1
amp
istig, is zeer
zeer zuinig,
men xich
Nieuws- en Advertentieblad vdor Gouda en Omstreken,
hi
Balk en Splinter.
toekomst
FEUILLETOX
rei
)ON,
{(lijders
FEB”
No. 99S6. Maandag 26 Maart 1906. 44ste Jaargang.
Het Dagboek
van den Inspecteur.
I
Wordt vervolgd,)
ond.
F pond.
is direct op
jeu.
rerd en is te
Gasfitter.
riefkaartwor It
(gezonden door
bommel.
reielo. n Na. Ml.
De üilgave dezer Courant geschiedt dage) ijk
niet uitzondering .an Zon- en Feestdagen.
De prjja pet drie maanden ia l.SÖ», franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Notnniers VIJF CENTEN.
en zie
krijgt!
liet aan
is even
mindere
verkeljjke hal]
ZIJN
i is.
HOOFDSTUK V.
De Prinses.
Toen Fedovsky tot de overtuiging wu
gekomen, dnt hjj lich niet vergist had, was
het reeds te laat om er aan te denken het
rijtuig in te balenhjj had haar weder ver
loren op hetzelfde oogenblik, dat bg haar
gevonden had. Hjj overlegde evenwel, dat
tg te Monte Carlo gelogeerd moest zgn, en
hg dns overvloedige gelegenheid zon hebben,
om haar weder te ontmoeten. Er was in
4leder geval .van avond niets moor aan to
waar
deed
over
niet,
der rede
oi er
«I
(MIMI IE COURANT.
18)
Zg had hem niet geaien, maar, eren seker
als hg van zgn eigen bestaan was, even
aeker hield hg aich overtnigd, dat de vrouw,
welke hem daar in het maanlicht voorbg reed,
de vrouw Was, die hg in ague jeugd had
bemind, die hg verloren bad, en voor wie
hg agn vaderland bad verlaten, om ze de
gebeele Wereld door te zoeken. Zg was
Vora, en geene andere.
moeten. In ieder geval zou liet niet passend
zgn, zich bjj haar te laten inlrodueeeren
zonder voorafgaande,waarschuwing. Zij moest
gelegenheid hebben om te kiezen, of zjj hem
wenscbto te ontvangen of niet. En zoo zg
baar toestemming gaf, dan aou hot tjjds ge
noeg aijn om te beslissen, of hg van die
toestemming gebruik zou maken.
De gemoedsstemming omtrent de eenige
vrouw, in welke b|j ooit belang had gesteld,
eu wier herinnering hem op een afstand had
gehouden van alle andere vrouwen, zon
niemand meer hebben kannen verbazen, dan
z(j het Fedoveky zeiken deed. Het wezenlijk
geheim was niet de mogeljjke verandering in
Vern, maar de wezenlijke verandering in
hemzelveo Iljj was niet meer dezelfde man
hjj kon niet meer gevoelen, zooals hg dat
sens had gedaan. Zoo bg haar nn beminde,
dan zou dat niet zgn omdat zg nog dezelfde
vrouw was, maar omdat zjj ook veranderd
was, en bare verandering overeenstemde met
de zijne.
In eene gedrukte en onrustige gemoeds
stemming stond Fedovsky van do bank op
en keerde huiswaarts. Hjj was halt besloten
den volgenden morgen Monte Carlo te ver
laten, en er zich zoo ver mogelijk van te
verwgderen naar Amerika misschien.
