iven I lg- Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Zaterdag 2ft Mei 190Ö. No. 10037. Bultenlaadsch Overzicht. FEUILLETON. k of 45ste Jaargang Het Dagboek van den Inspecteur. KENMSGEV1NG. van - en Safe- en met .?f g, ft]waar OUST Jr. sneuvelde Verspreide Berichten. JN. )NIG" we- ten en zoowel onver arbeid j. Wy evoelen, >n luste- dadelyk en echte eloos te t in hot gy eens es eens irvaring te veel. arbeid. ‘O., 263. ppu Briand vei klaarde verder overtuigd te zyn, dat het Vaticaan zich thans in den toestand, die door de scheidingswet ontstaan is, zal schikken, zoodat daarmede het einde van den kerkelyken stryd bereikt zal zyn, en de nieuwe Kamer een tijdperk van economische en sociale politiek zal kunnen inwyden. I.HI 1MIIL CO IRA X T. Telefoon iïo. £9 ADV KttTENTIEN worden geplaatst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. G rooie letters worden berekend naar plaatsruimte. t Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. Peleto. n Xo. M2. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENT EN. stekend gedurig allerlei an uwe zooveel lan ook 'vinding Het resultaat van de verkiezingen en her stemmingen in Frankrijk is zoo duidelijk, dat de regeering er een vingerwijzing in kan zien, in welke richting de staatszaken moeten worden geleid. Al dadelijk is de invloed merkbaar in de besluiten door den ministerraad genomen. President Fallières keurde de benoeming goed van eene commissie, die tot taak krij gen zal de besludeering van de mogelijk heid, vereenigingen van staatsambtenaren en staats-employés toe te staan, zonder gevaar voor de zekerheid van den openbaren dienst, en voor de handhaving der discipline. De moeilijkheid, waarvoor die commissie ge plaatst is, staat in verband met den grooten omvang van het aantal ambtenaren en em ployés en hunne uiteenloopende belangen die in een ontwerp moeten worden saamge- voegd. Reeds nu blykt het, dat de ambte naren by posterijen en telegrafie, by de „manufactures de tab$c” en by do andere staatsbedrijven op de hulp der socialisten rekenen, om voor hunne syndicaten meer rechten te krijgen, dan de regeering kan of wil toostaan. Voor de onderwijzers van de volksschool treedt minister Briand in het bijzonder op hy wil niet alleen hunne syndicaten rechts- perst onljjkheid verschaffen, maar verbetering van positie voor hen bedingen, en betere vooruitzichten voor hunne bevordering. er hem eenige herinnering van het gelaat, zoo hij dit werkelijk goed gezien had, zou zyn bygebleven- Het voorkomen van den graaf by die gelegenheid verschilde evenwel zeer van dat, wat het nu was. .Laat me dan je geheugen wat opfris- schen,” zeide by levendig. „Myn naam is Fedovsky Graaf,Ivan Fedovsky, om je te dienenen jy bent Mr. Robert Cecil van Boston, Vereenigde Staten, wien ik twee jaren geleden in Londen ontmoette.” De Rus verwachtte natuurlyk, dat de man den naam, welke bjj hem gegeven had, zou loochenenen by had plan vervolgens uit te wyden over de opvallende gelijkenis, en op de eene of andere manier een gesprek met hem aan te knoopen. Overigens zou hy het aan het toeval en aan zulke invallen overlaten, als hem te hulp mochten komen. Maar de persoon, met wien hy de proef nam, vervulde niet geheel zyn gedeelte van het programma. De zaak was (ofschoon Fedovsky dit niet wist), dat Tom, de knecht, hem den nacht van het dobbelspel in New- York de noodige inlichtingen omtrent den graaf gegeven had; en hy herinnerde zich den naam en de inlichtingen volkomen. Daar de graaf hem als een zeer ryk man was voorgesteld, bad hij geen reden om te voor onderstellen, dat de vergissing betreffende „Mr. Robert Cecil” niet de moeite waard By de derde lezing der begrooting be toogt minister Tschirschky in den Duitschen Ryksdag, dat de regeeringen der dricjbe- trokken staten nog steeds vast op den bodem van het drievoudig verbond staan. De keizerlijke regeering beschouwt nog steeds de midden-Europeescbe bondgenoot schappen en het aankweeken Van vriend schappelijke betrekkingen tot alle staten als den grondslag van haar politiek. In bet Engelsche Lagerhuis heeft Cham berlain Dinsdag een pynljjk incident uitge lokt. Chamberlain bad in het debat dr. Macnamara in omzichtige termen beschuldigd van te hebben „gedraaid”. Hierop stelde de eerste minister den oud minister van Kolo niën de vraag, of hy Macnamara beschul digde van onwaarheid-spreken Neen, dat had Chamberlain niet in het minst gedaan, en hy vond die vraag onbe schaamd. Het Huis dacht er anders over, wilde dat Chamberlain zyn woorden zou intrekken, en