rs.
1
J.WM
08^4?^’*
ERE
rank
CACAO.
i en Erf,
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
looping
'A,
Woensdag 13 Juni 1906.
No. 10051.
Bultenlaadsch Overzicht-
J
AS alhier.
ERF,
1
itsch
nagazljn,
10.
tdres
45ste Jaargang.
uRF
Het Dagboek
van den Inspecteur.
EELILLETÓM.
.ris KOEMAN
duren.
(Wordt vervolgd).
MAX Z».
i CacaobooDen.
LSEBOSCH.
1 1.10.
ng der koop-
>uda, wijk R
lo. 2762, groot
f 180.
a wyk O No.
1336, groot
die soorten
0LAC&- en
HEEREN-
en werk.
gen de laatste
g der veiling
4 aren en op
fiOUBSCHE COURANT
den
5 of Bleekers-
te Gouda wyk
L Nos. 3685 en
aren.
f 3.60.
den
1BF,
ernaast in de
Ijk RR No. 45,
groot 1 Are,
il iets booger
Ie voordeelig-
-cacao
iere hoeveel*
pere soorten.
V, K.
25/1 ’06
eidt zich in
gemakkelyke
Ijne geur en
)t een eerste
over do vraag: waarom hy do indiening
van het zelfstandig Hongaarsche toltarief,
waardoor do gemeenschappelijke belangen
der Monarchie geschaad worden, zonder
goedkeuring van de rogeering on hot parlo-
mont van Oostenrijk, kon toestaan
Zoo wordt do grooto quaeatie tusschen
Oostenrijk on Hongarije in een scherp ge
formuleerde vraag aan den gemeenschappo-
Ijjken minister ter beantwoording voorgelegd.
De grooto redevoering die Goluchowski
waarschijnlijk gister zou houden, zal op die
vraag wel antwoord geven.
Do Hongaarsche delegatie behandelde het
verzoek van den afgevaardigde Hallo: dat
in de toekomst iedere uiterlijkheid achterwege
zal blijven, waardoor de delegatie zou kun
nen worden gekenmerkt als een bijzonder
wetgevend lichaam.
daar kreeg ik een slag boven op het hoofd
dat was het laatste, waar ik kennis van
draag, gedurende een tijdsverloop van zes
weken of langer.”
„Zos weken I Je laagt toch al dien tyd
niet in het water
„Voor zoover ik weet niet, sir. Ik werd
er op de cene of andere manier uitgehaald,
en men liet het water uit me loopenen
daar niemand wist wie ik was of waar ik
thuis hoorde, werd ik naar het hospitaal
gebracht. Maar die slag op m’n hoofd had
me bewusteloos gemaakt zooals ze zei
den; on ik was zoo doin als een aap. Wat
ik heb gedaan of gezegd, kan ik me natuur
lijk niet herinneren; maar ik zeide niets,
dat hen op de hoogte kon brengen, wie ik
was. Zy waren er voor, me naar een krank
zinnigengesticht te zenden, toen één van de
dokters op de gedachte kwam, mijne hersen
pan, waarop ik getroffen was, te onderzoeken,
en hg ontdekte, dat een stukje van het been
naar binnen was gedrongen, en op de her
sens drukte. Hg haalde vervolgens het stokje
er uit en bracht alles weer op zijne plaats,
en zoodra hg dat gedaan had, kwam ik
weder tot bewustzijn, en het eerste dat ik
vroeg, was: „Wie haalden me uit bet water?”
Reuter seint uit Weenen, dd. 11 Juni:
In de redevoering door den Keizer ge
houden wordt verder gezegd dat de beweging
tot hot brengen van hervormingen in Turkije
krachtig wordt voortgezet, torwyl de rede
nen worden blootgelegd waarom een ge
meenschappelijke vloot demonstratie tegen
Turkije noodig was. Dan wordt gewag ge
maakt van de voortdurende pacificatie van
de Macedonische vilajets en de wilwillende
hulp van Bulgarije.
De Keizer hoopt dat dit voorbeeld gevolgd
zal worden door Griekenland en Servië,
waar de uitvoering van de voorschriften te
wenschen laat.
Betreffende het Grioksch-Roemeenschecon
Teletoi n Xo, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
j>ost 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
«a f»
JVMTÜMMi
MUtar A Ca
Mmtattefwé
f 0.50
Koppen.
