N THEE. extract Aïeuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, Miliciens-V erlofgangers der lichtingen 1899, 1901 en 1902. Maandag 5 Maart 1906. No. 996S. FEUILLETON. I LER N ZONEN. I» E il 44ste Jaargang. Oproeping onder de Wapenen VAN HIT De waarheid in zake het Arbeidscontract 60. a gratis ge- tusschen werkgever en handelaar EINDE. ut™ ciuuo was naoy. uai zagen anen. Eer- biedig ontblootten allen bet hoofd by den ElüIS” SARDEMANN SO ets., 7S et rs en Drogisten NKER! Rotterdam. ER, Apotheker Westhaven 189 Dit No. bestaat uit Twee Bladen, EERSTE BLAD. Firma IN AL i geknipte irde plaat. iKER patroon. CHILD- hevei dus Ellli te letten VAM K. worden afgele- 8 pakjes van vij- sn een Ned. ons ran Nommer er. an nevenstaam. Wet gedepo- voering van ge- «velende HIJL, RT Lz. ;he-- IE- Fe let o. n No. 89. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Peestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. BIJeoegeel. oorkomende ’ATRONEN p. p. tegen verkrijgbaar Haag. ZANDVOOBT, rOORT, J. 8, IG, A. DROST, UFF. het thans voor de arbeidsverhoudingen geldeiide burgerlijke recht niet kunnen worden -ingébracht de bezwaren tegen het aanhangige wetsontwerp tot regeling van het Arbeidscontract, zoo breed uitge- meteg. Dii 39) „Laat my by hem 1” riep hy uit. „Ik moet ik wil by hem! Clara, ga met my mede.” Clara en Steventon steunden hem aan beide zijden. Hij viel naast Wardour op rijn knieën nederhy liet zyn hand op Wardour’s hart rusten. „Richard Nogmaals sloeg hy de moede oogen op. Nogmaals klonk de zwakke, brekende stem. „Oarme Frank, ik vergat je niet, toen ik hier kwam bedelen. Ik dacht aan n, die daar buiten in de schaduw van de boomen lag. Ik bewaarde voor u een deel van 't voedsel wat ik kreeg. Nu ben ik te zwak het te zoeken. Een weinig rust, Frank Spoedig zal ik sterk genoeg zyn, u meete- dragen naar het schip Het einde was nabij. Dat zagen allen. Eer- stervende. In zijn wanhoop riep Frank zijn vrienden toe „Geef hem iets ter versterking, in Gods naam 1 O, mannen, mannenZonder hem zoudt gij mij niet hier zien 1 Al zijn krachten zuster, kust my, voor ik sterf/ Zy boog zich over hem heen en kuste hem op het voorhoofd. Een flauwe glimlach speelde om zyn lippen. De glimlach verdween, een kalme trek overtoog zyn gelaat de kalmte des doods De stem van Crayford brak de stilte af. „Wij verliezen,* sprak hy. „Hy heeft ge wonnen. Hy heeft gewonnen de grootste van alle overwinningen hg heeft zichzelf over wonnen. En in het uur der victorie is hy gestorven. Wie van ons allen benijdt hem niet den roemrijken dood?” Uit de verte knalde een geweerschot van de Amazone, het teeken dat het schip gereed lag om de terugreis naar Engeland te aan vaarden. Idem, 1/3 van 5 Juni tot en met 23 Juni. Het 3e Regiment Veld-Artillerie, 1/4 van 17 April tot en met 5 Mei. Idem, 1/4 van 7 Mei tot en met 26 Mei. Idem, 1/4 van 5 Juni tot en met 23 Juni. Idem, 1/4 van 25 Juni tot en met 14 Juli. 2°. dat voor de Israëlietische miliciens van de lichting van 1899, behoorende tot de 3e en de 4e compagnie Hospitaalsoldaten de datum van opkomst wordt bepaald op 7 Mei en die van vertrek met grootverlof, voor hen die krachtens art. 109 der Militiewet 1901 onder de wapenen zijn gehouden of geroepen op 19 Mei, en voor do overige op 26 Mei 3°. dat de Israëlietische miliciens, voor wie als dag van opkomst is bepaald 17 April, eerst aan de oproeping behoeven te voldoen op 18 April. De verlofgangers, die van de regimenten Huzaren bij de Treinafdeelingen der regi menten Veld-Artillerie zijn overgeplaatst, zullen bij nadere openbare kennisgeving moninatief worden opgeroepen. Voormelde verlofgangers worden by deze opgeroepen om op den bepaalden dag vóór des namiddags 4 ure by hunne korpsen tegen woordig te zyn, gekleed in Uniform en voor zien van de kleeding en uitrusting hun by vertrek met groot verlof mede gegeven, alsmede van hun zakboekje met verlofpas. De verlofgangers die wegens ziekte niet op den bepaalden tyd in werkelyken dienst kunnen komen, zuilen zich na hun herstel onverwijld by hun korps moeten vervoegen. Voorts worden bedoelde verlofgangers uit- genoodigd om minstens twee dagen te voren hunne verlofpassen ter Secretarie der ge meente te doen afschryven en vervoer- of passagebiljetten te ontvangen indien zy daar op aanspraak hebben. Gouda, den 3n Maart 1906. