w zommiNGK now
Nieuws- en Advertentieblad vóór Gouda en Omstreken
c°
Dinsdag 7 November 1905.
No. 9869.
Buitenlandse!! Overzicht.
O
ing-
X
in
ZOON.
F E I I L L E TO
F
Fordt,
4_
en.
prij-
plan
rapen
trek-
teres-
ceude
)VOR-
aedig
r den
i.OOO,
hier-
;roote
r den
t zyn J
000 I
jnge- I
:tra-
(lOI«SCIIE MMW
naar
Staat,
n wij
i be
legen,
i, por
m in
Telefoon No. 62.
De Uitgave dezer Courant geschied» dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJFCENTEN.
em."
TEN-
uda. A.
Schoon-
■utrecht.
SPEK
een. M.
lewater.
toestaan, zal ook Frankrijk daarvan pro
fiteered
over
delijk
IU
ie le
e Se
le 5e
ter-
i het
Telefoon No. 62
A D V E R T E N T 1 E N worden gepl.ratst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote etters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
p. Het
aarde gj
1 tegen
i sljjm-
ngaan-,
rond.
met een antwoord terug om dit even heime
lijk hem te geven En hier hebt gy nu dezen
tweeden brief; ik weet niet, van wien hjj
komt, maar ik heb hem haar nog niet ter
hand gesteld; ik heb gewacht om hem aan
u te laten zien, manheerals gjj weggingt,
omdat
.Waarom, Suze? zeg mjj openhartig,
waarom P”
„Ik hoop dat gjj het my niet kwalyk zult
nemen, mynheerals ik u zeg dat ik, daar
ik zoo lang by de familie gediend heb, iets
weet van hetgeen gjj en juffrouw Marga-
retha voor elkander placht te zjjn, en dat
er onlangs iets tusschen u voorgevallen is
en zoo, mynheer! komt het mjj niet goed
en eerlyk voor (nadat ik u eerst tot elkan
der gebracht heb) om haar nu brieven van
vreemden te geven, waarvan gij niet weet.
Het konden wel eens heel verkeerde brieven
zjjn. Ik zou natuurlijk niets willen zeggen,
wat my niet voegt, maar
_Ga voort, Suze! spreek even vrijmoedig
en openhartig tegen, als gy altjjd gedaan
hebt.”
„Welnu, mynheer! juffrouw Margaretha
is zeer veel veranderd sedert dien nacht,
toen zy alleen te huis kwam en ons zulk een
schrik op het lijf joeg. Zij sluit zich in haar
kamer op en wil tegen niemand anders dan
tegen mjjnheer sprekenzjj schjjnt zich met
De Fransche minister van buitenlandsche
zaken heeft Zaterdag by de Kamer bet wets
ontwerp ingediend, strekkende tot goedkeu
ring van het handelsverdrag dat Frankryk
en Rusland 29 September 11. hebben gesloten.
I Tot dusverre gold tusschen Rusland en
Frankryk het handelsverdrag van 1874, aan
gevuld by tractaat van 1893. Sedert 1893
is de invoer van Rusland in Frankryk ge
stegen van fr. 165,000,000 tot fr. 213,000,000
Reuter seint uit Petersburg dd. 4 Nov.
De „Êet. Telegr. Agentuur” verneemt uit
Tomsk, dat een troep aanhangers der ter
roristische party een bijeenkomst der libe
ralen overviel. Deze vluchtten in het ge
bouw van het spoorwegbestuur. Van beide
zijden werd geschoten. Toen des avonds
pogingen werden gedaan om het gebouw in
brand te steken kreeg* een bataljon troepen
bevel tusschen beide te treden. Een groot
aantal personen werd gewond. De schouwburg
werd verwoest.
In Batoem kwam gisteren een botsing
voor tusschen betoogers en de militaire
machtdaarby werden vele personen gedood
en gewond.
In Moskou vaardigde de gouverneur een
proclamatie uit, waarin hjj de bevolking
aanmaant de betoogingen te staken en den
gewonen gang van zaken te hervatten, opdat
zij de vruchten van het nieuwe Keizerlijke
manifest zal kunnen genieten.
Naar uit Saratof wordt gemeld, maakt
de gouverneur daar bekend, dat alle Onge
regeldheden en plunderingen met geweld van
wapenen zullen worden onderdrukt. Ondanks
deze proclamatie worden revolutionaire rede
voeringen gehouden, waarin krasse aanvallen
op den Tsaar voorkwamen plundering van
de winkels en woningen der Joden was
daarvan het gevolg. De troepen werden
met bommen geworpen, en revolverschoten
werden op hen gelost.
