IS
X
N THEE.
aztract
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Maandag 32 Januari 1906,
!9cflBn
8 Odol
k l> E1W
44ste Jaargang.
FE IJ I L L E TQ X.
ZONEN,
t.
Geen politiek?
Buitenlandse» Overzicht.
e gratis ge-
handelaar
vertrouwen
KMAN Zm
van
van
Over de
geheels aards
verspreid.
I - 'IXI
WBHOOH
u tanden.
nlflacona.
IÜI8”
iARDEMANN
CHE- -
:qe - -
Firma
kW
knal
is geknipte
nrde plaat.
AKER
t patroon.
CB1LD-
Wil IIM HE COIRAVTT
Bijvoegsel.
voorkomende
PATRONEN
p. p. tegen
verkrijgbaar
Haag.
komst zou ontstaan.
Het twee-Kamerstelsel indien men
het al noodig acht goed, maar dan
beide Kamers, gekozen door dezelfde kie
zers, doch op verschillende manieben, en
beide ontbindbaar, en slechts één voor
zien van het recht van amendement, het
recht van» initiatief, en het recht van
enquête; ja, wenschelijk ware zelfs dat
beter en strenger dan thans waren om
schreven de grenzen, waarbinnen de Eer
ste (de niet-politieke) Kamer zich heeft
te houden. Immers elk college heeft den
lust om zijn invloed uit te breiden en
onze tegenwoordige Eerste Kamer maakt
op dien regel geen uitzondering.
Twee zeer duidelijke voorbeelden zijn
daarvan in de latere jaren bekend.
J Het eerste is reeds een paarjaar oud,
maar het ligt zeker ieder nog versch in
het geheugen, n.l. de geschiedenis van
de Ongevallenwet.
Het eerste ontwerp hield in den ver-
zekeringplicht van alle in de wet aan
gewezen bedrijven bij de Rijksverzeke-
ringsbank. De Eerste Kamer wenschte
uitzondering toe te laten en den onder
nemers de gelegenheid te geven zelf de
risico te loopen of eigen verzekerings-
vereenigingen te stichten. Zij trachtte het
Kabinet Pierson-Lely te bewegen de toe
zegging te doen tot de indiening van een
wetswijziging in dien zin. Toen de Re
geering deze toezegging weigerde, werd
het ontwerp verworpen, waarop het Ka
binet een gewijzigd-ontwerp indiegde,
waarin de door de Eerste Kamer ge
vraagde regeling voorkwam. Het nieuwe
ontwerp werd aangenomen. Hoe groot de
administratieve omslag daardoor geworden
is, hoe zeer onze ongevallenverzekering
daardoor verslechterd is, zal in de toe
komst nog wel nader blijken, maar daar
over hebben wij het thans niet, wij
wenschen er thans alleen op te wijzen
dat langs den omweg der verwerping van
het eerste ontwerp de Eerste Kamer fei
telijk het recht van amendement heeft
uitgeoefend.
Het tweede geval deed zich pas eenige
dagen geleden voor.
Reuter seint uit Moskou, dd. 18 Jan.Het
Petersburgsche Telegraafagentschap meldt
lu de Oboechofstraat werd in de woning
ik vroeg er zelfs om. Ik heb nimmer
eenig antwoord ontvangen. Welke gevolg
trekking moet ik daaruit maken Dat hy
mijn brief nooit in handen heeft gekregen.
En nu wordt de Atalanta terugverwacht
Richard Wardour zal van my vorderen zyn
vrouw te worden 1 Daareven vraagt ge ver
rast of ik meende wat ik zeide. Twyfelt ge
er nu nog aan P”
Mevrouw Crayford leunde verstrooid achter
over in haar stoel. Voor de eerste maal
sedert ’t gesprek begonnen was, liet zy een
vraag voorbijgaan, zonder er een antwoord
op te geven. De waarheid was, dat me
vrouw Crayford nadacht.
Zy zag zeer goed den toestand in, waarin
Clara zich bevond zy begreep welken ver
ontrustenden invloed die toestand moest uit
oefenen op ’t gemoed van een meisje. En
toch, al bracht zy dat alles in rekening, was
het toch nog volstrekt niet duidelyk waaraan
Clara’s buitengewone ontsteltenis was toe te
schryven. Met haar vlugge opmerkingsgave
had zij terstond bemerkt dat Clara’s gelaat
geen teeken vertoonde van verlichting nu
zy haar hart had onlust van ’t geheim dat
er op drukte. Het was duidelijk dat er nog
iets was, nog iets van groot belang dat nog
ontdekt moest worden.
Wordt vervolgd.)
9 tl.
1ANDV00RT,
DORT, J. S,
3, A. DROST,
IFF.
5)
Hy sprak nooit met my over ’t gevoel dat
hy my toedroeg. Ik was ’t die het bemerkte.
Ik kon er niets aan doen dat ik ’t zag. Ik
deed myn best hem te toonen dat ik gaarne
een zuster voor hem zou kunnen worden.
Hy begreep my niet of wilde my niet
begrijpen dat weet ik niet.”
