rs,
ten werk.
ra;
ERE
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
cli oenen,
Bultenlandscb Overzicht
jOON,
STER”,
fitters verricht
bi
No 10163 Maandag 33 October 1906.
45ste Jaargang.
KENNISGEVING.
VEilKIEZIMG VAM LEDEN
Lang niet onverdienstelijk
I
■I
en kerkbrand.
raie zuue, uic
ministerie als
i LAARZEN-
dubbele flesch
8n. Rotterdam
T B 13.
e, Zalthommo
rd am.
0 ctfl., 75 ct
3 On Drogisten
'KER!
Rotterdam.
R, Apotheker
esthaven 118
•Magazijn -
ie Jenever
itcap
DPPE.
aar bij
ÏÏRS Jz.
ilykite Ml
•1 voor Heeren
erechoenwevk,
I. Millar Ca
Men lette goed
arts.—
wrt.ialeHtrtee,
fabrieken tegen
ryzon.
Spreek-, Bier-
idingen.
dt, wende zich
30.
Kleiwegsteeg.
i HEEREN-,
IR-
WMF10111 i\T
ER
De Freis. Ztg. vernoemt van goeder hand
dat Dernbnrg, de nieuwe directeur van Ko
loniën, de benoeming van geheimraad dr.
Seitz tot opvolger van Puttkamer als gou
verneur van Kameroen herroepen heeft. Dr.
Gleim, geheime raad van legatie, zou nu
gouverneur worden.
Men weet dat onder de inlandsche be
volking in Kameroen de benoeming van Putt-
kamer’s rechter hand groote ontsteltenis had
gewekt. Liever tien Puttkamers, moet een
der hoofden gezegd hebben, dan één Seitz.
Volgens de Köln. Ztgzou dr, Gleim echter
slechts met de waarneming van het ambt
van gouverneur belast ztfn en mag men
daaruit nog niet opmaken dat de benoeming
van Seitz opgegeven is. Seitz, zoo heet het
verder, is op hot oogenblik aan de koloniale
afdeeling oen onmisbaar man, daar men zyne
ervaring en kennis in koloniale aangelegen
heden nnodig heeft by de aanstaande be
raadslagingen in het parlement.
Volgens telegrammen uit Havanna heejt
daar een hevige cycloon gewoed, waarbij
94 inlanders en 16 vreemdelingen om het leven
kwamen. De kruiser „Brooklyn” werd van
de ankers geslagen en op het strand gewor
pen, de andere oorlogsschepen ondervonden
geen lastde groote golven verzwolgen 35
lichters in do haven. De windsnelheid was
80 myl per uur, de gebouwen werden heen
en weer geschud als by een aardbeving, de
tramwagens van de rails geworpen.
Renstomming is het ministerie-Sarrien wel
geweest, zooals Clemenceau in zyn redevoe
ring te Cogolin verzekerde, maar vast stond
het niet moerwant kort nadat de minister
van binnenlandsche zaken zooveel lofs had
gezegd over den minister president, bereikt
ons hot bericht, dat Sarrien voornemens is
at te treden, om zyn slechten gezondheids
toestand.
Reeds geruimen tyd werd het in de
Fransche bladen herhaald, dat Sarrien
lijdend was, en zyn ambt slechts met moeite
kon waarnemen. Om diezelfde reden had
hy aarzelend* het bewind aanvaard. Maar
president Falliéres meende, na den val van
Rouvier, dat opnieuw een „bloc’ ministe
rie moest gevormd worden, en Sarrien was
troffen
welbekend
Ï-1UXBB
jriekimerk);
radicale eu
in alle, zelfs
:ige zenuw-
mts taan door
fdigen leeftijd
wakte, Bleek
Hoofdpyn
Mft®gPÖn
rermogen
B. - Uit-
VOOR DE
Kamer va» Koophandel en Fabrieken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Gouda doen te weten, dat de Verkiezing
van „vjjf leden” van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken aldaar, ter voorziening
in de vacaturen, ontstaan door de aftreding
van de Heeren A. van Reedt Dortland, H.
Braat, A. Goedewaagen, A. W Roes en H.
Knuttel, zal plaats hebben ten Raadhuize, op
Woeusdag den 21n November 1906.
