s.
*1'
lg-
SBK
1
Een gewichtige strijd!’
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
lat,
No. 10004.
en.
.0
Maandag 16 en Dinsdag 17 April 1906. 45ste Jaargang.
Het Dagboek
van den Inspecteur.
FEU I L "LÉTOOL
'f.
i
voor het
iwegsteeg.
lis ge-
lelaar
IN Zi
SCll
agazljn,
L
mipto
plaat.
li
oon.
'ILD-
zegvel.
mende
ONEN
tegen
jgbaar
r-
koekt
kn
ie na
Ah
na
alken,
n
1 werk.
Mnt»-
n dot
d«
rdigl
•idU-
IteD-
>4
(.01 nsm E COIBANT.
Wegens het Paaschfeest ver
schijnt «Ie „Goudsche Contant
Maandag niet.
Dit No. bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE BLAD.
36)
Zü had een teer, zeer begaafd en geestig
voorkomen, en had klaarblijkelijk het voor
recht gehad, de beste opvoeding te ontvangen,
welke de moderne Amerikaansche beschaving
geven kon. Zij had bruin haar en eene
zuiver blanke huid; hare oogen waren groot
en hadden eene ietwat gebiedende uitdrukking,
en de overige deelen van het gelaat, ofschoon
niet volkomen regelmatig, waren fijn en
vormden een schoon geheel. Hare figuur
was goed geproportioneerd, en openbaarde
in* hare houding eene zekere maagdelijke
waardigheid, welke haar van de groote me
nigte der jonge meisjes onderscheidde zy
was bezadigd en niet spraakzaam, ofschoon
wanneer zy iets zeide, dat getuigde van een
goed, helder denkend verstand.
Zjj stond op een hoogeren trap van ver
standelijke ontwikkeling, dan de overige
leden der familie; er waren werkelijk nog
eenige sporen van het leven op het land
m de ondelui overgebleven, die in hunne
•ogd niet het voorrecht van de opvoeding
Feleto n Xo, S2.
De Uitgave «lezer Courant geschie«lt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25„ franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CEN T E N.
Wederom ia de dag nabij, de dag dat
een groot deel van Gouda's burgerij ge
roepen zal zijn door haar keuze een man
aan te wijzen, die met zijn mede Raads
leden de belangen van alle Qoudenareh
zal hebben te behartigen. Zonder uit
zondering aller belangen, groote en kleine.
Aan het hoofd van dit artikel wordt ge
sproken van een gewichtige strijd. Op
ons rust op dit oogenblik de aangename
taak nogmaals op ’t gewicht van den aan
staanden strijd te wijzen. Wel vleien
we ons met de gedachte, dat bij velen,
bij de meesten dat gewicht helder bewust
is, doch zij het misschien niet direct
noodig, overbodig kan het toch in geen
geval zijn, nogmaals te zeggen waarom
de aanstaande strijd, de stembusstrijd op
WOENSDAG 18 APRIL in ’t bijzonder
van groot belang is.
We weten allen dat de opengevallen
plaats in onzen Raad, die is, welke door
den heer Noothoven van Goor zooveel
jaren, met zooveel ijver, met zooveel
uiterste plichtsbetrachting, met zooveel
humaniteit, met zooveel opoffering op
allerlei gebied, is vervuld. Hij, onze Wet
houder van Onderwijs heeft een plaats
opengelaten, die. niet gemakkelijk te ver
vullen zal zijn. En nu komen we met
een zeer nuchtere vraag, n.l. deze„Zou
den we nu in de plaats van den over
leden heer Noothoven van Goor er ook
maar een ondeelbaar oogenblik van een
seconde aan kunnen denken den heer
Jongenburger op den opengekomen zetel
te doen plaats nemen? Zouden we nu
niet met hand en tand strijden om den
heer Jongenburger, ondanks alle zijn goede
hoedanigheden (dat ze vele mogen zijn)
Telefoon Ne. 8*
ADVER TENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur dea midd.
't meest zijn voorganger zal nabij kunnen
komen in het streven naar bevordering
van aller belangen. Ten tweede, omdat
het ons nog steeds niet goed voorkomt
’t Antirevolutionnaire Roomsch-katho-
lieke element in den Raad weer te ver
sterken. Vervolgens, en dit speciaal aan
U, kiezers van het derde district, die
voor een deel in een afgelegen deel van
de stad woont, omdat de heer A. H.
TEEPE een voorstander is van verbete
ring van de verbinding van de stadsge
deelten, met name het gedeelte dat door
den Turfsingel van de stad is gescheiden
en waar een pont wel gratis verbindt,
maar waar nog betere verbinding wen-
schelijk kan zijn, althans kan worden.
’t Gedeelte Turfsingel Korte Akkeren,
(om ’tmaar eens bij den ouden naam te
noemen), is te volkrijk, dan dat ’t niet
aanspraak zou mogen maken op een ver
binding zender eenige belemmering, zon
der eenig oponthoud, hoe dan ook.