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. MH IN.IIK COI KA \T. motie toch spreekt de meening uit: j,dat door dit ontwerp, tot wet ver- k de belangen der vakbeweging en die der Nederlandsche arbeiders tullen worden geschaad” en een der iprekérs zeide blijkens het aangehaalde verslag„aan de vakbeweging zal dan de ernstigste belemmering in den weg gelegd worden, die in eenig land van Europa te vinden is”. Door het gebruik van den toekomenden tijd, door te spreken van belemmeringen, die zullen ontstaan, wordt de voor stelling opgewfckt, alsof volgens de thans bestaande wetgeving de beweerde belem mering der vakbeweging, waarmede vooral het zoogenaamde „staangeld” wordt be doeld} onmogelijk, d. w. z. rechtens ver boden zoude zijn. Hetzelfde geldt ten aanzien van andere punten, waarop het wetsontwerp bestrij ding ondervindde sprekers doen het voorkomen alsof fabrielcsreglementen, boe ten en opzeggingstermijnen in het thans bestaande recht onbekende grootheden zijn, die eerst, wordt het ontwerp wet, als zoovele nieuwe kwellingen aan den arbeider opgelegd zullen worden. Laat ons eens nagaan, hoe thans de rechtstoestand is, teneinde zoodoende te komen tot een antwoord op de vraag, of het onderwerp inderdaad nieuwe belemmeringen en kwellingen schept? Zijn op dit oogenblik staangeld, boeten en reglementen niet rechtsgeldig en dus door rechtspraak niet te handhaven? Wie op deze vraag een uitdrukkelijk antwoord in ons Burgerlijk Wetboek zoekt, zaf bedrogen uitkomen maar wel staat hef vast, dat dat wetboek ten aanzien van genoemde onderwerpen geene uit zondering bevat op den algemeenen regel dien het stelt, dat door handelend be- voegde personen gesloten overeenkomsten elke I elke reglementsbepaling, tot de ding waarvan als onderdeel i arbeidsovereenkomst de arbeider door zijn economische zwakte werd gedwongen. Een Shylock-werkgever, aan wien een deel van het loon of van de vrijheid van zijnen arbeider (b.v. door gedwongen winkelnering) is verpand, heeft thans de wet op zijne hand. Alle belemmeringen der vakbeweging, alle boeten en reglementsbepalingen, waar tegen op de meeting werd opgekomen, zijn thans onbeperkt en ten volle rechts geldig en bestaan dan ook feitelijk in het maatschappelijk leven. Te spreken van die belemmeringen enz. alsof zij eerst door het ontwerp, in dien het tot wet wordt verheven, zullen ontstaan en rechtsgeldig worden, is der halve met den feitelijken rechtstoestand volkomen in strijd. Welke is nu de strekking van het wetsontwerp ten aanzien van elk der reeds meermalen genoemde punten? Het handhaaft het beginsel, dat de arbeidsverhouding door de overeenkomst werknemer be- heerscht moet worden, maar tevens be perkt het den eersten, waar hij van zijn overwicht misbruik tracht te maken en steunt den laatsten tegen eigen zwakte, die hem dreigt te verleiden om met eiken werkgeverseisch genoegen te nemen. Zoo bij het staangeldthans onbeperkt toegelaten en door den werkgever krach tens arbeidsovereenkomst eenvoudig in te houden en verbeurd te verklaren, zoodra die arbeidsovereenkomst niet wordt na gekomen, wordt het door het ontwerp slechts toegelaten tot een bedrag van ten hoogste twaalf dagen loon, moet het door den werkgever ten name van den werknemer op de Rijkspostspaarbank worden belegd en kan het alleen door rechterlijke tusschenkomst wegens con tractbreuk worden verbeurd. Het staan geld blijft dus mogelijk, altijd, wel te verstaan, indien de werknemer er in toe- stemd, de wet legt het hem niet op, maar het wordt binnen redelijke grenzen beperkt, beveiligd tegen gevaar van ver lies door failissement van den werkgever en alleen wanneer een onpartijdig rech ter overtuigd is van de gepleegde con tractbreuk kan het ter vergoeding daarvan strekken. Zoo bij de boeten; haar bedrag en wijze van besteding hangen thans enkel en alleen van het door den arbeider aan vaarde reglement af; het ontwerp stelt een grens aan het bedrag van elke boete afzonderlijk zij mag niet hooger zijn dan het loon van één dag en van verbindend en in rechten afdwingbaar zijn. Waar nu én staangeld én boete én opzeggingstermijn berusten op de tusschen werkgever en werknemer daaromtrent ge troffen bedingen, kunnen zij thans tot elk bedrag en van eiken duun worden vastgesteld waaromtrent tussclntn patroon en werkman wilsovereenstemming is ver kregen. Dit is dus de thans rechtens bestaande toestand, dat voor den arbeider verbin dend is en rechtsgeldig elk staangeld, boete, elke opzeggingstermijn en i .