De inlevering der stembriefjes door de
kiesgerechtigden, zal aanvangen des namid
dags ten half twee ure en voortduren tot des
namiddags ten half vyf ure, na welk tijdstip
geene stembiljetten meer zullen worden aan
genomen, dan die van de in de zaal tegen
woordige kiezers, zullende onmiddellyk daar
na met de opening der biljetten worden aan-
gevangen.
Aan de Kiesgerechtigden zal acht dagen
voor den dag der verkiezing een stembiljet
worden toegezonden. Den kiezer die zyn
stembriefje heeft verloren of er geen ont
vangen heeft, wordt gelegenheid verschaft
om er aan het Stembureau een te bekomen.
GOUDA, den 20n October 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
De Meester’s optreden boezemt een blij ver
trouwen in, in zijn eerlyke betrouwbaarheid en
loffelijken wilzyn hervormingsplannen, ze zyn
verre van forsch, maar er is menige stap in de
juiste richting en een vergelijking met wat ons
een 01ericale financier te slikken zon hebben
gegeven, is wel in staat, de waardeering bin
nen niet al te strakke grenzen in te krimpen.
Buitenlandsche Zaken spaarde ons de span-
ningstoestanden van vroeger jaren, maar gaf
ons niet al wat een redelijk verlangen ook
onder de gecompliceerde verhouding van den
eigenaardigen staatkundigen toestand van het
oogenblik m^cht vorderen. Tot klagen gaf ook
Koloniën gelukkig geen aanleidingde goede
verwachtingen, die men van een werkkracht
als Fock mag koesteren, zal de toekomst naar
menscheljjke berekening niet teleurstellen.
Minder rede tot zulke betrekkelyko voldaan
heid geeft het optreden van het ministerie als
complex, Herhaalde yk ziet men een weifeling
en een halfheid in de verklaringen en hande
lingen betrekkelijk het algemeen politiek beleid,
die den voorstander vaa het trekken aan een
forsche, markante lijn van bestuurswerkzaam
heid n et min moet mishagen,
Kool en geit te willen sparen, doet geen
bewaren, en te groote voorzichtigheid vermocht
nooit veel tot stand te brengen. Zeker de ver
zachtende ornstan igheid ligt k'aar in de sim
pele verhouding52-48, waarbij de analyse
ven de regeeringsmeerderheid ook wél weinig
tot beslistheid vermag aan te dringen
Toch is er geen noodzaak te vervallen tot
een p’ooibaarheid en inschikkelijkheid, die een
rageering maakt tot een stel, willig rek- en
en de Raad van Negen
Men is eergisteren bezig geweest, kettingen
te leggen onder de Lutin, om het schip op
te takelen. De Lutin ligt ongeveer 150 meter
van de plaats waar de vergezellende sleep
boot haar heeft zien verdwijnen. De Deensche
duiker heeft den naam kunnen lezen onder
water. De boot ligt op zy, en daar maakt
men uit op, dat zy wel vol water zal zyn
geloopen, en dat de bemanning de laatste
onderdompeling wel niet lang zal bobben
overleefd.
In de Fransche bladen is men veront
waardigd over het gemis aan behoorlijke
reddingstoestellen te Bizerta, ondanks dat
daar verleden jaar het ongeval metdeFar-
fadet heeft plaats gehad. Een zegsman van
de Echo de Paris, de marine-ir.genieur Man
gas, die de teekoningen heeft gemaakt zoowel
van do Farfadet als van de Lutin, verklaart
echter, dat er geen reddingstoestel mogelyk
is voor derg*feko ongelukken, evenmin als
men een reddingstoestel kan maken dat de
•ernstige gevolgen voorkomt van een ver
keerden handgreep van een automobielstuur-
man De ingenieur denkt, dat hier niemand
verantwoordelijk kan. worden gesteld.