maakte heel wat spektakel. Maar Chamberlain trok niets inen ten slotte liet de „Speaker” zyn autoriteit gel den en keerde de kalmte terug. Met een vreeselyke, benauwende eentonig- De „Politischo Korrespondenz” bevat het antwoord der Servische regeering aan die van de Oostenryksch Hongaarschc monarchie over de bandelsbetrokkingen en het handels- verdrag. De Regeering te Belgrado antwoordt, dat zy door de besluiten der technische com missie gebonden is, om de bestellingen voor geschut én geschut ammunitie te doen; maar dat zy het grootste deel van de opbrengst dor te sluiten leening, namelijk een bedrag van 26 millioen, zal besteden voor het doen van aankoopen in Oostenrijk, by gelyke pryzen en dezelfde hoedanigheid der leve- ringen. Indién de regeering te Weenen daarmede accoord gaat, zal do schriftelyke nota over b-et handelsverdrag met do monar chie binnen enkele dagen worden opgesteld en overhandigd. 68) Fedovsky stond van zyn tafeltje op en wandelde de zaal door, alsof by van plan was haar te verlaten. Maar toen hy in de nabijheid van den falsaris kwam, bleef hy stilstaan en keek hem met een ernstigen en toch twyfelachtigen blik aan. Daarop legde hy, alsof zyne onzekerheil was geweken, zijne hand op diens schouder en zag hem, toen hy met verbaasden, onderzoekenden blik naar hem opkeek, met een vroolyken glimlach aan. „Hoe maak je het, ouwe jongen I” zeide hy in het Engelsch; „herken je me niet!” De man keek hem een oogenblik achter dochtig aan en sóhudde het hoofd. „Voor zoover ik weet, zag ik u nooit vóór dezen,” antwoordde hy. „Gy hebt u vergist.” Dit antwoord deed Fedovsky genoegen, in zooverre het zijne voornaamste vrees ver ydelde, dat men hem als zyn aanvaller in Nassau Street mocht herkennen. Maar die ontmoeting was klaarblijkelijk te kort en te overhaast geweest (voor den dief), dan dat Duitschaard. Te Straatsburg is een politieagent gens deelneming aan een anti-Duitsche bc- tooging (de man had by het zingen van do Marseillaise de maat staan slaan) ontsla gen, terwijl twee studenten wegens hetzelf de misdrijf, uitgesloten zyn van do lessen aan de hoogeschool. De studentenvflreeni- ging is voor drie maanden geschorst. Nadat bereids 29 personen te Hamburg had grootelyks behoefte aan raad, en ik hoopte dat gy, dat wil zeggen, hy wonderdadig gezonden waart, om me dien te geven.” „Eenigen raad, ci?” zei Mr. Brown, ter wijl zyn bleek gelaat eene uitvorschonde uitdrukking aannam. „Pleegde onze vriend Cecil u dan van raad te dienen?” „Ja, in zaken zyn eigen vak betreffende. Gy weet welk een buitengewoon hoofd hy heelt voor zaken en financiën?” „Zeker! Dat was bepaald verbazend!” stemde Brown toe op eene wy’ze, alsof hij zich de hoofdtrek van een intiem vriend herinnerde. „Daar ik,” ging Fedovsky voort, „nooit eenige zaak kon uitvoeren, zonder deze of gene fout te begaan. Nu moet gy weten, dat ik juist aanzienlijke sommen, welke ik belegd had, heb geïncasseerd zy brachten me niet zooveel op als ik er van verwacht had en ik zag naar iets uit, dat ik met vrucht kon koopen. Nu zou Cecil zeker juist geweten hebben, wat me zon passen. En nu blyf ik intusschen met al dat gereed geld zitten.” „Dat is te zeggen, gij hebt het toch na tuurlijk by uwe bankiers in deposito gege ven (Wordt vervolgd). heid bljjven de berichten uit Rusland aanhou den over geheel of gedeeltelijk gehikte poli tieke moordaanslagen. De jongste wraak oefening van dien aard is Zondagmorgen om streeks 10 ure gepleegd to Kalitz (Rnss Polen) op den huzaren officier graaf Keiler. Deze keerde te paard terug van een exercitie, toen hem plotseling door een- jongmensch een bom werd toegeslingerd. De helsche machine ont plofte en do graaf werd zwaar gekwetst op genomen. Zyn paard was onder hem gedood een trompetter er. een ordonnans werden licht gewond. Allo ruiten van de huizen in de buurt werden in gruzelementen geslagen. De dader, schoon zelf gekwetst, wist te ontsnap pen. Kolonel Keiler is een neef van generaal Keller, die in den Mandsjocrye-oorlog sneuvelde Do getroffene had zich door zyn hardhan dige onderdrukking van recente troebelen zeer gehaat gemaakt. De gespannen toestand tusschen de Dooma en de Kroon wordt er niet beter op sedert de Tsaar don president der volksvertegen woordiging zelfs geen audiëntie waardig heeft gekeurd. Daar de quaestie van de amnestie aan de politieke gevangenen met dat al maar altyd hangende blyft, verzekert men dat de Doema haar verzoek als gewezen van de hand zal beschouwen, zoo daaraan niet binnen een bepaalden tjjd zal zyn voldaan en dan zelf