Op U kiezers van 't gedeelte Korte
Akkeren, Turfsingel rust de verplichting
een man in den Raad te brengen, die
nev'Sns alle andere belangen, in deze zaak
de üwe naar behooren met warmte zal
weten te bepleiten waar zulks noodig is.
De heer TEEPE is dus voorstander van
de vrije pont, desnoods van een brug,
die de stadsgedeelten verbindt. Ook wat
't onderwijs betreft zal de keuze der li
beralen ook eiitmaal een goede blijken
geweest te zijn, 't Openbaar onderwijs
zal in den heer TEEPE, reeds nu lid
van de plaatselijke Commissie van Toe
zicht op ’t Lager Onderwijs, een warm
behartiger vinden. Meer in ’t bijzonder
op 't punt van schoolgeldheffing zal hij
de man zijn, die den minvermogende
steeds door gering schoolgeld, den on
vermogende door gratis onderwijs zal
weten tegemoet te komen, zooals dat
behoort. Nu nog wat. Er is indertijd
van Anti-Revolutionnaire Katholieke
zijde wel eens geschermd met de bekend
heid, die de candidaat van kerkelijke
zijde had met de belangen van Gouda
en zijn inwoners. We mogen nu toch
waarlijk wel veronderstellen en met ze-
Iedereen moest do hand hebben in het
maken en toepassen der wetten, naar welke
gjj geregeerd wordt,” zeide do graaf.
„Dat hebben zjj hier niet. De constitutie
zegt, dat zj) mogen, maar zjj doen het niet.
Uit iedere tien man zal één meer gezag
en bekwaamheid hebben, dan de anderen;
en onder tien van dezen is de één sterker
dan de anderen, en zoo voorts. De onder
geschikten stemmen, zooals de leiders hun
zeggende leiders handelen in hnn eigen
belang; zóó worden onze wetten gemaakt.
Enkele menschen doen werkelijk alles; en
ofschoon zë over het algemeen bekwaam
zjjn, z(jn zjj niet allen goed; zjj begeeren
geld en macht, en zjj verschaffen zich die
ten koste van het-volk. Heelt dat niet veel
overeenkomst met hetgeen er onder eene
alleenheerschappij plaats grjjpt En de alleen
heerschappij heeft één voordeel dat zjj
nameljjk niet voorgeeft te zijn, wat zjj niet
is, gelj)k onze volksregeering.”
„Maar gij zult toch niet ontkennen, dat
gjj eene vrije pers hebt, welke het volk moet
vertegenwoordigen, omdat haar bestaan er
van afhangtf”
„Zoo gij gelooft wat de couranten van
elkander zeggen, dan zgn ze alle valsch,
omgekocht en blind. Ons volk is onverschillig
en op zijn gemak gesteld, en stelt zich tevre
den met het beste, dat zjj krijgen kan. Ik
te beletten ook dezen keer het lang en
blijkbaar zoo vurig begeerde plaatsje in
den kring onzer vroede vaderen in te
nemen? Neen we kunnen er niet aan
denken, geen oogenblik, den zetel van
een zoo algemeen bemind liberaal raads
lid over te laten aan een vertegenwoor
diger van de anti-revolutionnaire partij.
We zullen, we moeten, (dat we ’t allen
goed beseffen I), we moeten strijden uit
al onze macht, met alle beschikbare
kracht, strijden daarvoor, dat de heer
Jongenburger verre van den Raad blijft.
Overal hem een plaats gegund, hier slechts
hem den toegang betwist. JJtTplaats, die
vacant kwam door het Aerlies van den
man, die bij tegenstaiuttrs en partijge-
nooten steeds met eere genoemd werd,
van hem, wien lof, verdienden lof werd
toegezwaaid uit alle kampen, de plaats
van dien grooten burger moet vervuld
worden door een liberaal, die, we mogen
het veronderstellen, zal handelen zoo goed
hij dit kan, in den geest van zijn groo
ten voorganger. En wie is nu de candi
daat der liberalen Op wien vestigen we
thans met gerustheid het oog? Wie is
de tegencandidaat van den heer Jongen
burger? Gij allen kent hem, lezers, kie
zers in district III. ’t Is de heer A. H.
TEEPE. De heer TEEPE is voor onze
Goudsche kiezers geen onbekende.
We herinneren nog even; de heer Jon
genburger viel in 1905 na periodieke
aftreding tegen den heer van der Ree
en in district I bedankte het grootste
deel van de kiezers er voor de reeds
meermalen aangeboden candidaat te slikken.
De heer TEEPE heeft dus niet zoo’n druk
verleden achter zich als de heer Jongen
burger. Hij heeft geen twee maal reeds
de eer gehad voorgedragen te worden
aan de Goudsche kiezers. En die eer bij
herhaling wenschen we nu den Heer
TEEPE te besparen. We wenschen den
heer TEEPE een zetel te doen innemen bij
de eerste candidaatstelling. En waarom?
In de eerste plaats zooals boven reeds
gezegd is, omdat de heer TEEPE is een
liberaal, die ook als liberaal zal optreden
in onzen Raad en hij alleen als zoodanig
en beschaving hadden gehad, welke zjj in
staat waren aan hunne kinderen te geven.