een „persoonlijk geschil durven noemen, ktagetiswaurdiger pgrtjjsern-uiris
en zelfs de heer Schaper heeft zich niet
ontzien die qualifieatie te gebruiken. Wel,
foeiDr. .1. van Leeuwen is er in „Het
Volk" van 15 Maart 1.1. een beetje boos
over. Zeker, „het zou een persoonlijk ge
schil zijn", zegt hij„indien het tusschen
Troelstra en Gorter of tusschen Troelstra
en Van der Goes of tusschen Troelstra en
de geheele Nieuwe Tijdgroep ging om de
misgunning van elkanders plaats in de
Partij of om de verdringing 'van elkan
der uit elkanders vertrouwen* posten of
om de bezwalking van elkanders persoon
lijkheid. Maar het zal toch wel niemand
in onze partij invallen, Troelstra, Gorter,
Van der Goes of een der andere irieuwe-
tijders van dergelijke minne dingen te
verdenken.' Neen, dr. van Leeuwen is er
heel zeker van, dat bij alle partijgenoo-
ten de overtuiging bestaat „dat die man
nen niet in staat zijn de Partij aan per
soonlijke veeten of gevoeligheden of aan
humeurtegenstellingen op te offeren en
Het is tegenwoordig -geen sinecure
partijbestuurder te zijn van de S. D. A.
P. Wij beweren niet, dat het vroeger
zoo’n aangenaam haantje was. maar wil
len alleen zeggen, dat het in den laat
ste» tijd wel wat al te druk loopt. Be
halve toch de geregelde leiding der zaken
moet het partijbestuur nog telkens optre
den als scheidsrechter ten behoeve van
partijgennoten, die uit overmaat van geest
drift voor de heilige zaak der arbeiders
en over-hitten strijdlust voor de begin
selen van Sinte-Marx elkaar in de haren
vliegen. Het is ook zoo n kwade tijd, niet
waar, nu men dr. Kuypér mist en er
niet zooveel reden ia om een heftige op
positie te voeren. Er is aan den butirgois-
kant niet veel dat „prikkelt", zooals „Het
Volk" zich onlangs uitdrukte
Nu moet men dat elkander-in-de-haren-
zitten goed begrijpen. Daar is b.v. het
geschil tusschen den heer Troelstra en
de buitengemeen intellectueele heeren van
den „Nieuwe Tijd. Dat heeft men zoowaar
soorten
n enkele
zorgvol
;le zóó
ik, zóó
kwaliteit,
t gebruik
Telefoon Ni*. HU
A OVERTENTIEN worden gephatxt van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden bereken» 1
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
rijke verbeteringen bleek te bevatten,
keerde reeds aanstonds de heer Schaper
zich tegen het vonnis van niet-aanneme
lijk eenmaal uitgesproken en koppig ge
handhaafd. Men liet het Werkliedenver
bond uittreden, dat, al» de heer Schaper,
voortaan wilde ijveren, niet tegen maar
voor verbetering van het ontwerp en
den heer Schaper schoof men op zijde.
Thans blijkt dat de heer Troelstra het
met den heer Schaper eens waa, en uit
diens woorden in de Tweede Kamer mag
worden opgemaakt, dat de Kamerfractie
desgelijks oordeelde.
Toch bleef het partijbestuur mede-
ugiteeren en stemde nog t voor weinige
weken in met de motie waarin opnieuw
het thans aanhangige ontwerp absoluut
werd veroordeeld.
En de heer lak, als hwofdredacteur
van „Het Volk" toch de officieel? pen
voerder der partij, bleef in artikel na
artikel de arbeiders aanhitsen tegen een
wet. die voor hen geen enkel nadeel en
vele voordeelen bevat. Maar diezelfde
heer Tak aarzelde wederom in de Tweede
Kamer zijn „niet-aannemelijk" te herhalen
nu hij zijn ^ordeel had -te verantwoorden
tegenover de verbijsterend zakenkennis
van den heer Drucker eh den Minister.
Meer nog het partijbestuur kwam
op de laatste vergadering van het comité
aandragen met oen verklaring, die zoo
nog weer bet „niet-aannemelijk"
hooien, dat de Kamerleden niet
de lippen wilde en verzette zich
toen namens het comité het slot
van den heer Tak betreurd,
de houding van den heer Schaper
ipijt en over die van den heer Troelstra
afkeuring uitgesproken werd. En zelfs
stemde het partijbestuur in principe voor
een verweerschrift, dat zich indirect ook
zal richten tegen de suciaal-democratische
Kamerfractie. al hield het daarbij één
achterdeurtje open door zich niet uit te
spreken over den inhoud, dien deze publi
catie zal hebben.