[ikroskopisch
VAN LED-
Do Germania meldt, met verontwaardiging,
dat Puttkamer, do aftredende gouverneur
van Kameroen, bij zjjn ontslag uit ’s rijks
dienst bet volle pensioen (12,000 mk.) zal
krijgen.
Volgens hetzelfde blad, is het onderzoek
naar de aan Puttkamer teo laste gelegde
knevelarijen enz. een klucht geweest. De
ambtenaar die met het onderzoek belast was,
kwam tot de slotsom dat er geen reden
was tot het instellen van een disciplinaire
vervolging, o. a. qmdat de heer Puttkamer
zelf zulk een vervolging ongepast had ge
noemd. In den Rijksdag zal men wel meer
van de zaak hooren, daar het centrum blijk
baar van plan is, de wijze waarop het on
derzoek aan de koloniale afdeeling geleid
is, ajs een r.iouw wapen tegen haren direc
teur,' erfprins Hohenlohe, te gebruiken.
Daarbij komt dat by geruchte gemeld
wordt dat dr. Seitz, een man die in Kame
roen Puttkamer’s rechterband is geweost,
als zijn opvolger wordt genoemd. Over dezen
dr. Seitz is in den Rijksdag berbaaldelgk
in ongunstigen zin gesproken, vooral wegens
de bonding die hij tegen de inboorlingen
pleegt aan te nemen. Een liberaal blad
geeft deze uiting van Kameroensche hoofden
weerLiever tien Puttkamers dan een dr.
Seitz. De meerderheid in den Rijksdag zal
het er zeker over eens zijn dat de benoe
ming van een man als dr. Seitz tot gouver
neur niet in het belang van een voorspoedige
ontwikkeling van de kolonie zou zjjn.
gericht zyn, daar Engeland met Frankryk
goede betrekkingen onderhoudt.
De belangrijkste quaesti1, die tusschen
Engeland en Duitschland bestaat, is de
Bagdadbaan quaestie. De „Morning Post” zou
daarover een conferentie door den Sultan
willen doen bijeenroepen. Het blad zou wen
schen, dat Duitschland daartoe het initiatief
nam. Als Duitschland dan voorstelt, het
westelijke gedeelte van de Bagdadbaan onder
Britsch toezicht te stellen, zouden daardoor
de betrekkingen tusschen beide landen aan
merkelijk worden verbeterd.
Bg de Zuid-Afrikaansche beraadslaging in
bet Engelsche Lagerhuis voegde Vrijdag
Arnold Forster, de oud-minister van oorlog,
de liberale party een scherp woord toe- Do
liberaal Mackarness had de regeering ver
maand, hare beloften in de Chineezenkwestie
gestand te doen en gezegd: „Als gij niet
oppast, zullen de menschen gaan denken,
dat die heele beweging over de Chineezen
bloot voor politieke en verkiezingsdoeleinden
aan den gang is gebracht, en nergens an
ders voor.” Arnold Forster herhaalde die
woorden en zeide, dat bet geachte lid met
de nachtschuit komt: „het Engelsche volk
is er al lang achter. Waar zijn”, vervolgde
Arnold Forster, „die duizenden arme slaven,
die, zooals men de menschen bier vertelde,
er naar snakken om naar huis terug te
keeren Het Engelsche volk lacht om die
beweging over de Chineesche slaven.” En
even later zei de spreker de beweging is
dood en begraven.
De radicale bladen ontkennen dat. Het
volk voelt het diep, dat de regeering haar
beloften nog niet nakomt, en als de regee
ring niet spoedig handelt, zal zy in het
Lagerhuis bemerken hoe haar party er over
denkt. Aldus de radicale bladen. De bladen
van de liberale rechterzijde hebben al heel
wat water in den wyn gedaan. Al hebben
de Chineezen ’t op de mynen ook nog zoo
goed, zeggen «ij, dan nog is hun onvry be
staan het Engelsche volk tegen de borst.
Iets dergelyks zei Winston Churchill ook
Vrydag in het Lagerhuis, maar de regeering
wil de zaak liefst aan Transvaal overlaten.
Dat is ook wel zoo gemakkelyk. Met dat
al wordt de liberale party naar verdienste
gestraft voor bet oneerlijke gebruik, dat zy
met de verkiezing van de Chineezenkwestie
gemaakt heeft.
