W MUI HUWELIJK.
EM,
»EL.
E8&
laar
w
extract
Aïewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
r j
No. 9900.
Woensdag 13 December 1905.
I
Nationale Militie.
iamos.
44ste Jaargang
igelte.
I
I
FEUILLETON.
van
„Vrjjdag arond,
ÏMAN i Z*.
S3»
ING, Poelier.
SBDAM.
LUIS”
IARDEMANN
INSCHRIJVING
VOOB DE
)n aantal oage-
op aanvraag. 1
HTS A Co.
50 cts., 75 ct
rs en Drogisten
UERt
Rotterdam.
CR, Apotheker
Vesthaven 198
IANDTOOBT,
OOBT, J. S.
9.A.DB0ST,
IFF.
GOUDA.
1 van onae
-1
Hnacnsfe Tub*
fiOüDSCIIE COIBOTT
In Janoari van hetjaar,
raarin hi) het 18o levens-
vóór het intreden van het
len toepassingen
Merrie f*or-
ierl«. Zg geven
tere niet kannen
i, geen imitatie.
igeljjks versch
Soepkippen,
gemeste Ëend-
•gels, Fazanten
rs, Reevleesch,
concurreerende
maakt franco
lNT,
ien modellen te 8
133)
Toen ik er kwam, bevond ik (lat zjj lijdende
was aan een van de hevigste aanvallen van
typhus, die ik mjj ooit herinner gezien te
hebben, en ik acht het mjjn plicht oin open
hartig te verklaren, dat haar leven in groot
gevaar verkeert. Tevens eischt de billijkheid
dat ik u mededeel, dat mjjn collega niet in
mijn meening deeltbjj denkt nog steeds
dat er veel kans is om haar in bet leven te
behonden.
Er kan hoegenaamd geen twijfel bestaan,
of zjj is in het gasthuis met typhus besmet
geworden. Gjj zult u herinneren, dat ik u
gezegd heb hoe haar aandoening haar, toen
zjj de zaal binnen trad, van alle zelfbeheer-
sching scheen beroofd te hebben, en hoe zjj
zaar het verkeerde bed liep, voordat de
ziekenoppasser baar kon tegenhouden. De
man, die zjj daardoor voor Turner aanzag,
was lijdende aan een koorts, waarvan toen
nog niets bepaalds te zeggen viel, doch die
zich als typhus heeft doen kennen, op den
morgen toen gjj met uw broeder aan hot
(Mthuis kwaamt, Do alekto van dien man
„P. S. Ik breek mijn brief nog sens open
om n mede te doelen, dat Turner, niettegen
staande alle raadgevingen, vandaag het gast
huis verlaten hoeft. Hjj deed daartoe ver
leden Dinsdag reeds oen poging, toen hjj,
naar ik meen, voor het eerst bericht van dé
ernstige ongesteldheid der jonge vrouw ontving
doeh kreeg, toen hjj trachtte te loopen, zulk
een hevigen aanval van duizeligheid, dat hjj
even buiten de deur der zaal neerviel. Bij
deze tweede gelegenheid is het hem echter
gelukt om zonder eenig ongeval weg te komen
voor zooverre de beambten van hot gasthuis
ten minste kunnen zeggen.”
(IPordt tmolgd).
a
LEB
Iele loon Ho. 81.
De Uitgave dezer Courant geschiedt, dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nonuners V IJ F C E N T E N.
geven of die in dienst is bij de zeemacht,
de marine-reserve en het corps mariniers
hieronder begrepen, bij het leger hier te
lande of bjj de koloniale troepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot hel doen der
aangifte verplicht is, kan de aangifte ge
schieden door een ander, daartoe schriftelyk
gemachtigd. De volmacht blijft onder Bur
gemeester en Wethouders berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte
moet blijken, wordt door ons bepaald.
ART. f8.
