UIT ZONDERLINGE BMJIi
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en O nistreken
Woensdag 25 October 1905,
No. 9S58.
44ste Jaargang.
wordt
Vermeerdering van Personeel
I
m
9
&.O
ASFORJiUIZÏJI,
flTEfl,
ictra Branders.
nz.
MELEN,
LOOIT,
FEUILLETON.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid:!.
i
t Ifote-
Wordt vervolgd,)
Sclit»
tesamt-n
an ia dot
naam d«
ïrrwdig^
woreldbe-
r&SUU-
N,
staleltjes
ak behoort.
modeller]
IN Franje,
geëmailleerde
Spreekbuizen.
fiOUDSIME COURANT
mij dat nier eer gezegd Gy hebt mijn huis
geschandvlekt door een man aan de deur
te laten komen ik weet bet! in de
hoedanigheid van een schuldeischer. Hy heeft
naar u als naar zyn „vriend” gevraagd, --
de bedienden hebben het mij verteld. Die
winkelier, die u geld geleend heeft, uw
„vriend Als ik gehoord had dat de armste
arbeider op myn land u „vriend” noemde,
dan zou ik meenen dat die gehechtheid en
dankbaarheid van een braaf man u tot eer
strekte. Maar als ik u dien naam hoor geven
door een winkelier en geldschieter, dan acht
ik u onteerd door de verbintenis, waarin gij
tot een bedrieger staat. Gy hebt gel ijk, man
dat is werkelijk onteerend Hoeveel zyt
gij hem schuldig? Waar zyn uw onbetaalde
acceptatiën Waartoe hebt gij myn naam
en myn krediet gebruikt Zeg het my dade
lijk ik dring er op aan 1”
Hy sprak haastig en op een verachtelijken
toon, stond, toen hy uitgesproken had, van
zyn stoel op, en liep de kamer ongeduldig
op en neer.”
„Ik bed aan mynheer Sherwin geen geld
schuldig, papaik ben aan niemand geld
schuldig.”
Hij bleef eensklaps staan.
„Aan niemand geld schuldig P” herhaalde
hy zeer langzaam en op een heel anderen
toon. „Gy spraakt toch zoo even van iets
Om nog eens terug te komen (oude
koeien uit de sloot halen is den liberalen
van ouds een groote liefhebberij geweest)
op wat voor eenigen tijd door den ge-
achten Heer Dercksen in een raadszitting
is gezegd n.l. de gulden woorden „Er
is personeel genoeg aan de overzijde
diene het volgende.
Heeft de Heer Dercksen vóór het ge
wichtig oogenblik, waarop genoemde
woorden aan zijn lippen ontrolden, ook
even bedacht, dat hij door het uitspreken
daarvan misschien nog de pen van een
paganistischen schrijver stoffe zou leveren
voor een klein artikeltje op den voor
avond van den zooveelsten verkiezingsdag
in onze Goê-Gemeente Waarschijnlijk
heeft de Heer Dercksen gezegd Er is
personeel genoeg aan de óverzijde. Ik
stel mij voor, dat de Heer Dercksen die
zelfde woorden in den verkiezingsstrijd
nogmaals zal kunnen uiten, zonder zijn
geweten te bezwaren, maar dan zóó
„Er is personeel genóóg aan de over
zijde”, d. w. z. de overzijde behoeft geen
vergrooting van ledental en zooals Harmen
in zijn wambuis groeit, ben ik aan mijn
onderwerp gekomen. Daar wou ik het
nu juist over hebben, of de overzijde
versterkt zal worden, ja dan neen.