Welke bespotting die repatriate der Chi
neezen ie, blykt ook hieruit, dat de twaalf
koelies die zich er voor aangegeven hebben,
aanstonds naar China gezonden zyn. Men
weet, volgens de voorwaarden der repatria
te, moesten zij eerst nog een tijd in de mij
nen blyven werken om een deel te verdienen
van de kosten van hun wegzending. Maar
nu reeds gebleken is, dat slechts een nietig
klein aantal op die wijze weg wil, zendt
men ze maar dadelijk weg. Of is ’t om de
liberalen in Engeland zoet te honden Maar
zal men dan ook al wie zich nu weer aan
bieden, dadelyk in staat stellen weg te
gaan? Waarschijnlijk niet. Wat een gemod
der intusschen
82) -
Hij stond op en liep in heftige opgewon
denheid heen en weder.
„Het zou beter voor me geweest zyn, zoo
ik maar in de rivier gesprongen was, gelijk
ik van plan was,” riep hy uit. „Ik heb
meer kwaad, dan goed gedaan, en er be
staat geene kans voor me de zaak weer in
wie te brengen. Vera bad gelyk het
JE beter dat ik terugkeen vóór ik meer
fouten bega. En wat Saltfe betreft kan
»k mezelven gelukwenschen, dat ik me niet
Ja°wer aan haar verbonden heb! Ik hoop
°®t zy nooit aan je weet komt, aan welk
8®Jkar ik ben ontsnapt
Op dit oogenblik werd er op de deur ge
klopt. Het was nog vroeg in den avond
“?en uur. Het kloppen werd
erhaald. Fedovsky ging naar de deur en
opende die. Een bediende stond er voor
zeide, dat er een man beneden was, die
oen graaf wewchte te spreken.
•Hoe Heet hij?”
.Hj legt de heer Bolan te ijjn,” aat-
Telefoon <o.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Genten; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot. 1 uur des tuidd.
306, des voor,
rteit VREDE-
overstaan van
De „Morning Post” bespreekt het denk
beeld van een bondgenootschap tusschen
Engeland, Duitschland en Oostenrijk. Het con
servatieve Engelsche blad acht zulk een
bondgenootschap onuitvoerbaar en onnoodig.
Want een agressief verbond zou tot niets
nut zijn,* daar Engeland geen uitbreiding,
slechts behoud van zyn gebied en zyn recht
wenscht. En een defensief verbond is onnoo
dig, daar de vriendschappelijke betrekkingen
tusschen Engeland en de meeste groote
mogendheden voor een aanvallenden oorlog
geen aanleiding geven.
Ook Duitschland heeft, sedert de Russi
sche nederlaag, niets te vreezen, daar
Frankrijk het niet zal aanvallen en Duitsch
land overigens best in staat zou zyn, zulk
een aanval af te slaan.
Een Duitsch-Oostenryksch-Engelsch ver
bond kan bovendien niet tegen Frankryk
De Oostenrijksche delegatie benoemde
prins Lobkowitz tot voorzitter, en tot vice-
president den Duitschen afgevaardigde dr.
Sylvester. De vrees der Duitschers voor
een geheel Slavisch bureau is dus voorbarig
gebleken.
De Hongaarsche delegatie wees graaf
Theodor Zichy tot president, en den afge
vaardigde Barrabas tot vice-president aan.
In de Oostenryksche delegatie werd een
interpellatie aangekondigd door den afge
vaardigde Dobernig aan minister Goluchowski
verliet dat kan ik u verzekeren! Ik heb
de laatste vier maanden naar u gezocht,
en ik zou nimmer opgehouden hebben met
zoeken, al bad het ook honderd jaar moeten
duren. Ik diende uw vader, en ik diende
u; en er is niets in deze wereld, dat me
langen tyd van u verwijderd zal houden
„W&Ar ben je geweest? Wat is er van
je geworden, nadut je me dien dag verliet
„Ah I dat was een dag, dat verzeker ik u!
Ik dacht m’n broeder te ontmoeten, die,
zooals hy zeide, me aan eene goede zaak
zon helpen; maar ik geloof, dat het wel zoo
goed is, dat ik hem niet ontmoet heb, want
te oordeelen naar hetgeen ik sedert heb
gehoord, wed ik dat hy niet zuiver is. En
een man, die een dief en schurk is, is geen
broeder van me, onverschillig of hy denzelf-
den naam draagt of niet!”