Voor de militie wordt ook ingeschreven
of wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die na den In Januari van hetjaar,
volgende op dat, waarin hjj het 18e levens
jaar volbracht, en vóói het intreden van
het 21e levensjaar zijn vorbljjf binnen het
Ryk, in het Duitsche Rijk of in het Koning
rijk Belgie gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd na
den In Januari van bet jaar, volgende op
dat, waarin de minderjarige het 18e levens
jaar volbracht, en vóór het intreden van
diens 21e levensjaar zjjne of hare woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Ryk of in
het Koningrijk Belgie gevestigd heeft
3o. ieder raannelyk minderjarige, die na
den In Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hy hot 18e levensjaar volbracht,
on vóór het intreden van het 21e levensjaar
Nederlander of of op nieuw Nederlander is
geworden, zoo hjj in een der hierboven onder
lo. omschroven gevallen verkeert, of wiens
vader, moeder of voogd verkeert in een der
gevallen, hierboven onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die na doiy In Januari van hetjaar.
volgende op dat,
jaar volbracht, e
21e levensjaar ^jjne woonplaats binnen het
Ryk, in het Duitsche Ryk of in hot Koning
rijk Belgie gevohtigd of er woonplaats ver
kregen heeftj
5o. ieder mhnneljjk meerderjarige, die na
den In Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hjj hot 18e levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21e levensjaar
Noderlandor of op nieuw Nederlander is
geworden, zoo hij in een der hierboven onder
4o. omschrevon gevallen verkeert
6o. ieder mannelijk niet-Nederlandor, die
na den In Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hy het 18e levensjaar vol
bracht, en vóór het intreden van het 21e
levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene
is .geworden in den zin der tweede zinsnede
van art. 13.
roepen worden.
„Ik zal haar morgen tweemaal bezoeken,
in den ochtend en in den avond Indien gjj
het niet wilt wagen om baar te bezoeken
en ik herhaal, dat ik u niet gebiedend
zeg dat gy dien tegenzin moet overwinnen
zult gij mij misschien wel in mijn eigene
woning komen opzoeken
»Ik heb de oer te zijn
,WelEdele Heer I
„Uw dw. dienaar,
,J. Bernhard.
der Nederlandsche wet. Voor meerderjarig
wordt voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder B gehouden hij, die meer
derjarig is in den zin van voormelde wet.
ART. 14.
De inschrijving geschiedt
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede lo.
zoo hy binnen het Ryk verblijf houdt en
zyn vader, moeder of voogd aldaar woon
plaats heeft, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
zoo bij binnen het Ryk verblijf houdt en
zijn vader, moeder of voogd elders dan bin
nen het Rjjk woonplaats heeft, in de gemeente,
waar hjj verblijf houdt
zoo hy door zyn vader, moeder of voogd
verlaten is, ouderloos is of in wetteljjken
zin geen vader of moeder heeft en het niet
bekend is dat hy een voogd heeft, in de ge
meente, waar hjj verbljjf houdt
zoo bjj ia het Duitsche Ryk vorblyf houdt,
in de gemeente Amsterdam
zoo hjj in het Koningrijk Belgie verblyf
houdt, in de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 2o.
zoo zyn vader, moeder of voogd woon
plaats heeft binnen het Ryk, in de gemeente
der woonplaats van vader, moeder of voogd;
is de woonplaats van vader, moeder of
voogd in het Duitsche Ryk, in de gemeente
Amsterdam
is zy in het Koningrijk Belgie, in de ge
meente Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 3o.