Waar is nu toch de vastheid van leiding
bij den heer Tak, die de krijgskluroen
steekt in „Het Volk" en in de Kamer
hij meent, dat men er voor moet waken
de partij te ben&deelen doitr dit geschil
te verlagen „tot een ruzie van kijvende
buurvrouwtjes" óf *tot een intrigue van
op grooter gezag beluste burgerman
netjes.1’
En partijgenoot Van Leeuwen gaat dan
niet bepaald glashelder, helaas
uiteenzetten, dat het geschil deels van
theoretischen, deels van organisatorische!!
aard is.
De partij weet het dus nu. en ook gij
allen, in wie niet het echte proletarisch
instinct is neergedaald weet het thans
eveneens. Gij weet thans, dat er niets
persoonlijks in steekt, als de heer Troel
stra vrij duidelijk een ultimatum stelt
geheele leiding of niets, dat daarbij noch
van gevoeligheid noch van hrt naar groo
ter gezag sprake is. Men kan in de S.
D. A. P. best de zon in het water zien
schijnen, en de geschillen zijn er theoretisch
en organisatorisch.
Dat alles is natuurlijk mooi en goed.
Maar intusschen moet toch maar dat
arme partijbestuur het eene geschil na
het andere onderzoeken en de nog be-
Ueft
kolommen na kolommen van „Het Volk"
te vullen met processen-verbaal, met uit
spraken, met Bijlage A.. B. enz. Alles
om der wille van theorie en organisatie.
Nu is het laatste rapport officiéél be
titeld „in zake het onderzoek naar de
grieven van partijgenoot P. J. Troelstra",
en dat geeft er toch een bedenkelijk per
soonlijke schijn aan. Partijgenoot van
Leeuwen ia dan ook wel wat laat ge
komen met zijn ideale opvatting, zoodat
het partijbestuur van zijn handigheid geen
profijt meer kon trekken. Het zou anders
ook zeker zijn eindconclusie wel eenigszins
hebben gewijzigd en volstaan hebben met
de opmerking, dat wel niet op alle punten
eenstemmigheid kan worden verwacht tus
schen partijgenooten, zoodat nu en* dan
verschillen tot uiting komen, ontstaande
uit'afwijkend inzicht op punten van groo
ter en kleiner belang. Maar waarom er
nu ook het „uiteenloopend temperament"
en de „persoonlijke eigenschappen" der
doen.
Hjj was van plan geweest regelrecht naar
zgn hotel te gaanmaar dit voorval had
zulk eene geheel andere richting aan den
loop zyner gedachten gegeven, dat bjj de
uitvoering van zjjn plan uitstelde en op eene
bank ging zitten, om over de zaak na te
denken. Zou Vera wenschen hem te ontmoe
ten Leefde zjj nog met dien bedriegeljjken
opzichter, met wien zjj gedwongen was ge
worden zich te verbinden Had zy hem
verlaten? of was hjj dood? Naarden vluch-
tigen indruk, dien Fedovsky van haar ont
vangen had, was hjj geneigd te denken, dat
zy aan eene meer weelderige wjjze van leven,
dan vroeger, moest zyn gewoon geraakt.
Haar phaëton was prachtig, de paarden,
welke ze trokken, waren van edel ras en
goed onderhouden de koetsier en de palfre
nier droegen eene nette livrei. In éèn woord,
zy had het uiterlyk van eene vermogende
vrouw, terwyl de opzichter, aangenomen ook
dat hjj gelukkig gespeculeerd had, altjjd nog
een betrekkeljjk arm man moet geweest
zyn. Hoe was Vera’s verschijning dan te
verklaren.?