De troepen beantwoordden dit met salvo’s,
waardoor een aantal personen gedood en
gewond werden.
Uit Kief wordt gemeld, dat de gouver
neur een bevel uitvaardigde, waarin werd
medegedeeld, dat elke poging om onlusten
te verwekken met de wapens zou worden
onderdrukt.
Een telegram uit Jaroslaw meldt, dat
daar sedert drie dagen ernstige ongeregeld
heden plaats hadden, waarby de bevolking
zich wendde tegen de scholieren en de Jo
den. Huizen en winkels van Joden werden
geplunderd.
In Iwanorod en Wosnessensk ontstond bjj
een meeting botsing met de Kozakken.
Uit Odessa, Kief, Eupatoria en talryke
andere plaatsen wordt gemeld, dat gisteren
ongeregeldheden voorkwamen, die voorna
melijk tegen de Joden gericht zyn.
de revolutionnairen beginnen in te zien dat
ze voorloopig best tevreden kunnen zyn met
de gedane concessies, wjjzen de berichten der
speciale correspondenten in Rusland er op
dat het vertrouwen in de regeeringsbeloften
nog volstrekt niet algemeen is, en dat, zoo
al in de hoofdsteden do rust is hersteld.de
toestand toch nog altjjd gespannen en drei
gend bljjft.
Het best komt dit uit in de beschouwing
die de correspondent van de „Daily Tele
graph” geeft- „Langzaam, zeer langzaam,”
sehryft hij, „schijnen de donkere wolken
over te drjjven, en in eenige weken kan
Rusland zich weer hebben gevoegd in het
gewone leven en zich gezet tot harden arbeid,
op den grondslag van zelfbestuur. Maar
niemand, zelfs niet de meest ondervinding-
ryke Russische Staatsman, kan by het voor
spellen van den lorp der gebeurtenissen van
meer dan waarschijnlijkheden spreken. Im
mers hjj staat tegenover het onbekende. De
natie is veranderd en vervormd, en uit haar
gedrag, in het afgeloopen jaar of in de afge
loopen maand kan geen zekere conclusie wor
den getrokken omtrent haar gedrag van
morgen. Mannen die twintig, dertig jaar
lang trouwe dienaren van de kroon waren,
zyn nu hartstochteljjke apostelen van repu
bliek en revolutie. Zelfs bedachtzame schrij
vers en zorgvuldige denkers zjjn in deze eb
en vloed van ongekende gebeurtenissen niet
in staat logisch te redeneeren, of, zoo ze
al redeneeren, dan kunnen ze toch hunne
practische conclusies nog niet in woorden
en daden belichamen.
„Petersburg ligt nog onder den ban der
algemeene staking. Wel zjjn de winkels ge
opend en is het rustig in de straten, maar
de treinen loopen nog niet. De werklieden
bljjven weg uit hunne werkplaatsen, de halve
stad is zonder electrisch licht, de liften in
de huizen werken niet, sedert zes dagen zjjn
geen dagbladen verschenen, en zelfs uit
plaatsen op eenige uren afstand komen de
brieven eerst na vier, vyf dagen in. Nieuws
uit het buitenland, zoo het al inkomt,
wordt niet medegedeeld. In één woord de
Russische hoofdstad is nog altyd geïsoleerd”.
niets, wat er gebeurd, in te latenen som
tijds kjjk zy my, wanneer ik by haar kom,
zoo vreemd aan, dat ik haast bang ben om
met haar in dezelfde kamer te zyn. Ik heb
haar uw naam geen enkelen maal hooren
uitsproken, mynheeren ik vrees dat zy
iets aan de hand heeft, wat niet recht in
den haak is. ’tls een zeer havelooze kerel,
die de brieven gebracht heeft. Kjjk dezen
brief eens, ,en zeg my, of gjj denkt
dat ik er goed aan doe om hem boven te
brengen.”