zoo hy woonplaats heeft binnen het Ryk,
in de gemeente zijner woonplaats
zoo hjj woonplaats heeft in het Duitsche
Ryk, in de gemeente Amsterdam
zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk
Belgie, in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o., indien hij minderjarig is
zoo hjj verkeert in het geval, in da tweede
zinsnede van dat artikel onder Aa omschre
ven, in de gemeente, waar zyn vader, moeder
of voogd woonplaats beeft’;
zoo hy verkeert in het geval, in die zin
snede onder Af» omschreven, in de gemeente,
waar -/jjti voogd woonplaats heeftis de
woonplaats van dezen buiten ’s lands, dan
geschiedt de inschrjjving Rï „de gemeente,
waar de minderjarige yerolyf houdt
zoo hy verkeert in e-én der gevallen, in
evenbedoelde zinsnede onder Ac omschreven,
in de gemeente waar hij verblyf houdt
B. van hem, bedoeld ia art. 13, eerste
zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hjj woonplaats hoeft,
moet besmettel jjk geweest zyn, toen de jonge
vrouw zich dicht over hem heenboog, in de
meening dat hjj de persoon was, die zy was
komen bezoeken. Ofschoon zjj, toen zy haar
vergissing bemerkte, aanstonds terugdeinsde,
had zjj de besmetting ingeademd, terwjjl
haar aandoeningen op dat oogenblik, gepaard
(zooals ik later te weten gekomen ben) aan
een zekere lichaamszwakte, haar bijzonder
blootstelden aan het gevaar, waarin zy toe
vallig gekomen was
„Sedert de eerste verschijnselen van haar
ziekte zich verleden Zaterdag vertoond heb
ben, kan ik niet zeggen dat er iets op de
geneeskundige behandeling, zooals zjj mjj
medegedeeld is, aantemerken valt. Ik ben
vandaag eenigen tjjd by haar bed gebleven
om haar gadeteslaan. De ijlhoofdigheid, die
altjjd min of meer onafscheidelijk gevolg
van typhus is, vertoont zich by baar in een
hevigen graad, openbaart zich zoowel in haar
woorden als in haar gebaren. Het is ónmo
gelijk geweest, om baar, door de middelen
die men tot dusverre beproefd heeft, tot rust
te brengen. Terwyl ik bjj baar stond, hield
zjj niet op uw naam uittespreken en te
smeeken om u te mogen zien. Ik heb van
haar geneesheer vernomen, dat zjj daarover
de laatste vier-en-twintig uren altjjd door
malende geweest is. Nu en dan noemt zij,
nevens uw naam, ook die van anderen, en
Eerste Kennisgeving*.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA,
Gezien Art. 17 der MILITIE WET 1901
Brengen de navolgende bepalingen dier
Wet ter algemeene kennis
ART. 13.
Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen het Ryk, in het Duitsche
Ryk of in het Koningijjk Belgie verbljjf
houdt,
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd binnen
het Ryk, in het Duitsche Rjjk of in het
Koningryk Belgie woonplaats beeft,
3o. ieder meerderjarig mannelyk Neder
lander, die binnen het Ryk, in het Duitsche
Rjjk of in het Koningrijk Belgie woonplaats
beeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Neder-
lander, zoo hjj op den In JAnuari van het
jaar het 19de levensjaar was ingetreden en
niet verkeert in een der by art. 15 omschre
ven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing
het bepaalde hierboven onder 4o.
A. de binnen het Ryk verblijf houdende
minderjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen
het Ryk woonplaats heeft en haar gedurende
de voorafgaande achttien maanden in het
Rjjk of de koloniën of bezittingen des Rjjks
in andere werelddeelen gehad heeft
b. van wiens ouders de langstlevende bij
zyn of haar overlijden in het hierboven onder
a omschrevon geval verkeerde, al verkeert
zyn voogd niet in dat geval of al is deze
buiten 's lands gevestigd
o. die door zyn vader, moeder-of voogd
verlaten is, of die ouderloos is of in wette-
lyken zin geen vader of moeder heeft en
van wien niet bekend is dat hy een voogd
heeft, indien hy gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Ryk verblijf ge
houden heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Ryk woonplaats heeft en haar
gedurende de voorafgaande achttien maan
den in het Rjjk of de koloniën of bezittingen
des Rjjks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing
van het bepaalde hierboven onder A ge
houden hjj, die minderjarig is in den zin
Telefoon Xo. 9
A DV ERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des midd.