’t Is nu eenmaal in de verkiezingstijden
de gewoonte, ook bij de liberalen, zeker,
strooibiljetten de wereld in te sturen. De
Antirev. Kiesvereeniging Vreest God,
eert den Koning” alhier heeft de wel
willendheid gehad de Kiezers in district
II eene opwekking te zenden bij de aan
staande verkiezing van één lid voor den
Gemeenteraad hun stemmen uit te bren
gen op den Heer A. J. J. Vos. De op
wekking gaat vergezeld van een opsomming
van redenen, die het gewenscht doen
schijnen den Heer Vos te kiezen. Het
bedoelde strooibiljet zegt onder meer
„De Heer Vos, een algemeen bekende
persoonlijkheid (de holheid dezer phrase
is algemeen bekend) staat aan het hoofd
van eene bloeiende zaak en komt, uit
92)
„Wat bedoelt gjj met „ont< erend f” vroeg
hg eensklaps. „Wat bedoelt gij er mede om
met uw gedrag in verband
met bet gedrag van een zoon
Telefoon So. Sï.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nummers V IJ F C E N T E N.
Galen als Wethouder, wordt natuurlijk in
het strooibiljet breed uitgemeten. Wel is
waar zal men van Anti-Revolut. zijde
moeten erkennen dat onder andere om
standigheden dan de huidige de heer van
Galen met behulp van liberale stemmen
wethouder geworden is, en evenzeer zal
ieder oprecht Anti-Rcvolutionair moeten
toegeven dat de overwegend liberale Raad
op 5 Sept, iets gelijksoortigs deed als
ex-minister Kuyper toen hij de Eerste
Kamer haar congé gaf en evengoed als
ik weet ieder eerlijk Anti-Revolutionair
(want eerlijk is niet een praedicaat, dat
onafscheidelijk is van ’t begrip anti
revolutionair) dat tegenover ’t aan den
dijk zetten van den heer van Galen kan
worden gesteld ’t afdanken van den heer
Nederhorst in vroeger jaren.
Men moet toch een zeer slechte me
morie hebben, om telkens maar weer
aan te durven komen met de partijdig
heid van de liberalen. En indien de me
mories van de Anti-Revol. strooibiljetten
samenstellers goed zijn, zou ik haast
durven spreken van opzettelijke misleiding
van de kiezers, iets dat zooals men weet
ook door de Liberalen in 1 905 op groote
schaal moet zijn toegepast volgens de
Anti-Rev. pers. Vervolgens wordt in het
strooibiljet nog gesproken over den lieer
Muijlwijk die in gezelschap van den Heer
Vingerling uit een Gascommissie is ver
dreven en dit nog wel, terwijl de Heer
Muijlwijk aan de gemeente een voordeel
van 70000 gld. had bezorgd door zijn
technische kennis. De zaak is zoo. Er
is een nieuw deksel op een gashouder
gemaakt en nu heet dat te zijn geschied
op advies van den heer Muijlwijk. ’t Kan
zijn, maar eigenlijk moet ’t plan ontstaan
zijn in het brein van den Hoer Prins
van Doesburgh. De Anti-Rev. hebben m.i.
door ’t verdrijven van de Hoeren Muijlwijk
en Vingerling nog niet het recht gekre
gen te zeggen, dat de liberalen het partij
belang boven het gemeentebelang stellen.
De liberalen, zoo gaat het strooibiljet
voort hebben ons „pas geleden” nog
weer een schoolarts bezorgd en dan even
verder spreekt het over „allerlei liberale
k gekookt
▼oor do-
tepel* vm
*te) 4te
rval om
eebruiken.
toB. T.
en socialistische liefhebberijtjes. Och, ge
achte Heeren, die zoo kloek uwen naam
zet onder ’t sober, sober in elkaar ge
zette strooibiljet je, ga betreffende de zaak
schoolartsen eens informeeren bij uwen
Bondgenoot dr. Hoffman.
Me dunkt, dat die zelfs ’t b niet zal
toegeven dat Schoolartsen en „allerlei
liberale en socialistische liefhebberijtjes”
bij elkaar behooren t* worden genoemd.