een wetsontwerp zal bekrachtigen, waarbQ amnestie wordt verleend. Daarmee zon natuurlijk het conflict tusschen autocratie en parlement officieel zyn uitgebroken, want Nicolaas II zou zeer zelvr weigeren de door de Doema aangenomen wet van kracht te verklaren. Overigens zal een onpartijdig toeschouwer moeten erkennen, dat het tegenwoordig oogen blik allerminst geschikt is om een algemeene amnestie wegens politieke delicten af te kondigen. Dagelijks hebben .er nieuwe plaats. Maandag was het op klaarlichten dag de moord op den politie-commissaris Brestitofsky. Dinsdag was het een nieuwe bommenaanslag op graaf Keiler, te Kalitz, in Polen. Daar deze daden echter uitvloeisels zjjn van het stelsel van willekeur, dat nog altyd het eenige offi cieel erkende is van de Russische bureaucratie, schynt hot ten slotte onvermijdelijk tot een nieuwe botsing te zullen komen, waarbij dan aan den kant der revolutionairen de Doema de leiding in handen zal nemen. Koning Franz Jozef beeft Dinsdag in Hongarye de zitting van den nieuwen Rijksdag geopend kon zyn, uit het misverstand aanleiding te nemen tot eene nadere kennismaking. Zoo kwam het, dat er zich een allerzonderlingst gesprek ontspon. „Ik heb vroeger van u gehoord, graaf,” zeide de persoon, dien hij had aangesproken, „en, zonderling genoeg, juist door Mr. Cecil van Boston, die een vriend van me is. Myn naam is”’ hy aarzelde een oogenblik en ging daarop voort „Charles Brown My is dikwyls verteld, dat Cecil en ik op elkan der gelijken, en dit verklaart uwe vergis sing.” Fedovsky vermaakte zich over deze stoute bewering; maar ofschoon het hem versterkte in zijn vermoeden, was het hem niet recht duidelijk, wat Mr. Brown daarmede beoogde. Hij wist natuurlijk niet, dat ’s mans ware naam Bolan was- De denkbeeldige Robert Cecil leverde intusschen de stof voor een gesprek. „Hoe maakte Cecil het, toen gij hem de laatste maal zaagt, Mr. Brown?” vroeg hy. „Hy was welvarende. Maar neem plaats, graaf, en vergun my eenig voordeel van uwe vergissing te trekken. Denkt gij hier lang te vertoeven „Myne bewegingen zjjn onzeker; ik ben van daag hier en morgen daar. Do zaak is, dat ik een weinig teleurgesteld ben, dat gy de man niet zyt, waar ik u voor hield. Ik Na alles wat gebeurd is, werd die dag met spanning tegemoet gezien. Sedert de Koning voor do laatste maal den Hongaar- schen Ryksdag opende, zyn er ernstige dagen voorbijgegaan, voor den Koning en het volk. En thans, nu de liberale party, na meer dan 30 jaren in Hongarije het bewind te hebben gevoerd, is uiteengespat, nu de onafhanke- lykheidsparty niet alleen in den Rijksdag do meerderheid heeft, maar zelfs Regeerings party geworden is, stonden Koning on Ryks dag weder tegenover elkaar. Het kon niet uitblyven of de troonrede moest van die veranderde omstandigheden melding maken. „Voor ons vaderhart is het een smarte lijke gedachte te moeten terugzion op de gebeurtenissen van den jongsten ttf d, die den gowonen gang van het constitutionoele loven hebben gestoord. Wy zeggen der Voorzie nigheid dank, dat de onheilvolle misver standen verdwenen zyn. In overeenstem ming mot den vry uitgesproken wil der natie is het onzen hartewensch en onze vaste hoop, dat de grondwettige samenwerking van alle factoren der wetgevende macht voortaan steeds zonder stoornis zal kunnen geschieden.” Frankrijk. In den eergisteren gehouden minister raad is uitgemaakt, dat tengevolge van de scheidingswet de leerlingen der geestelijke onderwijsinrichtingen voortaan dezelfde rechten zouden hebben als andere jongelui, zoodat het voorrecht, dat zy slechts een jaar behoeven te dienen, voor hen niet meer gelden zal. De boedelbeschrijving in de kerk te Mielin is tot heden toe onmogelyk geweest. De bewoners van bet dorp hebben barricaden opgeworpen en houden de wacht rond de kerk. Daar do gelo< vigen niet door de toegespykerde deuren kunnen, klimmen zy langs ladders door de vensters om den dienst bij te wonen. Inrichtingen weêke gevaar, schade of HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet: Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van J. G. van Hofwegen te Goudd om vergun ning tot oprichting eener Blikslagerij en Verlak kerij met moffel in het perceel gelegen aan de Boelekade, Wijk R No. 36, Kadastraal bekend Sectie A No. 4022. Dat op Vrijdag den 8 Juni 1906, des na middags ten i’/g ure op het Raadhuis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 25 Mei 1906, Burgemeester en Wethouders voornoemd, 4 R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1906 | | pagina 1