Als dat zoo is, dan krygen nog meer klem
de vele stemmen die er opgaan tegen het
gebruik van dit afscbuwlyke oorlogstuig, dat
nog niet eens zyn bruikbaarheid in oorlogstijd
bewezen hoeft, en dat nu in vredestijd al
zooveol slachtoffers eischt. De onderzoesche
booten is het eerste wapen dat by interna
tionale afspraak ongeoorloofd moet worden
verklaard, evenals dum-dumkogels. Het eigen
aardige van de onderzeeërs is echter, dat zy
niet zouden worden afgeschaft als wreed
aardig wapen voor den vyand, maar als
gevaarlijk wapen voor de party die er zich
van bedient, of liever, die zich voorbereidt
op de mogelyke bediening. Als een party
zoo dwaas is zich aan het gevaar van on
derzeeërs bloot te stellen, dan moet zy dat
maar zelf weten, zou men kunnen zeggen.
Frankryk heeft een heele vloot van die
„waterdoodkisten”. Zal de republiek zich
van dit naar haar gevoelen doelmatig oor
logstuig ontdoen omdat anderen het voor de
Fransche mariniers en matrozen zoo gevaar
lijk vinden
Eén goed ding moest elke redtdyke oplossing
van de jongste crisis ons brengen den uittocht
van de clericalen uit het regeeringskasteel Hoe
erg ook de nieuwe bezetting zou worden, erger
dan de oud® kon ze slecht zyn. Gelukkig; de
nieuwe burchtheeren hebben niet alleen de ver
dienste, dat ze lang niet zoo erg, ze hebben de
groote deugd, dat ze veel beter zijn dan hun
voorgangers. Dat nu nog eens nadrukkelijk
op te merken is niet van zoo groote overbo
digheid als oppervlakkig wel wil schynen Zoo
langzaam aan zou men zich al heel aardig
vertrouwd kunnen maken met de insluipende
gedachte, dat het ministerie-de Meester zoo
heel en al beantwoordt aan Robert Nurk's
welwillenden beoordeelingsterm«niet vee)
zaaks». De dusgenaamde republikeinsche re
dactie van het Dagblad voor de arb?iderspartij
laat toch niet na u, die toch ook wilt weten
hoe men op de Keizersgracht over land’s zaken
oordeelt, met Friesche hardnekkigheid te ver-
tellen, wat ’n water-en-melk-knullen de sukkels
zyn, die nü de staatskaros besturen. En de
tegenvoeters Daar gaat geen dag voorbij of
een kerkelyk opsteller heeft eenige deciliters
inkt verbruikt om de gebreken en zwakheden
van dit Kabinet in het licht te stellen. Hoe-
velen ook zyn er niet uit eigen overtuiging
van doordrongen, dat dit compromis ministerie
per se als zoodanig niets van beteekenis kan
uitvoeren, niet in staat is tot een groote daad
'tis immers geen beginsel kabinet!
Ze zyn niet weinigen, ook onder hen die
geen oogenblik aarzelden mee de valbijl in be
weging te helpen brengen om het kostelyk
bewind te ontzielen. Geen beginsel-kabinet,
althans niet in den zin dien we ongelukkiglijk
in het achterons-liggend-Knyperiaansch tydperk
aan dat woord zyn gaan hechtenneen, ze zyn
geen beginsel ruiters, deze negen mannen, geen
dry vers, ’t Moge minder, principieel zyn aldus
te willen regeeren, minder «kloek» er uitzien
land’s welvaart, wat niet hetzelfde is als party-
bloei, zal meer gediend zyn zonder zulke be-
ginselmenschen.
Natuurlyk, geen waarachtig overtuigend
democraat vindt zulk een compromis-bewind
het ideaal van staatkundig beleid, maar voor
politieke ethiek was ’tin 1905 en is ’t ook nu
nog niet de tyd. Er was te handelen, en wie
wil handelen, kan zich aan theoretische bespie
gelingen niet overleveren.
Hoe gehandeld moet worden ’t lag vlak voor
de handt Helaas, de oudste liberalen hebben
’t niet zoo dadelijk en zoo duidelyk gezien
men schuive ’t op rekening van *de alleszins-
n or male ver-zienaheid aan zekere leeftyden
eigen.