En dan overdrijft ge natuurlijk weer
verbazend, waar ge over de kosten van
zoo’n schoolarts spreekt. Ik neem afscheid
van het strooibiljet. Alleen nog dit. De
A. Rev. zeggen o. a. ookKiest den Heer
Vos, die zal (onder meer) meewerken om
bekwame mannen ook al zijn ze niet
liberaal in de commissies en besturen
te kiezen. Nu, ik ben zoo vrij om te
zeggen dat de liberalen bekwame mannen
zullen kiezen al zijn ’t ook geen anti-
revolutionnaire. Gij zult toch niet willen
beweren, gij anti-revolutionnairen, dat de
mannen, tot nu toe door de liberalen
gekozen, niet bekwaam zijn
In een verkiezing-artikeltje zegt het
Goudsche Nieuwsblad o. a., dat de katho
lieken bij evenredige vertegenwoordiging
op zes zetels in den Raad aanspraak
zouden kunnen maken. Dat kan waar
zijn. Maar dan telt ge toch zeker ook
alle Katholieken mee, die niet stemge
rechtigd zijn. Welnu, wanneer ge even
redige vertegenwoordiging wenscht, dan
moet ge ijveren voor algemeen kies- en
stemrechtVolgens het katholieke blad
vraagt de liberale partij niet naar bil
lijkheid maar neemt eenvoudig alles voor
zich. Voorzichtig toch, gij katholieke pers,
denk eens even aan ex-minister Kuyper’s
drie derden, in zake Openbare en Bij
zondere school. Gij herinnert U ’t toch
wel
„Observator” schrijft in ’t „Goudsche
Nieuwsblad” een ingezonden stuk. Hij
spreekt over de bekende zaken betreffen
de de heeren Muijlwijk, van Galen en
ds. Sap. Weet meneer Observator nog
niet, dat ds. Sap buiten de voordracht
om benoemd is en dat er al zooveel over
die geschiedenis geschreven is, dat het te
voegen, bleven my in de keel steken. Ik
zweeg weder.
Ik hoorde bem by zichzelf mompelen
„De dochter van dien man een nog erger
lokaas, dan bet lokaas van geld 1”
Hy boog zich tot my voorover en keek
my onderzoekend aan. In een oogenblik
vertoonde zich een akelige bleekheid op zyn
gelaat.
„Basilius!” riep hy, „in Gods naam, ant
woord my dadelyk Wat is de dochter van
mynheer Sherwin voor u
„Zy is myn vrouw
Ik hoorde geen antwoord, geen enkel
woord, zelfs geen zucht. Mgn oogen waren
door tranen verduisterd, mijn gelaat was
neergebogenik zag in het eerst niets. Toen
ik mijn hoofd ophief, de tranen uit mijn
oogen wogveegde en opkeek, verstijfde het
bloed in mjjti aderen.
Mjjn vader leunde tegen een van de boeken
kasten, met zjjn handen over zyn borst ge
kruist. Zjjn hoofd was op zjjn borst gezonken,
zjjn bleeke lippen bewogen zich, maar geen
geluid was hoorbaar. In zjjn gelaat was een
akelige verandering gekomen, even onbe-
schrijveljjk als de verandering die er bij
het sterven plaats heelt.
onteerends. Is er dan een erger schandaal
dat gjj voor my verborgen gehouden hebt,
dan schulden, die gjj gemaakt hebt
Op dit oogenblik deden zich voetstappen
in de gang boeren. Hjj keerde zich dadelijk
om, sloot de deur aan dien kant der kamer,
en vervolgde toen
„Spreek 1 on spreek oprecht, als gjj kunt.
Hoe hebt gjj mij misleid Do naam eener
vrouw kwam telkens over uw lippen, als
uw ijlhoofdigheid op het ergst was. Gy be
diende! u van eonige allerzonderlingste uit
drukkingen omtrent haar, waarvan het ónmo
gelijk was om ze te begrijpenmaar gij
zeidet genoeg, om te toonen dat haar karakter
een van de verachtelyksto was, dat haar
ongebondenheidhet stuit my tegen de
borst om van haar te sprekenik keer tot
u terug. Ik dring er ,pp aan dat gjj mjj zegt,
in hoeverre uw misdaden in verband staan
met dat misdadige wezen.”
