat ik het u niet gezegd had,
waariyk ik had het ook niet moeten
doen 1”
„Gij behoeft niet bang te zyn, gy zult er
geen schade bij hebben dat gy my dit ver
teld hebt, ik beloof u al wat ik zeide, dat
ik u belooven zou, goeden dag 1 En denk er
aan, geen woord er over tegen juffrouw
Margaretha, voordat ik haar zie I”
Toen ik mij haastig wegmaakte, hoorde
de heer Lundeberg, tot dusver leider van de
meerderheid in de Eerste Kamerbuiten-
landsche zaken graaf Wachtmeister, tot
dusver directeur-generaal der domeinen
justitie Berg, lid der Eerste Kamer oorlog
kolonel Tsingsten marine Lindman, tot
dusver directeur-generaal der telegraphie
binnenlandsche zaken Widen, afgevaardigde
financiën Biesert, afgevaardigde eeredienst,
Hammarskjöld, president van het Hof van
Gothland landbouw, Peterson, afgevaardig
de. Minister zonder portefeuille zyn de heeren
Petterson, raad van justitie, en de afgevaar
digde Stoeff.
Reuter seint uit Kopenhagen
Toen de Koning voor het ontbyt aan boord
van de Hohenzollern kwam, paradeerde de
manschap in het want, de riinziek speelde
het Deenscbe volkslied en damorlogsschepen
losten saluutschoten.
Aan tafel zeide de Koning op buitenge
woon harteljjke wjjze keizer Wilhelm dank
voor diens vriendschappelijk bezoek, waarop
de Keizer zyn hqrteljjken dank betuigde
voor de warme oiitvangst en zjjn vreugde
over zjjn verblijf in den genoeglijken fami
liekring en zyn voorstelling aan den Koning
als Deensch admiraal.
Te half vier vertrok de Koning met de
leden van het Koninklijk huis onder saluut
schoten der oorlogsschepen van de Hohen-
zollern. De manschap paradeerde weer in
het want en de muziek speelde het Deensche
volkslied.
Keizer Wilhelm nam op zeer hartelyke
wyze van den Koning afscheid, beide vor
sten omarmden en kusten elkander herhaalde
malen. Gok het afscheid van den kroon
prins en van de overige leden der koninklijke
familie was uiterst vriendschappelijk.
Na een intiem diner bjj den Duitschon
gezant hier hedenavond zal de Keizer aan
boord van de Hohenzollern terugkeeren.
Het blijkt tfu waarom eenige Duitsche
bladen zoo groote ongerustheid toonden
over het aangekondigde bezoek van hot
Engelsche eskader aan de Oostzee. Het
Berl. Tagebl. heeft het geheim verklapt.
Met het Engelsche bezoek vallen namelyk
de Duitsche vlootmanoeuvres samen, die dit
jaar eveneens in de Oostzee zullen plaats
hebben, en men vreest nu dat de beide
Telefoon No. 82
ADVERTEN TIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
vloten elkaar zullen hinderen. De Duitsche
marine-autoriteiten konden geen wyziging
meer brengen in hun plannen, omdat reeds
meer dan een jaar aan de voorbereiding
dezer manoeuvres door den marinestaf is
gewerkt. De Engelsche regeering wist dit
en men schynt het nu den Engelschen
kwalyk te nemen, dat zij desondanks heb
ben besloten een eskader naar de Oostzee te
zenden. De Engelsche admiraliteit bad een
ander tijdstip voor den oefeningstocht van
het Engelsche eskader moeten kiezen of
een ander oefeningsterrein, meent men. De
vrees dat de Duitsche manoeuvres dus in
de war zullen loopen, zou dus de eigenlijke
reden voor de ontstemming in een deel van
de Duitsche pers zyn. Waarom dit echter
dan niet onmiddellyk duidelijk gezegd, men
bad dan immers al die commentaren om
trent de duistere plannen van den Duitschen
keizer achterwege kunnen laten en geen on
rust behoeven te wekken.
Nu het bericht over een nieuwe verloving
van den groothertog van Saksen Weimar
tegengesproken is, neemt men aan dat Wil
helm Ernst niet meer aan hertrouwen denkt.
Wel opmerkelijk is dat dezer dagen een
neef van den groothertog, prins Hermann
van Saksen-Weimar, als luitenant by het
Pruisische regiment gardekurassiers in dienst
is getreden. Men ziet in dien jongen prins
hjj is net 19 jaar den toekomstigen
troonopvolger in Weimar, voor het geval de
groothertog als ongehuwd man zonder man
nelijke nakomelingschap komt te overlijden.
De eerst rechthebbende op den troon zou
overigens de vader van prins Hermann, prins
Wilhelm van Saksen-Weimar, de o tan van
den groothertog, zyn. Maar sedert jaren
heeft men aangenomen dat prins Wilhelm van
de erfopvolging afstand zou doen ten gunste
van zyn zoon Hermann. Het is geen geheim
dat de prins aan Duitsche hoven, Berlyn niet
uitgesloten, niet al te bemind is. Hy heeft
vroeger by het 11de regiment huzaren te
Dusseidorp gediend, verliet daarna den dienst
om by het Nederlandach Indische leger onder
den naam van „von Rohde” dienst te nemen
en werd, toen hy in Europa terugkwam,
met den rang van majoor la suite van het
leger geplaatst. Sedert 1885 met prinses
Gerta van Ysenburg-Büdingen gehuwd, woont
prins Wilhelm al langen tyd te Heidelberg.
Hjj verschijnt slechts zelden aan het hof te
Weimar, het laatst is hjj er geweest bjj de
begrafenis van de jonge groothertogin Ka-
roline.
s