Veel twijfel kon er dan ook niet by de op
lossing der vraag, in welke richting moet het
schip van staat gaan, meer: wie zal het be
mannen
Ook na de aanwyzing der bemanning is er
twjjfel geweest over de deugdelijkheid de keuze,
Deze mannen, ze waren niet zooale men ze
gewoon was van vrijzinnige Kabinetten, niet
de eerste violen in het parlementaire party-
orkest
Echter ’n eerste viool in het parlement, hoeft
nog niet altijd van gelijke kracht te zyn in
het ministerieele concert. Men heeft het klank
verschil kunnen waarnemen bij den virtuoos
Kuyper, en bij vroegere liberale Kabinetten is
ook wel eens gelukkig niet zoo sterk, als
onder het christelijk reclame-ministerie ge
bleken, dat men beter als leider kan fungeeren
van een staatkundige groep dan men z:ch be
stuurder van een departement kan betoonen.
Wél wordt de technische bekwaamheid on
misbaar vereischto voor elk zelfstandig depar
tementshoofd in onzen tijd met demagogie
en propagandeer-handigbeid als zoo-naar-voren-
trelende bestaansvoorwaarden in de politieke
nering wat in het gedrang gebracht Ook
neemt men ze maar al te vaak als natuurlijke
eigenschap aan bij al wie zich naar voren weet
te dringen in zyn party; nocht hans hare waarde
wordt er voor geen halven cent door verk'eind.
Van de meesten uit dit zoo geheimziiinig-
geboren ministerie stonl hun waarde als gou-
vernementeele technici vast, althans van die
waarvan men niet geheel onbekend was met
hun weiken en s'reven op de publieke markt.
Over het algemeen vi 4 er over den ruil der
bezetting van het regeeringskasteel, man voor
man genomen, zeker niet te klagen Met name
by Buitenlandsche Zaken, waar een man van
bet vak het te lang gemist gevoel van onbe
zorgdheid den vaderlandslievenden belangstel
lenden in ons diplomatiek!) leid teruggaf. Ook
by Financiën, waar een administatief talent de
pijnlijke herinneringen aan de tragi komische
verrichtingen van een jurist, die te onzaliger
uur een boekje over een fiscaal onderwerp had
vervaardigd, had te vervangen door hst bewust-
zyn van de zekerheid en vaalheid der leiding
op dit allerbelangrijkste departement, Water
staat zag zyn bestuur verplaatst uit de handen
van een man van veel eruditie en tact, maar
bitter weinig zakelijke kennis van zyn afdee
ling, in die van een wyd vermaard vakman,
die de belangen van den .netten” Waterstaat
beter zal kunnen behartigen dan een theoretisch
jurist, die een tydlang de bureau-werkzaamhe
den aan dit departement had meegemaakt.
De Benjamin in de bestuurstakken, de Land
bouw-, Handel- en Nyverheid-afdeeliog, genoot
het onschatbare voorrecht tot hoofd te krygen
een man, wiens voortvarendheid en kloekheid
o k zijn weinige vijanden moeten roemen.
Justitie ging van de eene bekwame hand in
de andere over en Koloniën had zich evenmin
over den ruil te beklagen. Bij de landsverde
diging was er zeker niet aan de landzijde,
waarschijnlijk niet aan de zeekant, veel juichen-
stof of treurens-grond Hoeveel anders en hoe
veel beters met den leiddraad over de Kabinets
formateur, het compromis-program, ook hier
in de verwezenlijking van zijn militaire para
graaf had mogen verwacht worden, te ontkennen
valt niet, ,»dat we er althans nog niet op
achteruit zonden gaan Dat kon ook worden
geconstateerd bij Binnenlandsche Zaken, van
hoeveel bescheidener omvang de figuur van den
tegenwoordigen titularis ook moge lijken tegen
over de indrukwekkende verschijning van den
polit sch pseudo-kolossus, die hem voorafging
Tot ’n positief oordeel over zyn kunnen kon
deze nieuwe bewindsman den buitenstaanders
niet zoo dadelyk het noodige beoordeelings-
materiaal verschaffenhet negatieve voordeel,
dat op dit departement met zyn onafgebroken
aanraking van de juristery inplaats van ’n ver
vaarlijk theoloog 'n nuchter, handig en scherp
zinnig advocaat bracht viel echter onmiddelyk
hoog aan te slaan
Te boud is de bewering zeker niet, die stelt,
dat de individueele leden van het ministerie-de
Meester over het algemeen niet beneden de
verwachting zyn gebleven. De man van Oor-
/log bracht ongetwijfeld menigeen ongename
verrassingen de teekenen zijn niet onduidelijk,
dat hij ’t weer ’n eind zal ophalen in de waar
deering van de voorstanders van doelmatigheid
en rechtvaardigheid op het stuk der landsver
dediging
Binnenlandsche Zaken toonde in aangelegen
heden, die meer de sfeer van de dagelijksche
werkzaamheid van zyn bestnurder raken, dat
men in minister Rink een knap bewerker van
onderwerpen aan zyn deskundige kennis annex^
mag verwachten. Het negende departement
vertoonde al de opgewektheid en yver zijn zoo
bekwamen leider eigenbij Justitie was de
gelegenheid te over den goeden naam, dien een
ryk leven van administratief en parlementair
beleid zyn chef had bezorgd, te bevestigen. De
onaangenaamheid van de surprise, die den
minister der vaderlandsche ingenieurs een tyd
lang ingenieur maakte van een buitenlandsch
ministerie, was niet in staat het voorrecht een
eerate kracht als Kraus te bezitten, te ont
krachten.