Mrs. Vanderbllck was vroom en tamelijk
eenvoudig; de oude heer was een krachtig
en bekwaam, maar scherp en barseb man,
geljjk dat dikwijls het geval is bjj menschen,
die er zichzelven bovenop hebben moeten
werken. Allen, zoowel ouden als jongen,
waren zeer vriéndelijk voor hun aanzien
lijken gast.
Fedovsky van zjjn kant stelde onmiddel-
Ijjk belang in Saffie. Hjj had Amerikaansche
meisjes in Europa gezien, maar die waren
toevallig niet van de beste soort geweest:
zjj waren overmoedig, praatziek en opzien
barend, eerder dan ongedwongen, ingetogen
en geestig. Aan tafel zat hjj naast deze
jonge dame, en richtte tot haar de meeste
var. zjjn opmerkingen, welke niet louter
conventioneel en beleefd waren. Hare vragen
waren scherpzinnig en uitlokkend, en hare
antwoorden op zjjne eigene vragen rond en
bevredigend. Zjj schenen er nit te halen,
wat wederkeerig in ieder van hen bet beste
was.
„Houdt gg meer van volksregeering, dan
van alleenheerschappij
„Wie doet dat niet, behalve do alleenheer-
schers?” antwoordde hg.
„Maar gij moet er eene reden voor hebben.
Welke is dief”
ii H ■smsinii—
kerheid, dat de heer TEEPE, dié reeds
zooveel jaren hier woonachtig is, in dit
opzicht niet onder zal behoeven te doen
voor den heer Jongenburger. En nu, nog
een kort woord. Wij houden er niet
van iemand teleur te stellen, maar nu in
dit opzicht ons eens anders getoond.
Trachten we nn allen de Antirevolution
naire en Katholieke Bondgenooten te leur
te stellen, door onze stem uit te brengen
op den lieer TEEPE. We moeten dit
niet doen om een teleurstelling te be
zorgen, neen! We moeten dit doeij^ons- voln-
dat we ervan overtuigd zijn, dat we -tR
den Heer TEEPE zullen vinden, waïwo
in een liberaal Raadslid moeten kunnen
vinden. Omdat we den Heer TEEPE
werkelijk geschikt achten, meer dan den
heer Jongenbnrger om de opvolger te
zijn van een groot voorganger.
De Nieuwe Courant van Vrijdag 6
April scheef natuurlijk 't vallen van den
heer Jongenburger van een vorige ver
kiezing waar hij candidaat was (ook in
district III) weer op een „dertig tal”
Roomsche (ontstemde nogal) kiezers. De
Nieuwe Courant laat in het midden of
er van Katholieke zijde .reden tot ont
stemming was. Wij ook. Nu iemand
moet de schuld hebben. Vroeger waren
het de zwervende kiezers, nu de ont
stemde, later misschien weer wat anders.
Wij geven geen partij een pluimpje. In
de Nieuwe Courant krijgt de Katholieke
partij er een van de Anti-revolutionnairen
n.l. „een eeresaluut aan de R. K. Kies-
vereeniging, die moet uitgesproken hebben
(waar en wanneer weet ik niet,) dat de
heer Jongenburger weer in den Raad moet.
Wij geven een ander advies. Hij moet,
hij mag er niet in. Ieder der ontstemde
R. K. kiezers, zegt do N. C., zal er
van overtuigd wezen, dat de ruil (de heer
van der Ree voor den heer Jongenbur
ger) niet de beste is geweest. Nu dat
staat nog te bezien, kiezers van district
III, gij allen, komt op I Bij de verkiezing
in district I kwam de heer Jongenburger
Rechts 13 stemmen te kort (een blijk,
zegt de N. C.) dat gezien deze kleine
minderheid in een overwegend liberaal
geloof niet, dat wjj veel waardigheid, of
geweten, of vertrouwen in belangelooze deugd
bezitten. En ik hond het er voor, dat de
couranten er toe medewerken, dat dat alles
onder ons nog minder is.”
„Maar gjj wil daarmeê toch zeker niette
kennen geven, Miss Vanderbllck, dat gjj eene
alleenheerschappij verkiest boven eene volks
regeering?” riep Fedovsky verbaasd uit.
„Mjjne voorkeur kan geen verschil maken.
De eene moet der waarheid nader bjj komen,
dan de andere. Ik zou alleen gaarne willen
weten, welke bet meest in overeenstemming
is met do menscheljjke natuur; want dat is
het eenige, dat ten slotte moet zegevieren.
De menschen zullen nooit allen geljjk zjjn
in verstand en geestkracht, en zjj, die bet
meeste verstand en geestkracht bezitten,
moeten de anderen regceren. Zjj kunnen het
niet helpen, dat zjj het doen, en de anderen
kunnen het niet helpen, dat zjj bun gehoor
zamen.”
„Maar neem een practisch voorbeeld. De
Amerikanen zjjn het verlichtste volk der
wereld, en de Russen zjn het moest bar-
baarsche."
„Verlichtirg is niet noodwendig deugd,
evenmin els licht onvermjjdeljjk warmte
geeft."
(Wordt vervolgd.)