Dat hij je niet wilde begrijpen, komt my
’t meest waarschijnlijk voor, lieve. Ga voort
met je verhaal.
„Het is mogelijk. Hy was wonderlijk ruw
en ingetogen. Hij bracht my in de war en
maakte my verlegen. Hy zei my nooit wat
hem op ’t hart lag. Hy scheen my te behan
delen .alsof we reeds als kinderen voor el
kander bestemd waren geworden. Wat kon
ik doen, Lucy?”
«Doen? Ge hadtje vader kunnen vragen
voor u een einde aan de moeielijkheid te
maken.”
„Onmogelyk 1 Ge vergeet wat ik je daar
even zeide, Myn vader was toen reeds aan de
kwaal lijdende, die later zyn dood tengevolge
heeft gehad. Hij was geheel en al buiten
RUK te letten
fAM
worden afgele-
5 pakjes van vijf
m een Ned. one
an Nommer en
in nevenstaand
Wet gedepo-
roering van ge-
welende
HJL,
RT Lz.
Het is een raar geval met onze Eerste
Kamer. Ze schijnt er op uit, niet haar
eigen overbodigheid, want die staat in
haar tegenwoordige» vorm toch zeker
vrij wel vast, maar haar schadelijkheid
bij haar tegenwoordige basis te willen
doen uitschijnen.
Overhaaste daden van Regeering en
Tweede Kamer het doorwerken te belet
ten, och arme, is daarvoor in ons land
nog noodzakelijkheid
Verkeerde wetten tegen te houden en
zoo de Kroon behoeden voor het nemen
van beslissingen, die inpopulair zouden
kunnen wezen, is het zoo noodig geble
ken, in den tijd, die achter ons ligt?
Of is het* te voorzien dat het daartoe
zal komqp? En indien dat het geval zou
kunnen zijn, zou dan de Eerste Kamer
wel een zeer sterke dam zijn, vooral zoo-
als zij nu is samengesteld, n.l. op de in-
populairst denkbare wijze? Zie daar vra
gen, die door verschillende staatsrechts
geleerden ontkennend beantwoord zijn.
Wel vindt het denkbeeld van een tweede
instantie in /aken van wetgeving nog
steeds vele voorstanders, maar bedriegen
wij ons niet, dan wordt slechts door zeer
weinigen de regeling nog aangehangen,
die wij thans bezittende vooruitstre
vende» verlangen een andere samenstel
ling van de Eerste Kamer, de conser
vatieven roepen om meer waarborgen.
Het moet natuurlijk voor deze laatsten
iets zeer aanlokkelijks hebben om, nu door
de komende Grondwetsherziening de
Tweede Kamer kans heeft het begrip van
eene werkelijke vertegenwoordiging des
volks te naderen, het zwaartepunt van
de beslissingen in zaken van staatkunde
naar de andere zijde van het Binnenhof
te verleggen en zoo de overwinningen
der democraten al weer moeilijker te
maken op wetgevend gebied, maar de
eersten zullen een andere, een meer po
pulaire samenstelling der Eerste Kamer
daarvoo-r niet licht koopen, wijl
daardoor een zeer groot gevaar voor het
doorwerken hunner beginselen in de toe-
De Regeering had in de Middelenwet
voorgesteld tijdelijk 10 opcenten te heffen
op de Bedrijf»- en op de Vermogensbe
lasting en de Tweede Kamer had zich
met dit voorstel vereenigd. Een amende
ment om de opcenten te schrappen, was
door haar verworpen.
De Eerste Kamer deed van haar mis
noegen blijken over het feit, dat de Re
geering de opcenten-heffing niet bij af
zonderlijk ontwerp had voorgesteld, maar
door haar voorstel in het ontwerp-Mid-
delenwet op te nemen, haar voor de
ke^ze had gesteld om of dit ontwerp niet
goed te keuren en daarmede groote moei
lijkheden te scheppen ten aanzien van
het financieel beheer, of met de Midde
lenwet ook het opcentenvoorstel te slikken.
De Regeering verdedigde haar beleid
ten deele op formeele en principieele
gronden, wees op antecedenten en ont
kende dat het in haar bedoeling kon ge
legen hebben om gemis te betoonen aan
deferentie voor de Eerste Kamer.
Dit vertoog miste echter zijn werking
op het hooge staatscollege en een motie
w«rd üigediend om in den vervolge een
handelwijze als die der Regeering te voor
komen.
Deze
mindere
en zou,
maar
gestaan.
De beer de Meester, Minister
finantiën, herhaalde zijn betoogen
formeelen en principieelen aard maar
beloofde beterschap: een volgenden keer
zal een afzonderlijk ontwerp worden in
gediend.