Zy hield mjj een brief voor. Ik aarzelde,
voordat ik er naar keek
„Och, mynheerik bid u, ik bid n, neem
hem aanzeide het meisje smeekende. „Ik
vrees dat ik verkeerd gedaan heb, met haar
den eersten te geven, doch ik kan niet weder
zoo verkeerd doen, nu myn arme meesteres
op sterven ligt. Ik kan geen geheim bewaren
mjjnheer, waar misschien wat kwaads achter
schuilt, vooral niet op zulk een verschrikke
lijk tjjdstip nis ditik zou van nacht, wan
neer er waarscbynljfk een doode in huis zal
zjjn, niet naar bed''kunnen gaan, als ik niet
bekend had war ik gedaan heb; en mjjne
arme meesteres is altjjd zoo welwillend en
zoo goed voor ons, meiden geweest- beter
dan wy ooit verdiend hebben.”
Het goedhartig meisje weende bitter, toen
zjj dit zeide, en hield mjj den brief nog eens
voor. Ditmaal nam ik dien van haar aan,
en keek naar het adres.
Ofschoon ik het schrift niet herkende, was
er toch iets in die ongeregelde letters, dat
my bekend voorkwam. Was het mogelyk dat
ik dat schrift vroeger nog wel eens gezien
had P Ik trachtte het mjj te herinneren, doch
myn geheugen was verward en mjjn geest
verstompt, na al wat er sedert don morgen
voorgevallen was. De poging was vruchte
loos ik gaf den brief terug.
„Ik weet daarvan evenmin als gjj, Suze
„Maar mag ik hem boven brengen, myn
heer P Zeg mjj dat dan maar
„Het staat niet aan mij, dat te zeggen.
Allo belangstelling of deelneming van myn
kant, Suze I in hetgeen zjjHu hetgeen
uw jeugdige meesteres ontvangt, is ten
eindo I”
„Het spjjt my, u dat te hooren zeggen,
mynheer! het spjjt mjj geducht. Maar wat
zoudt gjj my aanraden P”
„Laat mjj den brief nog eens zien.”
Ook nu had het schrift dezelfde uitwerking
op my als zooeven, en deed ik wederom
hetzelfdeik gaf haar den brief terug.
„Ik eerbiedig uw gewetensbezwaren, Suze 1
maar ik bon de man niet om ze op te lossen
of te rechtvaardigen. Waarom zoudt gy u in
deze moeielykheid niet tot uw meester
wenden P” (Wordt vervolgd.)
in 1904. Het hoogste bedrag wjjst aan 1903
met fr. 301,000,000. Omgekeerd is do in
voer van Frankrijk in Rusland, van fr.
43,000,000 in 1893 gekomen op fr. 70,000,000
in 1903. Het hoogst was het bodrag van
1900, nl. fr. 79,000,000.
Maar sedert 26 Januari 1903 is in Rus
land een nieuw douanetarief in werking ge
treden. Dit tarief was opgesteld met de be
doeling om, moer nog dan voordien het ge
val was, den landbouw en de nijverheid van
het land te beschermen. Voor enkele arti
kelen bedroeg de verhooging van het
invoerrecht zelfs 50 pet., en bepaaldelijk de
artikelen die Frankryk placht in te voeren,
werden door de regeling van 1903 zwaar
bedreigd Rusland wenschte do oude han-
delstractaten op te zeggen en het nieuwe
tarief tegenover de artikelen van alle lan
den te kunnen toepassen. Om do gevaren,
die den Franschen handel bedreigden, te
koeren heeft de Fransche rogeering met de
Russische onderhandelingen aangekdoopt,
die geleid hebben tot het tractaat van
September 1905. Dit tractaat, dat bestemd
is het in 1893 gewijzigde handelsverdrag
van 1874 te vervangen, brengt belangrijke
wijzigingen aan in het Russische tarief van
26 Januari 1903 ten gunste van Fransche
artikelen. De Fransche regeering heeft van
haar kant het Fransche douanetarief aan
merkelijk ten gunste van sommige Russische
uitvoerartikelen verlaagd Over ’t algemeen
heeft de Fransche regeering weten te be
dingen, dat de invoerrechten voor Fransche
artikelen bljjven op het pijl van het oude
handelsverdrag zooals het in 1893 gewijzigd
was, en voor sommige belangrijke handels-
artikelen zal het invoerrecht zelfs nog aan
merkelijk lagor worden dan het was- Neemt
men hot Russische tarief van 1903 tot basis,
dan kan de verlaging van het bedrag aan
invoerrecht, dat Frankryk bjj het tractaat
van 1905 heeft bedongen, geschat worden
op 10 millioen franc, waarvan ruim 7 mil-
lioen komt voor rekening van wyn en spi
ritualiën.
Ook de Franschen hebben van hun kant
concessies gedaan, zoo voor huiden, eieren,
groenten, graan, petroleum, wild, enz.