„Zjj heeft mjj verongelijkt, mjj wreed, ver
schrikkelijk verongelijkt
Ik was niet in staat om meer te zeggen.
Mjjn hoofd zonk op mjjn borst neder en
ik werd door een gevoel van schaamte over
meesterd.
„Wie is zjj f Gjj noemdet baar in uw ziekte
Margaretba. Wie is zjj f”
„Zjj ie de dochter van mjjuheer Sherwin...”
De woorden, die ik er nog bjj had willen
dat woord I
te brengen, -
van mjj
„Ik moet u zijdelings op uw vraag ant
woorden, pi’pa!" vervolgde ik. „Gjj vroegt
mjj gisteren avond, wie die mijnheer Sherwin
was, die zoo dikwijls naar mij is komen
vragen
„En dezen morgen herhaal ik dit nog
eens. Ik heb buitendien nog andere vragen
aan u te doengij spraakt onder anderen
in uw ijlhoofdigheid telkens den naam eener
vrouw uit. Doch ik wil de vraag van giste
ren avond het eerst herhalenwie is mijnheer
Sherwin
„Hjj woont
„Ik vraag niet, waar hjj woont. Wie is
h(i wat is hy
Mynheer Sherwin is een manufactu
rier
„Zyt gy hem geld schuldig hebt gjj
geld vu hem geleend f Waarom hebt gy
AGAZIJN
ster”,
13 13,
den aard zijner affaire voortdurend in
aanraking met den winkelstand, wiens
belangen hij grondig kent- En daar de
winkelstand een niet onbelangrijk deel
(dus een belangrijk deel, niet waar?) uit
maakt van de burgerij, gaf de genoemde
kiesvereeniging (n.l. Vreest God, eert den
Koning) blijk een goeden kijk op de be
hartiging van de zaken onzer Gemeente
te hebben door dezen Candidaat te pro-
flameeren”. Inderdaad dat is eene aan
beveling van belang, de Heer Vos staat
aan het hoofd van eene bloeiende zaak,
hij komt voortdurend in aanraking met
den winkelstand en hij kent de belangen
van dien winkelstand goed. Wij begrijpen
waarlijk niet, welke geschiktheid het staan
aan het hoofd van een bloeiende zaak
oplevert voor het lidmaatschap van den
raad der Gemeente en ’t is ook niet te
gelooven, dat de Antirev. Kiesvereeniging
den Heer Vos candideert, omdat hij za
ken heeft met den winkelstand. Die zijn
er zooveel, die zaken doen met den win
kelstand. En het zal toéh wel onver
schillig zijn of het zaken doen met dien
winkelstand nu bestaat in het leveren van
papieren zakken en pakpapier, of van
tabak, kruidenierswaren, likeuren ofcapu-
cijners, belastingbiljetten of theebeschuit-
jes. Maar misschien zijn de leveranciers
van genoemde artikelen steeds meer op
de hoogte geweest van hun eigen belan
gen, dan op die van den winkelstand.
Een en ander zij gelijkertijd een bewijs,
dat die goede kijk van de kiesvereeniging
„Vreest God, eert den Koning” zoo het
al werkelijk een goede kijk mocht blijken
te zijn geweest, volstrekt niet de pretentie
mag hebben met vette letters in het
strooibiljet vermeld te worden. Neen, die
kijk had op honderd andere manieren
minstens evengoed kunnen zijn. De Heer
Blazer, ook reeds gevallen candidaat, werd
meen ik ook aanbevolen als kenner der
belangen van den winkelstand, en die heer
had, als ik me niet vergis, bij een vorige
verkiezing nog meer kans zitting te krij
gen in’ den Raad als de Heer Vos des
tijds. Edoch, ik mo'et mij bekorten.
De niet herkiezing van den heer van
Telefoon Aio. 82
ADV E R T EN TI EN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.