rageering maakt tot
kneedbare gummipoppeti
hoede zich don oak ernstelijk voor een toege
ven hier en eeu mjjdei daar die beurtelings
den een en den ander zal doen vervreemden.
De breede strook van de neutrale zóne, die
uit den aard der zaak aan een ministerie als
dit ter bearbeiding moet worden gelaten, geeft
der regeering zeker geen merkelijke aanleiding
aan een ziekelyke taktiekzucht toe te g* en,
en zich to laten afdingen van h tgeen plicht-
gevoeiLyn 1» inzicht haar voorschrijven te vragen.
Waar ze eens zal worden geroepen voor de
oplossing van groote vragen op sociaal en
legislatief terrein blyve zij indachtig, dat de
vereerende taak haar toevertrouwd, nooit tot
een behoorlijke vergunning kan worden gebracht,
wanneer slechts in ’t minst wardt tekort ge
daan aan de billyke eischen, d e een gezonde
democratische overtuiging onvoorwaardelijk moet
stellenzij herinnere zich steeds, dat er ook
hier als o-eral elders, grenzen zyn die men niet
straffeloos of zonder gevoelige schade kan
overschrijden.
Blyke de waarschuwing volmaakt noodeloos.
Dan zal in plaats van den gangbaren mode
turn, aan het, hoofd deztr beschouwing, die tot
heden op het be’eid van dit Kabinet toepasselijk
is, een onomwonden: «zeer verdienstelijk», het
praedicaat moeten zijn, waarin ieder volks
vriend het oordeel over de werkzaamheid van
de mannen, die den moed hadden onder zulke
ongunstige omstandigheden, den ondankbaren
regeeringsarbeid op zich te nemen, heeft weer
te geven.
Hot is of na alle ministers op hun beurt
over het socialisme moeten spreken. Nu weer
Lewis Harcourt, de minister van openbare
werken. Van hem verwondert het ons trou
wens niet. Het was toch zjjn vader, de
bekende Sir William Harcourt, van wien,
als wy ons niot zeer bedriegen, het woord
afkomstig is We zyn tegenwoordig allemaal
socialist. „Iirdien”, zoo zeide de jonge Har
court, „de nieuwe socialistische leer is, dat
de staat alle middelen van verkeer, de grond
stoffen en het werk van de nijverheid moet
beheeren, ben ik geen socialist. Zoo’n stelsel
zou alle individueele inspanning dooden.”
Belangrijker was wat Harcourt over de
samenwerking van liberalen en arbeiders te
zeggen had. „Het liberalisme en de arbeiders”,
zeide hy, „hebben jaren lang samengewerkt,
en zy doen ’t nog voor een gemeenschappelijk
doel en ten bate van den werkenden stand.
Het mag waar wezen, dat zij niet tot het
eind toe samen kunnen gaan, maar dat is
geen reden om te scheiden voor de weg zich
splits. Ik voor my geloof niet, dat een
scheiding noodzakelijk zal wezen, maar in
elk geval is de tyd er nog niet toe geko
men De arbeiders hebben hun program
en de liberalen het hunne. En zij hebben
zooveel gemeen, dat het een misdaad tegen
over het volk zou wezen, wanneer de eene
party de andere haar hulp’opzei.”