Het nieuwe Fransch-Russische handelsver
drag zal altjjd een jaar van tevoren kunnen
worden opgezegd.
Aangezien do meost-begunstigingsclansule
in het tractaat is opgenomen, komen ook
do concessies, door Rusland aan Duitschland
toegestaan bjj het tractaat van Juli 1904,
ten goede aan Frankryk en wanneer de
handelstractaten, die Rusland met andere
staten afsluit voordeelen voor die landen
Terwjjl de telegrammen den indruk geven
dat tenminste in Petersburg en Moskou de
ongeregeldheden beginnen te verminderen en
103)
^Ik vrees, dat ik er heel verkeerd aan
doe, mjjnheer 1” zeide zy snikkende, en dat
nog wel op dit verschrikkelijk oogenblik, nu
myn arme meesteres op sterven ligtl Maar
mynheer! ik moet er wel tegen u over
spreken.”
Ik Het haar eon oogenblik tjjd om tot
zich zelve te komen en vroeg toen, wat zjj
te zeggen had.
„Ik denk wel, dat gjj iemand een brief
aan my hebt zien overhandigden, mynheer 1”
vervolgde zy, „jnist toen gij een poosje
geleden de stoep op kwaamt.”
Ja, ik heb hem gezien.”
„Die brief was voor juffrouw Margaretha,
mjjnheer! en ik moest hem in het geheim
aan haar overhandigenen en het
is niet voor het eerst dat ik er een voor
haar ontvangen heb. Het is al verscheidene
weken geleden, mjjnheer! dat dezelfde man
met een brief kwam en mjj een fooi gaf,
opdat ik hem aan niemand unders dan aan
juffrouw Margaretha zou laten zien. En toen,
mjjnheer! bleef hjj wachten, en zond zjj my
Zal in Engeland eindeljjk in regeorings-
kringen het besef doordringen, dat hot
Tory-ministerie niet meer de uiting is van
den volkswil, en dat het noodzakeljjk is hot
Parlement to ontbinden P
Lord Londonderry hield deze week eon
redevoering te Sunderland. En daarin sprak
hjj op zoor pessimistischen toon over de
geschillen onder de unionisten. De fiscale
hervorming, zeido h(j, had nooit tot een
politieke quaestie moeten worden gemaakt.
En had hjj het zoer betreurd, dat juist dezo
quaestie op den voorgrond was geplaatst,
en de eerste wig was geweest, die in de unio
nistische party gedreven werd.
Maar hjj erkende volmondig dat elke
aanvullingsverkiezing in de afgeloopen tweo
jaren een moreele of feitelyko nederlaag
voor do regeering was geweest. Dit is een
treurige bekentenis, zeide hjj, maar het is
dwaasheid het te willen verbloemen.
Wat de oorzaak daarvan ook moge wezen,
de onderwijswet of de tariofhervorming
dat was hem om ’t even. Het feit staat
daar, en wyst op de noodzakelijkheid om
het Parlement te ontbinden.
De unionistische party moet er op voor
bereid zyn, dat zy by de aanstaande alge-
ineene verkiezing de nederlaag zal Ijjden.
Zjj moet dat dragen, en aks zy dan hot ge
twist over de fiscale quaestie staakt, kan zjj
in het Lagerhuis nog een minderheid vor
men, die krachtig genoeg is, om de liberale
party te beletten socialistische of radicale
maatregelen in te voeren.
Zoo sprak do president van den Onder
wijsraad, een der invloedrijke leden van het
kabinet-Balfour.
Chamberlain daarentegen verklaarde, dat
hjj geen plan heeft op oen algomoene ver
kiezing aan te sturen een verklaring, dio
volgens den Manch. Guardian nog al vroo-
lykheM verwekte onder de unionisten welke
weten hoe de zaken eigenlyk staan. Een der
voornaamste aanhangers van Chamberlain
zeide tot den Lqndensche correspondent van
dat blad: „Het is mjj volkomen om’t even,
wanneer de algemeene verkiezing zal plaats
hebben Balfour moet daarover maar be
slissen hjj is moester van den toestand”.
De aanhangers van Balfour vreezen, dat
Chamberlain, zoo hy voortgaat propaganda
te maken voor zjjn fiscale hervormingen,
nog meer zetels zal doen verliezen bjj aan-
vullings-verkiezingen.
Zoo kras is het geschil in de unionistische
party reeds geworden, dat de Manch. Guar-
s