De in de vorige zinsnede als plaats van
inschrijving aangewezen gemeente is die,
waar het verbljjf of de woonplaats gevestigd
is of was op den In Januari van het jaar
volgende op dat, waarin de in te schrjjven
persoon het 18e levensjaar volbracht, tenzjj
het iemand geldt, wiens inschrjjving te Am
sterdam of te Rotterdam moet geschieden
wegens verbljjf of woonplaats onderschei
denlijk in het Duitsche Rjjk of in het Ko
ningrijk Belgie.
ART. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die
bewjjst te behooren tot een Staat, waar do
Nederlanders niet aan de verplichte krijgs
dienst zyn onderworpen of waar ten aan
zien van den dienstplicht het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen
2o. bjj, die bewjjst in de koloniën of be
zittingen des Rjjks in andere werelddeelen
verbljjf te houden of woonplaats te hebben,
al heeft zjjn vader, moeder, voogd of cura
tor woonplaats binnen het Rjjk.
ART. 16.
Hjj, die volgens art. 13 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bjj
Burgemeester en Wethouders der gemeente,
waar volgens art. 14 de inschrjjving moet
geschieden, aan te geven tusschen den ln en
den 31n Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hjj het 18e levensjaar volbracht.
Bjj ongesteldheid of afwezigheid van hem,
die zich ter inschrjjving moet aangeven,
alsmede in een der gevallen, hierna in de
vierde zinsnede omschreven, rust de ver
plichting tot het doen van aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zjjn
vader, moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die
onder curatele gesteld is, op zyn curator.
De verplichting van vader, m ieder of voogd
geldt evenwel slechts zoo hy of zjj binnen
het Rjjk, in hot Duitsche Ryk of in het
Koningrjjk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bjj de vol
gende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor
bet doen der aangifte uitsluitend op den in
te schrjjven minderjarige:
indien zjjn vader, moeder of voogd niet
binnen het Ryk, in hot Duitsche Ryk of in
het Koningryk Belgie woonplaats heeft
indien zyn vader of moeder of beiden de
ouderlijke macht missen
indien hy door zyn vader, moeder of voogd
verlaten is of
indien hjj ouderloos is of in wetteljjke
zin geen vader of moeder heeft en het niet
bekend is dat bjj een voogd heeft.
Hjj, die door de bestuurders, in art. 22
vermeld, ter inschrjjving moet worden opge-
Spreekt die met een gevoel van afgrijzen
uit; maar haar volharding in haar vragen
om u te mogen ?ien is zoo opmerkelijk, dat
ik mjj genoopt gevoel om u, alleen op grond
van hetgeen ik zelf gehoord heb, aan te
raden om werkeljjk naar haar toe te gaan,
in de hoop dat gy eenigen kalmeerenden
invloed op haar zoudt kunnen uitoefenen.
Doch indien gjj voor besmetting vreest, of
er om de een of andere geheime reden (waar
naar ik noch het recht noch den wensch heb
om te zoeken) op tegen hebt om mjjn raad
op te volgen, beschouw het dan in geenen
deele als uw plicht om aan mjjn voorstel
gehoor te geven. Ik kan u in gemoede ver
zekeren, dat dw plicht daar niets mede te
maken heelt.
Ik heb echter nog een anderen voorslag
te doen, waaraan ik niet twyfel, of gjj zult
er uw goedkeuring aan hechten. Helis deze
dat aan haar ouders, of aan andere van
baar betrekkingen, indien baar ouders niet
meer in leven zjjn, kennis gegeven worde
van den toestand, waarin zjj verkeert. Moge-
Ijjk weet gjj iets van baar familie af en kunt
dus dien dienst bewjjzen. Zjj ligt op een
vreemde plaats te sterven onder menschen
die baar als de pest ontwyken. Al ware bet
ook slechts om bjj haar begrafenis tegen
woordig te zyn, dan moest toch de een of
andere bloedverwant dadeljjk bjj haar ge-