Hoe langerFedovsky deze vraag overwoog,
hoe minder hjj zich geneigd gevoelde up een
antwoord er op aan te dringen. In den
loop van zeven jaren kan er met eene schoone
vrouw haal wat gebeuren. En het feit, dat
twisteden bijgehaald Ook dat geeft weer
zoo’n (persoonlijk tintje aan de zaak. En
het Congres staat immers voor de deur,
waar „in volle openbaarheid" (natuurlijk
met een besloten vóór-vergadering vóór
de ergste raeeningsverschillenalle zaken
tot klaarheid moeten worden gebracht, en
waar dan een apotheose alle partijgenoo
ten elkaar vol geestdrift in de armen moet
doen vallen op dezen jaarlijkse hen grooton
verzoendag.
Waarlijk, men zal verstandig doen, om
vooral het theoretisc he en organisatorische
van dé hangende geschillen goed in ge
dachten te houden, wil de slot-apotheose
behoorlijk van stapel loopen.
Eelt punt is er gelukkig, waarover men
elkander niet veel kwaads behoeft te
zeggen, d. w. z. de groote mannen der
partij, vyant de „onvaste leiding" waarvan
de heer Troelstra is beschuldigd, ken
merkt ook anderen dan hem alleen, ja
meer dan hem. nu het partijbestuur, recht
doende in bet hangend geschil, althans
ten opzichte van vakbeweging, school-
quae^tie en agrarische quaes tic hem ‘vrij
uit laat gaan.
Alfctei ten aanzien der Aprilbewegingen
van 1908 bleek men eenstemmig van
meening dat 's heeren Troelstra’s houding
rej-ht gaf van onvaste leiding der partij
te spreken, waarover trouwens wel ieder
een, in en buiten de partij het eens was.
Slechts zouden wij er bij willen voegen,
dat toen de gansche jiartii aan een
niet te miskennen onvastheid heeft ge-
leden.
Aan hen, die thans de leiding der
partij hebben past echter op dit stuk
wel eenige bescheidenheid. Men lette
maar eens op het gebeurde met de
agitatie in zake het arbeidscontract. Waar
was daarbij de vaste leiding van het
partijbestuur, waar die van den hoofdre
dacteur van „Het Volk”, waar eindelijk
die van de Kamerchib t En vooral, waar
was wat toch voor leiding in het al
gemeen dringend noodig ia de over
eenstemming tusschen die drie organen
der partij
Toen het tweede ontwerp-Loeff belang-
hare tyddjjke omstandigheden verbeterd wa
ren, Was niet noodzakelQk eene aanwijzing,
dat zjj in alle andere opzichten verbeterd
was. Het was mogeljjk, dat er tjjdperken
in Vera’s later leven waren, welke het pjjn-
lyk zou zjjn te kennen. De graaf was niet
langer een onervarene, voor aandoeningen
vatbare knaap, maar een man van de wereld:
en hy verheelde zich het feit niet, dat hjj
Vera ten slotte slechts oppervlakkig had
gekend. Hjj had baar bemind om hare
schoonheid, om hare stem, om hare bevallige
manieren, en omdat zjj hem beminde; en
misschien het meest van alles ten gevolge
van de hinderpalen, welke aan hunne ver-
eeniging in den weg gelegd waren. Maar
van haar innerljjk, verstandelijk en zedeljjk
leven bad by weinig gewetenook konden
op haar leeftyd deze eigenschappen niet vol
doende ontwikkeld zjjn, dat er grondig over
viel te oordeelen. Haar loopbaan was, sinds
zjj gescheiden waren geworden, in ieder
geval in den annvang niet zóó geweest,
dat daardoor het beste, dat er in haar was,
aan het licht werd gebracht. Op die manier
zou het in het algemeen de voorzichtigste
party zjjn, zich aan geene onwelkome ont
dekking te wagen.
De zaak* kon ook van hare zyde beschouwd
worden. Zy kon verschillende redenen hebben,
waarom zjj Fedovsky niet wenschte te ónt-