-v n aauvaar. van zijne De BURGEMEESTER der gemeente GOUDA, brengt ter kennis van de in deze Gemeente gevestigde Miliciens-Verlofgangers; dat blykens eene voorlooi ige ingekomen mededeeling, krachtens art. 111 der Militie wet 1901, tot den werkelyken dienst worden opgeroepen 1<>. dat de tot de compagnieën Hospitaal soldaten behoorende verlofgangers der lich tingen tan 1899 en 1901, zoomede de ver lofgangers der lichting van 1902 die van de regimenten Uuzaren by de Treinafdeelingen der regimenten Veld-Artillerie zyn overge plaatst, in 1906 onder de wapenen moeten komen en met grootverlof moeten worden gezonden op de data, in den hierna volgende staat genoemd LICHTING 1899. De le en 2e Compagnie Hospitaalsoldaten, zy die krachtens art. 109 der militiewet 1901 onder de wapenen zyn gehouden of geroepen, van 19 Maart tot en met 31 Maart, de overigen van 19 Maart tot en met 7 April. De 3e en 4e Compagnie Hospitaalsoldaten, zy die krachtens art. 109 der militiewet 1901 onder de wapenen zyn gehouden of geroepen, van 2 April tot en met 14 April, de overigen van 2 April tot en met 21 April. LICHTING 1901. De le en 2e Compagnie Hospitaalsoldaten, zy die krachtens art. 109 der militiewet 1901 onder de wapenen zyn gehouden of geroepen, van 17 April tot en.met 5 Mei, de overigen van 17 April tot en met 12 Mei. De 3e en 4e Compagnie Hospitaalsoldaten, zy dié krachtens art. 109 der militiewet 1901 onder de wapenen zyn gehouden of geroepen, van 7 Mei tot en met 26 Mei, de overigen van 7 Mei tot en met 2 Juni. LICHTING 1902. Van hen, die van de regimenten Huzaren by de Treinafdeeling zyn overgeplaatst Het le Regiment Veld-Artillerie, 1/3 van 19 Maart lot en met 7 April. Idem, 1/3 van 23 April tot en met 12 Mei. Idem, 1/3 van 14 Mei tot en met 2 Juni. Het 2e Regiment Veld-Artillerie, 1/3 van 17 April tot en met 5 Mei. Idem, 1/3 van 7 Mei tot en met 26 Mei Telefoon No. 8* ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. JJKE drukkerij ran De lange motie, aan het slot der be- tooging tegen het Arbeidscontract, met algemeene stemmen aangenomen, en de redevoeringen daaraan voorafgaande, van welke „Het Volk” in zijn nummer van 20 Febr. 11. een uitvoerig verslag bevat, gaan al of niet opzettelijk, dat blijve hier buiten onderzoek uit van de geheel onjuiste voorstelling, dat tegen heelt hg voor mjj, zwakke, uitgeputen nu, zie hoe sterk ik ben, hoe zwak hg is 1 Clara Zgn arm steunde mg over het gs en de sneeuw. Hg waakte terwgl ik bewusteloos lag in de open boot. Zgn hand hief mg uit de golven op, toen wg schipbreuk leden. Spreek hem aan Clara Spreek hem aan Zgn stem begaf hem, en zgn hoofd zonk neer op Wardour’s borst. Zg sprak, voorzoover haar tranen dat toelieten. .Richard hebt gg mg vergeten Hg hiel 't hoofd op bg het hooren van die geliefde stem. Hg zag baar aan. terwgl zg knielde aan zijde. ,U vergeten P Steeds met den blik op, haar gevestigd, lichtte hg met moeite zgn hand op en legde die op Frank’s hoofd. ,Zon ik sterk genoeg geweest zgn hem te redden, als ik n |had kunnen vergeten P ,Hg hield een oogenblik op, en wendde zgn gelaat tet Crayford. .Wacht!” zei bg. .Daar was hier iemand die tot mgsprik.” Een zwakke schijn van herkenning schitterde in zgn oogen. ,0, Crayford Nu herken ik je. Beste Crayford kom nader! Mgn geest wordt helder, maar mgn oogen verduisteren. Gg zult mg in liefde gedenken ter wille van Frank P Arme Frank waarom verbergt hg zgn gelaat P Weent hg P Nader, Clara - mat mijn laatsten blik moet ik u aanzehouwen. Zoster Clara! kus mjj

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1906 | | pagina 1