De voorkoming van de aanneming der
motie verdient inderdaad lof, want
gegeven de samenstelling der Kamer
zou aanneming wel waarschijnlijk geweest
zijn, maar is die voorkoming niet wel
wat duur betaald met de gegeven toe
zegging? Wij hadden inderdaad wel wat
breedere gedachtenwisseling gewenscht
over de staatsrechtelijke positie van de
Ik vroeg hem„Wat verlangt ge, mynheer
Wardour Hy trad regelrecht op my toe
en zeide op zyn snelle, ruwe manier „Clara
Ik sta op ’t punt naar de kust van Afrika
te vertrekken. Blyf ik in leven, dan kom ik
bevorderd terug; en beiden weten wy wat
er dan zal gebeuren.” Hy kuste my. Ik was
half en half bevreesd en toornig. Voor ik in
staat wasj een woord uittebrengen was hy
reeds in den tuin en verdwenenIk had
moeten spieken, dat weet ik. Het waa niet
mooi, niet eerlijk gehandeld tegenover hem.
Maar gy kunt my myn gebrek aan moed en
openhartigheid niet bitterder verwyten dan
ik het reeds myzelve gedaafi heb.”
„Kindlief, ik verwy't je niets. Alleen zou
ik, als ik in je plaats geweest was, hem
geschreven hebben.”
„Dat deed ik.” Ca
„Openhartig?” W
Jain zoovele woorden gaf ik bclH te
verstaan dat hy zichzelf bedroog en dat ik
nooit zyn vrouw zou kunnen zyn.”
Openhartig genoeg, indetdaad Nu gy dat
gezegd hebt, hebt ge je niets meer te ver
wijten. Maar waarover maakt ge je dan nu
nog bezorgd
„Gesteld eens dat by myn brief nooit heeft
ontvangen,”
Waarom zoudt ge zoo iets onderstellen?”
„Myn brief eischte een antwoord, Lucy
I’eleto* fi No. M2.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nominees V IJ F CENTEN.
vrouw in
staat tusschenbeiden te komen.”
„Was er dan niemand anders die je kon
helpen
„Niemand.”
„Geen vrouw in wie ge
steldet
„Ik had wel kennissen onder de dames in
de omgevingvriendinnen echter niet.”
„Wat hebt ge dan gedaan
„Niets. Ik aarzeldeik verschool het tot
eene verklaring met hem te komen totdat
het ongeluk te laat was.”
„Te laat, wat meent ge daarmee?”
„Dat zult ge hooren. Ik heb nog vergeten
je te zeggen dat Richerd Wardour in dienst
was by de marine.”
„Waarlyk Dan stel ik nog meer belang
in hem. En verder
Op een schoonen lentemorgen kwam Richard
by ons om afscheid van ons te nemen voor
hij weer naar zee ging. Ik dacht dat hy al
heen was en begaf my naar de aangrenzende
kamer, ’t Was myn eigen zitkamer die op
den tuin uitkwam.”
„En toen
„Richard schynt met opzet op my gewacht
te hebben. Hy vertoonde zich plotseling in
den tuin. Zonder eene uitnoodiging van my
aftewachten trad hy de kamer binnen. Ik
was een weinig verschrikt «n verrast, maar
ik deed myn best dit voor hem te verbergen.
Telefoon No. M2
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending' van Ad verten tien tot 1 uur des midd.
motie verwierf steun van geen
dan den heer Veiling Meinesz
volgens de bladen, groote kans
van aanneming gehad hebben.
De Middelenwet ware aangenomen,
daarnevens zou de motie hebben
Eerste Kamer, alvorens tot die toezegging
werd overgegaan.
Men moge over de opcentenvraag zelve
denken zooals men wil, maar Hier stond
meer op het spel.
Moet inderdaad de Eerste Kamer de
vrijheid van beslissing over elk stapje of
sprongetje in onze wetgeving hebben, dan
moet in onze manier van wetgeving een
geheele verandering plaats hebben. Dan
had de woningwet in drie of vier ont
werpen moeten zijn ingediend, de Hooger-
onderwijswet in minstens vier of vijf en
de a.s. Grondwetsherziening in een twin
tigtal ontwerpen of meer.
Wij zouden een dergelijke uitbreiding
van macht van het niet-politiekê college
om meer redenen betreuren, maar ook
indien die redenen niet bestonden, dan
zou toch dit slechte gevolg er uit ont
staan, dat de toch al trage gang van
onze wetgeving nog zou vertraagd worden.
Maar indien het aldus zou moeten zijn,
dan moeten wij met open oogen daartoe
overgaan, dan moeten Koningin, Tweede
en Eerste Kamer in gemeen overleg daar
toe besluiten, na een behoorlijk openlijk
debat en na een flinke schriftelijke voor
bereiding, de Eerste Kamer moet niet
alleen den deken dien kant kunnen uit
trekken.
De heer Veiling Meinesz acht de po
litiek vreemd aan deze zaakwij achten
bij hare beslissing de politiek in de hoog
ste mate betrokken, want zij raakt de
machtsverdeeling in onze staati nstellin-
gen en vooral voor de naaste toekomst
ligt daar de politiek.
Wil de Eerste Kamer in haar tegen
woordige samenstelling en op haar te
genwoordige basis haar macht uitbreiden,
dan schijnt ons dit alleen geschikt om
het vraagstuk van de verbetering van
hare samenstelling met te meer spoed op
den voorgrond te brengen.