„Ontmoette je hem dan niet
„Neen, sir, dat deed ik niet. Ik ging dien
dag naar de Fulton Ferry, want we zouden
elkander in Brooklyn ontmoetener was
veel volk aan boord, en ik ging naar het
voorschip, om er het eerst af te zyn als we
den overkant bereikten. Toen de boot den
iu kaaimuur op een afstand van vyf voet was
Ik kon gestorven zijn,” zeido Tom met genaderd, deed ik een sprong, maar mijn
-voet gleed van den kant enjk viel in het
water. De stroom, welke er beneden liep,
voerde me mede naar het rad der boot, en
Uit Petersburg komt het bericht, dat vol
gens de „Birsjewya Wjedomosti,” het minis-
terie-Goremykin zou aftreden.
Officiéél is hiervan nog niets bekqnd.
Maar in regeeringskringen wordt bet be
richt niet tegengesproken, veeleer bevestigd.
Over de opvolgers van Goremykin c. s.
is nog niets te zeggen. Men kan dus niet
nagaan, welk karakter het toekomstige ka
binet dragen zal.
Als de Tsaar echter besloten is, het minis
terie Goremykin, dat tegenover de Doema
de meest onverzoenlyke houding heeft aan
genomen, on daardoor elke overeenstemming
tusschen Regeering en volksvertegenwoor
diging onmogelyk beeft gemaakt, te vervan
gen, dan kan het slechts zyn door een mi
nisterie, dat een beter begrip heeft van den
toestand, en dat door concessies aan de
Doema oen grondslag vormen wil, waarop
samenwerking tot welzyn van land on volk
mogelyk en vruchtbaar wezen zal.
Bij het uitspreken van zyn welkomslrede
lot de gedelegeerden op de conferentie tot
herziening van de conventie van Genève,
wees president Forrer, na den arbeid van
de conferentie te ’s Gravenhage in herinnering
te hebben gebracht, er op dat de tegenwoor
dige conferentie bijeengeroepen was ten
einde te voldoen aan deh te ’s Gravenbage
uitgesproken wensch, de conventie aan een
nieuw onderzoek te onderwerpen.
De Zwitsersche gezant te Petersburg Odier
werd tot voorzitter der conferentie gekozen.
Volgens een telegram uit Rome aan de
Eclair zullen de Duitscbe keizer en Frans
Jozef van ’t najaar Milaan bezoeken, waar
koning Victor Emmanuel dan ook komen
zal. De bijeenkomst zal moeten dienen als
een nieuw bewijs van de hechtheid van het
Drievoudig verbond.
Wat zou dat een blyde dag zyn voor de
Polit. Corr. en hen, wier spreekbuis dit or
gaan is. Want dit blad is niet uitgepraat
over de ontzettende sterkte en levenskracht
van het Drievoudig verbond en verheft nog
dagelijks hemelhoog de tusschen Schönbrunn
en Rome gewisselde telegrammen.
Jammer echter voor de Weensche bewon
deraars van het verbond is vermoedelyk
van het gebeele bericht der Eclair geen
woord waar’ De oude Frans Jozef gaat niet
meer op reis buitenslands om zyn boogen
leeftyd, daargelaten andere redenen, die bet
telegram onwaarschijnlijk maken.
woordde de bediende.
„Bolan!” herhaalde Fedovsky verbaasd.
„Je vergist je zeker.” Hy zweeg, allerlei
kwade vermoedens vlogen hem door het
hoofd „Laat hem boven komen,” zeide hy
ten laatste.
De bediende vertrok. De graaf liep naar
de tafel, haalde zyn revolver uit zyn zak,
en legde die op den lessenaar. Hij stond bij
de tafel, zoodat de revolver onder het be
reik Van zyne hand was. Opnieuw werd er
aan de deur geklopt. „Binnenriep de
graaf.
De deur werd opengedaan, en eene kleine,
krachtige gedaante trad binnen. Hy nam
den hoed van het hoofd en keek Fedovsky
ernstig aan. Het volgende oogenblik liepen
de beide mannen onder bet slaken van een
vreugdekreet naar elkander toe;' en omhels
den elkander bartelijk.
„TomTomben je het werkelijkriep
de graaf, de band van zyn knecht tusschen
beide handen schuddende, terwijl hem tranen
in de oogen stonden. „Ik dacht, dat je
dood waart ik dacht dat je me verlaten
hadt maar ik had nooit gedacht je hier
terug te zien
eene stem, welke allesbehalve vast was,
„maar er zou meer dan de dood meê, ge
moeid moeten zyn, om te maken dat ik u